‘13–19 juni. 1 Samuel 8–10; 13; 15–18: “De strijd is van de Heere”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)
‘13–19 juni. 1 Samuel 8–10; 13; 15–18’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022
13–19 juni
1 Samuel 8–10; 13; 15–18
‘De strijd is van de Heere’
Hoewel de onderstaande activiteiten voor kleine óf grote kinderen zijn bedoeld, kunt u ze naar behoefte aan de doelgroep aanpassen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Toon de afbeelding van David en Goliath in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de kinderen wat ze over het verhaal weten. Vraag door om ze delen van het verhaal die ze weglaten in herinnering te brengen.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
De Heer kent mijn hart.
Het verhaal waarin Samuel van de Heer David als koning moest kiezen, kan de kinderen doen beseffen dat de Heer ons persoonlijk kent.
Mogelijke activiteiten
-
Vertel hoe de Heer Samuel meedeelde dat David de koning van Israël zou worden (zie 1 Samuel 16:1–13). Terwijl u het verhaal vertelt, kunt u één kind Samuel laten spelen. Hij of zij kan een papieren kroon aan een ander kind geven, dat David speelt. Getuig dat de Heer Davids hart kende en dat Hij ieder van ons kent.
-
Vertel wanneer u voelde dat de Heer naar u omkeek. Zing een liedje dat illustreert dat de Heiland van ons houdt en ons kent, zoals ‘Jezus is mijn beste Vriend’ (Kinderliedjes, p. 37).
Met geloof in Jezus Christus kan ik moedig zijn.
Kinderen kunnen zich goed in de jonge David verplaatsen. Hoewel hij klein was, kwam hij een grote uitdaging te boven. Maak ze duidelijk dat zijn moed en kracht uit zijn geloof in Jezus Christus voortkwamen.
Mogelijke activiteiten
-
Neem het verhaal van David en Goliath met de kinderen door (zie ‘David en Goliath’ in Verhalen uit het Oude Testament). Laat ze het verhaal om de beurt uitbeelden. Laat het kind dat Goliath speelt, zeggen: ‘Geef mij een man om samen te vechten’ (1 Samuel 17:10). Laat het kind dat David speelt, zeggen: ‘Ik kom naar u toe in de Naam van de Heere’ (1 Samuel 17:45). Getuig dat de Heer ons net als David moed zal schenken, als we geloof in Hem hebben.
-
Laat met behulp van de doe-pagina van deze week zien hoe groot Goliath waarschijnlijk was vergeleken met een jongen zoals David. Leg uit dat het leger van Israël bang was voor Goliath. Laat de kinderen doen alsof ze bang zijn. Laat dan een afbeelding van Jezus Christus zien. Vertel ze dat David dankzij zijn geloof in de Heer moedig kon zijn. Vraag ze fier rechtop te gaan staan.
-
Laat ze als David marcheren die met Goliath gaat vechten, terwijl ze een liedje over moed zingen, zoals ‘Ik kan een held zijn’ (Kinderliedjes, p. 85).
Goede vrienden kunnen mij tot zegen zijn.
De vriendschap tussen Jonathan en David is een geweldig voorbeeld van de zegeningen die goede vrienden kunnen opleveren.
Mogelijke activiteiten
-
Teken twee poppetjes op het bord: eentje is David en het andere is Jonathan. Lees een paar zinsneden uit 1 Samuel 18:1–4 voor die de wederzijdse liefde van deze twee vrienden beklemtonen. Geef ieder kind een hart van papier en vraag hoe ze een vriend(in) liefde kunnen tonen. Laat de kinderen een voor een hun idee opperen en hun hart van papier op het bord plakken.
-
Vertel over een goede vriend(in) die u helpt om het evangelie na te leven of uw geloof in Jezus Christus te versterken. Vraag de kinderen van wie zij die hulp krijgen. Laat ze uitbeelden dat ze iets liefs voor een vriend(in) doen.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
1 Samuel 8:6; 9:15–17; 10:1–24; 16:1–13
Wie in de kerk dienen, zijn door God geroepen.
De verhalen waarin God Saul en David als koning kiest, laten de klas zien hoe mensen ook nu in de kerk geroepen worden om te dienen. Die verhalen kunnen hun geloof versterken dat roepingen door zijn gemachtigde dienstknechten van God afkomstig zijn.
Mogelijke activiteiten
-
Schrijf de volgende uitspraken en Schriftteksten op losse strookjes papier: de mensen wilden een koning (1 Samuel 8:6); de Heer zei tegen Samuel dat Saul koning zou zijn (1 Samuel 9:15–17); Samuel zalfde Saul (1 Samuel 10:1); Samuel stelde Saul aan het volk voor (1 Samuel 10:24). Laat de kinderen de Schriftteksten lezen en in de juiste volgorde plaatsen.
-
Leer samen het vijfde geloofsartikel. Vertel de kinderen in het kort hoe u uw roeping in het jeugdwerk hebt gekregen. Hoe weet u dat u van Godswege geroepen bent? Getuig dat God leiders inspireert om mensen in zijn dienst te roepen.
‘De Heere ziet het hart aan.’
Het ligt voor de hand dat we anderen beoordelen op grond van wat we zien. Maar we gaan meer op Jezus lijken als we leren zien zoals Hij ziet – door naar ‘het hart’ te kijken (1 Samuel 16:7).
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen zich voorstellen dat ze iemand als koning moeten kiezen. Waar zouden ze vooral op letten? Lees samen in 1 Samuel 16:6–7 wat de Heer tegen Samuel zei toen hij naar een nieuwe koning voor Israël op zoek was. Wat leren we van de instructies van de Heer?
-
Maak de kinderen op aanschouwelijke wijze duidelijk dat oordelen op grond van ‘wat voor ogen is’ (vers 7) niet altijd juist zijn. Laat ze bijvoorbeeld etenswaren of boeken zien met een verpakking of omslag die niet met de werkelijke inhoud overeenkomt. Hoe moeten we onszelf en anderen volgens 1 Samuel 16:7 en dit praktijkvoorbeeld beoordelen?
-
Vertel over een voorval waardoor u hebt geleerd naar ‘het hart’ te kijken, niet alleen naar ‘wat voor ogen is’ (vers 7). Laat de kinderen over soortgelijke ervaringen vertellen. Zing een liedje dat dit beginsel beklemtoont, zoals ‘Ik hou van jou’ of ‘We zijn verschillend’ (Kinderliedjes, p. 78–79, 141).
Jezus Christus kan me elke moeilijkheid helpen overwinnen.
De kinderen hebben in hun beleving misschien met net zulke grote moeilijkheden te maken als het verslaan van een reus als Goliath. Davids voorbeeld kan ze hoop geven dat de Heer ze bij hun strijd zal helpen.
Mogelijke activiteiten
-
Geef de kinderen de opdracht om verschillende gedeelten van het verhaal in 1 Samuel 17:20–54 te tekenen. Plaats de tekeningen in de juiste volgorde op het bord. Laat de kinderen het verhaal vertellen aan de hand van wat ze hebben getekend. Wat wil de Heer dat ik uit dit verhaal leer?
-
Zet samen met de kinderen een lijst op het bord van pittige moeilijkheden die iemand kan hebben. Wat zei David allemaal dat iemand met die moeilijkheden kan bemoedigen? (Zie 1 Samuel 17:26, 32, 34–37, 45–47.) Vertel de kinderen hoe Jezus Christus u bij moeilijkheden geholpen heeft.
Thuisstudie stimuleren
Stel de kinderen een vraag over iets wat ze vandaag hebben geleerd. Schrijf de vraag op en geef die elk kind mee om thuis te bespreken.