Oude Testament 2022
20–26 juni. 2 Samuel 5–7; 11–12; 1 Koningen 3; 8; 11: ‘Uw koningschap [zal] voor eeuwig vaststaan’


20–26 juni. 2 Samuel 5–7; 11–12; 1 Koningen 3; 8; 11: “Uw koningschap [zal] voor eeuwig vaststaan”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘20–26 juni. 2 Samuel 5–7; 11–12; 1 Koningen 3; 8; 11’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

koning David op troon

Koning David op zijn troon, Jerry Miles Harston

20–26 juni

2 Samuel 5–7; 11–12; 1 Koningen 3; 8; 11

‘Uw koningschap [zal] voor eeuwig vaststaan’

Als u de Schriften leest, kan de Heilige Geest u ingeven wat er voor de kinderen in uw klas het meeste toe doet.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag enkele kinderen naar hun ervaringen met het lezen van de Schriften (individueel, met het gezin of in de kerk). Wanneer en waar lezen ze de Schriften? Hoe voelen ze zich als ze de Schriften lezen? Welke zegeningen ontvangen ze als ze dit gebod gehoorzamen?

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

2 Samuel 5:19, 23

Als ik leiding nodig heb, kan ik mijn hemelse Vader daar om vragen.

Deze verzen beschrijven hoe David als koning van Israël om leiding bad. Hoe kunt u de kinderen aanmoedigen om zich in gebed tot God te wenden als ze iets nodig hebben?

Mogelijke activiteiten

  • Leg aan de kinderen uit dat David om ‘raad vroeg’ of bad als hij hulp nodig had. Lees 2 Samuel 5:19, 23 voor. Laat de kinderen luisteren naar het woord ‘vroeg’ en hun armen vouwen wanneer ze het horen. Getuig dat we altijd tot onze hemelse Vader kunnen bidden wanneer we hulp nodig hebben.

  • Help de kinderen wat ze kunnen zeggen als ze bidden. Vraag bijvoorbeeld hoe ze de volgende zinnen zouden afmaken: ‘Wij danken u voor …’ en ‘Wij vragen u om …’. Laat ze tekenen waar ze in hun gebeden dankbaar voor kunnen zijn of om vragen.

    meisje in gebed

    We kunnen onze hemelse Vader om hulp en leiding bidden.

  • Vertel de kinderen over een keer dat u om hulp van onze hemelse Vader bad. Hoe verhoorde Hij uw gebed? Wat heeft zijn hulp voor u betekend? Laat de kinderen over hun ervaringen vertellen.

2 Samuel 7:16

Jezus Christus is onze Koning.

Toen David de koning van Israël was, zei de Heer tegen hem: ‘Uw troon zal voor eeuwig zeker zijn’ (2 Samuel 7:16). Die belofte verwees naar Jezus Christus, onze eeuwige Koning, die een van Davids nakomelingen zou worden.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een van de kinderen zogenaamd koning of koningin zijn. Geef het kind zo mogelijk wat eenvoudige rekwisieten. Wat is een koning of koningin? Wat doen ze? Vertel de kinderen dat David koning en een voorouder van Jezus Christus was, die wij de ‘Koning der koningen’ noemen (Openbaring 19:16). Bedenk samen hoe we ons geloof kunnen tonen dat Jezus Christus onze eeuwige Koning is.

  • Terwijl de kinderen met de doe-pagina van deze week bezig zijn, kunt u liederen zingen of afspelen die naar Christus als onze Koning verwijzen, zoals ‘De Heiland die zijn leven gaf ’, ‘Uitgekozen Hem altijd te dienen’, ‘Verblijd u in de Heer!’ of ‘Christus is mijn Heer’ (Liahona, april 2005, K13; Kinderliedjes, p. 94–95; Lofzangen, nr. 42, 90). Laat de kinderen letten op het woord ‘Koning’ en een afbeelding van Jezus omhooghouden wanneer ze het horen. Hoe voelen we ons als we over Jezus zingen?

1 Koningen 8:57–58

Ik kan in de wegen van God gaan.

Voor de Israëlieten was de bouw en inwijding van de tempel een gelegenheid om hun hart tot de Heer te wenden, en zich opnieuw voor te nemen ‘in al Zijn wegen [te] gaan’ (1 Koningen 8:58). Hoe kunt u de kinderen helpen om ‘in al Zijn wegen [te] gaan’?

Mogelijke activiteiten

  • Toon de kinderen een afbeelding van een hedendaagse tempel en de tempel die Salomo bouwde (zie het lesschema van deze week in Kom dan en Volg mij – voor personen en gezinnen). Leg uit dat Salomo voor de Israëlieten een tempel van de Heer bouwde. Daarbij spoorde hij ze aan om ‘in al Zijn wegen [te] gaan’ (1 Koningen 8:58). Vertel de kinderen hoe de tempel u helpt om in de wegen van de Heer te gaan. Vraag wat ze van de tempel vinden. Zing met de kinderen een liedje over de tempel, zoals ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, p. 99).

  • Geef sommige kinderen een hart van papier en andere een voetafdruk van papier. Lees 1 Koningen 8:58 voor. Laat de kinderen het hart omhooghouden als u het woord ‘hart’ zegt, en de voetafdruk als u ‘in al Zijn wegen gaan’ zegt. Maak ze duidelijk dat we in de wegen van de Heer gaan als we Jezus volgen en proberen zoals Hij te worden. Vraag de kinderen hoe zij in de wegen van de Heer gaan. Zing een liedje over Jezus volgen, zoals ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (Kinderliedjes, p. 40–41).

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

2 Samuel 7:16–17

Jezus Christus is onze Koning.

De koningen over wie we in het Oude Testament lezen, hadden allemaal gebreken en maakten fouten – zelfs de goede. Maar de Koning die volgens profetieën tot Davids nageslacht behoorde, Jezus Christus, is volmaakt en zal voor eeuwig regeren.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen in 2 Samuel 7:16–17 lezen wat de profeet Nathan tegen koning David zei. Wat betekent die profetie volgens hen? Hoe komt het dat er geen einde aan Davids koningschap kwam? Help de kinderen Schriftteksten te vinden en te lezen waaruit blijkt dat Jezus Christus, een nakomeling van David, Koning is. Zie bijvoorbeeld: Lukas 1:32–33; Johannes 18:33–37; en Openbaring 19:16. In welk opzicht is Jezus Christus een Koning? Hoe kunnen we tonen dat Jezus Christus onze eeuwige Koning is?

  • Zing met de kinderen enkele lofzangen over Christus als onze Koning, zoals ‘Kom, o Gij Vredevorst’, ‘Verblijd u in de Heer!’ of ‘Jezus werd eertijds veracht’ (Lofzangen, nr. 36, 42, 132). Wat leren we uit deze lofzangen over Jezus Christus als onze Koning?

2 Samuel 11

Ik kan verleiding overwinnen.

De kinderen in uw klas nemen elke dag kleine maar belangrijke beslissingen. Hoe kunt u ze duidelijk maken dat het belangrijk is om het goede te kiezen, ook als dat moeilijk is?

Mogelijke activiteiten

  • Neem 2 Samuel 11 met de kinderen door en wijs op de keuzes die David maakte. Vraag welke goede keuzes David had moeten maken. Wat kunnen we bij verleiding doen, zodat we toch het goede kiezen?

  • Iemand die, in tegenstelling tot David, verleiding weerstond, was Jozef. Vraag of de kinderen zich het verhaal van Jozef en de vrouw van Potifar nog herinneren (zie Genesis 39:7–12). Neem dit verhaal met de kinderen door en vergelijk het met het verhaal van David. Wat leren we uit de verhalen van David en Jozef over verleiding weerstaan?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen bedenken hoe ze kunnen toepassen wat ze vandaag hebben geleerd. Moedig ze aan om hun plannen in praktijk te brengen.

Ons onderwijs verbeteren

Vraag de kinderen hoe ze de vorige les in praktijk hebben gebracht. Als u de kinderen vraagt om wat ze leren in praktijk te brengen, bespreek dan tijdens de volgende les wat ze gedaan hebben. Zo toont u de kinderen dat u interesse in hun geestelijke vooruitgang hebt. Als ze over hun ervaringen vertellen, sterken en helpen ze elkaar om het evangelie toe te passen.