Koning David op zijn troon, Jerry Miles Harston

20–26 juni

2 Samuel 5–7; 11–12; 1 Koningen 3; 8; 11

‘Uw koningschap [zal] voor eeuwig vaststaan’

‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid’ (2 Timotheüs 3:16).

Schrijf uw ingevingen op

De regering van koning David begon zo veelbelovend. Zijn onwankelbare geloof toen hij Goliath versloeg, was legendarisch. Als koning nam hij Jeruzalem in, maakte het zijn hoofdstad, en verenigde Israël (zie 2 Samuel 5). Het koninkrijk was nooit zo sterk geweest. En toch gaf David toe aan verleiding en raakte zijn geestelijke kracht kwijt.

De regering van Davids zoon Salomo begon ook veelbelovend. De wijsheid en het onderscheidingsvermogen dat hij van God had gekregen, waren legendarisch. Als koning breidde hij de grenzen van Israël uit en bouwde hij een luisterrijke tempel voor de Heer. Het koninkrijk was nooit zo sterk geweest. En toch was Salomo dwaas genoeg om zijn hart tot andere goden te wenden.

Wat kunnen we van deze twee tragische verhalen leren? Eén les die we eruit kunnen leren, is dat onze geestelijke kracht niet van ons verleden afhangt, maar van onze keuzes in het heden. We kunnen in deze verhalen ook zien dat niet onze eigen kracht of moed of wijsheid ons zal redden, maar die van de Heer. Uit deze verhalen blijkt dat Israëls ware hoop – en de onze – niet op David, Salomo of een andere sterfelijke koning is, maar op een andere ‘Zoon van David’: Jezus Christus (Mattheüs 1:1), de eeuwige Koning die zal ‘verge[ven] de zonde van [zijn] volk’ als wij ons ‘tot Hem bekeren’ (1 Koningen 8:33–34).

Zie voor een overzicht van de boeken 2 Samuel en 1 Koningen ‘Samuel, profeet uit het Oude Testament’ en ‘Koningen’ in de Gids bij de Schriften.

Ideeën voor individuele Schriftstudie

2 Samuel 5:17–25

De Heer kan mij leiden.

Toen David Israël eenmaal verenigd had (zie 2 Samuel 5:1–5) moest hij zijn volk tegen de Filistijnen verdedigen. Bedenk bij het lezen van 2 Samuel 5:17–25 hoe Davids voorbeeld u kan helpen met de moeilijkheden waar u voor staat (zie ook 1 Samuel 23:2, 10–11; 30:8; 2 Samuel 2:1). Hoe streeft u ernaar om door de Heer geleid te worden? Hoe bent u gezegend door te handelen naar openbaring die u hebt ontvangen?

Zie ook 1 Kronieken 12; Richard G. Scott, ‘Hoe u voor uzelf openbaring en inspiratie ontvangt’, Liahona, mei 2012, 45–47.

2 Samuel 7

Wat voor ‘huis’ beloofde de Heer David?

Toen David aanbood om een huis, oftewel een tempel, voor de Heer te bouwen (zie 2 Samuel 7:1–3), antwoordde de Heer dat in feite Davids zoon die zou bouwen (zie vers 12–15; zie ook 1 Kronieken 17:1–15). De Heer zei ook dat Hij op zijn beurt een ‘huis’ voor David zou bouwen, wat betekent dat hij een nageslacht zou krijgen, en dat zijn troon voor eeuwig zou duren (zie 2 Samuel 7:11, 16, 25–29; Psalmen 89:3–4, 35–37). Die belofte werd vervuld in Jezus Christus, onze eeuwige Koning, die een nakomeling van David was (zie Mattheüs 1:1; Lukas 1:32–33; Johannes 18:33–37).

2 Samuel 11; 12:1–14

Ik moet altijd waken voor zonde.

Davids vroegere trouw aan de Heer maakte hem niet immuun voor verleiding toen hij ‘op het dak van het huis van de koning wandelde’ en ‘een vrouw [zag] die zich aan het wassen was’ (2 Samuel 11:2). Bedenk welke lessen er uit zijn belevenissen te leren zijn. Vragen als deze kunnen u van nut zijn bij het bestuderen van dit verhaal:

• Welke keuzes brachten David op het pad dat tot steeds ernstiger zonde leidde? Wat voor rechtschapen keuzes had hij in plaats daarvan kunnen doen?

• Hoe zou de tegenstander u op uw eigen paden van zonde kunnen proberen te leiden? Welke keuzes kunt u nu doen om weer veilig te zijn?

Zie ook 2 Nephi 28:20–24; ‘To Look Upon’ (video), ChurchofJesusChrist.org.

1 Koningen 3:1–15

Met de gave van onderscheid kan ik goed van kwaad onderscheiden.

Als de Heer tegen u zei: ‘Vraag wat Ik u geven zal’ (1 Koningen 3:5), waar zou u dan om vragen? Wat voor indruk maakt Salomo’s verzoek op u? Overdenk waarom ‘een opmerkzaam hart’ om ‘onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad’ (vers 9) een waardevolle gave is. Wat kunt u doen om naar die gave te streven?

Zie ook 2 Kronieken 1; Moroni 7:12–19; David A. Bednar, ‘Quick to Observe’, Ensign, december 2006, 30–36.

1 Koningen 8:12–61

De tempel is het huis des Heren.

Honderden jaren lang werd Gods tegenwoordigheid voorgesteld door de verplaatsbare tabernakel die Mozes had gebouwd. Hoewel David een permanentere woonplek voor God had willen bouwen, koos God in plaats daarvan Davids zoon Salomo om de tempel van de Heer te bouwen. Let er bij het lezen van Salomo’s gebed en zijn woorden tot de mensen die de tempel afbouwden op wat hij voor de Heer en diens huis voelde. U kunt eventueel ook een lijst maken van de zegeningen waar Salomo in zijn gebed om vroeg. Wat valt u aan die zegeningen op? Hoe bent u door het huis des Heren in onze tijd gezegend?

Zie ook 2 Kronieken 6.

Barranquillatempel (Colombia)

Ideeën voor gezinsschriftstudie en de thuisavond

2 Samuel 5:19, 23.Wanneer hebben wij ‘de Heere om’ leiding gevraagd? Hoe heeft Hij ons geantwoord?

2 Samuel 7:16.Toen de Heer tegen David zei: ‘Uw troon zal voor eeuwig zijn’, had Hij het over een toekomstige koning in Davids afstammingslijn die voor eeuwig zou regeren: Jezus Christus. Misschien is het een leuk idee om met uw gezin papieren kronen te maken, en te bespreken waarom u dankbaar bent dat Jezus Christus uw eeuwige Koning is.

2 Samuel 11.Over Davids tragische zonden lezen, is misschien een goede gelegenheid om de gevaren van pornografie, onreine gedachten en onzedelijkheid te bespreken. De volgende leermiddelen kunnen nuttig zijn voor uw bespreking: de oktober 2019-uitgave van de Liahona, de artikelen waarin de kerk pornografie behandelt (ChurchofJesusChrist.org/addressing-pornography), en de video’s: ‘Wat moet ik doen als ik pornografie zie?’ en ‘Kijk uit waar je loopt’ (KerkVanJezusChristus.org). Uw gezinsleden kunnen bedenken wat ze zullen doen als ze met pornografie geconfronteerd worden.

1 Koningen 11:9–11.Wat zijn enkele ‘andere goden’ (vers 10) die ons hart van de Heer zouden kunnen afwenden? Hoe kunnen we ons hart op onze hemelse Vader en Jezus Christus gericht houden?

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen lied: ‘Heer, geef mij meer reinheid’, Lofzangen, nr. 94.

Ons onderwijs verbeteren

Concentreer u op beginselen die uw gezin tot zegen zijn. Als u onder gebed het woord van God bestudeert, vraag u dan af: ‘Wat leer ik hier dat bijzondere betekenis voor mijn gezin heeft?’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 17.)

Illustratie, de tempel van Salomo, Sam Lawlor