Kom dan en volg Mij
1–7 juni. Alma 5–7. ‘Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?’


‘1–7 juni. Alma 5–7: “Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘1–7 juni. Alma 5–7’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

Jezus met een lam in zijn armen

Hij vergeet u niet, Jon McNaughton

1–7 juni

Alma 5–7

‘Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?’

Denk bij het lezen van Alma 5–7 aan de klasleden die een voorbeeld van de leringen in deze hoofdstukken zijn. Overweeg manieren om ze op zondag bij de les te betrekken.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Gun uw klas enkele minuten de tijd om zich te herinneren wat ze in Alma 5–7 hebben gelezen en een beginsel te vinden dat ze aan de klas willen vertellen. Vraag ze het dan met iemand naast hen te bespreken.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Alma 5:14–33

We moeten een grote verandering in ons hart ondervinden en in stand houden.

  • In het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen is de klas gevraagd over de vragen in Alma 5:14–33 na te denken. U kunt een bespreking van die verzen beginnen door ze te vragen welke vragen uit deze verzen iets voor ze betekenen. Dan kunt u de klasleden vragen in groepjes Alma 5:14–33 te bestuderen en te ontdekken wat het wil zeggen om door de Heiland en zijn zoenoffer een verandering van hart te ondervinden. Ze kunnen ook opzoeken welke zegeningen op een verandering van hart volgen. Welke andere metaforen zijn er gebruikt om de verandering weer te geven die Alma beschrijft? (Zie voor voorbeelden Johannes 3:1–7; 2 Korinthe 5:17; Dale G. Renlund, ‘De machtige verandering in het hart behouden’, Liahona, november 2009, 97–99.) Hoe houden we levenslang een verandering van ons hart in stand? (Zie Alma 5:26.)

    jongevrouw bidt aan haar bed

    Als we ons tot God wenden, kunnen we een ‘verandering van hart’ ondervinden.

Alma 5:44–51

We kunnen door de Heilige Geest een eigen getuigenis van de Heiland en zijn evangelie krijgen.

  • Net zoals Alma heeft uw klas zelf een getuigenis van de Heiland en zijn evangelie gekregen. U kunt ze laten leren wat Alma deed om zijn getuigenis door de Geest te ontvangen. Deel daartoe stukjes papier met bovenaan het woord Getuigenis uit. De klasleden kunnen in paren Alma 5:44–51 bestuderen, en wat ze in deze verzen leren gebruiken om een ‘recept’ voor een getuigenis te schrijven. Bijvoorbeeld: de ‘ingrediënten’ van het recept kunnen waarheden zijn die ons getuigenis vormen. De ‘instructies’ voor het recept kunnen dingen zijn die we moeten doen om een getuigenis te krijgen. (Zie de toespraak van ouderling Dieter F. Uchtdorf in de ‘Bijkomende leermiddelen’ voor ideeën.) Welke ‘ingrediënten’ en ‘instructies’ kunnen ze van hun eigen ervaringen of andere Schriftuurlijke ervaringen aan hun eigen recept toevoegen? Vraag de paren naar hun bevindingen. En informeer wat ze doen om de Heilige Geest te verzoeken tot hen van de waarheid te getuigen.

Alma 6

We komen als heiligen bijeen om het woord van God te horen en zijn werk te verrichten.

  • U kunt de klas als volgt herinneren aan het belang van samenkomen met de heiligen: vraag ze om zich in te beelden dat een kennis van ze vindt dat bij een kerk horen niet nodig is. Wat kunnen ze uit Alma 6 aanhalen om deze persoon uit te leggen wat enkele van de zegeningen zijn als men bij een kerk hoort? Hoe kunnen we de door Alma beschreven doelen van bijeenkomen beter bereiken?

Alma 7:7–16

De Heiland heeft al onze zonden, pijnen en smarten op Zich genomen.

  • Er kunnen in de klas mensen zitten die dringend moeten weten wat er in Alma 7:7–16 wordt onderwezen: dat de Heiland niet alleen onze zonden op Zich heeft genomen, maar ook onze pijnen, kwellingen, ziektes en zwakheden. Hoe kunt u ze helpen om dit te ontdekken? Misschien kunt u een overzicht op het bord maken met de kopjes Wat de Heiland leed en Waarom Hij leed. De klasleden kunnen het overzicht aanvullen nadat ze Alma 7:7–16 hebben gelezen. Het kan zinvol zijn de andere dingen te overwegen die de Heiland tijdens zijn leven onderging. (Zie de voorbeelden in de ‘Bijkomende leermiddelen’.)

  • Na te hebben besproken wat Alma in Alma 7:7–16 onderwees, kunnen de klasleden misschien vertellen wanneer de Heiland ze te hulp is gekomen. (Zie de ‘Bijkomende leermiddelen’ voor voorbeelden van hoe Jezus ons te hulp is gekomen.) U kunt ook het volgende citaat van president Dallin H. Oaks voorlezen of tonen: ‘Onze Heiland heeft geopenbaard dat Hij “onder alle dingen is neergedaald” (LV 88:6). […] We kunnen zelfs stellen dat Hij door onder dat alles te zijn neergedaald, volmaakt in staat is ons op te beuren en de nodige kracht te geven om onze ellende te doorstaan. We hoeven er alleen maar om te vragen.’ (‘Gesterkt door de verzoening van Jezus Christus’, Liahona, november 2015, 64.)

  • Alma heeft verklaard dat de komst van de Heiland ‘van groter belang is dan’ al het andere. Misschien kan uw klas zich voorstellen dat ze in een geschiedenisles de belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis bespreken. Welke verzen uit Alma 7 zouden zij opgeven om wat Alma in vers 7 beweert te staven? Welke raad gaf Alma zijn volk waarmee wij ons beter op de wederkomst van de Heiland kunnen bereiden?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Om uw klas aan te sporen Alma 8–12 te lezen, kunt u ze vertellen dat in deze hoofdstukken het verhaal van twee mannen wordt verteld. Een was onverschillig ten opzichte van de kerk en de andere was een gedreven vervolger, maar beiden werden moedige verdedigers van het geloof.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Zelf een getuigenis krijgen.

Ouderling Dieter F. Uchtdorf heeft het volgende Schriftuurlijke patroon gegeven om ‘zelf een getuigenis dat geworteld is in de overtuiging van de Heilige Geest’ te krijgen:

Allereerst: verlang te geloven. In het Boek van Mormon worden wij als volgt aangemoedigd: “[…] indien u uw vermogens wilt opwekken en wakker schudden, ja, om mijn woorden te beproeven, en een sprankje geloof wilt oefenen, […] al kunt u niet meer doen dan verlangen te geloven” (Alma 32:27). […] God [belooft] ons goddelijke hulp als we zelfs maar verlangen te geloven – alleen moet het dan wel een oprecht verlangen zijn en niet een voorgewend verlangen.

Ten tweede: bestudeer de Schriften. Kom met vragen, bestudeer ze, doorzoek de Schriften op antwoorden. Nogmaals heeft het Boek van Mormon een goed advies voor ons: “[…] indien u plaats inruimt, zodat er een zaadje in uw hart kan worden gezaaid”, door het woord Gods ijverig te bestuderen, zal het goede zaadje “in uw boezem gaan zwellen”, als u het tenminste niet met ongeloof weerstaat. Dit goede zaadje zal uw “ziel […] verruimen” en uw “verstand […] verlichten” (Alma 32:28).

Ten derde: doe Gods wil en onderhoud de geboden. […] We moeten tot Christus komen en zijn leringen navolgen. Jezus Christus zei: “Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft. Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten” (Johannes 7:16–17; cursivering toegevoegd). […]

Ten vierde: denk na, vast en bid. Om kennis van de Heilige Geest te ontvangen, moeten we onze hemelse Vader erom vragen (zie Alma 5:45–46; Moroni 10:3–4).’ (‘De kracht van een eigen getuigenis’, Liahona, november 2006, 38–39.)

Wat heeft Jezus Christus geleden?

Welke ellende heeft de Heiland nog meer ondergaan?

Hoe komt Jezus Christus ons te hulp?

Hoe is Jezus Christus ons nog meer te hulp gekomen?

Ons onderwijs verbeteren

Christus als leerkracht steeds beter modelleren. Als leerkracht is het belangrijk om te bedenken hoe u de klasleden kunt helpen om hun geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus te versterken. U kunt de persoonlijke evaluatievragen op pagina 37 van Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland als inspiratie gebruiken.