‘8–14 juni. Alma 8–12: Jezus Christus komt om zijn volk te verlossen’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘8–14 juni. Alma 8–12’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
8–14 juni
Alma 8–12
Jezus Christus komt om zijn volk te verlossen
Bereid u voor op uw les door Alma 8–12 te lezen. Bestudeer dan dit lesschema voor aanvullende ideeën die uw klas aansporen om te vertellen wat ze tijdens hun studie hebben geleerd.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Gun uw klas enkele minuten de tijd om over hun individuele en gezinsstudie van deze week na te denken. Hoe heeft hun studie de keuzes beïnvloed die ze tijdens de week gemaakt hebben? Vraag of een aantal van hen hun ideeën naar voren willen brengen.
In de leer onderwijzen
Onze inspanningen om het evangelie te verkondigen kunnen volharding en geduld vereisen.
-
Veel mensen vinden het moeilijk om het evangelie te verkondigen, en al helemaal als ze zich net als Alma afgewezen voelen. Het voorbeeld van Alma kan ze helpen op God te vertrouwen en moed te scheppen om hun getuigenis aan andere mensen te blijven geven. Overweeg deze vragen voor de bespreking: wat kunnen we uit de boodschap van de engel voor Alma in Alma 8:15 leren? En wat inspireert ons in Alma’s reactie op die boodschap (in 8:14–32) om het evangelie te blijven verkondigen als we worden afgewezen? Wat kunnen we iemand aanraden die probeerde het evangelie te verkondigen maar werd afgewezen? De toespraak van ouderling Jeffrey R. Holland in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kan ook een bijdrage aan deze bespreking leveren.
-
Het verhaal van Alma en Amulek laat zien hoe belangrijk de inspanningen van leden voor het zendingswerk zijn. Wat leert de klas uit Alma 8:19–30 over de relatie tussen plaatselijke leden en voltijdzendelingen? (Zie ook Alma 10:1–12.)
God oordeelt zijn kinderen naar het licht en de kennis die zij bezitten.
-
Er staat een ernstige waarschuwing voor alle kerkleden in deze verzen. Zodra we licht en kennis hebben ontvangen, worden we verondersteld die te waarderen, te voeden, na te leven en te gebruiken om anderen tot zegen te zijn. Om uw klas deze verwachting te laten onderzoeken, kunt u ze vragen de leringen van Alma in Alma 9:18–30 te lezen en de boodschappen te bespreken over de verantwoordelijkheid die ze door hun kennis dragen. Waarom zou er een grotere veroordeling kunnen komen als we tegen een groter licht zondigen? Gun de klas voldoende tijd om te bedenken hoe ze trouwer kunnen worden aan het licht en de kennis die ze hebben ontvangen. U kunt voorstellen dat ze Leer en Verbonden 50:24 lezen terwijl ze nadenken.
Gods plan is een plan van verlossing.
-
U kunt een bespreking van deze leer beginnen door een klaslid te vragen een diagram van het verlossingsplan op het bord te tekenen. Dan kunt u uw klas delen van Alma 11–12 toewijzen en ze vragen naar beginselen te zoeken om aan het diagram toe te voegen. Bijvoorbeeld, waar verlost het plan van God ons van? (Zie Alma 11:38–45.) Hoe is het ons tot zegen om van deze beginselen van het verlossingsplan af te weten?
-
Om uw klas te laten bespreken wat ze uit Alma 11–12 over het verlossingsplan geleerd hebben, kunt u de volgende kopjes op het bord schrijven: De val, De Verlosser, Bekering, Dood, Opstanding en Oordeel. De klas kan een van deze onderwerpen kiezen en in Alma 11–12 naar beginselen zoeken die ze erover leren. Vraag ze de beginselen die ze vinden samen met de Schriftverwijzing onder de juiste kop op het bord te schrijven. Bespreek klassikaal de invloed ervan op de beslissingen die we nemen als we deze beginselen kennen.
-
De klas kan baat hebben bij een bespreking van Alma 12:31–32. Daarin onderwijst Alma dat God Adam en Eva na de val geboden gaf, maar pas nadat Hij ze over zijn plan had geleerd. Hoe beïnvloedt onze kennis van het plan wat we van de geboden vinden? Misschien kunt u bepaalde geboden bespreken; hoe draagt onze kennis van Gods plan er bijvoorbeeld toe bij dat we de sabbat heiligen of de wet van kuisheid naleven?
-
Sommige klasleden hebben misschien vragen over Alma 11:26–39, waarin Amulek zegt dat er slechts één God is. De volgende Schriftteksten verklaren hoe de leden van de Godheid ‘één God’ zijn terwijl ze afzonderlijke personen blijven: Johannes 17:20–23; 2 Nephi 31:21; 3 Nephi 19:29. Deze uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland kan ook nuttig zijn: ‘Wij geloven dat zij in elk denkbaar, belangrijk en eeuwig aspect één zijn, maar wij geloven niet dat zij drie personen zijn in het ene, ondeelbare wezen van God.’ (‘‘De enige waarachtige God en Jezus Christus, die Hij gezonden heeft’, Liahona, november 2007, 40.)
Als we ons hart niet verstokken, kunnen we een groter deel van het woord van God ontvangen.
-
Een van de boodschappen die Alma en Amulek meermaals brachten, was hoe de toestand van ons hart bepaalt hoeveel waarheid we van de Heer kunnen ontvangen. Om uw klas de waarheid van dit beginsel te laten ontdekken, vraagt u ze Alma 12:9–14 per twee of in groepjes te lezen en de gevolgen van een verstokt hart te bespreken. (U kunt ze ook vragen Alma 8:9–11; 9:5, 30–31; en 10:6, 25 te lezen.) Wat betekent het om een zacht hart te hebben?(Zie Jeremia 24:7; Alma 16:16; Helaman 3:35.) Hoe stelt een zacht hart ons in staat het woord van God beter te begrijpen?
-
Alma onderwees dat we, als we ons hart verstokken, het ‘kleiner deel van het woord’ van God ontvangen (Alma 12:10). Misschien kunnen de aanwezigen over ervaringen uit de Schriften vertellen die dit beginsel laten zien. Hoe verzacht de Heer ons hart zodat we meer van Hem kunnen blijven leren? Zijn er persoonlijke ervaringen waarover we kunnen vertellen?
-
Om uw klas duidelijk te maken wat het wil zeggen een zacht hart te hebben, kunt u enkele voorbeelden uit de ‘Bijkomende leermiddelen’ geven.
Thuisstudie stimuleren
Om uw klas aan te sporen deze week Alma 13–16 te lezen, kunt u ze vertellen dat ze zullen ontdekken hoe de woorden van Alma voor Zeëzrom en het volk van Ammonihah werden vervuld.
Bijkomende leermiddelen
Neem een moedig standpunt in.
Ouderling Jeffrey R. Holland heeft de volgende aanmoediging gegeven aan mensen die slecht behandeld worden omdat ze het evangelie verkondigen of verdedigen:
‘Voor zover dat al niet gebeurd is, [zult u] op een dag geroepen worden om uw geloof te verdedigen of wellicht zelfs enige vervolging te ondervinden, simpelweg omdat u lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bent. Op die momenten zult u zowel moedig als beleefd moeten zijn.
‘[…] Je vraagt je misschien af of het de moeite waard is om een moedig moreel standpunt op school in te nemen of op zending te gaan en je dierbaarste geloofsopvattingen beschimpt te zien worden, of tegen van alles in de samenleving in te gaan die een leven van gelovige toewijding soms belachelijk maakt. Ja, dat is de moeite waard. […]
‘Vrienden, vooral mijn jonge vrienden, vat moed. Reine christelijke liefde die voortvloeit uit echte rechtschapenheid kan de wereld veranderen. […]
‘Wees sterk. Leef trouw het evangelie na, ook als anderen om u heen dat helemaal niet doen. Verdedig uw geloof op beleefde en liefdevolle wijze, maar verdedig het wel.’ (‘De prijs – en de zegeningen – van het discipelschap’, Liahona, mei 2014, 6–9.)
Hun hart werd verzacht.
De volgende algemene conferentietoespraken bevatten voorbeelden van personen van wie de Heer het hart verzachtte:
-
Het verhaal van de familie Hatfield in de toespraak van president Russell M. Nelson ‘De prijs van priesterschapsmacht’ (Liahona, mei 2016, 66–67).
-
Het verhaal van Harold Gallacher in de toespraak van Thomas S. Monson ‘Oproep tot dienen’ (Liahona, mei 2005, 55).
-
Het verhaal van David in de toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Van Alma en Amulek leren’ (Liahona, november 2016, 73–74).