‘10–16 augustus. Alma 53–63: “Door zijn wonderbare macht […] bewaard”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘10–16 augustus. Alma 53–63’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
10–16 augustus
Alma 53–63
‘Door zijn wonderbare macht […] bewaard’
Overweeg bij het verkennen van de onderwijsideeën in dit lesschema wat in uw klas zal werken, en stem de activiteiten op de behoeften van uw klasleden af.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Spoor uw klasleden aan te bespreken wat ze uit Alma 53–63 hebben geleerd. U kunt dit doen door ze te vragen de hoofdstukken vluchtig door te nemen en een vers op te zoeken dat ze kunnen citeren voor iemand die het moeilijk heeft. Moedig ze aan om deze verzen te bespreken met iemand die de les niet bijwoont.
In de leer onderwijzen
Alma 53:17–21; 56:43–48, 55–56; 57:20–27; 58:39–40
Als we geloof oefenen en in God vertrouwen, zal Hij ons sterken.
-
U kunt uw klassikale bespreking van de strijders van Helaman verrijken door op het bord te tekenen wat de klasleden thuis hebben geleerd. U kunt dit doen door de leden van uw klas te vragen de eigenschappen van de jeugdige krijgers te bespreken die indruk op ze hebben gemaakt. (U kunt er een aantal in Alma 53:17–21; 56:45–48; 57:20–21, 26–27; 58:40 vinden.) Hoe hadden de jonge strijders tijdens hun veldslagen baat bij deze karaktereigenschappen? Wat kunnen wij in onze geestelijke gevechten aan die eigenschappen hebben? Uw klasleden kunnen ook verhalen van hedendaagse ‘jonge strijders’ vertellen.
-
De ouders in uw klas hopen waarschijnlijk dat hun kinderen hun geloof net zoals de jonge strijders van Helaman ontwikkelen. Om de ouders en toekomstige ouders in uw klas iets van dit verhaal te laten leren, kunt u door verscheidene personen een forumgesprek laten voeren om ideeën uit te wisselen over het opbouwen van het geloof van kinderen. Vraag de leden van dit panel om Alma 56:47–48 en 57:20–27 vooraf te lezen zodat ze kunnen vertellen waardoor de jonge strijders geloof ontwikkelden. Gun uw klasleden de tijd om hun inzichten te bespreken wanneer de forumleden hun gedachten toelichten. Andere informatiebronnen voor deze bespreking zijn de woorden van zuster Joy D. Jones in de ‘Bijkomende leermiddelen’ en de toespraak van president Russell M. Nelson ‘Een oproep aan mijn zusters’. (Liahona, november 2015, 95–98.) Geef uw klas na de bespreking enkele minuten de tijd om over vragen als deze na te denken: Wie steunen er op uw getuigenis? Wat kunt u doen of zeggen om ze sterker te maken?
We kunnen besluiten om het beste van anderen te denken en ons niet beledigd te voelen.
-
Helamans reactie toen zijn legers geen hulp ontvingen, kan een bijzonder goed voorbeeld voor ons zijn als we ons gekrenkt voelen. Om een bespreking van dit voorbeeld aan te moedigen, vraagt u een lid van uw klas om de situatie van Helaman samen te vatten, inclusief de redenen waarom zijn regeringsleiders niet in zijn behoeften voorzagen (zie Alma 58:1–9, 30–37; 61:2–8). Schrijf op het bord: Reactie van Helaman en Andere mogelijke reacties. Vraag de klas Alma 58:1–12 en 30–37 te doorzoeken en zet onder elk kopje beschrijvingen van wat Helaman dacht, zei en deed als reactie op zijn situatie, en wat hij in plaats daarvan had kunnen denken, zeggen, en doen. Hoe kunnen we het voorbeeld van Helaman volgen als we ons benadeeld of genegeerd voelen?
-
Nadat Moroni in Alma 60 kritiek op Pahoran had geleverd, had Pahoran ervoor kunnen kiezen daar aanstoot aan te nemen. Hij antwoordde echter dat hij ‘niet vertoornd’ was en dat hij zich ‘over de grootheid van [Moroni’s] hart’ verheugde (Alma 61:9). Om uw klasleden uit het voorbeeld van Pahoran te laten leren, kunt u ze vragen zich voor te stellen dat hun gevraagd is een artikel voor de Liahona te schrijven. Ze baseren dat artikel op wat Pahoran in Alma 61 deed om te onderwijzen hoe we kunnen vermijden dat we ons door anderen gekrenkt voelen. U kunt de klas dan in groepen verdelen en ze vragen Alma 61:3–14 te lezen en enkele punten op te sommen die ze in hun artikel zouden gebruiken. De raad van ouderling David A. Bednar in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kan daarbij nuttig zijn.
We hebben de verantwoordelijkheid om de mensen rondom ons te verheffen.
-
Moroni schreef dat God Pahoran verantwoordelijk zou houden als hij bewust niet in de behoeften van de Nephitische legers had voorzien. Laat Alma 60:7–14 klassikaal lezen en vraag ze dan te denken aan iemand die ze kennen, van wie ze weten dat die het moeilijk heeft en zich misschien genegeerd voelt. Wat kunnen wij doen om ons van de behoeften van anderen bewust te zijn, en die te lenigen? Hoe zijn onze behoeften door anderen gelenigd, bijvoorbeeld door onze dienende broeders en zusters?
We horen de Heer in tijden van tegenspoed en ellende indachtig te blijven.
-
De reacties van de Nephieten op moeilijke en voorspoedige tijden (zie Alma 62:39–41, 48–51), laten ons inzien hoe we kunnen besluiten om nederig te zijn, ongeacht of we nu tegen- of voorspoed ervaren. Vraag uw klasleden deze verzen te lezen en te bespreken wat ze ervan vinden. U kunt ze hun gedachten per koppel laten bespreken, waarna u enkele deelnemers vraagt om de klas erover te vertellen.
Thuisstudie stimuleren
Om interesse voor Helaman 1–6 op te wekken, vertelt u aan de klas dat de Nephieten in deze hoofdstukken goddeloos worden, en de Lamanieten rechtvaardig. Deze rolwisseling leert ons in deze gevaarlijke laatste dagen belangrijke lessen.
Bijkomende leermiddelen
Zorgen dat onze kinderen zonden kunnen weerstaan.
Zuster Joy D. Jones, algemeen jeugdwerkpresidente, heeft de volgende essentiële zaken opgenoemd om ‘een generatie die zonde kan weerstaan’ groot te brengen:
‘Ten eerste [moeten we onze kinderen] inprenten dat ze zonen en dochters van een liefhebbende hemelse Vader zijn en dat Hij goddelijke verwachtingen voor hen koestert.
‘Ten tweede is een begrip van de leer van bekering noodzakelijk om de zonde te leren weerstaan. Zonde weerstaan, wil niet zeggen zonder zonde zijn, maar voortdurend boetvaardig, waakzaam en kloekmoedig zijn. Wellicht is het vermogen om zonde te weerstaan een zegen die komt door herhaaldelijk de zonde te weerstaan. […]
‘Een derde manier dus om kinderen te leren zonde te weerstaan, is hen van jongs af aan bekend te maken met de basisbeginselen en leerstellingen van het evangelie die kinderen dichter tot de Heiland brengen. We vinden die in de Schriften, de Geloofsartikelen, het boekje Voor de kracht van de jeugd, jeugdwerkliedjes, lofzangen en ons eigen getuigenis. […]
‘Als we kinderen helpen om heilige verbonden te begrijpen, te sluiten en na te leven, vormen we een generatie die zonde kan weerstaan. […] Als kinderen jong leren eenvoudige beloften na te komen, zullen ze later beter in staat zijn heilige verbonden na te leven.’ (‘Een generatie die zonde kan weerstaan’, Liahona, mei 2017, 88–89.)
Hoe vermijden we aanstoot te nemen?
Ouderling David A. Bednar gaf in zijn toespraak ‘Er is voor hen geen struikelblok’ (Liahona, november 2006, 89–92) de volgende raad:
-
Erkennen dat beledigd raken een keuze is. ‘Als wij geloven dat iets of iemand ervoor kan zorgen dat wij ons beledigd, boos, gekwetst of verbitterd voelen, verzwakt dat onze morele keuzevrijheid en worden wij een voorwerp waarmee gehandeld wordt. Als rentmeesters hebben u en ik de macht om te handelen en te kiezen hoe we op aanstootgevende of pijnlijke situaties zullen reageren.’
-
Naar de Heiland kijken. ‘De Heiland is het grootste voorbeeld van de manier waarop we op aanstootgevende gebeurtenissen of situaties moeten reageren [zie 1 Nephi 19:9].’
-
Begrip tonen voor elkaars zwakheden. ‘Een van de belangrijkste aanwijzingen van onze geestelijke volwassenheid komt tot uitdrukking in onze reactie op de zwakheden, onervarenheid en het eventueel aanstootgevende gedrag van anderen.’
-
Rechtstreeks communiceren. ‘Als iemand iets zegt of doet waar we aanstoot aan kunnen nemen, moeten we ons ten eerste niet laten beledigen, en vervolgens onder vier ogen, eerlijk en open met die persoon praten. Door zo’n aanpak kunnen we door de Heilige Geest geïnspireerd worden, kunnen misverstanden uit de wereld worden geholpen en kan de ware intentie worden begrepen.’