Kom dan en volg Mij
12–18 oktober. 3 Nephi 20–26: ‘U [bent] kinderen van het verbond’


‘12–18 oktober. 3 Nephi 20–26: “U [bent] kinderen van het verbond”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘12–18 september. 3 Nephi 20–26’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

Christus verschijnt aan de Nephieten

Illustratie van Christus bij de Nephieten, Andrew Bosley

12–18 oktober

3 Nephi 20–26

‘U [bent] kinderen van het verbond’

Laat de Geest u leiden bij uw studie van 3 Nephi 20–26. Hij helpt u om te bepalen welke beginselen bijzonder zinvol voor uw klasleden kunnen zijn.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Nadat u de woorden van de Heiland in 3 Nephi 23:1 samen gelezen hebt, kunt u uw klasleden vragen wat ze deze week bij het lezen van de Schriften onderzocht hebben. Wat hebben ze ontdekt?

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

3 Nephi 20:25–41; 21:9–11, 22–29

God zal in de laatste dagen een groot en wonderbaar werk verrichten.

  • De Heiland sprak over ‘een groot en wonderbaar werk’ (3 Nephi 21:9) dat zijn Vader in de laatste dagen zou doen. Laat uw klasleden vertellen wat ze over dit werk leerden toen ze deze hoofdstukken thuis bestudeerden. Vragen als deze kunnen een bespreking op gang brengen: Wat zou er volgens de Heiland in de toekomst gebeuren? (Zie in het bijzonder 3 Nephi 20:30–32, 39–41; 21:22–29.) Waarom zou hij die dingen ‘groot’ en ‘wonderbaar’ noemen? Wat voor bewijzen zien we dat dit werk nu ondernomen wordt? Hoe kunnen we eraan meewerken?

  • Om uw klasleden duidelijk te maken hoe de profeet Joseph Smith mee heeft gewerkt aan het groot en wonderbaar werk van de Heer, kunt u een afbeelding van de profeet tonen en de klas vragen 3 Nephi 21:9–11 te lezen en daarbij te letten op woorden en zinsneden die ze aan het leven en de bediening van Joseph Smith herinneren. Hoe gaf de Heer hem macht ‘om [het evangelie] aan de andere volken te brengen’ (vers 11)? Waarom is het belangrijk dat we weten dat de bediening van Joseph Smith door de Heiland was voorspeld (zie ook 2 Nephi 3)?

  • U kunt uw klasleden helpen om hun rol in dit grote werk te zien dat in deze hoofdstukken werd voorspeld door klassikaal 3 Nephi 20:25–27 te lezen. U kunt er op wijzen dat we het nageslacht van Abraham worden als we verbonden met de Heer sluiten. Hoe kunnen we als nakomelingen van Abraham ‘alle geslachten van de aarde’ tot zegen zijn (vers 25)? Uw klasleden kunnen bij deze vraag stilstaan terwijl ze de uitspraak van president Russell M. Nelson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ lezen en hun bevindingen bespreken.

3 Nephi 23; 26:1–12

De Heer wil dat wij de Schriften onderzoeken.

  • Hoe blijkt uit de gesprekken tussen de Heiland en de Nephieten wat Hij van de Schriften vindt? Om de klasleden dit te laten ontdekken, kunt u de helft van de klas vragen om 3 Nephi 23 te lezen en de rest om 3 Nephi 26:1–12 te lezen. Dan kunnen ze elkaar vertellen wat hun bevindingen zijn. Zij kunnen ook ideeën uitwisselen om de Heer te laten zien dat we de Schriften belangrijk vinden. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen de Schriften onderzoeken en ze gewoon lezen (zie 3 Nephi 23:1)?

3 Nephi 24:1–6

De Heer is als het vuur van de smelter.

  • Visuele hulpmiddelen kunnen uw bespreking van 3 Nephi 24:1–6 bevorderen. U kunt een zilveren munt of wat zeep laten zien terwijl uw klas deze verzen leest om te onderzoeken wat deze voorwerpen met de Heiland en zijn zending te maken hebben. U kunt de klas de toelichting over zilver zuiveren en de zeep van de bleker in de ‘Bijkomende leermiddelen’ vertellen. Of toon de video ‘The Refiner’s Fire’ (ChurchofJesusChrist.org). Waarin is de Heer ‘als het vuur van de smelter en als de zeep van de bleker’ (vers 2)? Wat leren we uit die voorbeelden over hoe de Heiland ons reinigt?

3 Nephi 24:7–18

God is hen die tot Hem terugkeren barmhartig.

  • Wijs erop dat de leringen over tiende betalen in 3 Nephi 24:8–12 een antwoord zijn op de vraag in vers 7: ‘In welk opzicht zullen wij [naar de Heer] terugkeren?’ Wat is het verband tussen ‘[naar de Heer] terugkeren’ en tiende betalen? Uw klasleden kunnen vertellen op welke manier zij de zegeningen uit verzen 10–12 hebben ontvangen wanneer ze tiende betaalden. Hoe zijn deze beginselen nuttig voor iemand die het moeilijk vindt om tiende te betalen?

  • Welke houding die in 3 Nephi 24:13–15 wordt beschreven, heerst in deze tijd? Spoor uw klasleden aan te vertellen wat ze zouden zeggen tegen iemand die vindt dat het leven makkelijker of beter is voor wie de geboden overtreedt. Hoe zegent de Heer volgens 3 Nephi 24 wie Hem dienen? Spoor ze aan om ook in 3 Nephi 22 naar voorbeelden te zoeken. (Zie ook Mosiah 2:41; Alma 41:10.)

3 Nephi 25:5–6

Ons hart dient zich tot onze voorouders te wenden.

  • Om het idee te illustreren dat we ons hart tot onze voorouders moeten wenden, kunt u een klaslid vragen zich van de klas af te keren en de klasleden uit het hoofd te beschrijven (waar ze zitten, wat ze aanhebben enzovoort). Hij of zij kan zich dan naar de klas wenden en het opnieuw proberen. Wat kunnen wij uit dit voorbeeld leren over ons hart door tempelwerk en familiegeschiedenis tot onze voorouders wenden? Nadat ze 3 Nephi 25:5–6 hebben gelezen, kunnen uw klasleden bespreken hoe ze hun hart tot hun voorouders hebben gewend. U kunt ook de consulent tempelwerk en familiegeschiedenis in uw wijk vragen uitleg te geven over enkele hulpmiddelen voor familiegeschiedenis. Welk verband houdt dit werk met de vergadering van Israël, zoals president Russell M. Nelson die in de ‘Bijkomende leermiddelen’ heeft beschreven?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

In 3 Nephi 274 Nephi lezen we over het gelukkigste volk ‘onder alle volken die door de hand van God waren geschapen’ (4 Nephi 1:16). Vertel de klas dat ze in deze hoofdstukken kunnen ontdekken hoe zij en hun gezin gelukkig kunnen worden.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

U kunt aan iets groots meewerken.

President Russell M. Nelson heeft gezegd:

‘Dit zijn echt de laatste dagen. De Heer is het tempo van de vergadering van Israël aan het versnellen. Die vergadering is het belangrijkste wat er nu op aarde gebeurt. Niets is zo veelomvattend, niets is zo belangrijk, niets is zo majestueus. En als u ervoor kiest, als u wilt, kunt u er een groot aandeel in hebben. U kunt deel uitmaken van iets groots, iets indrukwekkends, iets majestueus!

‘Als we het over de vergadering hebben, hebben we het over deze fundamentele waarheid: ieder kind van onze hemelse Vader, aan beide kanten van de sluier, verdient het om de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus te horen. […]

‘Denkt u zich eens in. Van alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, zijn wij degenen die een rol in deze laatste, grote vergadering mogen spelen. Is dat niet geweldig? […]

‘Deze vergadering moet alles voor u betekenen. Dat is de zending waarvoor u naar de aarde bent gestuurd.’ (‘Hoop van Israël’ [wereldwijde devotional voor jongeren, 3 juni 2018], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)

Reinigen.

Zilver zit in ertsafzettingen met andere metalen vermengd. Vroeger won een smelter of edelsmid het zilver door het erts in een oven te plaatsten die tot extreme temperaturen was opgestookt. Hierdoor dreef het metaalschuim (onzuiverheden en ongewenste mineralen) naar het oppervlak. De smelter schraapte het metaalschuim weg, zodat alleen het zuivere zilver overbleef. Dit was te herkennen aan zijn specifieke glans.

Een bleker was iemand die textiel reinigde of bleekte. Het laken werd ondergedompeld in een mengsel van water en ‘zeep van de bleker’, die was gemaakt om olie en vuil te verwijderen. Terwijl het laken in het sop zat, stampte of sloeg de bleker het om onzuiverheden te verwijderen. (Zie ‘Refiner’s Fire and Fuller’s Soap’, New Era, juni 2016, 6–7.)

Ons onderwijs verbeteren

Onderwijs mensen, geen lessen. ‘Hoe u mensen behandelt, is even belangrijk als wat u hun leert. Soms gaan we zo op in onze les dat we geen uiting geven aan onze liefde voor onze cursisten. Als u dit overkomt, bedenk dan wat u kunt doen om u op het belangrijkste te concentreren.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 6.)