‘28 september–11 oktober. 3 Nephi 17–19: “Zie, mijn vreugde is overvloedig”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘28 september–11 oktober. 3 Nephi 17–19’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
28 september–11 oktober
3 Nephi 17–19
‘Zie, mijn vreugde is overvloedig’
Uw lesvoorbereiding begint bij uw individuele Schriftstudie. Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen kan een aanvulling op uw studie vormen. In dit lesschema staan ook lesideeën om u bij uw voorbereiding te helpen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
In 3 Nephi 17:1–3 spoort de Heiland het volk aan om naar hun huis terug te keren en hun ‘gemoed voor [te bereiden] op morgen’ alvorens voor verder onderwijs terug te keren. U kunt uw klasleden vragen hoe ze zich op de les van vandaag hebben voorbereid en waar ze bij hebben stilgestaan.
In de leer onderwijzen
De Heiland is het volmaakte voorbeeld van hoe we invulling aan onze bediening moeten geven.
-
We hebben allemaal de kans om anderen van dienst te zijn, en we kunnen dat allemaal nog beter doen. Een manier om van het bedieningsvoorbeeld van de Heiland te leren, is 3 Nephi 17 klassikaal te lezen en uw klasleden te vragen wat ze daaruit over bediening leren. Wat leren we over het karakter van de Heiland waardoor Hij zo’n geweldig voorbeeld van bediening is? Welke beginselen over bediening kunnen wij van het voorbeeld van de Heiland leren? U kunt in 3 Nephi 18:24–25 en 28–32 naar extra inzichten zoeken. Dan kunnen de klasleden bespreken waartoe ze zich door het bedieningsvoorbeeld van de Heiland geïnspireerd voelen.
3 Nephi 17:13–22; 18:15–25; 19:6–9, 15–36
De Heiland heeft ons leren bidden.
-
Zodat uw klasleden uit de vele voorbeelden en leringen in 3 Nephi 17–19 over gebed leren, kunt u op het bord schrijven: Wie? Hoe? Wanneer? en Waarom? Laat de klas in 3 Nephi 17:13–22; 18:15–25; en 19:6–9, 15–36 naar antwoorden op deze vragen inzake gebed zoeken. Welke andere inzichten krijgen ze bij het lezen van deze verzen? De uitspraak van ouderling Richard G. Scott in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kan ook bij deze bespreking worden gebruikt. U kunt uw klasleden ook vragen wat ze doen om hun individuele en gezinsgebeden zinvoller te maken (zie 3 Nephi 18:18–21).
-
In het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen staan vragen over het gebed om tijdens het lezen van deze verzen te overdenken. Vraag uw klasleden wat voor inzichten ze door deze vragen opdoen. Of u kunt enkele klasleden van tevoren vragen om tijdens de les te bespreken wat ze uit 3 Nephi 17–19 over gebed geleerd hebben. Waartoe werden ze geïnspireerd om hun gebeden zinvoller te maken?
-
Jezus onderwees waarom we altijd dienen te bidden (zie 3 Nephi 18:15–18). Door aanschouwelijk onderwijs kan uw klas begrijpen wat Hij onderwees. U kunt bijvoorbeeld een kom met water vullen om de invloed van Satan voor te stellen. Duw een papieren zakdoek (die ons voorstelt) stevig in de bodem van een beker (dit staat voor voortdurend gebed). Draai de beker om en duw die recht naar beneden in de kom met water. De zakdoek blijft normaal droog in de bodem van de beker hoewel hij door water omringd is. Wat leren we uit 3 Nephi 18:15–18 en dit aanschouwelijk onderwijs over gebed (zie ook LV 10:5)? Wat houdt het in om altijd te bidden? Hoe kan gebed ons helpen om de verleidingen van Satan te weerstaan? Gun uw klas enkele minuten de tijd om op te schrijven hoe ze hun gebeden kunnen verbeteren.
We worden geestelijk gevoed wanneer we aan het avondmaal deelnemen.
-
Voor een bespreking van wat de Heiland in 3 Nephi 18 over het avondmaal onderwees, deelt u de klas in groepen op en wijst elke groep een van de volgende Schriftgedeelten toe om te lezen en te bespreken: Mattheüs 26:26–28; 3 Nephi 18:1–12; en Leer en Verbonden 20:75–79; 27:1–4. Nadat ze de hun toegewezen passage hebben gelezen, kan elke groep een vraag of twee over het avondmaal bedenken die in hun verzen wordt beantwoord en hun vragen op het bord zetten. De rest van de klas kan dan in de Schriften het antwoord op deze vragen opzoeken. Uw klasleden kunnen ook bespreken hoe ze zinvoller aan het avondmaal kunnen deelnemen.
-
Wat wil het zeggen dat we ‘verzadigd’ worden als we aan het avondmaal deelnemen (zie 3 Nephi 18:4–5, 9; 20:9)? Vraag ze per koppel over deze vraag te praten terwijl ze samen 3 Nephi 18:1–12 lezen. Laat uw klasleden ook bedenken wanneer zij zich de laatste keer geestelijk ‘verzadigd’ hebben gevoeld wanneer ze aan het avondmaal deelnamen. Ze kunnen ook bespreken wat ons kan verhinderen of afleiden van ‘verzadigd’ te worden door het avondmaal, en hoe we die hindernissen kunnen overwinnen.
Volgelingen van Christus streven naar de gave van de Heilige Geest.
-
Vraag uw klasleden aan iets te denken waar ze vurig naar verlangen. Wat hebben ze ervoor over om het te ontvangen? Bespreek aan de hand hiervan wat de twaalf discipelen het ‘meest verlangden’ zoals dat in 3 Nephi 19:9–15 en 20–22 beschreven wordt. Waarom zou dat voor hen zo belangrijk zijn geweest? Waarom is het belangrijk voor ons? Hoe kunnen we volgens deze teksten oprecht naar het gezelschap van de Heilige Geest streven?
Thuisstudie stimuleren
De Heer heeft gezegd: ‘groot zijn de woorden van Jesaja’ (3 Nephi 23:1). Spoor uw klasleden aan om 3 Nephi 20–26 te lezen door ze te vertellen dat Jezus in deze hoofdstukken enkele van Jesaja’s grote woorden toelichtte. Laat uw klas bedenken waarom deze woorden van Jesaja ‘groot’ zijn. Moedig ze aan om zich voor te bereiden de volgende zondag te vertellen wat ze geleerd hebben.
Bijkomende leermiddelen
De waarde van het gebed.
Ouderling Richard G. Scott heeft over de waarde van het gebed getuigd:
‘We bidden tot onze hemelse Vader in de heilige naam van zijn geliefde Zoon, Jezus Christus. Het gebed is het doeltreffendst als we ernaar streven om rein en gehoorzaam te zijn, met goede motieven en de bereidheid om te doen wat Hij vraagt. Een nederig, gelovig gebed geeft richting en gemoedsrust.
‘Maak u geen zorgen als u uw gevoelens wat ongelukkig onder woorden brengt. Praat gewoon met uw barmhartige, begripvolle Vader. U bent zijn dierbare kind. Hij heeft u lief en wil u graag helpen. Als u bidt, weet dan dat onze Vader in de hemel nabij is en luistert.
‘Als we ons gebed willen verbeteren, moeten we de juiste vragen leren stellen. In plaats van te vragen wat u wilt, kunt u zich oprecht afvragen wat Hij voor u in gedachten heeft. Als we dan zijn wil leren kennen, kunnen we bidden om de kracht om zijn wil te doen.
‘Als u zich ooit van onze Vader verwijderd voelt, kan dat meerdere redenen hebben. Wat de reden ook is, als u om zijn hulp blijft vragen, zal Hij u leiden om datgene te doen wat uw vertrouwen in Hem zal herstellen. Bid ook als u daar geen verlangen toe voelt. Soms misdraagt u zich als kind en hebt u het gevoel dat u niet met uw probleem bij uw Vader terecht kunt. Dan hebt u het gebed juist het hardst nodig. Denk nooit dat u het bidden niet waardig bent.
‘Ik vraag me af of we ooit de onmetelijke kracht van het gebed kunnen begrijpen totdat we met een overweldigend, dringend probleem geconfronteerd worden dat we niet zelf kunnen oplossen. We wenden ons tot onze Vader en erkennen nederig dat we volledig van Hem afhankelijk zijn. Dan vinden we een afgelegen plek waar we zo lang en intens als nodig onze gevoelens onder woorden kunnen brengen.’ (‘De goddelijke gave van het gebed gebruiken’, Liahona, mei 2007, 8.)