Seminarie
Les 81 – Leer en Verbonden 68:25–31: Thuis het evangelie leren en erin onderwijzen


‘Les 81 – Leer en Verbonden 68:25–31: Thuis het evangelie leren en erin onderwijzen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Leer en Verbonden 68:25–31’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Les 81: Leer en Verbonden 67–70

Leer en Verbonden 68:25–31

Thuis het evangelie leren en erin onderwijzen

ouders onderwijzen hun kinderen in het evangelie

Het evangelie van Jezus Christus bereidt kinderen voor om met geloof in de Heiland de moeilijkheden en verleidingen van het leven tegemoet te gaan. Ouders hebben de unieke kans om hun kinderen het evangelie te leren. Deze les kan de cursisten meer begrip bijbrengen over het gebod van de Heer aan ouders om hun kinderen thuis in het evangelie te onderwijzen.

Mogelijke leeractiviteiten

Hulp op onze levensreis

Herinner de cursisten er eventueel aan dat we bij onze komst op aarde onze herinneringen aan ons voorsterfelijk leven bij onze hemelse Vader kwijtraakten. Bovendien kwamen we in een gevallen wereld waarin Satan misleidende en vernietigende invloed heeft. Dit maakt het moeilijker om getrouw naar het plan van onze hemelse Vader te leven.

  • Wat heeft onze hemelse Vader ons gegeven om meer over Hem te leren en met aardse moeilijkheden om te gaan?

    U kunt de antwoorden van de cursisten op het bord zetten. Als de cursisten het niet noemen, voegt u ‘ouders of voogden’ aan de lijst toe.

  • Hoe zijn deze invloeden jou tot zegen geweest?

  • Waarom kunnen ouders of voogden kinderen helpen om met aardse moeilijkheden om te gaan?

U kunt de cursisten vertellen dat ze vandaag een Schrifttekst gaan bestuderen waarin de verantwoordelijkheid van ouders wordt beschreven om kinderen het evangelie te leren. Houd er rekening mee dat iedere cursist een andere gezinssituatie heeft en dat sommige cursisten thuis misschien niet onder de beste omstandigheden leven.

instructie (pictogram)Ken de omstandigheden van iedere cursist: Zie ‘Zie de cursisten zoals God hen ziet’ in Verbetering van onderwijsvaardigheden: Heb uw cursisten lief om te leren hoe u rekening kunt houden met de omstandigheden van iedere cursist. U kunt oefenen met de vaardigheid ‘Doe een stapje terug, denk na en beantwoord reflectievragen’.

U kunt het volgende uitleggen:

Er zijn veel verschillende gezinssituaties. Sommige mensen hebben net als Nephi ouders die hen proberen te helpen om de Heiland te volgen (zie 1 Nephi 1:1). Sommige groeien net als president Russell M. Nelson of de ouderlingen David A. Bednar en Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen op met een of meer ouders die geen lid van de kerk of niet actief zijn. Anderen hebben net als president Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium al vroeg in hun leven een ouder verloren. Sommige jongeren groeien zonder hun ouders op, zoals Mozes (zie Exodus 2:10) en Samuel (zie 1 Samuel 1:24–28). En weer anderen hebben net als Abraham en Limhi een ouder die actief kwaad deed (zie Abraham 1:1–17, 27; Mosiah 7:9; 11:1–5).

Beschrijf in je Schriftendagboek jouw gezinssituatie. Denk na over wat je in jouw gezin leert. Je kunt ook opschrijven wat jij ervan vindt om in de toekomst kinderen te hebben en hoe jij ze zou opvoeden.

Als de cursisten zich er prettig bij voelen kunnen ze hun gedachten verwoorden.

Laat de cursisten zich afvragen hoe ze door wat ze vandaag leren, de mensen die hen proberen het evangelie van Jezus Christus te leren, kunnen steunen. Denk bijvoorbeeld aan hun ouders of voogden. Ze kunnen ook bedenken hoe ze wat ze leren in de toekomst zelf kunnen toepassen.

Wat ouders hun kinderen volgens de Heer dienen te leren

Tijdens een conferentie in Ohio zochten vier mannen bij de profeet Joseph Smith de leiding van de Heer. Nadat hij deze mannen wat raad over hun taken had gegeven, gaf de Heer meer algemene raad aan alle gezinnen in Zion.

Zet eventueel de onvoltooide zin ‘De Heer heeft ouders geboden om hun kinderen … te leren’ op het bord. De cursisten kunnen woorden of zinnen uit de volgende teksten bij de zin op het bord zetten. U kunt de cursisten ook vragen om de zin in hun dagboek te noteren en daar hun antwoorden op te schrijven.

Lees Leer en Verbonden 68:25–31 en zoek op wat ouders hun kinderen volgens de Heer dienen te leren.

Als de cursisten de tijd hebben gehad om de zin aan te vullen met beginselen die ouders volgens de Heer dienen te onderwijzen, stelt u ze de volgende vragen:

  • Als mensen het evangelie thuis niet leren, welke andere manieren heeft de Heer ze dan gegeven om deze beginselen te leren?

  • Wie heeft jou een van de beginselen in deze teksten geleerd? Kun je je nog herinneren dat je dat leerde? Wat herinner je je dan precies?

  • Wat voor invloed hebben de beginselen in deze teksten op je gehad, of hoe kunnen ze je beïnvloeden?

De cursisten kunnen zich afvragen hoe de leringen van die persoon of die teksten ze hebben geholpen of kunnen helpen om te voelen dat de Heer ze liefheeft en verlangt dat ze deze beginselen leren.

Leer en Verbonden 68:25–31 toepassen

Om te overwegen hoe Leer en Verbonden 68:25–31 tieners in verschillende situaties kan helpen, kunt u de cursisten enkele scenario’s geven. U kunt de onderstaande scenario’s en vragen gebruiken of er zelf een paar bedenken die nuttig voor de cursisten kunnen zijn. De cursisten kunnen deze scenario’s klassikaal, in groepjes of individueel behandelen.

Activiteit A

Een jongeman heeft ouders die een voorbeeld willen zijn in het volgen van de Heer, maar hij klaagt vaak als zijn ouders hem vragen om met het gezin de Schriften te bestuderen of te bidden. Als ze hem proberen te helpen, negeert hij ze vaak of speelt hij op zijn telefoon.

  • Hoe kan hij door de leringen van de Heer in Leer en Verbonden 68:25–31 beter begrijpen wat de Heer vindt van wat zijn ouders proberen te doen?

  • Welke Schriftteksten kunnen hem helpen om hier beter mee om te gaan? (Enkele voorbeelden zijn Efeze 6:1–3; Mosiah 4:14–15; en het voorbeeld van de 12-jarige Heiland in Lukas 2:51–52.)

  • Hoe kan hij zijn ouders steunen? Wat kan dat voor hun gezin betekenen?

Activiteit B

De ouders van een jongevrouw zijn gescheiden. Ze woont zowel bij haar vader als moeder. Haar moeder maakt grapjes over de kerk en verwacht niet dat haar dochter de leringen van het evangelie thuis volgt. Haar vader moedigt haar aan om het evangelie na te leven en actief naar het seminarie, de kerk en jongerenactiviteiten te gaan. In vergelijking met wonen bij haar moeder, voelt het bij haar vader star en beperkend.

Lees Exodus 20:12.

  • Hoe kan deze jongevrouw haar beide ouders eren en toch de Heer volgen?

  • Welke andere ideeën, leringen van kerkleiders of ervaringen kunnen haar helpen?

Activiteit C

Een jongeman heeft een erg moeilijke jeugd gehad en woont niet meer bij zijn ouders. Het doet hem pijn als hij aan ze denkt.

Om deze activiteit af te maken, kiest u een beginsel uit dat de Heer ouders in Leer en Verbonden 68:25–31 heeft geboden te onderwijzen. Zoek vervolgens een Schrifttekst waarmee u dat beginsel kunt onderwijzen. Vertel hoe dit beginsel jongeren in onze tijd kan helpen.

Vraag de cursisten wat ze hebben geleerd. Geef de cursisten de kans om over hun eigen ervaringen, vragen of zorgen over evangeliestudie thuis te vertellen. U kunt de cursisten elkaars vragen of zorgen laten beantwoorden met behulp van bronnen die God heeft aangewezen en hun eigen ervaringen.

Maak de cursisten duidelijk dat wat hun gezinssituatie ook is, de Heer wil dat ze zich – zo goed als ze kunnen – diep en blijvend tot Hem en zijn evangelie bekeren. U kunt de cursisten vragen om persoonlijke openbaring te zoeken om te weten hoe ze kunnen toepassen wat ze leren. Ze kunnen bijvoorbeeld hun ouders steunen in hun taak om ze te helpen tot Christus te komen, anderen waarderen die de Heer heeft gestuurd om ze deze beginselen te leren, of zich voorbereiden om in de toekomst hun eigen kinderen te onderwijzen.