Zelfredzaamheid
Voorwoord


Voorwoord

Er heersen grote behoeften onder ons. Vele zijn niet in staat ‘om voor [zichzelf] en [hun] gezin te voorzien in de geestelijke en stoffelijke levensbehoeften.’1 Mensen zelfredzaam laten worden, is een onderdeel van het heilswerk. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘[Zelfredzaamheid] vormt een essentieel element in ons geestelijke en materiële welzijn. […] “Laten we zelfredzaam en onafhankelijk zijn. We kunnen het heil alleen met dat beginsel verkrijgen.”’2

Zij die misschien hulp nodig hebben om zelfredzamer te worden, kunnen leden zijn die vastengavenhulp ontvangen, teruggekeerde zendelingen, recente bekeerlingen, minderactieve leden en priesterschapsleiders die een betere baan nodig hebben. De Heer voorziet nu via deze leidraad van de kerk in krachtige nieuwe hulpmiddelen, informatiebronnen en procedures om leden op het pad naar zelfredzaamheid te brengen.3

Als priesterschapsleider bent u een van hen tot wie de Heer gezegd heeft: ‘Ik [heb u] de sleutels […] voor het werk der bediening en voor de vervolmaking van mijn heiligen [gegeven]’ (LV 124:143), en ‘Het is niet moeilijk voor degene aan wie die sleutels gegeven worden, om kennis te verkrijgen van de feiten met betrekking tot het heil van de mensenkinderen’ (LV 128:11). Lees ‘De gelijkenis van de buschauffeur’ aan de rechterkant. Gelieve zorgvuldig over uw rol in het bevorderen van dit essentiële initiatief na te denken.

Deze leidraad dient om u te steunen in het uitoefenen van uw sleutels, het implementeren van deze nieuwe hulpmiddelen en het helpen van leden om zelf aan hun zelfredzaamheid te werken. Als u dat doet, zal de Heilige Geest u leiden en zal de Heer u tot zijn werktuig maken bij het verheffen van de armen en hulpbehoevenden en het bespoedigen van zijn heilswerk.

  1. Handboek 2: de kerk besturen (2010), 6.1.1.

  2. Thomas S. Monson (die Marion G. Romney citeert), ‘Guiding Principles of Personal and Family Welfare’, Ensign, september 1986, 3.

  3. Zie voor meer informatie srs.lds.org.