Beginselen voor uw bediening
Behoeften overwegen
U staat er niet alleen voor. Door overleg te plegen, kunt u hulp krijgen om anderen te helpen.
Liahona, September 2018
God vraagt u personen of gezinnen in uw wijk of gemeente te dienen door in hun behoeften te voorzien. Hoe komt u te weten welke behoeften zij hebben? Het beginsel van overleg, dat we in de kerk beklemtonen, vormt de sleutel.
In het eerste gedeelte van dit artikel staat waarover we overleg kunnen plegen. Daarna wordt uitgelegd met wie we kunnen overleggen:
-
Met onze hemelse Vader.
-
Met de personen en gezinnen aan wie we zijn toegewezen.
-
Met onze collega.
-
Met anderen die aan dezelfde personen of gezinnen zijn toegewezen.
Het is ook van essentieel belang dat we met onze leiders overleg plegen. In een toekomstig ‘Beginselen voor uw bediening’-artikel in de Liahona zullen we het uitgebreid over overleg met leiders en de rol van het bedieningsgesprek hebben.
Waarover kunnen we overleg plegen?
We moeten elkaars behoeften begrijpen om elkaar te kunnen dienen. Maar wat voor behoeften zijn er? En moeten we meer dan alleen behoeften te weten komen?
Er zijn veel verschillende soorten behoeften. De mensen die we dienen, kunnen onder meer emotionele, financiële, lichamelijke of educatieve problemen hebben. Sommige behoeften hebben een hogere prioriteit dan andere. In sommige behoeften kunnen we zelf voorzien; voor andere moeten we misschien hulp inroepen. Vergeet bij het voorzien in materiële behoeften niet wat uw roeping als dienende broeder of zuster inhoudt: anderen op het verbondspad begeleiden en ze voorbereiden om de heilsverordeningen van het priesterschap te ontvangen.
We dienen niet alleen de behoeften van de personen of gezinnen te bespreken, maar ook hun sterke punten. Waarmee hebben ze geen hulp nodig? Welke capaciteiten en gaven hebben ze die anderen tot zegen kunnen zijn? Op welke unieke manier kunnen zij het koninkrijk van God opbouwen? Het kan even belangrijk zijn om iemands sterke punten te kennen als zijn of haar behoeften.
-
Met onze hemelse Vader overleggen
Een van de grondbeginselen van ons geloof is dat onze hemelse Vader tot zijn kinderen spreekt (zie Geloofsartikelen 1:9). Als we een nieuwe bedieningstaak krijgen, dienen we in gebed met onze hemelse Vader te overleggen en de behoeften en sterke punten van de persoon in kwestie vast te stellen. Zolang we die bedieningstaak hebben, moeten we in gebed blijven overleggen.
-
Met personen en gezinnen overleggen
Hoe en wanneer we contact hebben met de personen en gezinnen die we dienen, kan naargelang de omstandigheden variëren. Maar het is van essentieel belang dat we met de persoon of het gezin zelf overleggen, zodat we een goede band met hen kunnen smeden en inzicht in hun behoeften krijgen. Zo kunnen we ook te weten komen hoe ze geholpen willen worden. Voor u bepaalde vragen kunt stellen, zult u eerst een goede band met hen moeten smeden. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Hier volgen enkele suggesties:
-
Ga na wanneer en hoe u contact met hen kunt opnemen.
-
Kom meer over hun interesses en achtergrond te weten.
-
Stel manieren voor waarop u kunt helpen en vraag of zij suggesties hebben.
Krijgt u een betere band met hen, bespreek dan individuele of gezinsbehoeften. Stel de vragen die de Heilige Geest u influistert.1 Enkele voorbeelden:
-
Met welke beproevingen worstelen ze?
-
Welke individuele of gezinsdoelen hebben ze zich gesteld? Misschien willen ze vaker gezinsavond houden of zelfredzamer worden.
-
Hoe kunt u hen met hun doelen en in hun beproevingen bijstaan?
-
Welke evangelieverordeningen zullen ze in de nabije toekomst ontvangen? Hoe kunt u ze helpen om zich daarop voor te bereiden?
Bied concrete hulp, zoals: ‘Op welke avond kunnen we u deze week een maaltijd brengen?’ Een vaag aanbod, zoals ‘Laat ons iets weten als we u ergens mee kunnen helpen’, is niet erg nuttig.
-
-
Met onze collega overleggen
U zult niet altijd samen met uw collega contact met de persoon of het gezin hebben. Daarom is het belangrijk dat u met elkaar overlegt, zodat u als koppel inspiratie kunt ontvangen. Denk eens na over deze vragen:
-
Hoe en hoe vaak gaat u als koppel met elkaar communiceren?
-
Welke individuele sterke punten kunt u elk inzetten om in de behoeften van een persoon of gezin te voorzien?
-
Welke dingen bent u te weten gekomen, welke ervaringen hebt u gehad en welke ingevingen hebt u gekregen sinds u voor het laatst de persoon of het gezin hebt besproken?
-
-
Met anderen die zijn toegewezen overleggen
Af en toe met anderen spreken die aan dezelfde personen of gezinnen zijn toegewezen, kan nuttig zijn.
Communiceren om problemen op te lossen
Ouderling Chi Hong (Sam) Wong van de Zeventig heeft een verhaal uit Markus op onze tijd toegepast om te illustreren hoe vier mensen er door overleg in slaagden een verlamde man bij Jezus te brengen.
‘Het voorval [zou] als volgt kunnen gebeurd zijn’, zegt ouderling Wong. ‘Vier mensen vervulden een opdracht van hun bisschop om iemand thuis te bezoeken die verlamd is. […] Toen in de laatste wijkraad over de behoeften die er in de wijk waren, werd gesproken, wees de bisschop “reddingsopdrachten” toe. Deze vier mensen hadden de opdracht gekregen om deze verlamde man te helpen. […]
‘[Toen ze bij het gebouw kwamen waar Jezus Zich bevond, was] de ruimte veel te vol. Ze konden niet eens naar binnen. Ik ben er zeker van dat ze van alles probeerden, maar ze kwamen niet door de menigte heen. […] Ze overlegden wat ze moesten doen. Hoe konden ze deze man naar Jezus brengen zodat hij genezen kon worden? […] Ze bedachten een plan. Geen gemakkelijk plan, maar ze gingen aan de slag.
‘“[Zij] verwijderden de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dak opengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer” (Markus 2:4). […]
‘“En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven” (Markus 2:5).’2
In de praktijk brengen
Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons aangespoord om ‘samen [te] overleggen, alle beschikbare middelen [te] gebruiken, naar inspiratie van de Heilige Geest [te] streven, de Heer om bevestiging [te] vragen, en dan de mouwen [op te stropen] en aan de slag [te] gaan.
‘Ik beloof u: als u deze werkwijze aanhoudt, zult u concrete aanwijzingen ontvangen met betrekking tot het wie, wat, wanneer en waar aangaande de zorg op de wijze van de Heer.’3