1 Korinthe 12
Geestelijke gaven
In zijn brief aan de heiligen in Korinthe schrijft Paulus over het belang van één zijn in Christus. Hij zei dat als alle leden de geestelijke gaven die ze van de Heer hadden ontvangen zouden herkennen en gebruiken, ze als de vele ledematen van een lichaam zouden zijn die als één geheel samenwerken. In deze les leer je de geestelijke gaven te herkennen die de Heer je heeft gegeven om anderen tot zegen te zijn en zijn kerk te versterken.
Gaven ontvangen
-
Denk eens na over een nuttig cadeau dat je ooit hebt gekregen. Wat was het?
-
Welke impact had dit cadeau op je leven? Wat kon je daardoor doen?
-
Wat voelde je voor degene die je dat cadeau gaf?
In je studie van 1 Korinthe 12 leer je over geestelijke gaven of cadeaus die onze hemelse Vader aan zijn kinderen geeft. Ga na waarom Hij deze gaven geeft en vraag de Heilige Geest om je een gave te laten ontdekken die je hebt ontvangen.
De Heer geeft ons geestelijke gaven
‘Geestelijke gaven zijn zegeningen of vermogens die God aan zijn kinderen geeft door de kracht van de Heilige Geest.’ (Gospel Topics, ‘Spiritual Gifts’, topics.ChurchofJesusChrist.org.)
Lees wat er in 1 Korinthe 12:3–11 over geestelijke gaven wordt gezegd.
-
Welke geestelijke gaven worden in deze verzen genoemd?
Er zijn veel verschillende geestelijke gaven. Andere worden beschreven in Moroni 10:8–18; Leer en Verbonden 46:11–26; en in het volgende citaat van ouderling Marvin J. Ashton (1915–1994) van het Quorum der Twaalf Apostelen:
Sta mij toe […] een aantal gaven te noemen die niet altijd evident of opmerkenswaardig zijn, maar die toch zeer belangrijk zijn […]: de gave om te vragen; de gave om te luisteren; de gave om de stille, zachte stem te horen en te benutten; de gave om te kunnen huilen; de gave om twist te vermijden; […] de gave om naar rechtschapenheid te streven; de gave om niet te oordelen; de gave om naar God op te zien om leiding; […] de gave om voor anderen te zorgen; de gave om te kunnen overdenken; de gave om te bidden; de gave om een krachtig getuigenis te geven.
(Marvin J. Ashton, ‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, 20.)
-
Aan wie schenkt de Heer deze geestelijke gaven?
-
Wat zegt dit over de Heer?
Een patroon dat je misschien hebt herkend, is dat de Heer elk lid van zijn kerk ten minste één geestelijke gave geeft om daarmee anderen tot zegen te zijn.
Denk na over de geestelijke gaven die God je heeft geschonken. Als je het lastig vindt om je geestelijke gaven te herkennen, kun je je ouders of een leider om hulp vragen. Je patriarchale zegen vertelt je misschien ook iets over je geestelijke gaven.
De Heer wil dat we elkaar tot zegen zijn
Lees 1 Korinthe 12:14–20 en ga na welke vergelijking Paulus gebruikt om ons te helpen het belang van onze individuele bijdrage in te zien.
-
Waarmee vergelijkt Paulus de kerk in deze verzen? Wat leert deze vergelijking je over geestelijke gaven?
-
Hoe zijn de geestelijke gaven van anderen jou tot zegen geweest?
Voor een voorbeeld van iemand die zijn geestelijke gaven voor anderen inzette, kun je de video ‘With All Your Heart’ (3:26) bekijken op ChurchofJesusChrist.org. Die gaat over een jongeman die geroepen werd om een gave van de Heer te gebruiken die hij nog maar pas had ontdekt. Let tijdens het kijken op influisteringen van de Heilige Geest over jouw gaven en hoe jij die kunt gebruiken om anderen tot zegen te zijn.
Overdenk hoe de geestelijke gaven die je hebt ontvangen jou tot zegen zijn geweest en hoe je ze kunt gebruiken om je gezin, wijk of gemeente en anderen tot zegen te zijn. Noteer eventueel in je studiedagboek de influisteringen van de Heilige Geest over je gaven.
Facultatief: Wil je meer weten?
Hoe kan ik met mijn geestelijke gaven anderen dienen?
President Dieter F. Uchtdorf, destijds lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd hoe we het voorbeeld van Jezus Christus kunnen volgen:
Als ik aan de Heiland denk, zie ik Hem vaak met uitgestrekte handen voor me, klaar om anderen zijn troost, genezing, zegen en liefde te schenken. En Hij sprak altijd met – nooit neerbuigend tot de mensen. Hij had de ootmoedigen en zachtmoedigen lief en wandelde in hun midden, diende hen en bood ze hoop en redding.
Dat is wat Hij deed tijdens zijn aardse leven; dat is wat Hij zou doen als Hij nu onder ons zou leven; en dat is wat wij zouden moeten doen als zijn discipelen en leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. […]
Als we zijn volmaakte voorbeeld volgen, kunnen onze handen zijn handen worden; onze ogen zijn ogen; ons hart zijn hart.
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Jullie zijn mijn handen’, Liahona, mei 2010, 68.)
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
We ontvangen geestelijke gaven om anderen tot zegen te zijn. Als we naar een gave verlangen, alleen omdat we die willen hebben, zullen we die waarschijnlijk niet ontvangen. Pas als ons streven is om anderen te dienen zoals Jezus Christus het ons heeft geleerd, worden we gezegend met geestelijke gaven en meer capaciteiten, zodat we hen kunnen dienen.
(David A. Bednar, in ‘Understanding Heavenly Father’s Plan’, ChurchofJesusChrist.org/prophets-and-apostles/unto-all-the-world/understanding-heavenly-fathers-plan.)
Wat kan ik doen als ik het idee heb dat ik geen belangrijke geestelijke gave heb?
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen geeft raad in de video ‘Gezongen en niet-gezongen liederen’ (vanaf tijdcode 0:57 tot 2:57). Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.
Ouderling John C. Pingree jr. van de Zeventig heeft een voorbeeld gegeven van een zuster die ontdekte dat ze een geestelijke gave bezat die ze tot dan toe over het hoofd had gezien:
Op een dag smeekte een ontmoedigde zuster: ‘Heer, wat verwacht U van mij?’ Hij antwoordde: ‘Zie naar anderen om.’ Dat was een geestelijke gave! Sindsdien vindt ze het fijn om naar anderen om te zien die vaak vergeten worden. God heeft via haar veel mensen gezegend. Sommige geestelijke gaven springen naar wereldse maatstaven misschien niet erg in het oog, maar zijn wel essentieel voor God en zijn werk.
(John C. Pingree jr., ‘Ik heb een werk voor u’, Liahona, november 2017, 33–34.)
Wat moet ik doen als ik me onbekwaam voel voor mijn kerktaken?
President Dieter F. Uchtdorf, toenmalig lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd:
U denkt wellicht dat anderen met meer capaciteiten of ervaring uw roeping en taken beter kunnen vervullen dan u dat kunt. Maar de Heer heeft u die verantwoordelijkheid niet voor niets gegeven. Er zijn wellicht mensen en harten die alleen u kunt raken. Misschien kan niemand het precies zo doen als u.
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Tillen uit stand’, Liahona, november 2008, 56.)