Jezus raakt de wang aan van een vrouw die op de grond zit. Beelden: de zieke vrouw loopt naar Jezus toe om zijn kleren aan te raken. Jezus knielt neer en praat met de zittende vrouw. Jezus raakt het gezicht van een zittende vrouw aan.
Jezus Christus gaf elke dag van zijn aardse leven blijk van grote liefde. Maar nergens bleek zijn volmaakte liefde duidelijker dan in zijn bereidheid om zijn leven voor ons te geven. De apostel Paulus schreef uitgebreid over christelijke liefde, of naastenliefde, en waarom we die zouden moeten nastreven. In deze les verdiep je je in de reine liefde van Jezus Christus voor jou en het nastreven van de gave van naastenliefde om zelf ook die liefde voor anderen te voelen.
Onze relatie met anderen
Denk aan iemand met wie je een betere relatie zou willen hebben.
Waarom zou je deze relatie willen verbeteren?
Wat heb je gedaan om de relatie te bevorderen? Wat heeft gewerkt? Wat heeft niet gewerkt?
Wat voor effect zou het op de relatie hebben als je meer liefde zou tonen?
Zoek bij je studie van 1 Korinthe 13 naar manieren waarop je anderen kunt liefhebben naar het voorbeeld van de Heiland. Streef naar de inspiratie van de Heilige Geest om te weten wat je kunt doen om hetgeen je leert op je huidige omstandigheden toe te passen.
De reine liefde van Jezus Christus
Nadat hij de kerkleden in Korinthe over de gaven van de Geest had verteld, zei de apostel Paulus dat hij hen ‘een weg’ zou wijzen ‘die dit alles nog overtreft’ (1 Korinthe 12:31). Lees 1 Korinthe 13:1–3 en ga na wat die weg is.
Wat weet je over naastenliefde waardoor je begrijpt waarom die zo belangrijk is?
Het Boek van Mormon kan ons helpen het belang van naastenliefde beter te begrijpen. Tegen het einde van deze oude kroniek schreef Moroni ook enkele woorden van zijn vader, Mormon. Mormon noemde een aantal aspecten van naastenliefde en definieerde wat naastenliefde is (zie Moroni 7:43–48).
Lees Moroni 7:46–47 en ga na wat je daarin over naastenliefde leert.
Wat leer je uit deze verzen over naastenliefde?
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
Afbeelding
Officiële portretfoto van president Dallin H. Oaks, gedateerd maart 2018.
[Naastenliefde], ‘de reine liefde van Christus’ [Moroni 7:47], [is] niet een handeling maar een gesteldheid of een gemoedstoestand. [Naastenliefde] wordt verkregen door een opeenvolging van handelingen die tot bekering leiden. [Naastenliefde] is iets dat je wordt.
(Dallin H. Oaks, ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, 42.)
In hoeverre heeft deze uitspraak van ouderling Oaks voor jou verduidelijkt wat naastenliefde is?
Paulus en Mormon omschrijven naastenliefde in het Nieuwe Testament en het Boek van Mormon in vergelijkbare bewoordingen. Als we hun woorden begrijpen, kunnen we weten wat we moeten doen en uiteindelijk ook hoe we meer op Jezus Christus kunnen gaan lijken.
1. Doe alle stappen in deze activiteit en beantwoord de vraag die erop volgt in je studiedagboek:
Kies twee of drie woorden of zinsneden die naastenliefde omschrijven en schrijf die in je studiedagboek.
Schrijf naast elke omschrijving in je eigen woorden wat die betekent. Je mag alle studiehulpmiddelen gebruiken waarover je beschikt. Je zou bijvoorbeeld in een woordenboek de betekenis van woorden zoals lankmoedig en goedertieren kunnen opzoeken. Schrijf ook op hoe die eigenschap je kan helpen om op de Heiland te gaan lijken.
Wat kom je uit de verschillende omschrijvingen die je hebt bestudeerd over de Heiland te weten?
Het volmaakte voorbeeld
Jezus Christus is het volmaakte voorbeeld van alle omschrijvingen van naastenliefde. Bedenk aan de hand van wat je in je studiedagboek over naastenliefde hebt geschreven voorbeelden in de Schriften waarin Jezus Christus zijn reine liefde op die manier toonde. De volgende afbeeldingen kunnen je helpen om de Heiland te koppelen aan de zinsneden die je hebt bestudeerd.
Afbeelding
Jezus en de overspelige vrouw. Ze knielen allebei en zij houdt zijn hand vast. Beelden: boze mannen nemen de vrouw mee en duwen haar op de grond, de vrouw zit in elkaar gedoken op de grond, de Heiland knielt naast haar neer, Jezus helpt haar op, de Heiland staat naast haar.
Afbeelding
Jezus omhelst Maria en Martha.
Afbeelding
Jezus rijdt op een veulen Jeruzalem binnen, te midden van een grote menigte mensen die takken vasthouden. Beelden: Jezus is nauwelijks te zien in een menigte mensen, beelden van de menigte, enkele kleine kinderen en Jezus wandelt door de menigte.
Afbeelding
Jezus keert terug naar de hof om verder te bidden en lijdt veel pijn.
Afbeelding
Jezus hangt aan het kruis tussen twee misdadigers, een menigte kijkt toe. Beelden: een Romeinse soldaat houdt voor Jezus een spons op een stok omhoog, verschillende beelden van de drie mannen aan de kruizen, soldaten verloten en verdelen zijn kleren, Jezus loopt met een doornenkroon op en met bloed bedekt, en Kajafas.
Hoe toonde de Heiland in elk van deze situaties naastenliefde?
Op welke manier ben jij persoonlijk getuige geweest van de liefde van de Heiland voor jou of anderen?
Wat voor invloed heeft het op je gevoelens voor de Heiland als je nadenkt over zijn liefde voor jou?
Een leven in het teken van naastenliefde
De profeet Mormon eindigde zijn leringen over naastenliefde met een aansporing om in actie te komen. Lees in Moroni 7:48 wat hij zei.
Welke woorden of zinsneden vertellen je hoe je de gave van naastenliefde kunt ontvangen?
Tijdens zijn aardse leven liet Jezus Christus zien dat het mogelijk is om in elke situatie naastenliefde te tonen. Probeer je voor te stellen wat voor uitwerking het op je leven zou hebben als je het voorbeeld van naastenliefde van de Heiland in elke situatie zou volgen. Denk aan de relatie die je aan het begin van de les in gedachten hebt genomen. Vraag je af hoe meer naastenliefde een positief effect op die relatie zou kunnen hebben.
2. Beantwoord de volgende vragen in je studiedagboek:
Wat kun je doen om meer naastenliefde te tonen?
Wat ga je doen om aan je hemelse Vader te laten zien dat je graag zijn hulp wilt?
Facultatief: Wil je meer weten?
Hoe kan ik anderen naastenliefde tonen?
Ouderling Marvin J. Ashton (1915–1994) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Afbeelding
Portret van Marvin J. Ashton.
De hoogste vorm van naastenliefde wordt wellicht bereikt als wij vriendelijk zijn voor elkaar, als we anderen niet veroordelen of in hokjes stoppen, als we elkaar gewoon het voordeel van de twijfel geven of onze mond houden. Naastenliefde betekent iemands verschillen, zwakheden en tekortkomingen accepteren; geduld hebben met iemand die ons heeft teleurgesteld; of ons niet beledigd voelen als iemand iets niet doet zoals we hadden gehoopt. Naastenliefde betekent weigeren misbruik te maken van iemands zwakheid en bereid zijn te vergeven wie ons heeft gekwetst. Naastenliefde is het beste van elkaar verwachten.
(Marvin J. Ashton, ‘The Tongue Can Be a Sharp Sword’, Ensign, mei 1992, 19.)
President Thomas S. Monson (1927–2018) sprak over naastenliefde in zijn toespraak ‘De liefde vergaat nimmermeer’ (Liahona, november 2010, 122–125). Je kunt ook de video van deze toespraak bekijken op ChurchofJesusChrist.org, vanaf tijdcode 15:05 tot 17:22.
Waarom zal de naastenliefde, de reine liefde van Jezus Christus, nooit vergaan?
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Afbeelding
Officiële portretfoto van ouderling Jeffrey R. Holland, gedateerd januari 2018.
Ware naastenliefde […] komt volmaakt en zuiver tot uitdrukking in zijn onfeilbare, ultieme en verzoenende liefde voor ons. […] Zonder die liefde – zijn reine liefde voor ons – zouden wij niets zijn, hopeloos, en de beklagenswaardigsten van alle mannen en vrouwen. Waarlijk, wie ook ten laatsten dage in het bezit van de zegeningen van zijn liefde worden bevonden – de verzoening, de opstanding, het eeuwige leven en de eeuwige beloften – met hen zal het zeker wel zijn. […]
Er is nogal wat angst en teleurstelling in het leven. Soms vallen dingen tegen. Soms zijn we teleurgesteld in mensen, of in de economie of ons werk of de overheid. Maar één ding op aarde en in de eeuwigheid vergaat nooit en houdt altijd stand: de reine liefde van Christus.
(Jeffrey R. Holland, Christ and the New Covenant [1997], 336–337.)
