1 Thessalonicenzen 4–5
Het moment waarop Christus op aarde zal terugkeren
Welke vragen of gedachten komen bij je op als je aan de wederkomst van Jezus Christus denkt? In zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen, hoofdstuk 4–5, vertelt de apostel Paulus belangrijke details over de wederkomst van de Heiland en hoe we ons daarop kunnen voorbereiden. Deze les gaat over wat er zal gebeuren en hoe je je kunt voorbereiden op het moment waarop Jezus Christus op aarde terugkeert.
Vragen over de wederkomst van Jezus Christus
Neem even de tijd om naar de afbeelding aan het begin van de les te kijken en denk vervolgens na over je antwoorden op de volgende vragen:
-
Kun je een aantal dingen noemen die voorafgaan aan de wederkomst van Jezus Christus?
-
Welke dingen weet je niet?
De heiligen in Thessaloniki hadden ook vragen over de wederkomst van de Heiland. Op basis van de leringen van Paulus in deze hoofdstukken kunnen we aannemen dat ze zich misschien hebben afgevraagd: ‘Wanneer zullen onze overleden dierbaren opstaan?’, ‘Wanneer zal de wederkomst van Jezus Christus plaatsvinden?’ of ‘Hoe kunnen we ons op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden?’ Wellicht heb jij soortgelijke vragen gehad. De volgende studieactiviteiten gaan over deze vragen.
Studieactiviteit 1: Wat zal er bij de wederkomst van Jezus Christus met de levenden en de doden gebeuren?
Lees 1 Thessalonicenzen 4:13–18 en ga na wat er bij de wederkomst van Jezus met de rechtvaardigen zal gebeuren. Let op het verschil tussen wat er zal gebeuren met de overledenen en met degenen die bij de wederkomst nog in leven zijn. (De woorden ‘ontslapen’ en ‘ontslapenen’ in deze verzen verwijzen naar de overledenen.) Het kan nuttig zijn om de Bijbelvertaling van Joseph Smith van 1 Thessalonicenzen 4:15, 17 te lezen (vers 15 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith – aanhangsel, en vers 17, voetnoot a in de King Jamesvertaling van de kerk).
-
Wat is je in deze verzen opgevallen?
Lees vervolgens Leer en Verbonden 88:96–98 en zoek naar meer inzichten over deze gebeurtenissen. (Je kunt ook vers 99–101 lezen om te weten te komen wat er zal gebeuren met degenen die Jezus Christus in dit leven niet aanvaard hebben.)
-
Welke nieuwe inzichten heb je opgedaan?
Een waarheid die je misschien hebt ontdekt, is dat getrouwe heiligen die vóór de wederkomst overlijden, zullen herrijzen wanneer Christus terugkomt.
De term ‘opgenomen’ (1 Thessalonicenzen 4:17) slaat op de rechtschapenen die zich bij de komst van de Heiland bij elkaar voegen om Hem te ontmoeten. Veel christenen gebruiken het woord vervoering (naar een Latijns woord dat ‘opgenomen’ betekent) als ze het over deze tijd hebben.
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over die heilige gebeurtenis gezegd:
Niets versterkt mijn verlangen om over Christus te spreken meer dan dat ik zijn wederkomst visualiseer. Hoewel we niet weten wanneer Hij komt, zullen de gebeurtenissen rond zijn wederkomst adembenemend zijn! Hij zal in de wolken van de hemel in majesteit en heerlijkheid met al zijn heilige engelen komen. Niet slechts een paar engelen, maar al zijn heilige engelen. We hebben het niet over de cherubijntjes met roze wangetjes die Rafaël schilderde en die we op onze valentijnskaarten zien. Dit zijn de engelen van de eeuwen, de engelen die gezonden werden om de muil van de leeuwen te sluiten, om gevangenisdeuren te openen, om zijn langverwachte geboorte aan te kondigen, om Hem in Gethsémané te troosten, om zijn discipelen bij zijn hemelvaart gerust te stellen, en om de heerlijke herstelling van het evangelie een aanvang te doen nemen.
Kunt u zich voorstellen hoe het zal zijn als u opgenomen wordt om Hem tegemoet te gaan, ofwel vanaf deze ofwel vanaf gene zijde van de sluier? Dat is zijn belofte aan de rechtschapenen. Die geweldige ervaring zal voor altijd in onze ziel worden gegrift.
(Neil L. Andersen, ‘Wij spreken over Christus’, Liahona, november 2020, 91.)
Als je voor deze studieactiviteit hebt gekozen, schrijf je je antwoorden op de volgende vragen op:
Neem even de tijd om je voor te stellen hoe het zou zijn om bij de komst van de Heiland onder de rechtvaardigen te worden gerekend.
-
Wat voor gedachten of gevoelens zou je op die dag hebben? Wat doet het met je dat de Heiland wil dat je je bij zijn komst bij Hem voegt? Wat voor invloed heeft je beeld van die toekomstige dag op je?
In 1 Thessalonicenzen 4:18 moedigt Paulus de heiligen aan: ‘Troost elkaar met deze woorden.’
-
Hoe bieden de leringen van Paulus jou troost? Hoe kunnen ze troost bieden in je toekomstige omstandigheden?
Studieactiviteit 2: Wanneer zal de wederkomst van Jezus Christus plaatsvinden?
Heb je je weleens afgevraagd wanneer de wederkomst van Jezus Christus zal plaatsvinden en of je dan voorbereid zult zijn? De heiligen in Thessaloniki hadden waarschijnlijk dezelfde vragen.
Lees 1 Thessalonicenzen 5:1–3 en let op met welke metaforen Paulus de tijd beschrijft waarin Jezus op aarde zal terugkeren.
-
Wat heb je gevonden?
-
Wat leren we uit de metaforen van Paulus over een dief in de nacht en de barensweeën van een zwangere vrouw over de wederkomst van de Heiland?
Lees 1 Thessalonicenzen 5:4–6 en zoek naar leringen van Paulus over voorbereid zijn op de wederkomst. Vergelijk deze leringen met Leer en Verbonden 106:4– 5.
-
Welke inzichten heb je opgedaan?
We komen uit de leringen van Paulus onder meer het volgende te weten: Als we ernaar streven ‘kinderen van het licht’ te zijn door Jezus Christus te volgen, zijn we voorbereid wanneer Hij terugkomt.
Als je voor deze studieactiviteit hebt gekozen, schrijf je de lijst op die je in de volgende alinea maakt.
Lees 3 Nephi 18:24; Leer en Verbonden 50:23–25; 88:67–68 over verschillende manieren waarop de Heer ons uitnodigt om kinderen van het licht te worden. Noteer in je studiedagboek je bevindingen waardoor je begrijpt hoe je een kind van het licht kunt zijn.
-
Hoe nodig jij het licht van de Heer in je leven uit? Hoe kun je meer van zijn licht in je leven uitnodigen?
Studieactiviteit 3: Hoe kunnen we ons op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden?
Paulus besluit zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen met goede raad voor de heiligen zodat ze zich beter kunnen voorbereiden om de Heiland bij zijn wederkomst te ontmoeten.
Lees 1 Thessalonicenzen 5:14–22 en ga na welke inzichten je opdoet over voorbereiding. Sta open voor ideeën over leringen waar je iets aan zou kunnen hebben.
Als je voor deze studieactiviteit hebt gekozen, beantwoord je de volgende vragen en noteer je de Schrifttekst die je als kruisverwijzing gekozen hebt.
-
Welke leringen spreken je het meest aan? Waarom?
Zoek een of twee Schriftteksten op die je meer inzicht geven in de lering die je gekozen hebt. (Je kunt voetnoten gebruiken of een onderwerp in de Gids bij de Schriften opzoeken om een aanverwante Schrifttekst te vinden.)
-
Hoe heeft Jezus Christus je geholpen, of hoe zal Hij je helpen, om op zijn wederkomst voorbereid te zijn? Wat kom je hieruit over Hem te weten?
Denk na over de waarheden die je vandaag geleerd hebt en de dingen waartoe je je geïnspireerd voelt om die te doen, zodat je verlangen naar de terugkomst van de Heiland groeit en je daar beter op voorbereid zult zijn. Noteer je gedachten in je studiedagboek.
Facultatief: Wil je meer weten?
1 Thessalonicenzen 5:2. Hoe kunnen we het tijdstip waarop de Heiland terugkomt vergelijken met een dief in de nacht?
Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat een dief in de nacht meestal ‘onverwacht en zonder waarschuwing komt’. (Doctrinal New Testament Commentary [1973], deel 3, 54.) Deze analogie geeft aan dat de wederkomst van de Heiland voor sommigen een verrassing zal zijn.
1 Thessalonicenzen 5:21. Wat bedoelde Paulus met ‘beproef alle dingen, behoud het goede’?
Paulus spoorde de heiligen in Thessaloniki aan om alle dingen te beproeven – oftewel te onderzoeken of te testen om te zien of ze goed of slecht zijn – en om het goede te behouden. Als leden van de kerk wordt ons niet alleen geleerd om het evangelie inhoudelijk te leren kennen, maar ook om erover na te denken, erover te bidden en het uiteindelijk te begrijpen (zie 3 Nephi 17:1–3; Leer en Verbonden 68:25–26). Vervolgens moeten we stevig en getrouw blijven vasthouden aan het goede dat we gaan begrijpen.