Seminarie
Kerkleerbeheersing: 2 Thessalonicenzen 2:1–3


Kerkleerbeheersing: 2 Thessalonicenzen 2:1–3

‘De dag van Christus […] komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is’

Afbeelding
Afbeelding van een man aan een bureau die op perkament schrijft

In de vorige les heb je geleerd dat er vroeger geprofeteerd werd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval van zijn kerk zou plaatsvinden (zie ‘2 Thessalonicenzen 2’). In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Thessalonicenzen 2:1–3 uit het hoofd leren, de leer van de afval uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op een praktijksituatie toepassen.

Uit het hoofd leren en uitleggen

Leer de tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Thessalonicenzen 2:1–3 uit het hoofd. Een manier om dit te doen, is met de volgende activiteit (of een soortgelijke activiteit met de app Kerkleerbeheersing):

Schrijf 2 Thessalonicenzen 2:1–3: ‘De dag van Christus […] komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is’ in je studiedagboek of op je digitale apparaat.

Zeg de tekstverwijzing en kerngedachte een paar keer hardop of in gedachten op.

Wis of verwijder een gedeelte, zoals ‘eerst de afval’, en probeer de volledige tekstverwijzing en kerngedachte nogmaals op te zeggen.

Ga verder met gedeelten wissen of verwijderen totdat je de hele tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd kunt opzeggen.

Je herinnert je misschien dat je bij je studie van 2 Thessalonicenzen 2 hebt geleerd dat er in de oudheid geprofeteerd werd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval van zijn kerk zou plaatsvinden.

1. Doe het volgende in je studiedagboek:

Schrijf op wat de grote afval is en waarom die plaatsvond. Schrijf alsof je de afval aan een kind uitlegt. Gebruik de waarheden uit 2 Thessalonicenzen 2:1–3 in je uitleg en vertel waarom een volledige herstelling van de kerk van Christus noodzakelijk was.

Toepassing

Verderop in deze les krijg je de gelegenheid om iemand te helpen de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis toe te passen. Probeer de volgende uitspraken te koppelen aan het beginsel voor het verkrijgen van geestelijke kennis dat die uitspraak beschrijft om te zien hoe goed je deze beginselen kent.

  1. ‘Oprechte zoekers naar waarheid moeten alert zijn op onbetrouwbare informatiebronnen.’

  2. ‘Vertrouw God en wend je eerst tot Hem door oprecht gebed, studie van zijn leringen en gehoorzaamheid aan zijn geboden.’

  3. ‘Plaats [vragen] in de context van het heilsplan en de leringen van de Heiland.’

  1. In geloof handelen.

  2. Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken.

  3. Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.

De antwoorden staan aan het einde van de les.

Als je deze beginselen verder wilt doornemen, lees dan alinea 5–12 in ‘Geestelijke kennis verkrijgen’, in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022).

Stel je voor dat je aan het sms’en bent met je vriend Richard, die lid is van een andere christelijke kerk. Hij is erg toegewijd aan Jezus Christus en studeert vaak in de Bijbel. In een van zijn berichtjes zei Richard: ‘Vandaag zei mijn pastor dat ze in jouw kerk geloven dat jullie de enige ware kerk zijn en dat elke andere kerk een valse kerk is. Is dat waar? Ik voel me door mijn kerk dicht bij God. Dan moet dat toch wel een kerk van God zijn?’

  • Waarom is het normaal dat leden van andere kerken dergelijke vragen hebben?

  • Hoe kun je op christelijke wijze op Richard reageren?

Je stuurt Richard een berichtje terug waarin je hem bedankt voor zijn goede vraag. Je vraagt hem of hij het goed vindt dat je hem de volgende dag antwoord geeft, en hij stemt daarmee in.

2. Doe het volgende in je studiedagboek:

Gebruik de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis om een antwoord op Richards vraag voor te bereiden. Zorg dat je alle drie de beginselen gebruikt. Gebruik de volgende vragen en activiteiten om je antwoord voor te bereiden.

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

Hoe kun je Richard helpen met behulp van de waarheden in 2 Thessalonicenzen 2:1–3?

Zoek nog minstens drie andere Schriftteksten, toespraken of artikelen op die in deze situatie nuttig zouden zijn. Je kunt de volgende bronnen gebruiken:

  1. Lees de lemma’s ‘Afval’ en ‘Herstelling van het evangelie’ in de Gids bij de Schriften. Deze lemma’s zijn te vinden op scriptures.ChurchofJesusChrist.org.

  2. Ga naar het lemma ‘Apostasy’ (Afval) in Gospel Topics (topics.ChurchofJesusChrist.org).

  3. Lees de Schriftteksten en citaten uit de les ‘2 Thessalonicenzen 2’ of uit ‘Les 1: De boodschap van de herstelling van het evangelie van Jezus Christus’ in Predik mijn evangelie (2004), 31–46.

  • Welke Schriftteksten of andere bronnen heb je gevonden die je helpen om Richard te antwoorden?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

  • Welke waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus zou je Richard willen aanreiken die hem de noodzaak van de herstelling duidelijk maken?

In geloof handelen

  • Wat kun je Richard laten doen zodat hij zelf kan ontdekken waarom de herstelling van de kerk van Christus noodzakelijk was?

  • Wat voor ervaringen kan Richard verwachten als hij dat doet?

  • In welk opzicht handel je in geloof door hem uit te nodigen om actie te ondernemen?

De juiste antwoorden voor de koppelactiviteit zijn (1) c; (2) a; (3) b.

Afdrukken