Seminarie
Kerkleerbeheersing: 1 Korinthe 15:40–42


Kerkleerbeheersing: 1 Korinthe 15:40–42

Er zijn in de opstanding drie graden van heerlijkheid

Illustratie van heil en verhoging: zon, maan en sterren

In een vorige les, ‘1 Korinthe 15:32–54’, heb je over de drie graden van heerlijkheid in de opstanding geleerd. Je hebt ook geleerd dat onze Vader in de hemel aan wie trouw zijn de celestiale heerlijkheid door Jezus Christus zal geven. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van 1 Korinthe 15:40–42 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

Uit het hoofd leren en uitleggen

Voer de volgende stappen uit om de leer in 1 Korinthe 15:40–42 uit het hoofd te leren en te kunnen uitleggen:

  1. Schrijf ‘1 Korinthe 15:40–42: in de opstanding zijn er drie graden van heerlijkheid’ boven aan een vel papier.

  2. Teken onder de zinsnede een zon met daaronder een maan en weer daaronder een ster.

  3. Lees 1 Korinthe 15:40–42 en schrijf bij elke tekening de naam van de heerlijkheid die deze voorstelt. (Merk op dat in de Bijbelvertaling van Joseph Smith van 1 Korinthe 15:40 een verwijzing naar de telestiale heerlijkheid wordt toegevoegd.)

  4. Kijk naar je tekening terwijl je de tekstverwijzing en kerngedachte in gedachten herhaalt, totdat je er zeker van bent dat je ze goed kent.

  5. Hoe zou je de waarheden in deze passage uitleggen aan iemand die niet begrijpt wat er in het plan van onze hemelse Vader na de dood gebeurt? Schrijf je uitleg in je eigen woorden op.

Toepassing

De beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis helpen ons in praktijksituaties en bij belangrijke vragen.

Lees de volgende twee scenario’s en kies er een voor de volgende activiteit.

  1. Julia probeert oprecht het goede te doen, maar ze voelt zich vaak veroordeeld vanwege haar zwakheden. Ze gelooft dat andere mensen naar het celestiale koninkrijk zullen gaan, maar twijfelt of ze het zelf zal bereiken.

  2. Maria hoorde net een geweldige toespraak over de gave van de opstanding die onze hemelse Vader en Jezus Christus iedereen zullen geven. Ze vraagt zich af: Waarom zou ik me bekeren of de geboden onderhouden als iedereen toch in een volmaakt onsterfelijk lichaam zal opstaan?

In de vorige les heb je de volgende waarheid in 1 Korinthe 15:40–42 bestudeerd: in het plan van onze hemelse Vader zijn er verschillende graden van heerlijkheid voor herrezen lichamen. Gebruik de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis en de waarheid in 1 Korinthe 15:40–42 om Julia of Maria met haar zorgen of vragen te helpen.

Iemand schrijft op papier met een pen of potlood. 1. Beantwoord de vragen onder de volgende beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in je studiedagboek.

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

Lees alinea 8 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022). Markeer eventueel de twee vragen aan het eind van die alinea.

  • Hoe zouden de antwoorden op die twee vragen op de situatie van Julia of Maria van toepassing zijn?

In alinea 8 staat ook: ‘We vragen de Heilige Geest ons te helpen om de dingen te kunnen zien zoals de Heer ze ziet.’

  • Wat zou de Heer in deze situatie zien waar Julia en Maria iets aan zouden hebben? Waarom?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

Lees alinea 11–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing.

  • Waar zou je Julia of Maria aanraden de waarheden die ze in hun leven nodig hebben te zoeken?

  • Welke ervaringen heb je gehad waaruit blijkt hoe belangrijk het is om zorgvuldig te kiezen waar je naar geestelijke waarheid zoekt?

Neem even de tijd om specifieke Schriftteksten of profetische uitspraken te zoeken die volgens jou op de situatie van Julia of Maria van toepassing zijn. (Enkele Schriftteksten uit recente lessen die nuttig kunnen zijn: 1 Korinthe 15:40–42; Leer en Verbonden 76:50–52, 62–64, 69–70, 71–76, 81–85; 88:21–24.)

  • Wat heb je gevonden dat je zou kunnen gebruiken? Hoe hebben de gevonden waarheden jou veranderd?

In geloof handelen

Neem alinea 5–6 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing door. Markeer eventueel ten minste drie verschillende zinsneden of ideeën die Julia of Maria zouden kunnen helpen.

  • Welke zinsneden heb je gekozen? Wat zouden Julia en Maria aan die zinsneden kunnen hebben?

  • Als je soortgelijke gedachten als die van Julia of Maria hebt gehad, wat heb je dan gedaan om daar in geloof mee om te gaan?

  • Waarom zouden deze jongevrouwen hun geloof op Jezus Christus moeten richten terwijl ze uit hun situatie proberen te komen? Waarom zouden ze niet gewoon hun best kunnen doen zonder zich op Hem te richten?