2 Korinthe 1; 4
‘Door God getroost’
We hebben in het leven allemaal te maken met verdriet, tegenslagen, ongemakken en ziekte. Toen de Korinthiërs tegenspoed ondervonden, schreef Paulus aan de leden van de kerk om hun steun en raad te geven. Hij getuigde van de troost en gemoedsrust die hen door onze hemelse Vader en Jezus Christus ter beschikking stond (zie 2 Korinthe 1:3–4). In deze les leer je hoe God zijn kinderen troost geeft en hoe jij zijn troost aan anderen kunt doorgeven.
Waardoor ervaar jij troost?
-
Tot wat of wie wend jij je voor troost in moeilijke tijden?
-
Wat of wie biedt je de meeste troost? Waarom?
Denk na over de volgende vragen:
-
Waarom kun je erop vertrouwen dat onze hemelse Vader en Jezus Christus je op die momenten door de gave van de Heilige Geest zullen troosten?
-
Hoe goed denk je dat je de troost die onze hemelse Vader en Jezus Christus door de Heilige Geest bieden herkent en ontvangt?
-
Hoe kun je anderen vertellen over de troost die Zij bieden?
Zoek tijdens je studie van deze les naar antwoorden op de voorgaande vragen.
Paulus wilde de Korinthische heiligen in hun beproevingen troosten
In Macedonië hoorde Paulus van een discipel, Titus, dat zijn eerste brief door de heiligen in Korinthe goed was ontvangen (zie 2 Korinthe 2:13; 7:5). Paulus hoorde ook van de aanhoudende moeilijkheden van deze heiligen en schreef nog een brief (2 Korinthe) om ze troost te bieden en ze met hun problemen te helpen.
-
Wat weet je nog over Korinthe en de moeilijkheden van de heiligen daar?
Lees 2 Korinthe 1:1–4 en let op hoe Paulus zijn tweede brief aan de heiligen in Korinthe begint.
-
Wat viel je op in de inleiding van Paulus’ brief aan de heiligen?
-
Welke namen of titels die Paulus voor onze hemelse Vader gebruikte zijn je met name opgevallen?
-
Wat kom je door die namen of titels over onze hemelse Vader te weten?
-
Wat onderwees Paulus in vers 4?
Troost van onze hemelse Vader ontvangen en anderen helpen die te ontvangen
Misschien heb je in vers 4 de volgende waarheid gevonden: als we tijdens onze beproevingen troost van onze hemelse Vader ontvangen, kunnen we daardoor anderen helpen om die ook te ontvangen.
-
Wat betekent het om ‘hen [te] troosten die in allerlei verdrukking zijn’ (vers 4)?
-
Waarom denk je dat dit van discipelen van Jezus Christus wordt verwacht?
Lees het volgende citaat van president Spencer W. Kimball (1895–1985).
God ziet ons en waakt over ons. Maar Hij komt meestal door een ander aan onze behoeften tegemoet. Daarom is het van essentieel belang dat wij elkaar in het koninkrijk dienen.
(Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], 92.)
Bekijk indien beschikbaar de video ‘God Will Lift Us Up’ (4:58), op ChurchofJesusChrist.org. Deze video gaat over Brittany, een jongevrouw die troost vond door anderen te dienen en op de Heer te vertrouwen in plaats van in haar eigen medische aandoening te blijven hangen.
-
Waarom gebruikt onze hemelse Vader ons vaak om anderen in hun beproevingen zijn liefde en troost te laten voelen?
Denk aan iemand die je kent die het momenteel moeilijk heeft. Overweeg met een gebed in je hart hoe je diegene de troost van onze hemelse Vader kunt laten voelen terwijl je het volgende doet:
-
Bedenk wat je uit 2 Korinthe 1:1–4 geleerd hebt dat deze persoon kan helpen.
-
Lees twee of meer van de volgende verzen met aanvullende leringen van Paulus over beproevingen. Zoek naar een zinsnede of vers waar de persoon die je gekozen hebt iets aan kan hebben.
-
Doe nu iets om deze persoon de troost van onze hemelse Vader te laten voelen. Je kunt bijvoorbeeld voor hem of haar bidden, zoals de Korinthische heiligen voor Paulus baden (zie 2 Korinthe 1:11). Daarnaast zou je deze persoon ook een bemoedigende boodschap kunnen sturen, zoals Paulus aan de Korinthiërs deed, hoewel jouw boodschap waarschijnlijk geen brief maar een sms’je, e-mail of kaartje zal zijn. (Overweeg om in je boodschap te verwerken wat je in deze les over 2 Korinthe 1 en 4 hebt geleerd, en eventuele persoonlijke ervaringen die kunnen helpen.)
-
Maak verdere plannen om deze persoon te helpen. Onze hemelse Vader kan je influisteren wat je nog meer kunt doen, zoals hem of haar bezoeken of iets doen om te helpen. Noteer je plannen op een plek waar je eraan wordt herinnerd om ze uit te voeren, zoals in je agenda, op je smartphone of op een vel papier dat je later onder ogen krijgt.
Facultatief: Wil je meer weten?
2 Korinthe 1:4. Waarom verwacht de Heer van mij dat ik mensen troost als ze het moeilijk hebben?
Ouderling Gary E. Stevenson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd:
Op het moment dat we uit het water van de doop komen, zijn we met dit werk belast. We helpen anderen met liefde omdat de Heiland ons dat geboden heeft. […] Als onze naasten in materiële of geestelijke nood verkeren, snellen we ze te hulp. We dragen elkaars lasten, opdat zij licht zullen zijn. We treuren met hen die treuren. We vertroosten hen die vertroosting nodig hebben. De Heer verwacht dat liefdevol van ons. En de dag komt waarop we verantwoording moeten afleggen voor onze bediening van zijn kudde.
(Gary E. Stevenson, ‘Zielen hoeden’, Liahona, november 2018, 111.)
2 Korinthe 4:17. Wat bedoelde Paulus toen hij onze aardse moeilijkheden een ‘lichte verdrukking’ noemde?
Ouderling Paul V. Johnson van het Presidium der Zeventig heeft gezegd:
Als we middenin onze problemen zitten, is het bijna onmogelijk om in te zien dat de toekomende zegeningen de pijn, de vernedering of het hartzeer meer dan goedmaken. […] De apostel Paulus heeft ons geleerd dat ‘onze lichte verdrukking, die van korte duur is, in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweegbrengt’ [zie 2 Korinthe 4:17]. Het is interessant dat Paulus de term ‘lichte verdrukking’ hanteert. En die komt dan van iemand die was gegeseld, gestenigd, schipbreuk had geleden, gevangen gezeten had, en die nog vele andere beproevingen had ondergaan. Ik betwijfel of velen onder ons onze beproevingen niet meer dan een lichte verdrukking zouden noemen. Maar als we ze vergelijken met de zegeningen en de groei die er, zowel in dit leven als in de eeuwigheid, uiteindelijk uit voortkomen, stelt het inderdaad niet meer voor dan een lichte verdrukking. […]
Soms willen we groei doormaken zonder beproevingen en willen we kracht ontwikkelen zonder enige worsteling. Maar we kunnen geen groei doormaken als we de gemakkelijke weg nemen. Wij begrijpen heel goed dat een sportman die niet uitvoerig traint nooit een sportman van wereldformaat wordt. We moeten oppassen dat we niet verfoeien wat ons helpt om de goddelijke aard aan te nemen.
(Paul V. Johnson, ‘Meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad’, Liahona, mei 2011, 79–80.)