Efeze 2
Jezus Christus, de hoeksteen
De heiligen in Efeze die vóór hun bekering heidenen waren geweest, voelden zich misschien ‘vreemdelingen en bijwoners’ (Efeze 2:19) wanneer ze met de Joodse christenen bijeenkwamen om God te vereren. Paulus herinnerde de heiligen in Efeze eraan dat ze door Jezus Christus verenigd waren als ‘medeburgers […] en huisgenoten van God’ (Efeze 2:19). De kerk waartoe ze nu behoorden, was gebouwd op het fundament van Christus, en zijn apostelen en profeten, en had de macht om hen te zegenen wanneer ze met geloof in Jezus Christus bijeenkwamen. Deze les kan je helpen bij het herkennen en nastreven van zegeningen die beschikbaar zijn doordat Jezus Christus zijn kerk in deze tijd door middel van profeten en apostelen leidt.
Het gevoel erbij te horen
-
Waarom zou iemand het gevoel kunnen hebben er niet helemaal bij te horen als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen?
-
Als iemand zich niet thuis voelde in de kerk, welke raad zou je diegene dan geven?
Overweeg wat je van de kerk van de Heer vindt. Wanneer heb je sterk het gevoel gehad dat de kerk jouw thuis is? Heb je weleens het gevoel gehad dat je er niet helemaal bij hoorde? Welke zegeningen brengt het lidmaatschap van de kerk van Christus volgens jou? Zoek bij je studie van deze les naar waarheden over alles wat de Heer voor ons heeft gedaan dat ons als leden van zijn kerk kan verenigen.
Scheidingsmuren afbreken
In de tijd van de apostel Paulus hadden niet-Joodse bekeerlingen tot het christendom (of zij die voorheen heidenen waren) misschien het gevoel dat ze niet echt bij de rest van de kerk hoorden, en voelden ze zich meer als ‘vreemdelingen en bijwoners’ (Efeze 2:19). In de tempel in Jeruzalem zouden ze bijvoorbeeld niet voorbij ‘de tussenmuur, die scheiding maakte’ (Efeze 2:14) naar de heiliger delen van de tempel hebben mogen gaan waar alleen Joden, onder wie Joodse christenen, mochten komen. De zegeningen van het evangelie werden pas aan de heidenen aangeboden na de openbaring van onze hemelse Vader aan Petrus (zie Handelingen 10).
De heiligen in Efeze aan wie Paulus schreef, waren mogelijk nog maar pas bekeerd. Lees in Efeze 2:12–14, 18–21 hoe de Heer hen had gezegend. Het kan nuttig zijn om te weten dat deze verzen beginnen met een verwijzing van Paulus naar het leven van deze heiligen vóór hun bekering. De ‘huisgenoten van God’ (vers 19) waar Paulus over spreekt, slaat op de Kerk van Jezus Christus als een huisgezin.
Als je een video over Efeze 2:10–22 wilt zien, kun je ‘Ye Are No More Strangers’ (2:27) op ChurchofJesusChrist.org bekijken.
-
Hoe zegende de Heer de Efeziërs?
Door zijn verzoening nam Jezus Christus alle scheidingsmuren weg die de Joden van de heidenen scheidden en die de heidenen van God scheidden. De andere volken hoefden geen jood meer te worden, de wet van Mozes na te leven of zich te laten besnijden om lid van de kerk te worden. Toen ze zich tot Jezus Christus bekeerden en zijn evangelie aanvaardden, werden ze ‘huisgenoten van God’ (Efeze 2:19) – en daarmee lid van Gods verbondsvolk.
-
Hoe breekt de Heiland scheidingsmuren tussen ons en anderen af?
-
Wat vind je ervan dat iedereen ‘toegang tot de Vader’ heeft (vers 18) ‘door het bloed van Christus’ (vers 13)?
-
Hoe zou je de zegeningen van vers 19–21 samenvatten voor iemand die het gevoel heeft dat hij of zij er niet helemaal bij hoort in de kerk van de Heer?
-
Waarom vergeleek Paulus de kerk met een huishouden of gezin?
De hoeksteen
In de tijd van Paulus was een hoeksteen een grote steen die op de hoek van een fundament werd gelegd. Elke hoeksteen van een fundament steunde een groot deel van het gewicht van het gebouw en diende om muren met elkaar te verbinden. De hoek en positie van alle andere stenen werden vanuit de hoeksteen gemeten.
Maak een tekening van wat er in Efeze 2:19–21 wordt beschreven. Je kunt bij je tekening termen uit de Schrifttekst schrijven.
-
Wat kunnen we leren van de manier waarop Jezus Christus zijn kerk heeft gevestigd?
Jouw fundament
Denk over de volgende vragen na terwijl je enkele van de volgende activiteiten doet:
-
Wat doe ik om mijn leven op het fundament van profeten en apostelen met Jezus Christus als de hoeksteen te bouwen? Welke zegeningen heb ik ervaren?
-
In welke opzichten zou de Heer willen dat ik nog meer op dit fundament bouw?
Wat heb je geleerd?
Denk tot slot van deze les na over alles wat je hebt geleerd. Bedenk hoe jij je leven bouwt op het fundament van profeten en apostelen met Jezus Christus als de hoeksteen die jou met ‘de huisgenoten van God’ verenigt (Efeze 2:19). Bedenk hoe je je leven nog meer op het fundament van profeten en apostelen met de Heiland als de hoeksteen gaat bouwen.
Facultatief: Wil je meer weten?
Efeze 2:14. Wat is ‘de tussenmuur, die scheiding maakte’ waarover Paulus spreekt?
De tempel in Jeruzalem bevatte verschillende voorhoven of gebieden, en deze mochten alleen door bepaalde mensen worden betreden. Heidenen mochten de tempelberg beklimmen en de buitenste voorhof binnengaan, de zogenaamde voorhof van de heidenen. De binnenste voorhoven van de tempel waren echter van de heidenen afgeschermd door een speciale afscheiding of muur van ongeveer een meter hoog. Als een niet-jood voorbij deze muur kwam, kon hij ter dood worden gebracht. Archeologen hebben twee marmeren blokken gevonden die deze barrière vormden, met in het Grieks en Latijn de volgende inscriptie: ‘Geen enkele vreemdeling mag zich voorbij de afscheidingen rondom het heiligdom begeven. Wie daarop wordt betrapt, zal zelf schuldig zijn aan zijn dood, die zeker zal volgen.’ (Richard Neitzel Holzapfel, Eric D. Huntsman, Thomas A. Wayment, Jesus Christ and the World of the New Testament [2006], 160.)
Na de derde zendingsreis van Paulus beschuldigden sommige Joden in Jeruzalem hem ervan dat hij niet-joden voorbij de afscheiding bracht, wat leidde tot rellen en uiteindelijk de arrestatie van Paulus (zie Numeri 1:51; Handelingen 21:27–29).
Efeze 2:20. Waarom is de Kerk van Jezus Christus op apostelen en profeten gegrondvest, met Christus als de hoeksteen?
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over het fundament van de kerk van Christus gezegd:
In het Nieuwe Testament, in het Boek van Mormon en in deze tijd zijn deze functionarissen de bouwstenen van de ware kerk, rondom de hoeksteen, ‘de rots van onze Verlosser, de Christus, de Zoon van God’ [Helaman 5:12]. […] Zo’n fundament in Christus was en is altijd een bescherming in tijden dat ‘de duivel zijn krachtige winden zendt, ja, zijn pijlen in de wervelwind, ja, wanneer al zijn hagel en zijn krachtige storm u zullen striemen.’
(Jeffrey R. Holland, ‘Profeten, zieners en openbaarders’, Liahona, november 2004, 7.)