Mattheüs 7:1–5

De Heiland leerde zijn discipelen rechtvaardig te oordelen

In zijn Bergrede leert Jezus Christus zijn discipelen rechtvaardig te oordelen. In deze les verdiepen we ons in wat dat is, rechtvaardig oordelen.

Read the following scenarios, thinking about what kind of judgments someone might make in each situation.

• Iemand nodigt je uit voor een feest waar veel tieners dingen gebruiken die tegen het woord van wijsheid ingaan.

• Iemand die volgens andere normen leeft dan jij, wil beste vrienden met je worden.

• Een lid van je wijk doet op de sabbat iets anders dan jouw familie.

• Je ontdekt dat een vriend of vriendin pornografie kijkt.

In deze les leer je rechtvaardig te oordelen. Verderop in de les ga je terugkomen op je gedachten over deze scenario’s en pas je toe wat je hebt geleerd.

• Welke vragen heb je over oordelen?

Denk tijdens de les na over jouw ideeën over oordelen en luister naar de influisteringen van de Heilige Geest. Schrijf ingevingen op die je inzicht verdiepen in wat de Heiland over oordelen leert.Lees Mattheüs 7:1 . Een veelvoorkomende misvatting over dit vers is dat de Heiland ons hier leert dat we nooit mogen oordelen. Lees nu de tekst van dit vers in de Bijbelvertaling van Joseph Smith (Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 7:2).

• Hoe vergroot de Bijbelvertaling van Joseph Smith je inzicht in wat de Heiland leerde over oordelen?

• Wat houdt ‘rechtvaardig oordelen’ in?

Lees het volgende citaat:

Judgment is an important use of our agency and requires great care, especially when we make judgments about other people. All our judgments must be guided by righteous standards. Only God, who knows each individual’s heart, can make final judgments of individuals.

Sometimes people feel that it is wrong to judge others in any way. While it is true that we should not condemn others or judge them unrighteously, we will need to make judgments of ideas, situations, and people throughout our lives. …

… As much as we can, we should judge people’s situations rather than judging the people themselves. Whenever possible, we should refrain from making judgments until we have an adequate knowledge of the facts. And we should always be sensitive to the Holy Spirit, who can guide our decisions.

(Gospel Topics, “Judging Others,” topics.ChurchofJesusChrist.org)

• Welke woorden of zinsneden maken duidelijk wat rechtvaardig oordelen inhoudt?

Lees in Mattheüs 7:2–5 wat er nog meer over oordelen wordt gezegd. In vers 3 noemde de Heiland een schilfertje hout een splinter en een groot stuk hout een balk.

• Waarom zou het voor iemand met een balk in zijn oog erg lastig zijn om bij iemand anders een splinter uit diens oog te halen?

• Wat zou de Heiland ons willen leren met de gelijkenis van de balk en de splinter?

De cursisten noemen wellicht de volgende beginselen:

De manier waarop we over anderen oordelen heeft invloed op de manier waarop de Heiland over ons zal oordelen.

Als onze houding is dat we naar onze eigen zonden en zwakheden kijken en ons daarvan bekeren, zullen we minder geneigd zijn anderen onrechtvaardig te oordelen.

We kunnen anderen pas goed helpen als we ons van onze eigen zonden hebben bekeerd.

Schrijf de beginselen die de cursisten noemen in hun eigen bewoordingen op het bord.

• Waarom is het belangrijk om deze leringen te onthouden?

• Wat kom je door deze leringen over Jezus Christus te weten?

Bekijk de video ‘Looking through Windows’ (2:19), beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org, voor een illustratie van de waarheden die de Heiland uiteenzette.

• Waarom kan het soms moeilijk zijn om het onderwijs van Christus over oordelen na te leven?

• Hoe kun je je hemelse Vader door Jezus Christus om hulp vragen bij het toepassen van deze beginselen?

Kies een van de scenario’s uit het begin van de les of bedenk een soortgelijk scenario.

There are two kinds of judging: final judgments, which we are forbidden to make, and intermediate judgments, which we are directed to make, but upon righteous principles. …

… Let us consider some principles or ingredients that lead to a “righteous judgment.”

First, a righteous judgment must, by definition, be intermediate. It will refrain from declaring that a person has been assured of exaltation or from dismissing a person as being irrevocably bound for hellfire. …

Second, a righteous judgment will be guided by the Spirit of the Lord, not by anger, revenge, jealousy, or self-interest. …

Third, to be righteous, an intermediate judgment must be within our stewardship. We should not presume to exercise and act upon judgments that are outside our personal responsibilities. …

Fourth, we should, if possible, refrain from judging until we have adequate knowledge of the facts. …

A fifth principle of a righteous intermediate judgment is that whenever possible we will refrain from judging people and only judge situations.

(Dallin H. Oaks, “‘Judge Not’ and Judging,” Ensign, Aug. 1999, 7, 9–11)

• Welk scenario heb je gekozen?

• Welke rechtvaardige oordelen zou je over deze situatie moeten vellen?

• Voor welke oordelen zou je moeten oppassen?

• Hoe zou je volgens het onderwijs van de Heiland zowel eerlijk als barmhartig in je oordeel kunnen zijn?

• Hoe kan het in dit soort situaties helpen om je eigen zonden en zwakheden voor ogen te houden?

Laat wie dat willen hun opmerkingen delen. Luister zorgvuldig naar de reacties van de cursisten om te beoordelen hoe goed ze het hebben begrepen.

Soms denken mensen dat de Heiland met zijn onderwijs in Mattheüs 7:1–5 bedoelt dat we nooit mogen oordelen. President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft verduidelijkt dat we worden aangemoedigd om bepaalde soorten oordelen juist wel te vellen:

2.

Denk na over de volgende vraag:

• Welke oordelen zou ik moeten vellen, en voor welke zou ik moeten oppassen?

• Wat heb je in deze les geleerd over rechtvaardig oordelen? Hoe kan wat je hebt geleerd je helpen om anderen en jezelf meer met de ogen van de Heiland te zien?

• Op welke manier zijn je vragen over oordelen beantwoord? Als er nog onbeantwoorde vragen zijn, neem je dan voor om hierop te blijven studeren en vraag de Heilige Geest om je hiermee te helpen.

• Wat zou je kunnen helpen om minder je oordeel over anderen klaar te hebben?

Overweeg om uw getuigenis over rechtvaardig oordelen te geven.

To be Christlike, a person loves mercy. People who love mercy are not judgmental; they manifest compassion for others, especially for those who are less fortunate; they are gracious, kind, and honorable. These individuals treat everyone with love and understanding, regardless of characteristics such as race, gender, religious affiliation, sexual orientation, socioeconomic status, and tribal, clan, or national differences. These are superseded by Christlike love.

(Dale G. Renlund, “Do Justly, Love Mercy, and Walk Humbly with God,” Ensign or Liahona, Nov. 2020, 111)