Romeinen 8:1–17
‘Mede-erfgenamen van Christus’
In een tijd waarin de kerkleden in Rome geen eenheid vormden en verdeeld waren over een aantal belangrijke kwesties, schreef Paulus hoe ze door de Heilige Geest te volgen hun gevallen natuur konden overwinnen door de verzoening van Jezus Christus. Hij beloofde dat als ze dat deden, ze mede-erfgenamen met Christus zouden worden van alles wat onze hemelse Vader heeft. Streef bij je studie naar een groter verlangen om de Geest te volgen en alles te ontvangen wat onze hemelse Vader heeft.
Wat wil je erven?
-
Als je een willekeurige persoon zou mogen kiezen om iets van te erven, wie zou je dan kiezen? Waarom?
-
Wat zou je van deze persoon willen erven?
De apostel Paulus schreef aan de heiligen in Rome over de erfenis die onze hemelse Vader elk van zijn kinderen aanbiedt. Lees Romeinen 8:16–17, 32 en markeer wat onze hemelse Vader ons aanbiedt. Het kan nuttig zijn om te weten dat een erfgenaam ‘iemand [is] die het recht heeft om stoffelijke of geestelijke gaven te erven’. (Gids bij de Schriften, ‘Erfgenaam’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org.)
-
Welke woorden of zinsneden heb je gemarkeerd?
-
Wat betekent het om ‘mede-erfgenamen’ van Jezus Christus te zijn?
Een van de waarheden die in deze verzen worden duidelijk gemaakt, is dat onze hemelse Vader ons alles wil geven wat Hij heeft (zie ook Leer en Verbonden 76:55; 84:38).
Over de erfenis die onze hemelse Vader ons wil geven, heeft president Dieter F. Uchtdorf, toenmalig lid van het Eerste Presidium, gezegd:
Ik kan mij geen exact beeld vormen van de omvang van deze belofte, maar ik weet wel dat zij ontzagwekkend is, goddelijk, eeuwig, en al onze inspanningen waard.
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Vier titels’, Liahona, mei 2013, 60.)
Neem even de tijd om je af te vragen wat het zou kunnen betekenen om alles te erven wat je hemelse Vader heeft, en te bedenken welke vragen je hierover hebt. Bedenk welke kenmerken, eigenschappen en andere zegeningen je van je hemelse Vader zou willen erven. Let tijdens je verdere studie vandaag op waarheden die je meer inzicht geven in de erfenis die je hemelse Vader je wil geven en wat jij kunt doen om die te mogen ontvangen.
Meer te weten komen over de erfenis van onze hemelse Vader
Zet de volgende tabel in je studiedagboek:
Zegeningen die onze hemelse Vader ons wil laten beërven |
Wat wij kunnen doen om die erfenis te mogen ontvangen |
In onze bedeling heeft de Heer meer onthuld over de erfenis die onze hemelse Vader ons wil geven. Als onderdeel van een openbaring aan de profeet Joseph Smith die is opgeschreven in wat nu Leer en Verbonden 76 is, beschreef de Heer wie het celestiale koninkrijk zullen beërven.
Bestudeer Leer en Verbonden 76:50–70 en de leringen van Paulus in Romeinen 8:1, 5–9, 13–14, inclusief de Bijbelvertaling van Joseph Smith voor Romeinen 8:8. Voeg tijdens je studie de beloften waarover je leest aan de tabel toe, samen met wat er staat dat je kunt doen om voor die beloften in aanmerking te komen. Bedenk dat het woord ‘broeders’ niet specifiek op mannen doelt en dat Gods beloften voor al zijn kinderen gelden (zie Leer en Verbonden 25:1). Het kan ook nuttig zijn om te weten dat het woord ‘vlees’ in Romeinen 8 verwijst naar iemand die op wereldse of stoffelijke zaken gericht leeft. Het kan ook verwijzen naar de begeerten van het vlees (zie Gids bij de Schriften, ‘Vleselijk’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org).
-
Welke verzen die je hebt bestudeerd, spraken je het meeste aan? Waarom?
-
Hoe hebben deze verzen je meer inzicht gegeven in de erfenis die God je wil geven? Wat kun je doen om deze erfenis te mogen ontvangen?
Lees de tabel die je in je studiedagboek hebt gemaakt nog eens door en let daarbij op de zegeningen die je hemelse Vader je wil laten beërven.
-
Wat vertellen die beloofde zegeningen je over onze hemelse Vader en Jezus Christus?
-
Wat doet de Heiland zodat we die erfenis kunnen ontvangen? (Zie Leer en Verbonden 76:69.)
Wat voor uitwerking kan dat op je leven hebben?
Neem even de tijd om te bedenken welke invloed het heeft op je leven en de keuzes die je maakt als je begrijpt welke erfenis onze hemelse Vader je wil geven.
Bedenk nu wat de waarheden die je vandaag hebt bestudeerd kunnen betekenen voor de tieners in de volgende scenario’s:
-
Estelle heeft al veel moeilijke dingen meegemaakt in haar leven die haar moedeloos hebben gemaakt. Ze vraagt zich af of het wel zin heeft om naar de kerk te blijven gaan en zich aan de geboden te blijven houden.
-
Karel is weg van de huidige technologische mogelijkheden. Hij is meestal bezig met gamen, sociale media en video’s kijken.
-
Lies heeft een negatief zelfbeeld en vraagt zich af of er wel iemand is die echt van haar houdt.
Facultatief: Wil je meer weten?
Hoe kan bewustzijn van onze erfenis ons helpen?
Presidente Elaine S. Dalton, voormalig algemeen jongevrouwenpresidente, vertelde een verhaal dat een goede illustratie is bij deze les. Het gaat over de zoon van een koning.
[De zoon van de koning had] een onwrikbare zelfkennis. Als jongeman was hij gekidnapt door slechte mensen, die zijn vader, de koning, hadden onttroond. Deze mensen wisten dat als zij hem moreel konden [kraken], hij geen troonopvolger kon worden. Zes maanden lang stelden ze hem bloot aan al het slechte wat het leven te bieden had. Maar hij bezweek nooit onder de druk. Dat verbaasde zijn kidnappers en toen ze alles hadden gedaan wat ze konden bedenken, vroegen ze hem waarom hij zoveel morele kracht had. Zijn antwoord was eenvoudig. Hij zei: ‘Ik kan niet doen wat u wilt, want ik ben geboren om koning te worden.’ [Zie Vaughn J. Featherstone, ‘The King’s Son’, New Era, november 1975, 35.]
Net als de zoon van de koning hebben jullie allemaal een koninklijk geboorterecht. Jullie hebben allemaal een goddelijk erfgoed.
(Elaine S. Dalton, ‘Vergeet niet wie je bent!’, Liahona, mei 2010, 121.)
Wat is er nodig om de Geest voortdurend te volgen en alles wat onze hemelse Vader heeft te kunnen ontvangen?
Ouderling Bruce C. Hafen heeft als lid van de Zeventig uitgelegd:
Als wij ‘alles [willen] wat [de] Vader heeft’ [Leer en Verbonden 84:38], vraagt God van ons alles wat wij hebben. Om in aanmerking te komen voor zo’n kostbare schat, op wat voor manier dan ook, moeten we geven zoals Christus gaf – elke druppel die Hij had: ‘Hoe intens weet u niet, ja, hoe zwaar te dragen weet u niet’ [Leer en Verbonden 19:15]. Paulus heeft gezegd: ‘Wanneer wij […] met Hem lijden’, ‘dan zijn wij ook […] mede-erfgenamen van Christus’ [Romeinen 8:17; cursivering toegevoegd]. Zijn gehele hart; ons gehele hart.
(Bruce C. Hafen, ‘De verzoening: alles voor allen’, Liahona, mei 2004, 98.)
Waarom zei Paulus dat we kinderen van God moeten worden terwijl we dat allemaal al zijn?
Hoewel elke persoon letterlijk een geestkind van hemelse Ouders is, helpen de leringen van Paulus over ‘de geest van aanneming tot kinderen’ en ‘kinderen van God’ worden (zie Romeinen 8:14–15) ons te begrijpen dat we geestelijk wedergeboren, of aangenomen, kunnen worden als kinderen van Christus in het verbond van het evangelie (zie Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org).
Het volk van koning Benjamin maakte deze geestelijke wedergeboorte mee. Hij zei daarover: ‘Wegens het verbond dat u hebt gesloten, zult u de kinderen van Christus worden genoemd, zijn zonen en zijn dochters; want zie, heden heeft Hij u geestelijk verwekt’ (Mosiah 5:7). Kinderen van Jezus Christus worden door geestelijke wedergeboorte is essentieel om alles wat onze hemelse Vader heeft te kunnen ontvangen (zie Mosiah 27:25–26).