Seminarie
Test je kennis 11


Test je kennis 11

1 Timotheüs–1 Johannes

YW Shares a Scripture with Friend

In deze les evalueer je de doelen die je hebt gesteld en de persoonlijke groei die je bij het bestuderen van het Nieuwe Testament hebt doorgemaakt. 

Leren persoonlijk maken. Laat de cursisten nadenken over hun eigen ervaringen met betrekking tot wat er wordt onderwezen. Geef ze de tijd om na te denken over de zegeningen die ze hebben ontvangen door het evangelie van Jezus Christus na te leven en hoe ze meer op Hem gaan lijken.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten overdenken wat ze over Jezus Christus hebben geleerd en hoe ze naar hun idee meer op Christus gaan lijken.

Mogelijke leeractiviteiten

Meer op Jezus Christus gaan lijken

Deze les is bedoeld om de cursisten te laten overdenken hoe ze dichter tot Christus komen en zijn discipel worden. Zij krijgen daarbij de kans om het volgende onder de loep te nemen: (1) manieren waarop ze meer op Jezus Christus gaan lijken, (2) hun vermogen om leringen in het Nieuwe Testament uit te leggen, en (3) doelen die ze hebben gesteld. De volgende activiteiten kunnen worden aangepast aan waarheden die in de afgelopen lessen zijn beklemtoond.

U kunt de cursisten aan het begin van de les vragen in hun studiedagboek en Schriften notities en ingevingen op te zoeken die ze de afgelopen weken hebben opgeschreven. Laat de cursisten aan elkaar vertellen wat ze over Jezus Christus en zijn evangelie hebben geleerd. Laat ze nadenken over manieren waarop ze meer op Hem gaan lijken.

In een vorige les werd zoals Jezus Christus worden met het beklimmen van een hoge berg vergeleken.

  • Wat weet je over het beklimmen van een berg waardoor dit een goede analogie is?

  • Wat vind je er moeilijk aan om zoals Jezus Christus te worden? Waarom is de uitdaging voor jou de moeite waard?

Als je al eens een berg hebt beklommen, bedenk dan hoe je je voelde toen je de top bereikte. Als je nog geen berg hebt beklommen, stel je dan voor hoe dat zou voelen.

  • Hoe motiveert je gedachte aan het einddoel je tijdens je geestelijke klim?

Als je de vorige les over 2 Petrus 1 hebt afgerond, kijk dan naar de tekening van een berg die je in je studiedagboek hebt gemaakt. Als je geen eigen tekening hebt gemaakt, kijk dan naar de volgende tekening:

Divine Attributes Mountain Diagram

Denk even na over de goddelijke eigenschappen op je tekening.

  • Welke eigenschappen ben je aan het ontwikkelen? Hoe gaat dat?

Denk na over je liefde voor Jezus Christus en hoe je Hem beter leert kennen.

  • Wat kun je blijven doen om nog meer op Christus te lijken?

Als Jezus Christus onderwijzen

An actor portraying Jesus Christ holding a child on his lap. They are surrounded by people.
Jesus at the temple teaches His Apostles about the widow’s mites.
Jesus sitting at a table teaching.
Jesus blessing bread he is about to feed to the gathered multitude.

U kunt afbeeldingen ophangen in de klas waarin de Heiland in verschillende situaties onderwijst.

  • In welke situaties onderwees de Heiland zoal?

In Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland staat:

Het grootste deel van het onderwijs door de Heiland gebeurde niet in een synagoge maar in informele, alledaagse situaties – tijdens een maaltijd met zijn discipelen, bij een waterput of in het passeren van een vijgenboom.

(‘Doe uw voordeel met spontane onderwijsmomenten’, Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 16.)

Denk na over gelegenheden om in een evangeliebeginsel te onderwijzen of iemand iets over het geloof uit te leggen.

  • Wanneer en waar kun je iets vertellen wat je onlangs over de Heiland hebt geleerd of gevoeld?

De apostel Petrus leerde ons hoe we zoals Jezus Christus kunnen zijn toen hij schreef: ‘Wees altijd bereid tot [uitleg] van de hoop die in u is’ ( 1 Petrus 3:15). Als we oefenen met uitleggen wat we geloven, zijn we voorbereid op leermomenten waar en wanneer ze zich voordoen.

Kies een van de volgende onderwerpen die je de afgelopen weken hebt bestudeerd en voer de genoemde stappen uit.

De verzoening van Jezus Christus (zie Hebreeën 9:11–15, 24, 28 ; 10:10–17)

Geloof in Jezus Christus (zie Hebreeën 11 ; Jakobus 2:17–18)

God is de Vader van onze geest (zie Hebreeën 12:9 , zie ook Johannes 20:17 ; Handelingen 17:29 ; Romeinen 8:16–17)

a. Noteer een echte situatie waarin je net als de Heiland de kans krijgt om iemand te onderwijzen of een vraag over dit onderwerp te beantwoorden.

b. Schrijf een vraag op die iemand mogelijk over dit onderwerp heeft.

c. Plan hoe je dit onderwerp zou uitleggen en de vraag zou beantwoorden. Gebruik minimaal één Schrifttekst in je uitleg. (De Schriftteksten tussen haakjes geven aan wat je waarschijnlijk al hebt bestudeerd.)

U kunt enkele cursisten een rollenspel laten doen waarin ze een evangeliebeginsel uitleggen. Moedig de cursisten aan en laat ze op de Geest vertrouwen die in herinnering kan brengen wat ze al weten. Geef de cursisten de kans om te vertellen wat er goed ging en wat er moeilijk was in het rollenspel. Laat de cursisten letten op onderwijsgelegenheden waardoor ze hun vermogen om anderen over hun geloof te vertellen kunnen ontwikkelen.

Mijn inspanningen om de Schriften te bestuderen en te bidden

Joseph Smith reading the Bible by candlelight.

Houd een bijbel omhoog en toon een afbeelding van Joseph Smith op jonge leeftijd. Laat de cursisten de rol van Schriftstudie en gebed bij het ontvangen van openbaring bespreken. Overweeg de volgende vraag te stellen.

  • Wat heb je door je studie van het Nieuwe Testament of de ervaringen van Joseph Smith over Schriftstudie en gebed geleerd?

Schrijf op wat je momenteel doet, probeert te doen of wilt doen om beter te bidden en de Schriften te bestuderen. Dat kan een doel in het kader van Kinderen en jongeren zijn dat je voor jezelf of voor het seminarie hebt gesteld.

Teken het volgende schema in je studiedagboek om je vooruitgang met betrekking tot dit doel te visualiseren. Noteer de volgende kopjes boven elk van de vier onderdelen van je schema: Lessen; Zegeningen; Hindernissen; Toekomstige groei. Noteer onder de desbetreffende kopjes je antwoorden op de volgende vragen om je vooruitgang te evalueren en eraan te blijven werken.

An illustration of an arrow.
  • Welke lessen heb ik door gebed en Schriftstudie geleerd?

  • Welke zegeningen of antwoorden heb ik herkend?

  • Ondervind ik hindernissen om mijn Schriftstudiedoel te bereiken? Zo ja, hoe kan ik me dan tot de Heer wenden om ze te overwinnen?

  • Wat voor groei zou ik in mijn gebeden en Schriftstudie willen zien?

Als je nog geen doel op dit gebied hebt, kun je er nu een bedenken en het de komende weken en maanden evalueren. Streef naar de leiding van de Heilige Geest om te weten hoe je inspanningen om te bidden en de Schriften te bestuderen de Heer behagen. Probeer ook te weten te komen welke veranderingen je moet aanbrengen om de zegeningen en antwoorden te ontvangen die de Heer je wil geven.

Laat enkele cursisten die dat willen, vertellen over het schema dat ze in hun dagboek hebben gemaakt en de vooruitgang die ze opmerken. Help de cursisten zelfs de geringste groei herkennen. Moedig ze ook aan om de Schriften te blijven bestuderen en tot hun hemelse Vader om openbaring te bidden.