Kerkleerbeheersing: toets 2
1 Korinthe 6:19–20 tot en met Openbaring 20:12
In de tweede helft van deze cursus hebben de cursisten dertien Schriftteksten kerkleerbeheersing in 1 Korinthe tot en met Openbaring bestudeerd. Deze toets is opgesteld om te beoordelen of de cursisten deze Schriftteksten kunnen opzoeken en in praktijksituaties kunnen gebruiken. Ook wordt hiermee hun begrip van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis beoordeeld.
Kerkleerbeheersing Nieuwe Testament: toets 2
Tekstverwijzingen kerkleerbeheersing
Zet bij de vragen 1–3 de letter van de desbetreffende tekstverwijzing naast elke zinsnede. Gebruik je Schriften niet voor dit deel van de toets.
1. ____ ‘Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood.’ | |
2. ____ ‘Om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen.’ |
b. Efeze 1:10 |
3. ____ ‘De man [is] niet zonder de vrouw, en de vrouw niet zonder de man, in de Heere.’ | |
Kerngedachten
Vul bij de vragen 4–6 de ontbrekende woorden in de kerngedachten van de Schriftteksten kerkleerbeheersing in. Gebruik je Schriften niet voor dit deel van de toets.
4. ‘Uw __________ [is] een __________ van de __________ __________’ ( 1 Korinthe 6:19–20).
5. De kerk is ‘gebouwd op het __________ van de __________ en profeten, waarvan __________ __________ Zelf de hoeksteen is’ ( Efeze 2:19–20).
6. ‘De dag van Christus […] __________ niet, tenzij __________ de __________ gekomen is’ ( 2 Thessalonicenzen 2:1–3).
Je mag je Schriften voor de rest van de toets gebruiken.
Zoek bij de vragen 7–9 een of meer Schriftteksten kerkleerbeheersing op die iemand in de volgende situaties kunnen helpen.
7. Een dierbare van je vriend(in) is onlangs overleden. Je vriend(in) heeft veel vragen over wat er na de dood met ons gebeurt. | |
8. Je broer lijkt het moeilijk te hebben en vraagt zich af of God Zich echt om hem bekommert. | |
9. Een kerkleider vraagt je je leeftijdgenoten in een komende zondagsschoolles advies te geven over manieren om trouw te blijven als ze met verkeerde denkbeelden en verleidingen te maken krijgen. |
Laat in de vragen 10–11 zien dat je de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis goed kent en kunt toepassen.
10. Hoe zou je de volgende drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis uitleggen aan iemand die ze niet kent?
-
In geloof handelen.
-
Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken.
-
Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.
11. Een vriendin van je is binnenkort klaar met de middelbare school en ziet op tegen de belangrijke beslissingen die ze de komende jaren gaat nemen. Beantwoord de volgende vragen:
-
Welke specifieke dingen zou je haar voorstellen te doen om in geloof te handelen?
-
Hoe kun je haar helpen om haar situatie vanuit een eeuwig perspectief te bekijken?
-
Schriftteksten kerkleerbeheersing zijn voorbeelden van bronnen die God heeft aangewezen. Welke Schrifttekst(en) kerkleerbeheersing kun je met je vriendin bespreken? Waarom?
12. Welke van de dertien Schriftteksten kerkleerbeheersing die je dit semester hebt bestudeerd, heeft het meeste indruk op je gemaakt, en waarom? Wat leer je door deze Schrifttekst over onze hemelse Vader en Jezus Christus?