Kerkleerbeheersing: Mattheüs 22:36–39

De twee grote geboden

In Mattheüs 22:36–39 gaf de Heiland de twee grote geboden. In deze les breng je de leer in deze Schrifttekst in praktijk, en pas je de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis toe zodat je begrijpt hoe je de geboden om God en je naaste lief te hebben kunt gehoorzamen.

De cursisten helpen om antwoord op hun vragen te vinden. Kerkleerbeheersing heeft tot doel de cursisten te leren ‘hoe ze naar waarheid kunnen zoeken, hoe ze over nieuwe informatie kunnen nadenken en hoe ze hun eigen vragen kunnen beantwoorden.’ In plaats van alle vragen van de cursisten te beantwoorden, kunt u overwegen welke vragen geschikt zijn om de cursisten de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te laten oefenen en ze door ‘het goddelijke proces van het ontdekken van waarheid’ te leiden. (Zie Chad H Webb, ‘Doctrinal Mastery’ [toespraak tijdens de jaarlijkse instructie-uitzending van het seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 14 juni 2016], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten de tekstverwijzingen kerkleerbeheersing en de bijbehorende kerngedachten thuis doornemen door iemand te vragen ze te overhoren of met behulp van de app Kerkleerbeheersing. U kunt de cursisten ook vragen om hun plan om de twee grote geboden na te leven in praktijk te brengen.

Mogelijke leeractiviteiten

Deze les wordt gegeven na de les over Mattheüs 22:34–40, de contextuele les voor deze Schrifttekst kerkleerbeheersing. Als deze les kerkleerbeheersing om schoolroostergerelateerde redenen naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de bijbehorende contextuele les ook in die week geeft.

Uit het hoofd leren en uitleggen

U kunt de volgende activiteit of een andere korte activiteit gebruiken om de cursisten te helpen de tekstverwijzing en kerngedachte van deze Schrifttekst kerkleerbeheersing uit het hoofd te leren.

Leer deze kerngedachte uit het hoofd: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben. […] U zult uw naaste liefhebben’. Zie Mattheüs 22:36–39 .

Teken een hart en schrijf de cijfers 1 en 2 eronder. Schrijf naast het cijfer 1: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben’;schrijf naast het cijfer 2:‘U zult uw naaste liefhebben.’ Wijs naar het hart en noem de verwijzing. Wijs vervolgens naar elk cijfer. Zeg daarbij het gedeelte van de kerngedachte op dat bij het cijfer hoort. Herhaal deze procedure enkele keren.

In het volgende gedeelte oefenen de cursisten het uitleggen van waarheden aan anderen, dus het kan nuttig zijn om ze met een klasgenoot of in groepjes te laten werken.

Lees Mattheüs 22:36–39 , en denk terug aan je eerdere studie van deze verzen.

• Hoe kunnen we God met heel ons hart liefhebben? Hoe kunnen we onze naaste liefhebben als onszelf?

• Waarom zouden deze twee geboden in deze volgorde zijn gegeven?

Toepassing

Neem zo nodig met de cursisten de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis door. Laat ze vervolgens met een klasgenoot of in kleine groepjes werken en om de beurt de beginselen uit het hoofd opzeggen. Laat vrijwilligers ze in hun eigen woorden samenvatten.

Neem indien nodig alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) door.In bepaalde situaties weten we soms niet goed hoe we Gods geboden moeten volgen, en hoe we mensen kunnen liefhebben die Gods geboden niet in acht nemen.

Ouderling Lynn G. Robbins van de Zeventig heeft gezegd:

Als we anderen proberen te behagen voordat we God behagen, keren we het eerste en tweede grote gebod om (zie Mattheüs 22:37–39). Dan vergeten we welke kant we op kijken. En toch hebben we allemaal die fout begaan, door onze angst voor andere mensen. […]

Morele beslissingen worden genomen door de volgorde van het eerste en tweede grote gebod in gedachten te houden. […]

De Heiland, ons grote voorbeeld, kijkt altijd naar zijn Vader. Hij had zijn medemensen lief en diende hen, maar zei: ‘Eer van mensen neem Ik niet aan’ ( Johannes 5:41).

(Lynn G. Robbins, ‘Welke kant kijkt u op?’, Liahona, november 2014, 9, 11.)

Denk na over deze vragen voordat je de volgende activiteit doet.

• Ben je ooit bang geweest om een vriend(in) liefdevol terecht te wijzen of raad te geven omdat je hem of haar niet wilde kwetsen?

• Heb je weleens het gevoel gehad dat je moest kiezen tussen wat anderen van jou verwachtten en wat de Heer van jou verwachtte?

Overweeg om de cursisten papier of kaartjes te geven zodat ze deze met andere cursisten kunnen ruilen.

Schrijf een scenario waarin iemand het moeilijk zou kunnen vinden om God lief te hebben en zijn geboden te volgen en daarbij ook anderen lief te hebben. (Opmerking: Schrijf geen scenario waaruit anderen kunnen afleiden over wie het gaat.)

Indien nodig kunt u ideeën opdoen in ‘Aanvullende leeractiviteit’.

U kunt de cursisten vragen om hun scenario met andere klasgenoten te ruilen of te bespreken. Dat kan de cursisten helpen elkaar beter te leren kennen en hun perspectief te verruimen. De scenario’s kunnen worden ingezameld en in willekeurige volgorde weer uitgedeeld (anoniem blijven kan de cursisten helpen om eerlijk te zijn).

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

Houd de persoon in je scenario in gedachten bij het beantwoorden van de volgende vragen.

• Welke veronderstellingen kunnen iemand beïnvloeden zodat hij of zij besluit om anderen te behagen in plaats van God te behagen?

• Hoe zouden deze valse veronderstellingen kunnen worden vermeden door begrip van het heilsplan van onze hemelse Vader of andere evangelieleringen?

• Welke waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus zouden die persoon kunnen helpen om anderen vanuit hun perspectief te zien?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

• Hoe kunnen de waarheden in Mattheüs 22:36–39 deze persoon tot leidraad dienen?

Lees de volgende uitspraken van hedendaagse profeten en zoek naar inzichten waar de persoon in je scenario iets aan zou kunnen hebben.President Russell M. Nelson heeft gezegd:

Soms worden de leiders van de kerk bekritiseerd omdat ze strak de hand houden aan de wetten van God, de leer van de Heiland verdedigen, en aan sociale druk weerstand bieden. […]

Maar zou het niet veel ongevoeliger zijn als we de waarheid niet vertelden – als we niet onderwezen wat God heeft geopenbaard?

(Russell M. Nelson, ‘The Love and Laws of God’ [devotional aan de Brigham Young University, 17 september 2019], 3, speeches.byu.edu.)

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft hierover het volgende gezegd:

We moeten proberen om de grote geboden allebei na te leven. Om dat te doen, moeten we het delicate evenwicht tussen de wet en de liefde bewaren: de geboden onderhouden en het verbondspad volgen, terwijl we onderweg onze naasten liefhebben. Hiervoor moeten we naar goddelijke inspiratie streven, zodat we weten wat we moeten steunen en waar we ons tegen moeten verzetten, en hoe we ondertussen met respect kunnen liefhebben en luisteren en onderwijzen.

(Dallin H. Oaks, ‘Twee grote geboden’, Liahona, november 2019, 75.)

• Hoe zou het degene in jouw scenario kunnen helpen om de waarheden in deze uitspraken te kennen?

In geloof handelen

• Wat zou degene in jouw scenario kunnen doen om de hulp van onze hemelse Vader te verkrijgen om te weten hoe hij of zij moet handelen?

• Hoe zou hij of zij op zo’n manier kunnen handelen dat beide grote geboden in acht worden genomen?

Als de cursisten scenario’s hebben uitgewisseld, zamelt u de scenario’s weer in en geeft u ze terug aan de cursisten die ze geschreven hebben, of legt u ze op een tafel en laat u de cursisten ze zelf weer ophalen.

Overzicht kerkleerbeheersing

Kom in een latere les terug op de Schrifttekst kerkleerbeheersing en kerngedachte door de cursisten een activiteit zoals de volgende te laten doen:

Schrijf de volgende verwijzing en kerngedachte in je studiedagboek en vul vervolgens de ontbrekende woorden in. 

Mattheüs 22:36–39 : ‘U zult de _____ , uw ____, __________. […] U zult uw _______ liefhebben.’

Zeg zo nodig de tekstverwijzing en de kerngedachte op. 

Aanvullende leeractiviteit

Mogelijke scenario’s

Overweeg om een van de volgende scenario’s te gebruiken:

• De ouders van Sander zijn gescheiden en hij is in het weekend meestal bij zijn vader. Zijn vader vindt het niet fijn als Sander naar de kerk gaat en plant doelbewust dingen op het tijdstip van de kerkdiensten. Sander wil graag tijd met zijn vader doorbrengen, maar hij wil ook de Heer gehoorzamen door naar de kerk te gaan.

• Sara voelt steeds influisteringen van de Heilige Geest om haar vriend Guido uit te nodigen het Boek van Mormon te lezen, maar ze negeert deze influisteringen steeds omdat ze weet dat Guido en zijn familie heel actief zijn in een andere religie en ze hem niet wil kwetsen.