Johannes 11:1–46, deel 1
Jezus wekt Lazarus op uit de dood
Maria en Martha vroegen Jezus om hun zieke broer Lazarus te komen helpen. Jezus stelde zijn reis uit en kwam vier dagen na de dood van Lazarus aan. Jezus toonde zijn medeleven en huilde met de zusters mee. Toen wekte Hij Lazarus uit de dood op. In deze les leer je waarheden over Jezus Christus en ontdek je beginselen die je door de moeilijkheden van het leven heen kunnen loodsen.
Mogelijke leeractiviteiten
Denk aan iemand in je naaste familie. Stel je voor dat die persoon zo ziek werd dat zijn of haar leven in gevaar was.
-
Hoe zou je je dan voelen?
-
Wat zou je doen?
-
Met welke vragen zou je zitten?
In Johannes 11 kregen Maria, Martha en Lazarus met een dergelijke situatie te maken. Hoewel zij met ziekte en dood te maken kregen, zijn de beginselen die we dankzij hen leren op alle mogelijke moeilijkheden van toepassing.
Schrijf bovenaan de pagina: ‘Wat je moet weten als je met moeilijkheden te maken krijgt.’ Denk tijdens de les na over de moeilijkheden die je hebt of misschien nog krijgt. Let op waarheden over Jezus Christus en zijn evangelie die je in die moeilijkheden naar jouw idee houvast en hoop kunnen bieden. Schrijf je gedachten op. Denk goed na over die gevonden waarheden en hoe ze je kunnen helpen om liefde voor en van de Heiland te voelen.
Waarheden vinden
Een Schriftstudievaardigheid die nuttig kan zijn om beginselen te ontdekken, is jezelf eenvoudige vragen stellen als je belangrijke details opmerkt. Denk bijvoorbeeld aan:
-
Wat wil mijn hemelse Vader dat ik uit deze verzen leer?
-
Wat vertelt dit verhaal me over Jezus Christus?
Lees Johannes 11:1–7 en stel jezelf de voorgaande vragen.
Je kunt uit deze verzen verschillende beginselen afleiden. Hieronder staan enkele voorbeelden. Markeer desgewenst voor elk voorbeeld zinsneden of details in de gelezen verzen die het beginsel ondersteunen.
Hoewel Jezus Christus van ons houdt, zullen we toch met beproevingen te maken krijgen.
Zelfs als we Jezus Christus trouw volgen, krijgen we nog steeds met beproevingen te maken.
Als we met moeilijkheden te maken krijgen, kunnen we de hulp van de Heer inroepen, en Hij zal op zijn eigen tijd en wijze antwoorden.
Schrijf deze beginselen op je blaadje.
-
Wat heb je eraan om deze dingen te weten?
Twee dagen nadat de Heiland had gehoord dat Lazarus ziek was, ging Hij op weg naar Lazarus’ huis. Toen Hij aankwam, lag Lazarus al vier dagen in het graf (zie Johannes 11:17).
Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de betekenis van vier dagen uitgelegd.
Het lichaam was al aan het ontbinden; de dood was al een poos als absoluut zeker vastgesteld. […] Die periode van vier dagen had voor de Joden bijzondere betekenis. Ze geloofden dat de geest het lichaam op de vierde dag definitief en onherroepelijk verlaten had.
(Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], deel 1, 533.)
Blijf bij het lezen van Johannes 11:18–46 op beginselen letten. Je kunt ook ‘Lazarus Is Raised from the Dead’ bekijken, vanaf tijdcode 2:04 tot 7:43, en in je Schriften meelezen. Pauzeer zo nu en dan en stel jezelf vragen als je belangrijke details tegenkomt. Sta bijvoorbeeld stil bij hoe Maria en Martha hun geloof in Jezus Christus tonen of hoe de Heiland in elke situatie reageert. Voeg de gevonden beginselen aan je document toe. Overweeg ook om belangrijke details te markeren en andere notities in je Schriften te maken.
-
Wat wil je hemelse Vader dat je van dit verhaal leert?
Wat leer je door dit verhaal over Jezus Christus?
Stel de cursisten eventueel de volgende vragen als ze hulp nodig hebben om nog meer waarheden te ontdekken.
-
Wat deden Maria en Martha om tijdens hun beproeving geloof in Jezus Christus te oefenen?
-
Wat kom je door het antwoord van de Heiland aan hen over Hem te weten?
-
Welke elementen van dit verhaal leren je om meer op de Heiland te vertrouwen?
-
Wat heb je er bij je studie aan gehad dat je over belangrijke details nadacht en vragen stelde?
Stel dat je de kans had om met iemand te praten die een zware beproeving doormaakt. Kies een van de gevonden beginselen uit Johannes 11:1–46 en vertel wat hij of zij aan dat beginsel kan hebben. Vertel er ook bij hoe dit beginsel deze persoon meer inzicht kan geven in onze hemelse Vader en Jezus Christus en hun verlangens voor ons.
Lees de beginselen door die je hebt opgeschreven onder ‘Wat je moet weten als je met moeilijkheden te maken krijgt’. Noteer onder die beginselen je antwoorden op de volgende vragen.
-
Welk beginsel moet je op dit moment vooral in praktijk brengen? Waarom?
-
Wat heb je over onze hemelse Vader en de Heiland geleerd waardoor je liefde voor en van Hen voelt?
-
Waartoe voel je je geïnspireerd door wat je vandaag geleerd en gevoeld hebt? Hoe ga je dat aanpakken?
Toelichting en achtergrondinformatie
Waarom lijd ik als ik rechtschapen probeer te zijn?
Ouderling Matthew S. Holland van de Zeventig heeft gezegd:
Weet dat er Iemand is die precies weet wat u doormaakt, die ‘machtiger dan de gehele aarde’ [1 Nephi 4:1] is en die ‘bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken’ [Efeze 3:20]. Het proces zal zich op zijn manier en tijd ontvouwen, maar Christus staat altijd klaar om elke gram en elk aspect van uw pijn volledig te genezen.
Als u Hem de kans geeft om dat te doen, zult u merken dat uw leed niet voor niets was. […] Geluk is namelijk de aard van God en het doel van ons aardse bestaan. Maar we kunnen geen volmaakte wezens met volmaakte vreugde worden zonder beproevingen die ons soms tot het uiterste op de proef stellen. Paulus heeft herhaaldelijk gezegd dat zelfs de Heiland ‘door lijden [geheiligd]’ werd [Hebreeën 2:10]. Bescherm u dus tegen de influistering van Satan dat u zulke beproevingen niet zou krijgen als u een beter mens was.
U moet ook de bijbehorende leugen weerstaan dat uw leed op de een of andere manier het bewijs is dat u zich buiten de cirkel van de uitverkoren kinderen van God bevindt, die van de ene gezegende staat naar de andere lijken te zweven. […]
Broeders en zusters, als u in rechtschapenheid lijdt, kunt u een van Gods uitverkorenen worden, in plaats van ervan afgescheiden te worden.
(Matthew S. Holland, ‘De uitzonderlijke gave van de Zoon’, Liahona, november 2020, 46–47.)
Aanvullende leeractiviteiten
Alternatief begin van de les
Vraag de cursisten welke wonderen Jezus verricht heeft en welke machten Hij dus kennelijk bezit. Enkele voorbeelden: macht over de dood (zie Lukas 7:11–18), macht over mentale problemen (zie Lukas 8:27–35) en macht om mensen in het dagelijks leven te helpen (zie Mattheüs 17:24–27 ; Lukas 5:1–6).
Laat de cursisten overwegen waar ze de hulp van de Heiland bij nodig hebben, en naar beginselen zoeken waardoor ze weten hoe ze zijn hulp kunnen ontvangen.