Seminarie
Filippenzen en Kolossenzen


Filippenzen en Kolossenzen

Kracht in Jezus Christus vinden

De jongevrouwen van onze wijk werkten tijdens de wekelijkse activiteitenavond samen om de top van een berg te bereiken, met uitzicht op de Utah Valley.

Met welke problemen of moeilijkheden hebben jij en de mensen om je heen te maken? Wat maakt deze dingen zo moeilijk? Vraag je je weleens af of je hulp kunt krijgen om je moeilijkheden te overwinnen? Paulus had met veel moeilijkheden te maken, onder andere toen hij jarenlang in Rome huisarrest had. Onder deze omstandigheden schreef hij brieven aan de heiligen in Filippi en Kolosse, en leerde hij hun om zich voor kracht tot Jezus Christus te wenden. In deze les leer je inzien dat je door Jezus Christus de kracht kan vinden om je moeilijkheden te doorstaan.

Cursisten helpen onderwijzen. Als u de cursisten de kans geeft om elkaar te onderwijzen, kunnen ze de behandelde leringen beter begrijpen en toepassen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten Filippenzen 4:13 uit het hoofd leren.

Mogelijke leeractiviteiten

Moeilijkheden en problemen waarmee jongeren te maken hebben

U kunt de cursisten hun antwoorden op de eerste vraag op het bord laten zetten, om tijdens de les te gebruiken.

  • Met welke veelvoorkomende problemen of moeilijkheden hebben jongeren in jouw gebied te maken?

  • Welke van die problemen of moeilijkheden zouden jongeren niet op eigen kracht kunnen overwinnen? Waarom?

Zoek in je studiedagboek naar je eigen moeilijkheden en problemen, en leg uit waarom die moeilijk voor jou zijn. Bespreek hierbij ook waarom je denkt dat je hulp nodig hebt om ze te overwinnen.

In deze les kun je kort iets voorbereiden en onderwijzen, aan de hand van de brieven van Paulus aan de Filippenzen en Kolossenzen. Ga bij je studie van deze brieven na hoe de woorden van Paulus jou en anderen kunnen helpen om in moeilijke tijden op Jezus Christus te vertrouwen.

U kunt een cursist vragen om de volgende alinea voor te lezen of samen te vatten, om de context van Filippenzen en Kolossenzen te verduidelijken.

De apostel Paulus kreeg met veel problemen en moeilijkheden te maken. ‘Filippenzen en Kolossenzen zijn waarschijnlijk beide geschreven toen Paulus in Rome onder huisarrest was, maar opmerkelijk genoeg schreef Paulus in deze moeilijke tijd over “de vrede van God, die alle begrip te boven gaat” (Filippenzen 4:7). Deze twee brieven zijn consequent positief en optimistisch, en ze bevatten enkele van de duidelijkste en vurigste leringen van Paulus over Jezus Christus. Paulus heeft gezegd dat als we in geloof en dankbaarheid leven, de Heer de zaak van het evangelie door ons kan bevorderen – ongeacht onze omstandigheden – en dat we, door op het fundament van Jezus Christus te bouwen, kunnen voorkomen dat we door wereldse filosofieën en tradities worden misleid.’ (New Testament Student Manual [2014], 433; zie ook Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’, ‘Filippenzen, zendbrief aan’ en ‘Kolossenzen, zendbrief aan’, schriften.ChurchofJesusChrist.org.)

Als u de cursisten als voorbereiding op deze les Filippenzen 4:13 uit het hoofd hebt laten leren, kunt u nu een of meer van hen het vers laten opzeggen.

Lees Filippenzen 4:13 en ga na wat Paulus zei dat Jezus Christus voor hem betekende.

  • Waarom is dit belangrijk om te weten?

Bekijk de video ‘I Can Do All Things’ (1:17) om voorbeelden te zien van dingen waar de Heiland je bij kan helpen. Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.

1:17

Jezus Christus helpt ons met onze moeilijkheden

Denk na over de problemen en moeilijkheden waar jij en jongeren in jouw gebied mee te maken hebben. Gebruik de stappen A, B en C hieronder om een les van vijf minuten voor te bereiden. Wat kun je over Jezus Christus onderwijzen, waardoor jij en anderen moeilijkheden kunnen overwinnen?

Toon het volgende lesschema en de instructies waarmee de cursisten hun les kunnen voorbereiden. Loop door de klas en help de cursisten bij hun voorbereiding als dat nodig is. Geef ze voldoende tijd om hun lessen voor te bereiden.

De cursisten kunnen dit zelfstandig of samen met een klasgenoot doen. De ene cursist kan dan de helft van de teksten zelfstandig bestuderen en die daarna met de andere cursist bespreken, en vice versa. Daarna kunnen ze de les gezamenlijk voorbereiden en geven.

A. Bestudeer de volgende teksten, en zoek naar waarheden die voor jou en andere mensen nuttig kunnen zijn:

Filippenzen 2:5–8; 3:20–21; 4:6–7

Kolossenzen 1:12–18; 3:1–2, 12–17, 23–24

B. Kies een vers of groep verzen uit, en vind een waarheid over het evangelie van de Heiland om te onderwijzen. In Kolossenzen 1:12–14 staat bijvoorbeeld dat onze hemelse Vader zijn Zoon heeft gezonden zodat wij van de duisternis verlost kunnen worden en vergeving van zonde kunnen ontvangen.

C. Neem een of meer van de volgende elementen in je les op:

  • Vertel ter illustratie van die waarheid over een ervaring die jij (of iemand anders) hebt gehad. Laat de klasleden ook iets over hun ervaringen vertellen. Je kunt ook voorbeelden of ervaringen uit de Schriften of conferentietoespraken gebruiken. Ervaringen die met de bovenstaande vetgedrukte waarheid hebben te maken, kunnen bijvoorbeeld zijn dat de Heiland iemand vergeeft of uit de duisternis verlost.

  • Zoek nuttige Schriftverwijzingen op. Voor de vetgedrukte waarheid hierboven kun je bijvoorbeeld Mosiah 16:9 of 2 Petrus 2:9 delen. Laat de cursisten met hulpmiddelen zoals de Gids bij de Schriften naar aanvullende verwijzingen zoeken.

  • Vind een nuttige uitspraak van een kerkleider. De vetgedrukte waarheid blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat van zuster Reyna I. Aburto van het algemeen ZHV-presidium:

Officieel portret van zuster Reyna Aburto. Foto uit 2017.

Als u voortdurend door een ‘mist van duisternis’ [1 Nephi 8:23] wordt omgeven, wend u dan tot uw hemelse Vader. Niets wat u hebt meegemaakt, kan de eeuwige waarheid veranderen dat u zijn kind bent en dat Hij u liefheeft. Bedenk dat Christus uw Heiland en Verlosser is, en dat God uw Vader is. Zij begrijpen u. Beeld u in dat Zij vlak bij u zijn, naar u luisteren en u steunen. Zij zullen ‘u in uw ellende vertroosten’ [Jakob 3:1]. Doe wat u kunt, en vertrouw op de verzoenende genade van de Heer.

(Reyna I. Aburto, ‘In voor- en tegenspoed, Heer, blijf bij mij’, Liahona, november 2019, 58–59.)

Laat cursisten die daartoe bereid zijn lesgeven. U kunt de cursisten ook vragen om hun les in kleine groepjes te geven.

Moedig de cursisten aan om oprecht te zijn en hun uiterste best te doen als ze les geven en krijgen. Moedig ze aan om bij hun eigen moeilijkheden om hulp te vragen, terwijl ze goed naar de lessen van hun klasgenoten luisteren.

Als we door de Geest onderwijzen en leren, worden we gesterkt (zie Leer en Verbonden 50:22–23). Schrijf in je studiedagboek op wat je hebt geleerd en gevoeld, waardoor je bij moeilijkheden kracht van Jezus Christus kunt ontvangen. Vraag onze hemelse Vader door de Heilige Geest om hulp, om te bepalen wat Hij wil dat je doet om de kracht van de Heiland te ontvangen. Volg de ingevingen die je krijgt.

Moedig de cursisten aan om hun les thuis aan hun familie te geven. Het kan nuttig zijn om de ouders een bericht te sturen en over deze les te vertellen. Zij kunnen de cursisten dan aanmoedigen om hun les thuis te geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Filippenzen 2:12–13. Heeft Paulus gezegd dat we ons eigen heil moeten verdienen?

Hoewel het van essentieel belang is om ons geloof in Jezus Christus te tonen in woord en daad, is het belangrijk om in te zien dat we ons heil niet kunnen ‘verdienen’ (zie 2 Nephi 2:8; Mosiah 2:24; Alma 22:14). In Filippenzen 2:13 staat dat God in ons werkt, zodat we dingen kunnen doen die we zelf niet kunnen (zie Gids bij de Schriften, ‘Genade’, schriften.ChurchofJesusChrist.org). Deze hulp en kracht wordt vaak de genade van de Heiland genoemd en is de macht waarmee Hij ons redt (zie Efeze 2:8).

Kijk naar ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf in de video ‘Talrijke zegeningen’ van tijdcode 0:00 tot 5:39, of president Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium in de video ‘What Think Ye of Christ?’ van tijdcode 8:58 tot 12:50, om meer over dit onderwerp te weten te komen.

2:3
19:10

Filippenzen 4:13. Wat betekent het dat ik ‘alle dingen [aankan] door Christus’?

Zuster Michelle D. Craig van het algemeen jongevrouwenpresidium heeft gezegd:

Het officieel portret van Michelle D. Craig.

Het hoeft ons niet te verbazen dat we ons goddelijk potentieel niet ten volle benutten. En dat we alleen niet goed genoeg zijn, hoeft ook geen betoog. Maar het goede nieuws van het evangelie is dat we met Gods genade goed genoeg zijn. Met Christus’ hulp kunnen we alle dingen aan [zie Filippenzen 4:13]. In de Schriften staat de belofte dat we ‘genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip’ [Hebreeën 4:16].

(Michelle D. Craig, ‘Goddelijke ontevredenheid’, Liahona, november 2018, 54.)

President Dallin H. Oaks heeft gezegd:

Officieel portret van president Dallin H. Oaks, genomen in maart 2018.

De apostel Paulus schreef over zijn eigen aardse moeilijkheden: ‘Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft’ (Filippenzen 4:13).

En zo zien wij dat de Heiland vanwege zijn verzoening hulp kan bieden bij alle pijnen en benauwingen in ons aardse bestaan. Soms geneest zijn macht een ziekte, maar uit de Schriften en eigen ervaring weten we dat Hij ons soms te hulp komt door ons de kracht of het geduld te geven om onze zwakheden te verduren.

(Dallin H. Oaks, ‘Gesterkt door de verzoening van Jezus Christus’, Liahona, november 2015, 62.)

Aanvullende leeractiviteiten

Filippenzen 2:12–13. Werken, genade en heil

Filippenzen 2:12–13 kan een moeilijke tekst zijn. Laat de cursisten de verzen zorgvuldig bestuderen om erachter te komen wat Paulus onderwijst. U kunt ze het gedeelte ‘Toelichting en achtergrondinformatie’ bij Filippenzen 2:12–13 en de toelichting van deze tekst in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2023 laten lezen. Laat ze vertellen wat ze hebben gevonden, waardoor ze de belangrijke leer van werken, genade en heil beter begrijpen. Laat ze vertellen hoe die kennis hun geloof in, en liefde voor, Jezus Christus versterkt.

Kolossenzen 1:9–18. Rollen van Jezus Christus

Laat de cursisten in deze verzen naar namen, titels en rollen van Jezus Christus zoeken. U kunt de cursisten vragen naar voorbeelden uit de Schriften, hun eigen leven of dat van mensen die ze kennen, waarin de Heiland deze namen, rollen of titels illustreerde. Vraag de cursisten naar een rol die voor hen het belangrijkst is en hoe die hun gevoelens voor Jezus Christus beïnvloedt.

Kolossenzen 2:6. In Christus wandelen

Vraag de cursisten wat het volgens hen betekent om in Christus te wandelen (zie Kolossenzen 2:6). Laat ze de volgende teksten bestuderen en opzoeken wat het betekent om in Christus te wandelen: Kolossenzen 1:9–18; Kolossenzen 2:6; Kolossenzen 3:1–11. Ze kunnen ook deze uitspraak van president Henry B. Eyring bestuderen:

Officieel portret van Henry B. Eyring.

Wat betekent het om in de Heer te wandelen? Het betekent dat we doen wat Hij doet, dienen zoals Hij dient. Hij bracht offers om mensen in nood te helpen. Dat proberen wij dus ook te doen. Hij leek vooral aandacht te besteden aan mensen die door de maatschappij vergeten en zelfs gemeden werden. Dat dienen wij dus ook te proberen. Hij getuigde krachtig maar liefdevol van de ware leer die Hij van zijn Vader ontvangen had, ook al was dat niet populair. Dat moeten wij ook doen. Hij zei tot iedereen: ‘Kom naar Mij toe’ (Mattheüs 11:28). En wij sporen iedereen aan tot Hem te komen.

(Zie Henry B. Eyring, ‘Wandel met Mij’, Liahona, mei 2017, 84.)

Laat de cursisten over hun bevindingen vertellen en de hulp van onze hemelse Vader inroepen om te bedenken hoe wij beter volgens het voorbeeld van Christus kunnen leven.