Openbaring 5

‘Het Lam […] is het waard’

Painting of Jesus Christ in America, greeting Nephites.

Wat denk je dat het betekent om je hemelse Vader en Jezus Christus te aanbidden? [Het woord aanbidden betekent vereren, eerbiedigen of verheerlijken.] Waarom aanbidden we Hen? Johannes zag de troon van God en verschillende verheerlijkte wezens die Hem loofden en aanbaden. Deze les kan je verlangen vergroten om onze hemelse Vader en Jezus Christus met meer liefde en oprechtheid te aanbidden.

De band met onze hemelse Vader en Jezus Christus versterken. Cursisten die onze hemelse Vader en Jezus Christus liefhebben en weten dat Zij van hen houden, voelen een oprecht verlangen om dicht bij Hen te zijn. Herinner de cursisten eraan dat het seminarie ze kan helpen Gods liefde voor hen te voelen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten met een familielid of kerkleid(st)er bespreken wat het betekent om onze hemelse Vader en Jezus Christus te aanbidden.

Mogelijke leeractiviteiten

De troon van God

Begin de les eventueel met het zingen van een lofzang waarin God wordt geprezen, zoals ‘Zingt, schepselen van onze Heer’ of ‘Glorie zij God de Heer’ (Lofzangen, nr. 38, 39). Laat de cursisten letten op de houding van aanbidding in de lofzang.

U kunt de cursisten ook vragen om te denken aan iemand van wie ze houden en hoe ze die persoon laten zien dat ze van hem of haar houden. Laat de cursisten zich afvragen hoe zij hun liefde voor God tonen.

Vraag de cursisten hun antwoorden op de volgende vragen op het bord te zetten.

Wat weet je over onze hemelse Vader en Jezus Christus dat in je hart een oprecht verlangen aanwakkert om Hen te aanbidden?

Als we onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbidden, geven we Hun onze liefde, eerbied en dienstbetoon (zie Gospel Topics, ‘Worship’, topics.ChurchofJesusChrist.org). Onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbidden, kan een grote uitwerking hebben in ons leven en ons dichter bij Hen brengen.

Welke gelegenheden heb je waarop je de Vader en de Zoon kunt aanbidden?

Denk eens na over hoe vaak je je hemelse Vader en Jezus Christus oprecht aanbidt. Bedenk hoe je leven zou veranderen als je Hen vaker en op een zinvollere manier aanbad. Streef bij je studie van Openbaring 5 naar de invloed van de Heilige Geest om te weten te komen hoe je je hemelse Vader en Jezus Christus oprechter kunt aanbidden.

Het Lam […] is het waard

A modern replica of an ancient papyrus scroll, folded and sealed with multiple clay seals. Sealing an ancient document in this way identified its owner and his authority, made the document legally binding, and protected it from unauthorized disclosure. Jesus Christ’s role as the only person worthy to open and read the sealed book in Revelation 5 highlights His authority as the executor of God’s plan of salvation.

Johannes zag in zijn visioen de troon van God in het celestiale koninkrijk. Rond de troon bevonden zich verheerlijkte wezens en dieren die God loofden en aanbaden (zie Openbaring 4:1–11). Hij zag onze hemelse Vader op zijn troon zitten met een boekrol die met zeven zegels verzegeld was (zie Openbaring 5:1). De boekrol bevatte Gods geopenbaarde wil, verborgenheden en werken in de zevenduizend jaar van het tijdelijke bestaan van de aarde (zie Leer en Verbonden 77:6–7).

Lees Openbaring 5:2–4 en let op de reactie van Johannes.

Wat viel je op?
Aangezien het boek met de zegels de tijdelijke geschiedenis van de aarde voorstelt, maakte Johannes zich misschien zorgen dat, als niemand waardig was om het te openen, Gods doel om de aarde te scheppen niet zou worden verwezenlijkt. Wat zou er met de kinderen van onze hemelse Vader gebeuren als zijn plan voor hun eeuwig heil niet uitgevoerd kon worden?

Lees Openbaring 5:5–7 en ga na waarom Johannes niet hoefde te huilen. Het is nuttig om te weten dat in de Bijbelvertaling van Joseph Smith van vers 6 het getal zeven is veranderd in twaalf.

Vraag de cursisten eventueel naar hun gevoelens jegens de Heiland en waarom ze dankbaar voor Hem zijn. Geef de cursisten tijdens hun studie de gelegenheid om te vertellen wat ze hebben ontdekt en om vragen te stellen. Help ze om antwoorden in de Schriften te vinden. Bespreek desgewenst wat ze uit de namen en de manieren waarop Hij wordt beschreven over de Heiland te weten komen.

Aanvullende inzichten over Openbaring 5:5–6 staan in ‘Toelichting en achtergrondinformatie’.

Lees Openbaring 5:8–14 en ga na hoe de verheerlijkte wezens reageerden toen Jezus Christus de boekrol uit de hand van onze hemelse Vader kon aannemen. Je kunt ook lezen hoe Joseph Smith de wezens rond Gods troon in Leer en Verbonden 76:20–21 beschreef.

Waarom denk je dat de verheerlijkte wezens zo reageerden?
Stel je voor dat je erbij was. Hoe zou je je voelen? Wat zou je doen?
Wat kunnen we leren van de manier waarop de verheerlijkte wezens onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbaden?

Een waarheid die we kunnen leren, is dat wij, als we dankbaarheid jegens onze hemelse Vader en Jezus Christus voelen, ernaar verlangen Hen te aanbidden en te loven.

Aanbidding

Laat eventueel het volgende citaat zien.

Bisschop Dean M. Davies (1951–2021) van de Presiderende Bisschap sprak over aanbidding. Je kunt het onderstaande citaat lezen of ‘De zegeningen van aanbidding’ bekijken (vanaf tijdcode 3:34 tot 4:45 en 8:54 tot 11:14) op ChurchofJesusChrist.org.

11:28

Wanneer we God aanbidden, benaderen we Hem met eerbiedige liefde, ootmoed en verering. We erkennen en aanvaarden Hem als onze soevereine Koning, de Schepper van het heelal, onze geliefde en oneindig liefdevolle Vader.

We respecteren en eren Hem.

We onderwerpen ons aan Hem.

We verheffen ons hart in machtig gebed, koesteren zijn woord, verheugen ons in zijn genade en verbinden ons om Hem toegewijd en trouw te volgen. […]

Als we aanbidden, gaat ons hart elke ochtend, middag en avond vol lof naar onze gezegende God uit.

We heiligen en eren Hem voortdurend – in onze kerkgebouwen, huizen, tempels en al onze arbeid.

Als we aanbidden, stellen we ons hart open voor de genezende kracht van de verzoening van Jezus Christus.

Aan onze levenswandel is onze aanbidding af te lezen.

(Dean M. Davies, ‘De zegeningen van aanbidding’, Liahona, november 2016, 94–95.)

Wat kom je door dit citaat over aanbidding te weten?

Om te beoordelen in hoeverre de cursisten begrijpen wat aanbidding inhoudt, laat u ze het concept van God aanbidden aan een klasgenoot uitleggen. Luister aandachtig naar hun antwoorden en bied zo nodig meer inzicht.

Hoe zou oprechte aanbidding van onze hemelse Vader en Jezus Christus je tot zegen kunnen zijn?
Wanneer heb je je door oprechte aanbidding dicht bij je hemelse Vader of Jezus Christus gevoeld?
Hoe zou je aanbidding beter de gevoelens kunnen weerspiegelen die je voor je hemelse Vader en Jezus Christus hebt?
Kies een of meer van de volgende handelingen en bedenk hoe oprechte aanbidding daar meer betekenis aan kan geven: gebed, Schriftstudie, deelname aan het avondmaal, de sabbat heiligen, vasten, naar de tempel gaan.
Voel je je geroepen om iets te verbeteren of veranderen in de manier waarop je aanbidt?

Wellicht is het gepast om te vertellen over een persoonlijke ervaring met het aanbidden van onze hemelse Vader en Jezus Christus.

Toelichting en achtergrondinformatie

Wie is de ‘Leeuw […] uit de stam van Juda’ en de ‘Wortel van David’?

Beide zinsneden zijn titels van Jezus Christus. ‘Leeuw […] uit de stam van Juda’ is een passende titel omdat een leeuw majestueus en krachtig is en omdat de Heiland in de afstammingslijn van Juda is geboren (zie Genesis 49:8–10 ; Mattheüs 1:3 ; Hebreeën 7:14). De titel ‘Leeuw […] uit de stam van Juda’ staat in schril contrast met het zachtmoedige offerlam dat in Openbaring 5:6 wordt genoemd. Deze twee beelden geven aan dat Christus zowel majesteit als zachtmoedigheid bezit.

Jezus wordt ook wel de ‘Wortel van David’ genoemd. Een wortel verschaft levensreddend water en voeding aan een plant, net als de zending van Jezus Christus dit biedt aan allen die Hem als hun Heiland en Verlosser aanvaarden (zie Johannes 15:1–8 , zie ook Jesaja 11:1 ; 53:2). Verderop in de openbaring van Johannes verklaarde Christus zelf: ‘Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David’ ( Openbaring 22:16). De schrijvers van de evangeliën benadrukten vaak dat Jezus een afstammeling van koning David was (zie Mattheüs 1:1 ; Markus 10:47 ; Lukas 1:32 ; Johannes 7:42).

Wat symboliseren de ogen en horens in Openbaring 5:6 ?

In de Schriften zijn horens vaak een symbool van macht of gezag, en ogen kunnen licht en kennis symboliseren. In de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Openbaring 5:6 is het getal zeven veranderd in twaalf. Het getal twaalf kan goddelijk bestuur en organisatie, of het priesterschap, symboliseren. In de Bijbelvertaling van Joseph Smith staat ook dat de twaalf horens en ogen ‘de twaalf dienstknechten van God’ zijn, die de twaalf apostelen van Jezus Christus zouden kunnen voorstellen.

Wie aanbidden we?

President Russell M. Nelson heeft getuigd:

Het zoenoffer en de opstanding van Jezus Christus hebben ons leven voorgoed veranderd. Wij hebben Hem lief, en wij aanbidden Hem en onze hemelse Vader vol dankbaarheid.

(Russell M. Nelson, ‘Christus is opgestaan – met geloof in Hem kunt u bergen verzetten’, Liahona, mei 2021, 101.)

Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Wij aanbidden God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, en niet de profeet Joseph, noch enig ander sterfelijk mens.

(Gerrit W. Gong, ‘Alle natiën, geslachten en talen’, Liahona, november 2020, 39.)

Hoe kan ik door aanbidding meer op God gaan lijken?

Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Kom de Heer aanbidden! Hoe? Volmaakte aanbidding is navolging. Wij eren de mensen die we imiteren. De volmaaktste manier van aanbidding is om net zo heilig als Jehova te zijn. Om net zo rein als Christus te zijn. Om te doen wat nodig is om net als onze hemelse Vader te worden. […]

Hoe aanbidden we de Heer? Dat doen we door van genade tot genade te gaan, totdat we de volheid van de Vader ontvangen en in licht en waarheid worden verheerlijkt, zoals ons Patroon en Prototype, de beloofde Messias.

(Bruce R. McConkie, The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], 568–569.)