‘Hoofdstuk 4: De Geest zoeken en vertrouwen’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)
‘Hoofdstuk 4: De Geest zoeken en vertrouwen’, Predik mijn evangelie
Hoofdstuk 4
De Geest zoeken en vertrouwen
Stel je open voor de leiding van de Heilige Geest
De gave van de Heilige Geest is een van de grootste gaven die God aan zijn kinderen heeft gegeven. Die gave is essentieel voor je zendingswerk. Om ertoe bij te dragen dat mensen zich laten dopen, bevestigen en bekeren, heb je de leidende, openbarende macht van de Heilige Geest nodig.
De leiding van de Heilige Geest vergt geestelijke inzet. Die inzet bestaat onder andere uit vurige gebeden, regelmatige Schriftstudie, je verbonden en Gods geboden naleven (zie Mosiah 18:8–10, 13), en wekelijks waardig aan het avondmaal deelnemen (zie Leer en Verbonden 20:77, 79).
Je krijgt iedere dag met andere behoeften en situaties te maken. Door de ingevingen van de Geest zul je weten wat je moet doen en zeggen. Als je naar deze ingevingen verlangt en handelt, maakt Hij je capaciteiten en bediening groter dan je zelf zou kunnen. Hij zal je in alle aspecten van je zending en leven helpen. (Zie 2 Nephi 32:2–5; Alma 17:3; Helaman 5:17–19; Leer en Verbonden 43:15–16; 84:85.)
‘In de komende tijd kunnen wij geestelijk niet overleven zonder de leidende, troostende en voortdurende invloed van de Heilige Geest.’ (Russell M. Nelson, ‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 96.)
Het licht van Christus
Het licht van Christus ‘wordt aan ieder mens gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden’ (Moroni 7:16; zie vers 14–19; zie ook Johannes 1:9). Het licht van Christus is de verlichting, kennis en invloed die van Jezus Christus afkomstig zijn. Die invloed gaat vooraf aan het ontvangen van de gave van de Heilige Geest. Het licht van Christus leidt mensen die ervoor openstaan ertoe om het herstelde evangelie van Jezus Christus te ontvangen en na te leven.
De Heilige Geest
De Heilige Geest als persoon
De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid. Hij is een persoon van geest en heeft geen lichaam van vlees en beenderen (zie Leer en Verbonden 130:22). Hij is de Trooster, die volgens de belofte van de Heiland zijn volgelingen in alles zou onderwijzen en hen in herinnering brengen wat Hij hun had gezegd (zie Johannes 14:26).
De macht van de Heilige Geest
Het getuigenis dat oprechte waarheidszoekers vóór de doop ontvangen, is van de Heilige Geest afkomstig. Alle mensen kunnen door de macht van de Heilige Geest een getuigenis van Jezus Christus en zijn herstelde evangelie ontvangen. ‘Door de macht van de Heilige Geest kunt u de waarheid van alle dingen kennen’ (Moroni 10:5).
De gave van de Heilige Geest
De gave van de Heilige Geest is het recht op het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest zolang wij daartoe waardig zijn. We ontvangen de gave van de Heilige Geest nadat we met water zijn gedoopt. De gave wordt ontvangen door de verordening van de bevestiging.
De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Er is een verschil tussen de Heilige Geest en de gave van de Heilige Geest. Cornelius ontving de Heilige Geest voordat hij gedoopt was. Door de macht Gods werd hij overtuigd van de waarheid van het evangelie, maar pas na zijn doop kon hij de gave van de Heilige Geest ontvangen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 104.)
We worden door de gave en macht van de Heilige Geest geheiligd. We worden zo heiliger, completer en beter, en gaan meer op God lijken. Het is door de verlossing van Christus en de heiligende macht van de Heilige Geest dat we geestelijk wedergeboren kunnen worden als we de verbonden naleven die we met God sluiten (zie Mosiah 27:25–26).
De Heilige Geest van de belofte
De Heilige Geest wordt ook wel de Heilige Geest van de belofte genoemd (zie Leer en Verbonden 88:3). In deze hoedanigheid bevestigt de Heilige Geest dat de ontvangen priesterschapsverordeningen en de gesloten verbonden voor God aanvaardbaar zijn. Wie door de Heilige Geest van de belofte zijn verzegeld, ontvangen alles wat de Vader heeft (zie Leer en Verbonden 76:51–60; Efeze 1:13–14; Gids bij de Schriften, ‘Heilige Geest van de belofte’).
Alle verordeningen en verbonden moeten door de Heilige Geest van de belofte worden verzegeld om na dit leven van kracht te zijn (zie Leer en Verbonden 132:7, 18–19, 26). Die verzegeling hangt van onze getrouwheid af.
Gaven van de Geest
De Heer geeft ons gaven van de Geest voor ons eigen welzijn en het welzijn van anderen (zie Leer en Verbonden 46:8–9, 26). Zendelingen die een nieuwe taal moeten leren, kunnen bijvoorbeeld de gave van talen ontvangen om met goddelijke hulp anderen in hun moedertaal te onderwijzen.
Er staan verschillende gaven van de Geest beschreven in Moroni 10:8–18, Leer en Verbonden 46:11–33 en 1 Korinthe 12:1–12. Dat zijn slechts enkele voorbeelden van de vele gaven van de Geest. De Heer kan ons, afhankelijk van onze eigen getrouwheid en behoeften en de behoeften van anderen, ook met andere gaven zegenen.
De Heiland vraagt ons oprecht naar geestelijke gaven te streven (zie Leer en Verbonden 46:8; 1 Korinthe 14:1, 12). Deze gaven krijgen we door gebed, geloof, inzet en naar de wil van God.
De macht van de Heilige Geest in bekering
De macht van de Heilige Geest brengt bekering teweeg. Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat iemand de macht van de Geest kan ervaren. Hieronder staan enkele manieren waarop je dit kunt doen.
-
Probeer de Geest bij je te hebben door te bidden, de Schriften te bestuderen en je verbonden na te leven.
-
Onderwijs met de Geest over de Heiland en de boodschap van de herstelling. Volg de leiding van de Geest door je boodschap op de behoeften van de persoon af te stemmen.
-
Getuig dat je door de macht van de Heilige Geest weet dat wat je verkondigt waar is. Wanneer je getuigt, kan de Heilige Geest tot anderen getuigen.
-
Nodig mensen uit tot handelen en help ze om hun toezeggingen na te komen. Wanneer mensen hun toezeggingen nakomen, gaan ze de macht van de Heilige Geest sterker voelen. Zie hoofdstuk 11.
-
Stel vervolgvragen over ervaringen die mensen hadden toen ze hun toezeggingen nakwamen. Hun geloof zal groeien als ze zich bekeren, de geboden onderhouden en hun toezeggingen nakomen. Leer ze herkennen wanneer de Geest met hen werkt.
President M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Ware bekering komt door de macht van de Geest tot stand. Als de Geest het hart raakt, verandert het. Als mensen […] de Geest met zich voelen werken, of wanneer zij in hun leven het bewijs zien van de liefde en barmhartigheid van de Heer, worden zij opgebouwd, geestelijk versterkt, en neemt hun geloof in Hem toe. Die ervaringen met de Geest volgen vanzelf als iemand bereid is het woord te beproeven [zie Alma 32:27]. Zo gaan we voelen dat het evangelie waar is.’ (‘Dit is de tijd’, Liahona, januari 2001, 89.)
Bid met geloof in Jezus Christus
Als je anderen tot bekering wilt laten komen, zul je met de macht van de Geest moeten onderwijzen (zie Leer en Verbonden 50:13–14, 17–22). De Heer heeft gezegd: ‘De Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien u de Geest niet ontvangt, zult u niet onderwijzen’ (Leer en Verbonden 42:14).
Als je om hulp bij je onderwijs bidt, ‘voert de macht van de Heilige Geest het tot het hart van de mensenkinderen’ (2 Nephi 33:1). Wanneer jij met de Geest onderwijst en anderen door de Geest ontvangen, begrijpen jullie elkaar, wordt ieder opgebouwd en verblijden jullie je samen (zie Leer en Verbonden 50:22).
Hoe we bidden
Jezus heeft ons geleerd hoe we moeten bidden (zie Mattheüs 6:9–13; 3 Nephi 18:19). Bid oprecht en met een eerlijke bedoeling, en geef gehoor aan de ingevingen die je van de Heilige Geest ontvangt. Doeltreffend bidden vergt nederige, aanhoudende inspanning (zie Moroni 10:3–4; Leer en Verbonden 8:10).
Gebruik taal waaruit blijkt dat je God liefhebt en aanbidt. Gebruik eerbiedige aanspreekvormen, zoals U en uw, in plaats van het alledaagse je/jij, jou en jouw.
Spreek altijd je dankbaarheid uit. Oprechte dankbaarheid helpt je inzien hoe genadig de Heer in je leven is. Op die manier stel je je hart en verstand open voor inspiratie.
Bid ‘met alle kracht van [je] hart’ dat je met naastenliefde vervuld wordt (Moroni 7:48). Bid voor anderen met naam en toenaam. Bid voor de mensen die je onderwijst. Zoek inspiratie hoe je ze kunt uitnodigen en dichter tot Christus kunt brengen.
Wanneer we bidden
Wanneer behoor je te bidden? De Heer heeft gezegd: ‘Zoek ijverig, bid altijd en wees gelovig, en alle dingen zullen voor uw welzijn samenwerken’ (Leer en Verbonden 90:24).
Alma heeft gezegd: ‘Raadpleeg de Heer bij al je handelingen, en Hij zal je ten goede leiden; ja, wanneer je je ’s nachts neerlegt, leg je dan neer in de hoede van de Heer, opdat Hij over je zal waken in je slaap; en wanneer je ’s ochtends opstaat, laat je hart dan vol dankbaarheid zijn jegens God’ (Alma 37:37; zie ook 34:17–27).
De Heer nodigt je uit op stille en rustige momenten te bidden: ‘Ga in uw binnenkamer, en […] bid dan tot uw Vader’ (3 Nephi 13:6; zie ook vers 7–13).
President Gordon B. Hinckley heeft gezegd: ‘Zendelingen moeten elke ochtend […] op hun knieën gaan en de Heer smeken om hun tong los te maken en door hen te spreken tot zegen van hun onderzoekers. Als ze dat doen, komt er een nieuw licht in hun leven. Dan worden ze enthousiaster over het werk. Ze komen erachter dat ze echt dienstknechten van de Heer zijn die namens Hem spreken.’ (‘Zendingswerk’, eerste wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 11 januari 2003, 20.)
Op God vertrouwen wanneer we bidden
Geloof hebben in God betekent dat we op Hem vertrouwen. Dit houdt ook in dat je erop vertrouwt dat Hij je gebeden volgens zijn wil en timing zal verhoren (zie Jesaja 55:8–9). President Dallin H. Oaks heeft gezegd:
‘Ons geloof, hoe groot het ook is, [kan] geen resultaat opleveren dat ingaat tegen de wil van God in wie wij ons geloof hebben gesteld. Denk daaraan als uw gebeden niet beantwoord lijken te worden op de manier of op de tijd dat u dat verlangt. Het oefenen van geloof in de Heer Jezus Christus is altijd onderworpen aan de regels van de hemel, aan de goedheid, wil, wijsheid en timing van de Heer. Wanneer we dat soort geloof en vertrouwen in de Heer hebben, hebben we echte zekerheid en helderheid.’ (‘De verzoening en geloof’, Liahona, april 2010, 8.)
President Russell M. Nelson heeft het volgende gezegd over gebeden die onverhoord lijken te blijven:
‘Ik ken dat gevoel. Ik weet wat een vrees en tranen dergelijke momenten met zich meebrengen. Maar ik weet ook dat onze gebeden nooit genegeerd worden. En ons geloof wordt altijd gewaardeerd. Ik weet dat een alwetende, wijze hemelse Vader een veel bredere visie heeft dan wij. Wij zien problemen en pijn in het sterfelijk leven, maar Hij kent ons potentieel en weet hoeveel eeuwige vooruitgang wij kunnen maken. Als wij bidden om zijn wil te weten, en we onderwerpen ons daaraan vol geduld en moed, dan kan er te zijner tijd en op zijn manier een hemelse genezing plaatsvinden.’ (‘Jezus Christus, de grote Geneesheer’, Liahona, november 2005, 86.)
Leer de influisteringen van de Geest herkennen
Het is belangrijk dat jij en de mensen die je onderwijst de ingevingen van de Geest leren herkennen. De Geest communiceert doorgaans op rustige wijze door je gevoelens, gedachten en in je hart. De profeet Elia merkte dat de stem van de Heer niet in de wind, de aardbeving of het vuur was, maar in ‘het suizen van een zachte stilte’ (1 Koningen 19:12). Zijn stem is ‘geen stem van de donder’, maar ‘een zachte stem van een volmaakte mildheid, als een fluistering’, die ‘tot in het diepste van de ziel’ kan doordringen (Helaman 5:30).
Er zijn verschillende manieren waarop de Geest met mensen communiceert. Ook al is die manier voor iedereen anders, in de Schriften staat hoe we de Geest kunnen herkennen. De Geest bouwt je bijvoorbeeld op en spoort je aan om goed te doen. Hij verlicht je verstand. Hij spoort je aan ootmoedig te wandelen en rechtvaardig te oordelen. (Zie Leer en Verbonden 11:12–14 en de ideeën voor individuele Schriftstudie.)
In antwoord op de vraag ‘Hoe herkennen we de influisteringen van de Geest?’ haalde president Gordon B. Hinckley Moroni 7:13, 16–17 aan. Vervolgens zei hij:
‘Uiteindelijk komt het erop neer dat dát de toets is. Word je erdoor aangezet om goed te doen, een beter mens te worden, pal te staan, het juiste te kiezen, vriendelijk en grootmoedig te zijn? Dan is het de Geest van God. […]
‘Als je wordt aangespoord om goed te doen, is het van God. Maar als je wordt aangezet om het kwade te doen, is het van de duivel. […] En als je het goede doet en op de juiste manier leeft, zul je in je hart weten wat de Geest tegen je zegt.
‘Dan herken je de influisteringen van de Geest aan de vruchten van de Geest – datgene wat verlicht, wat opbouwt, wat positief, bevestigend en opbeurend is, en je tot betere gedachten, woorden en daden aanzet, is de Geest van God.’ (Teachings of Gordon B. Hinckley [1997], 260–261.)
Als je de leiding van de Heilige Geest zoekt en volgt, ga je geleidelijk je vermogen ontwikkelen om zijn ingevingen te onderscheiden en te begrijpen (zie 2 Nephi 28:30). Het leerproces om meer op de taal van de Geest afgestemd te zijn, lijkt in veel opzichten op het leren van een nieuwe taal. Het is een geleidelijk proces dat ijverige en geduldige inspanning vergt.
Stel je met een volmaakt voornemen van hart open voor de Geest. Als je te druk bezig bent met andere zaken, merk je de zachte influisteringen van de Geest niet altijd op. Hij gaat wellicht ook pas met je communiceren als je je voor zijn invloed openstelt, en nederig en gewillig bent om gehoor te geven aan zijn ingevingen.
Er zijn in de wereld veel stemmen die om jouw aandacht wedijveren. Die kunnen geestelijke ingevingen makkelijk overstemmen, tenzij je in je hart ruimte maakt voor de Geest. Vergeet de volgende raad van de Heer niet: ‘Wees stil en weet dat Ik God ben’ (Leer en Verbonden 101:16; zie ook Psalmen 46:11).
‘God geeft zijn zoons en dochters openbaringen op verschillende manieren, bijvoorbeeld door gedachten en gevoelens in het hart, dromen […] en ingevingen. Sommige openbaringen komen plotseling en intens; andere beginnen ons geleidelijk en subtiel te dagen. Openbaringen van God ontvangen, herkennen en daar gehoor aan geven, zijn geestelijke gaven waar we naar moeten verlangen en op gepaste wijze naar moeten streven.’ (David A. Bednar, ‘The Spirit of Revelation in the Work’, seminar voor zendingsleiding, 2018.)
Individuele studie
Bestudeer de Schriftteksten in de volgende tabel. Denk aan momenten waarop je de gevoelens, gedachten of ingevingen hebt ervaren die in de onderstaande teksten staan beschreven. Voeg er teksten aan toe wanneer je studeert en ervaring opdoet. Bedenk hoe je deze beginselen kunt gebruiken om anderen de Geest te helpen voelen en herkennen.
Leer en Verbonden 6:23; 11:12–14; 88:3; Johannes 14:26–27; Romeinen 15:13; Galaten 5:22–23 |
Geeft ons gevoelens van liefde, vreugde, vrede, geduld, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geloof en hoop. |
Alma 32:28; Leer en Verbonden 6:14–15; 8:2–3; 1 Korinthe 2:9–11 |
Verlicht ons, en geeft ons ideeën in ons verstand en gevoelens in ons hart. |
Zorgt dat de Schriften een sterke invloed op ons hebben. | |
Vervangt duisternis door licht. | |
Versterkt ons verlangen om het kwaad te vermijden en de geboden te onderhouden. | |
Moroni 10:5; Leer en Verbonden 21:9; 100:8; Johannes 14:26; 15:26; 16:13 |
Leert ons waarheid en brengt ons die in herinnering. |
Leidt en beschermt ons tegen misleiding. | |
Verheerlijkt God de Vader en Jezus Christus en getuigt van Hen. | |
Inspireert de woorden van nederige leerkrachten. | |
Verleent ons gaven van de Geest. | |
Zegt waar we om moeten bidden. | |
Zegt wat we moeten doen. | |
Laat rechtschapen mensen met macht en gezag spreken. | |
Heiligt ons en schenkt ons vergeving van zonde. | |
Brengt de waarheid tot het hart van de luisteraar. | |
Vergroot onze bekwaamheid en vaardigheid. | |
1 Nephi 7:15; 2 Nephi 28:1; 32:7; Alma 14:11; Mormon 3:16; Ether 12:2 |
Spoort ons aan of remt ons af. |
Bouwt zowel de leerkracht als de leerling op. |
Vertrouw op de Geest
Als dienstknecht van de Heer doe je zijn werk op zijn manier en door zijn macht. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Niemand kan zonder de Heilige Geest het evangelie verkondigen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith, 359.)
Vertrouw erop dat de Geest je in ieder aspect van je werk zal leiden. Hij zal je verlichten en inspireren. Hij zal je nieuwe mensen helpen vinden en je onderwijs kracht bijzetten. Hij zal je helpen het geloof van leden, terugkerende leden en nieuwe leden te sterken.
Sommige zendelingen blaken van zelfvertrouwen. Bij anderen ontbreekt dat vertrouwen. Stel nederig je vertrouwen en geloof in Jezus Christus, en niet in jezelf. Vertrouw op de Geest in plaats van op je eigen talenten en vaardigheden. De Heilige Geest maakt je bediening veel groter dan je zelf zou kunnen.
Enkele waarschuwingen
Zoek bevestiging van je ingevingen met behulp van betrouwbare bronnen
Bid om inspiratie en leg je ingevingen dan naast de Schriften en de leringen van levende profeten. Ingevingen van de Geest zijn in overeenstemming met deze bronnen.
Zoek naar openbaring binnen het kader van jouw taak
Wees er zeker van dat je gevoelens in overeenstemming zijn met je taak. Tenzij je daarvoor door bevoegde leiders bent geroepen, krijg je van de Geest geen ingevingen om anderen raad te geven of te corrigeren. Je krijgt bijvoorbeeld geen openbaring om tegen een bisschop te zeggen hoe hij zijn taak moet uitvoeren.
Onderscheid de ware invloed van de Geest
President Howard W. Hunter heeft gezegd: ‘Ik wil u waarschuwen. […] Ik denk dat als we niet voorzichtig zijn […], we mogelijk zullen proberen ongepaste en manipulatieve middelen in de plaats te stellen van de ware invloed van de Geest van de Heer. Het vervult mij met zorg als men stelt dat iemand met sterke emoties of stromende tranen bewogen is door de Geest. Uiteraard kan de Geest van de Heer sterke emoties teweegbrengen, met de nodige tranen, maar we mogen die uiterlijke manifestatie niet met de tegenwoordigheid van de Geest zelf verwarren.’ (The Teachings of Howard W. Hunter [1997], 184.)
Probeer geestelijke zaken niet te forceren
Je kunt geestelijke zaken niet forceren. Je kunt jezelf voorbereiden, een houding aannemen en een omgeving scheppen waarmee je de Geest uitnodigt, maar je bepaalt niet hoe en wanneer je inspiratie ontvangt. Heb geduld en vertrouw erop dat je op het juiste moment zult ontvangen wat je nodigt hebt.
Houd geestelijke ervaringen heilig
Als zendeling ben je je wellicht nu meer bewust van geestelijke ervaringen dan ooit tevoren. Deze ervaringen zijn heilig en dienen doorgaans om ons op te bouwen, iets te leren of bij te sturen.
Je kunt deze ervaringen over het algemeen beter voor jezelf houden. Vertel er alleen over als de Geest je ingeeft dat je daarmee anderen tot zegen kunt zijn (zie Alma 12:9; Leer en Verbonden 63:64; 84:73).
Gebruik ook je gezond verstand
Soms willen we in alles door de Geest geleid worden. Maar de Heer wil vaak dat we naar ons eigen inzicht handelen (zie Leer en Verbonden 60:5; 61:22; 62:5). President Dallin H. Oaks heeft gezegd:
‘Het verlangen om door de Heer te worden geleid, is goed. Maar dit moet gepaard gaan met het besef dat onze hemelse Vader veel beslissingen aan onszelf overlaat. Zelf beslissingen nemen is een van de groeifactoren die we in dit leven moeten leren hanteren. Mensen die alle beslissingen op de Heer willen afschuiven en bij elke keuze smeken om openbaring, zullen al gauw in omstandigheden raken waarin ze om leiding bidden en die niet krijgen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren in die talloze situaties waarin de beslissing verder onbelangrijk is of beide keuzemogelijkheden acceptabel zijn.
‘We moeten een en ander in gedachten uitvorsen, met het vermogen tot redeneren dat onze Schepper ons heeft gegeven. Daarna dienen we om leiding te bidden, en ernaar te handelen als we die ontvangen. Als we géén leiding ontvangen, moeten we naar beste weten te werk gaan. Mensen die halsstarrig openbaring willen over zaken waarover de Heer niets heeft willen zeggen, baseren soms een antwoord op hun eigen fantasie of vooroordeel, of ontvangen misschien zelfs een antwoord door het medium van valse openbaring.’ (‘Our Strengths Can Become Our Downfall’, Ensign, oktober 1994, 13–14.)
Ideeën voor studie en toepassing
Individuele studie
-
Maak twee kolommen op een bladzijde. Zet boven de eerste kolom ‘Wat de Heer deed’ en boven de andere kolom ‘Wat Lehi of Nephi deed’. Lees het verhaal over de Liahona en de gebroken boog (1 Nephi 16:9–31), of het verhaal van Nephi die een schip bouwt (1 Nephi 17:7–16; 18:1–6). Noteer de gebeurtenissen in de juiste kolom. Bedenk wat je van het verhaal kunt leren over de aard van inspiratie.
-
Zoek in je dagboek naar momenten waarop je door de Geest werd geleid, of openbaring of een andere gave van de Geest hebt ontvangen. Bedenk wanneer, waar en waarom deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Hoe was de hand van de Heer zichtbaar? Welke gevoelens had je? Denk terug aan deze ervaringen, dan leer je de Geest beter herkennen.
-
Bestudeer Alma 33:1–12 en Alma 34:17–31. Welke vragen beantwoordden Alma en Amulek? (Lees Alma 33:1–2.) Hoe hebben ze die vragen beantwoord? Welke zekerheid gaven ze?
-
De Heer heeft beloofd dat de Geest ons op veel belangrijke manieren zal leiden. Lees de volgende teksten en stel vast bij welke aspecten van je werk de leiding van de Geest nodig is. Wat betekenen de beginselen in de volgende Schriftteksten voor je individuele studie en studie met je collega? En voor je districtsraadsvergaderingen, zoneconferenties, doopdiensten en andere bijeenkomsten?
Bidden
Vergaderingen leiden
Studie met je collega en uitwisseling van collega’s
-
Bespreek de gebeden die je met je collega uitspreekt. Worden jullie daarin door de Heilige Geest geleid? Hebben jullie antwoorden op jullie gezamenlijke gebeden ontvangen? Waar letten jullie op als jullie samen bidden?
-
Geloven jullie dat God jullie naar zijn wil zal geven waar jullie in alle oprechtheid om vragen?
-
Danken jullie voor de antwoorden op jullie gebeden?
-
Noemen jullie de namen van de mensen voor wie jullie bidden en staan jullie dan stil bij hun behoeften?
-
Bidden jullie voor elkaar en om de leiding van de Geest?
-
Herkennen jullie de antwoorden op jullie gebeden?
-
Bidden jullie met het vaste voornemen om gehoor te geven aan de ingevingen die jullie ontvangen?
-
-
Bespreek hoe je ijveriger naar de Geest kunt streven.
-
Bespreek de verschillende manieren waarop mensen de invloed van de Heilige Geest beschrijven. Noteer in je studiedagboek welke opmerkingen de mensen die je onderwijst over hun ervaringen met de Geest hebben gemaakt. Hoe kun je anderen deze heilige invloed helpen herkennen?
Districtsraad, zoneconferenties en zendingsleidingsraad
-
Zo nodig kun je de zendelingen verhalen of ervaringen laten vertellen die ze tijdens een recente getuigenisdienst, les of andere omstandigheden hebben gehoord. De geestelijke verhalen en ervaringen van anderen kunnen je geloof verder helpen ontwikkelen, en je helpen inzien dat de invloed van de Geest zich overal en vaak openbaart.
-
Laat de zendelingen een toespraak houden over de zending en macht van de Heilige Geest.
-
Bespreek hoe dank uitspreken onze ogen opent voor de kleine, maar belangrijke manieren waarop de Heer ons zegent (zie Ether 3:5; Leer en Verbonden 59:21). Bespreek op welke manieren we dankbaarheid kunnen uiten.
-
Nodig een nieuw lid uit om te komen vertellen hoe hij of zij gaandeweg door de Geest is beïnvloed. Vraag de persoon in kwestie alleen over gepaste ervaringen te vertellen.
Zendingsleiders en -raadgevers
-
Laat zendelingen zo nu en dan in hun wekelijkse brief aan u over een gepaste geestelijke ervaring vertellen.
-
Vraag zendelingen tijdens officiële of informele gesprekken zo nu en dan naar hun ochtend- en avondgebeden. Bespreek indien nodig hoe ze hun gebeden zinvoller kunnen maken.
-
Vraag zendelingen hoe ze ertoe bijdragen dat de mensen die ze onderwijzen de Geest voelen en herkennen.