‘Hoofdstuk 13: Met leidinggevenden en leden samenwerken om de kerk te vestigen’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)

‘Hoofdstuk 13’, Predik mijn evangelie

Hoofdstuk 13

Met leidinggevenden en leden samenwerken om de kerk te vestigen

Ter overweging

Hoe werk ik samen met de leidinggevenden en leden in de wijk om de kerk te vestigen?
Welke verantwoordelijkheid hebben de leidinggevenden in ring en wijk op het gebied van zendingswerk?
Waartoe dient de wekelijkse coördinatievergadering met de leidinggevenden in de wijk?
Hoe kan ik de leidinggevenden steunen om het evangelie te delen en nieuwe en terugkerende leden te sterken?

Zendelingen werken samen met de plaatselijke leidinggevenden en leden om mensen te vinden om te onderwijzen en hen tot de Heiland te leiden. Jullie liefde voor God en zijn kinderen maakt jullie één. Hij zegent je inspanningen nog meer naarmate je eensgezinder met de plaatselijke leidinggevenden en leden samenwerkt. Zorg ervoor dat die samenwerking een belangrijk deel van je doelen en plannen uitmaakt.

Als je de plaatselijke leidinggevenden en leden leert kennen en liefhebben, ga je zien hoe je ze in hun roeping en zendingswerk kunt steunen. Bied je gaven en talenten aan om hen op te bouwen en te sterken.

In dit hoofdstuk staat hoe je met de leden samenwerkt om het evangelie te delen en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Zie voor meer informatie hoofdstuk 23 van het Algemeen handboek.

Individuele studie of studie met je collega

Neem het bekeringsverhaal van koning Lamoni, zijn vrouw en zijn volk in Alma 18–19 door.

Welke rol speelde Abish in zijn bekering? Wat kon zij doen dat Ammon niet kon?
Wat leert haar voorbeeld jou over de samenwerking tussen leden en zendelingen?

Kijk ook naar deze andere voorbeelden van leden die zendingswerk doen:

Amulek (Alma 10:1–11)
Priscilla en Aquila (Handelingen 18:24–28)
De Samaritaanse vrouw (Johannes 4:5–30, 39–42)

Hoe moedig je de leidinggevenden en leden aan om hun voorbeeld te volgen?

Bouw een band met de plaatselijke leidinggevenden en leden op

De plaatselijke leidinggevenden en leden zijn jouw partners in het werk van God. Bouw relaties op die je helpen samen te werken om het herstelde evangelie aan de kinderen van onze hemelse Vader te brengen. Deze relaties kunnen je de rest van je leven tot zegen zijn.

Bouw vertrouwen en oprechte vriendschappen op met de plaatselijke leidinggevenden en leden. Bezoek ze en kom meer over hun gezin, achtergrond, interesses en beleving in de kerk te weten. Wees oprecht in hun leven geïnteresseerd.

Bezoek ze met een doel. Laat zien dat je gedreven bezig bent om mensen te vinden en onderwijzen. Respecteer hun tijd en agenda.

Als je met ze afspreekt of het evangelie bij hen thuis onderwijst, probeer dan hun geloof te versterken. Streef er gebedvol naar om de Geest bij je te hebben. Vertel over jouw zendingservaringen in je gebied.

Ondersteun de plaatselijke leidinggevenden in hun taak

Sommige leidinggevenden hebben verantwoordelijkheden op het gebied van zendingswerk. Je kunt deze leidinggevenden beter steunen als je deze verantwoordelijkheden begrijpt. In hoofdstuk 23 van het Algemeen handboek staan de volgende beschrijvingen.

Ringpresident: bezit de priesterschapssleutels in de ring om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Hij geeft daar met zijn raadgevers overkoepelende sturing aan.

Bisschap: coördineert met het quorumpresidium ouderlingen en het ZHV-presidium, en samen leiden zij de inzet van de wijk om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken.

Quorumpresidium ouderlingen en ZHV-presidium: geven leiding aan de dagelijkse inzet binnen de wijk om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterken. Zij pakken die aansturing samen op met de wijkraad, waarbij de bisschop een coördinerende rol heeft. Zie Algemeen handboek, 8.2.3 en 9.2.3.

Wijkzendingsleider (indien geroepen): coördineert het werk van wijkleden, leidinggevenden, wijkzendelingen en voltijdzendelingen. Wordt er geen wijkzendingsleider geroepen, dan vervult een lid van het quorumpresidium ouderlingen deze rol. Zie Algemeen handboek, 23.5.3.

Vraag jezelf geregeld af of je de plaatselijke leidinggevenden tot zegen bent. Ontwikkel de houding: ‘Hoe kan ik helpen?’

Studie met je collega

Plan een korte afspraak met een leidinggevende in de wijk. Vraag hoe je hem of haar beter kunt steunen. Maak plannen ter verbetering.

Wekelijkse coördinatievergadering

Coördinatie met de plaatselijke leidinggevenden – onder wie jongerenleid(st)ers – is essentieel om eensgezind zendingswerk te doen. Als er een wijkzendingsleider is geroepen, leidt hij de wekelijkse coördinatievergadering. Anders neemt het lid van het quorumpresidium ouderlingen dat deze rol vervult de leiding.

In deze korte, informele vergadering coördineren de plaatselijke leidinggevenden en zendelingen hun werk om het evangelie te delen en nieuwe en terugkerende leden te sterken. (Zie Algemeen handboek, 23.4.) Deze vergadering kan fysiek of via technologie plaatsvinden. Coördinatie vindt gedurende de week ook op andere manieren plaats, bijvoorbeeld door telefoongesprekken, tekstberichten en e-mails.

‘Een eensgezinde inspanning en focus waarbij de plannen en doelen van de zendelingen overeenstemmen met de plannen van de wijk of gemeente, kan een grote bijdrage leveren aan het werk van de vergadering van Israël.’ (Quentin L. Cook, ‘Purpose and Planning’, seminar voor zendingsleiding, 25 juni 2019.)

Voorbereiding op de wekelijkse coördinatievergadering

Steun de leidinggevenden in de wijk door voorbereid naar de wekelijkse coördinatievergadering te gaan. Neem tijdens je gezamenlijke studie, voorafgaand aan de vergadering, de tijd om te bespreken hoe je een effectieve bijdrage kunt leveren.

Werk je gegevens in de app Predik mijn evangelie bij, zodat de leidinggevenden actuele informatie hebben over de mensen met wie je werkt. Bereid je voor om verslag uit te brengen over opdrachten uit eerdere vergaderingen.

Deelname aan de wekelijkse coördinatievergadering

De wekelijkse coördinatievergadering is gericht op de behoeften van individuele personen. Bied tijdens de vergadering manieren aan om de leden van de wijk, onder wie de jongeren, in hun individuele behoeften te steunen.

In de wekelijkse coördinatievergadering worden doorgaans de volgende vier onderwerpen besproken:

Hoe kunnen we de mensen helpen die worden onderwezen? Mogelijke punten ter bespreking:

Welke leden kunnen deze week aan de lessen deelnemen? Wie vraagt ze daarvoor?
Met welke moeilijkheden hebben de mensen die worden onderwezen te maken? Hoe kunnen de leden helpen?
Welke behoeften hebben de mensen met een doopdatum? Is de doopdienst al gepland? (Zie ‘De doopdienst’ in hoofdstuk 12.)

Hoe kunnen we de mensen bijstaan die onlangs zijn gedoopt? Mogelijke punten ter bespreking:

Welke nieuwe leden in hun eerste jaar wonen de avondmaalsdienst bij? Hoe kunnen we de nieuwe leden helpen die niet naar de avondmaalsdienst gaan?
Welke nieuwe leden hebben vrienden in de wijk? Hoe kunnen de dienende broeders en zusters helpen? Wat kunnen de jongerenquorums en -klassen doen?
Welke nieuwe leden hebben een taak of roeping?
Hoe kunnen we de nieuwe leden helpen om gegevens over hun overleden voorouders te zoeken, zodat tempelverordeningen voor hen kunnen worden verricht? Hebben de nieuwe leden een tempelaanbeveling? Als er een tempel in de buurt is, hoe helpen we ze dan om naar de tempel te gaan en zich voor deze voorouders te laten dopen?
Welke lessen uit hoofdstuk 3 moeten nog opnieuw worden onderwezen? Hoe kunnen we de leden daarbij betrekken?
Bespreek de vooruitgang op Mijn verbondspad voor ieder nieuw lid.

Hoe kunnen we de terugkerende leden bijstaan? Mogelijke punten ter bespreking:

Welke gezinnen met niet-leden kunnen de zendelingen bezoeken en onderwijzen?
Welke terugkerende leden kunnen de zendelingen bezoeken en onderwijzen?
Welke terugkerende leden hebben vrienden in de wijk en gepaste mogelijkheden om te dienen?
Hoe kunnen we deze leden helpen?

Hoe kunnen we meer mensen vinden om te onderwijzen? Mogelijke punten ter bespreking:

Hoe kunnen we individuele personen, onder wie jongeren, en gezinnen helpen om de beginselen liefhebben, delen en uitnodigen toe te passen? (Zie ‘Werk met leden samen’ in hoofdstuk 9.)
Hoe helpen we de leden, onder wie de leidinggevenden in het jeugdwerk, om hun vrienden voor wijkactiviteiten uit te nodigen?

Studie met je collega

Bekijk de video van een wekelijkse coördinatievergadering in het Algemeen handboek, 23.4. Wat kun je hiervan in de volgende wekelijkse coördinatievergadering toepassen? Hoe kun je je beter voorbereiden om met leidinggevenden in de wijk behoeften te bespreken en te plannen? Stel bij je volgende planning doelen om dat te verbeteren.

Ondersteun het wijkplan om het evangelie te delen

De wijkraad stelt een eenvoudig plan op om het evangelie te delen. (Zie Algemeen handboek, 23.5.6.) Zorg ervoor dat je dit plan goed kent. Help de leidinggevenden in de wekelijkse coördinatievergadering om hun doelen na te streven. Houd de leidinggevenden ervan op de hoogte hoe jij de leden steunt om het evangelie te delen.

Als je voor de wijkraad wordt uitgenodigd, bereid je dan voor om kort te vertellen hoe het gaat met de mensen die je onderwijst en de opdrachten die je hebt gekregen. (Zie Algemeen handboek, 29.2.5.) Dit is een kans om het vertrouwen van de leidinggevenden in de wijk te verdienen.

Pas je aan de plaatselijke behoeften aan

Iedere wijk of gemeente heeft unieke behoeften waaraan jij je zult moeten aanpassen. Je dient misschien in een kleine gemeente of een wijk met veel jonge alleenstaanden. Misschien dien je in meerdere wijken. Sommige leidinggevenden hebben meer ervaring en andere minder. Sommige leidinggevenden hebben meer tijd dan andere.

Zoek naar manieren om de plaatselijke leidinggevenden te helpen. Ze kunnen je vragen om de leden in hun bedieningstaken te ondersteunen. Ze kunnen je ook vragen om de nieuwe leden aan te moedigen hun vrienden voor de kerk uit te nodigen. Met jouw waardevolle inzichten in het zendingswerk kun je de leidinggevenden en leden in de wijk helpen om het evangelie te delen.

Als de kerk ergens relatief nieuw is, kunnen de leidinggevenden in de gemeente je vragen om de nieuwe leden uit te leggen hoe de Heer zijn kerk heeft georganiseerd.

Je samenwerking met de leidinggevenden kan per plek verschillen, maar al dit werk is essentieel om mensen tot zegen te zijn en de kerk van de Heer te vestigen.

Help de leden en leidinggevenden met liefhebben, delen en uitnodigen

Moedig de leden aan om het evangelie op een gewone, natuurlijke manier te delen. Het Algemeen handboek biedt de leden en leidinggevenden instructies en video’s om de beginselen liefhebben, delen en uitnodigen toe te passen. (Zie Algemeen handboek, 23.1.1, 23.1.2 en 23.1.3.) Houd deze beginselen in gedachten als je met de leidinggevenden samenwerkt.

Je zult de leidinggevenden tot zegen zijn als je hen in dit werk steunt. Hun voorbeeld zal de leden vervolgens helpen om het evangelie meer te delen en nieuwe en terugkerende leden te sterken.

Zie ‘Werk met leden samen’ in hoofdstuk 9 voor ideeën om de leden te steunen in hun zendingswerk.

Schriftstudie

Bestudeer de volgende teksten. Hoe pasten de Heiland en deze discipelen de beginselen liefhebben, delen en uitnodigen toe? Waartoe inspireren deze voorbeelden je in jouw onderwijs? Hoe kun je de leden helpen om het evangelie op een gewone, natuurlijke manier te delen?

Liefhebben

Uitnodigen

Schrijf tijdens je studie steeds op wat je leert.

Ondersteun plaatselijke leidinggevenden bij het sterken van nieuwe leden

Als mensen zich laten dopen en bevestigen, worden ze ‘medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God’ (Efeze 2:19; zie ook 1 Korinthe 12:12–27). Werk met de plaatselijke leidinggevenden samen om nieuwe leden te helpen ‘gevoed [te] worden door het goede woord van God, om hen op het rechte pad te houden, […] alleen vertrouwend op de verdiensten van Christus’ (Moroni 6:4).

‘Nieuwe bekeerlingen komen enthousiast over wat ze gevonden hebben de kerk binnen. Daarop moeten we meteen inhaken. […] De zendelingen kunnen de mensen die ze onderwijzen en nieuwe bekeerlingen in contact brengen met trouwe leden die ze de hand reiken, naar ze luisteren, ze begeleiden en in de kerk verwelkomen, al voordat ze zich laten dopen. […] Als we diegenen die de wateren van de doop betreden [bedienen], zien we dat veel meer kinderen van God tot het einde toe volharden en het eeuwige leven ontvangen.’ (Ulisses S. Soares, ‘Convert Retention’, seminar voor zendingsleiding, 25 juni 2018.)

Help nieuwe leden de avondmaalsdienst bij te wonen

Het is jouw taak om nieuwe leden te steunen in hun kerkbezoek. Werk samen met de leidinggevenden zodat jij of de wijkleden ze daarbij helpen. Aan de kernindicator die aangeeft of een nieuw lid de avondmaalsdienst bijwoont, kunnen de leidinggevenden in de wijk en jij zien of iemand wat meer aanmoediging nodig heeft.

Nieuwe leden zullen eerder naar de avondmaalsdienst gaan en van het avondmaal nemen als ze vrienden in de wijk hebben. Geef ze het gevoel dat ze erbij horen, vooral in het eerste jaar dat ze het evangelie naleven. (Zie Leer en Verbonden 84:106, 108.)

Geef de lessen in hoofdstuk 3 opnieuw

Help de nieuwe leden om hun geloof in de Heiland Jezus Christus en zijn evangelie voortdurend te versterken. De waarheden en beginselen van het evangelie raken dieper geworteld als nieuwe leden door de Geest blijven leren.

Geef de zendelingenlessen na de bevestiging opnieuw. Jij neemt daarbij het voortouw. Coördineer dit echter wel met de leidinggevenden in de wijk zodat de wijkzendelingen en andere leden daaraan kunnen deelnemen. De lessen in hoofdstuk 3 opnieuw geven, is een belangrijke manier om te zorgen dat nieuwe leden ‘gevoed worden door het goede woord van God’ (Moroni 6:4). Moedig de nieuwe leden aan om alle toezeggingen in de lessen na te komen.

Lees de Schriften, vooral het Boek van Mormon, met nieuwe leden en breng ze evangeliebeginselen bij. Help ze om het evangelie met hun vrienden en familieleden te delen. Ieder nieuw lid heeft specifieke behoeften, en jij kunt ertoe bijdragen dat hij of zij zich geliefd en welkom voelt.

Rapport Voortgang op verbondspad en Mijn verbondspad

Plaatselijke leiders hebben net als jij hulpmiddelen voor hun zendingswerk. Een daarvan is het rapport Voortgang op verbondspad in de app Ledentools of in Hulpmiddelen leiders en administrateurs. In dit rapport staan de belangrijke ervaringen die iemand nodig heeft om vóór en na de doop vooruitgang op het verbondspad te maken.

Mijn verbondspad is een hulpmiddel om nieuwe leden te helpen ‘verankerd te blijven in [hun] geloof in Jezus Christus en zich in de kerk thuis [te] voelen.’ (Mijn verbondspad, IV.) Het reikt nieuwe leden activiteiten en mogelijkheden aan, zoals familiegeschiedenis en het verrichten van heilige tempelverordeningen voor overleden voorouders. Moedig de plaatselijke leden aan om de nieuwe leden in deze ervaringen te begeleiden. Bied steun waar dat wordt gevraagd.

Individuele studie of studie met je collega

Bestudeer Mijn verbondspad. Hoe kun je de leden helpen nieuwe bekeerlingen te sterken? Hoe kun je het werk van de wijkraad ondersteunen? Schrijf tijdens je studie van dit hoofdstuk steeds op wat je leert.

Ondersteun plaatselijke leidinggevenden bij het sterken van terugkerende leden

Sommige leden willen niet meer bij de kerk betrokken zijn. De plaatselijke leidinggevenden en andere leden proberen een hechte band met hen op te bouwen en ze de hand te reiken. De Heiland zei:

‘Zulke mensen zult u het woord blijven bedienen; want u weet niet of zij niet zullen terugkomen en zich bekeren, en met een volmaakt voornemen van hart tot Mij komen en Ik hen zal genezen, en u het middel zult zijn om redding tot hen te brengen’ (3 Nephi 18:32).

De plaatselijke leidinggevenden kunnen je vragen om terugkerende leden te helpen hun geloof te versterken. Dat zijn vaak opdrachten om met gezinnen met niet-leden te werken. Bedenk onder gebed hoe je de Geest bij terugkerende leden thuis kunt uitnodigen terwijl je hen in de evangeliebeginselen onderwijst en uitnodigt om daar iets mee te doen. Toon begrip voor hun bezwaren en leef met ze mee.

Onderwijs indien mogelijk het evangelie aan de leden van het gezin die zich nog niet hebben laten dopen. Jouw liefde en steun kan hun geloof in Christus vergroten en hen een groter verlangen geven om verbonden te sluiten en na te komen.

Coördineer met de plaatselijke leidinggevenden als je met terugkerende leden werkt. Dit werk kan een blijvende invloed op individuele mensen en de plaatselijke wijk of gemeente hebben.

Schriftstudie

Wat zei Jezus over het helpen van mensen die het moeilijk hebben?

Alma en Amulek onderwezen veel mensen die de kerk de rug hadden toegekeerd. Wat leer je uit hun ervaring over het sterken van terugkerende leden?

Ideeën voor studie en toepassing

Individuele studie

Maak met de app Predik mijn evangelie plannen om met nieuwe en onlangs teruggekeerde leden te praten die hun leven veranderen en naar de kerk gaan. Waardoor zijn zij het meest geholpen? Noteer je gedachten over hun ervaringen in je studiedagboek. Wat heb je geleerd waarmee je de mensen die je momenteel onderwijst kunt helpen?
Bestudeer 2 Nephi 31:18–20, Alma 26:1–7, Alma 32:32–43 en Moroni 6. Schrijf op wat je uit deze teksten leert over het sterken van nieuwe leden.

Studie met je collega en uitwisseling van collega’s

Lees en bespreek hoofdstuk 23 in het Algemeen handboek. Hoe kun je de plaatselijke leiders in hun taken ondersteunen?
Vraag de leidinggevenden in de wijk tijdens de wekelijkse coördinatievergadering of je terugkerende leden in jouw gebied moet bezoeken. Probeer hun geloof in Jezus Christus te versterken als je ze bezoekt.
Stel vast wie zich het afgelopen jaar heeft laten dopen en bevestigen. Neem van één van hen de gegevens door en bespreek hoe je in de volgende wekelijkse coördinatievergadering met de leidinggevenden kunt samenwerken om hem of haar te helpen. Noteer je ideeën en suggesties in de app Predik mijn evangelie. Doe dat voor alle recente bekeerlingen in jouw gebied.

Districtsraad, zoneconferenties en zendingsleidingsraad

Nodig een bisschop of andere leidinggevende in de wijk uit om iets te vertellen over het sterken van nieuwe en terugkerende leden. Vraag hem of haar hoe de zendelingen hierbij concreet kunnen helpen.
Bespreek de gelijkenissen van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon (zie Lukas 15). Vraag de zendelingen wat zij ervan leren en hoe ze dit in hun zendingswerk kunnen toepassen.

Zendingsleiders en -raadgevers

Werk samen met de plaatselijke leidinggevenden en moedig ze aan om de nieuwe leden:
- tot een ambt in het priesterschap te ordenen (voor mannen van de juiste leeftijd);
- dienende broeders (en dienende zusters voor vrouwen) toe te wijzen;
- te helpen een tempelaanbeveling te ontvangen om zich in de tempel voor hun overleden voorouders te laten dopen;
- te helpen een naam van een overleden voorouder voor tempelwerk voor te bereiden;
- een taak of roeping te geven om in hun wijk of gemeente te dienen.
Coördineer met de ringpresident om de plaatselijke leidinggevenden te leren hoe ze een effectieve wekelijkse coördinatievergadering kunnen houden.
Neem zo nu en dan contact op met nieuwe leden om erachter te komen hoe het met ze gaat en hoe de zendelingen of leden hen kunnen helpen.
Vraag nieuwe leden om met de zendelingen te praten en over hun beleving in de kerk te vertellen.