Zendingsroepingen
Hoofdstuk 8: Het werk volbrengen door doelen te stellen en plannen te maken


‘Hoofdstuk 8: Het werk volbrengen door doelen te stellen en plannen te maken’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)

‘Hoofdstuk 8’, Predik mijn evangelie

Ga dan heen (Ga dan heen, onderwijs al de volken), Harry Anderson

Hoofdstuk 8

Het werk volbrengen door doelen te stellen en plannen te maken

Ter overweging

  • Waarom moet ik doelen stellen?

  • Hoe kan ik mij met behulp van de kernindicatoren voor bekering concentreren op de geestelijke vooruitgang van mensen?

  • Hoe stel ik doelen, maak ik plannen om ze te bereiken en voer ik mijn plannen uit?

  • Hoe doe ik mijn wekelijkse en dagelijkse planning?

  • Hoe kan ik de app Predik mijn evangelie gebruiken om het werk te volbrengen?

  • Wat houdt het verantwoordingsbeginsel in? Hoe is het mijn inzet tot zegen?

Je hebt de opdracht gekregen om in een specifiek gebied het werk van de Heer te verrichten. Hij wil dat je mensen zegent met zijn liefde en waarheid. Hij wil dat je ze uitnodigt en tot Hem brengt.

De Heer verlangt dat je gedreven voor deze goede zaak werkzaam bent. Hij wil dat je veel dingen uit eigen vrije wil doet en veel gerechtigheid tot stand brengt (zie Leer en Verbonden 58:27; zie ook vers 26–29). Doe je uiterste best om elke wijk of gemeente waarin je werkzaam bent sterker achter te laten dan toen je er voor het eerst kwam.

In dit hoofdstuk leer je doelen stellen, plannen maken om ze te bereiken en je plannen ijverig uitvoeren. De kernindicatoren voor bekering worden uitgelegd. Ze zijn een leidraad in je werk om Gods kinderen geestelijke vooruitgang te helpen maken. Vervolgens wordt er een eenvoudig doelstellingsproces besproken dat je op elk aspect binnen het zendingswerk kunt toepassen, waaronder je eigen doelen en doelen met je collega. Er wordt ook uitgelegd hoe je wekelijks en dagelijks met je collega kunt plannen.

Leren doelen te stellen en plannen te maken zal je de rest van je leven tot zegen zijn. Dat gaat je helpen om verbonden met God te sluiten en na te komen, getrouw in de kerk te dienen, een opleiding te volgen, je binnen je werk te ontwikkelen en aan een sterk gezin te bouwen.

Schriftstudie

Wat kom je door de volgende Schriftteksten te weten over plannen en Gods werk helpen volbrengen?

Hij genas velen van allerlei ziekten, J. Kirk Richards

Draag ertoe bij dat anderen zich tot de Heiland bekeren

Concentreer je op je doel als zendeling

Misschien vraag je je weleens af welke zendingstaken het belangrijkst zijn. Houd die vraag in gedachten wanneer je wekelijks en dagelijks doelen stelt en plannen maakt. Denk daarbij aan je doel als zendeling:

‘Anderen uitnodigen tot Christus te komen door met jouw hulp het herstelde evangelie aan te nemen, met geloof in Jezus Christus en zijn verzoening, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde.’

Je doel als zendeling is leidend in je doelen en plannen. Richt je op wat jij kunt doen zodat anderen hun keuzevrijheid gaan gebruiken om zich tot de Heiland te bekeren en zijn evangelie te ontvangen.

Streef naar de leiding van de Geest en overleg met je collega over jullie doelen en plannen. Voer vervolgens je plannen uit en maak effectief gebruik van je tijd.

President Dallin H. Oaks

‘We prediken het evangelie niet om “mensen tot de kerk te brengen” of om het ledental van de kerk te vergroten. We prediken niet alleen maar om mensen te overreden hun leven te beteren. […] We nodigen iedereen uit om tot Christus te komen door bekering, doop en bevestiging. Dat opent de deuren van het celestiale koninkrijk voor de zoons en dochters van God. En dat kan niemand anders doen.’ (Dallin H. Oaks, ‘The Purpose of Missionary Work’, satellietuitzending voor zendelingen, april 1995.)

Schriftstudie

Hoe voerden deze zendelingen en profeten hun plannen met de hulp van de Heer uit?

Richt je op de kernindicatoren voor bekering

De leiders van de kerk hebben zes kernindicatoren voor bekering genoemd. Kernindicatoren helpen je om je te concentreren op de geestelijke vooruitgang van Gods kinderen. Daarmee stem je je dagelijkse activiteiten af op je doel als zendeling.

Hieronder staan de kernindicatoren voor bekering.

zendelingen schudden man de hand

Nieuwe personen die les krijgen. Iedere persoon (die niet is gedoopt) die in een bepaalde week een les heeft gekregen (maar in de afgelopen drie maanden niet is onderwezen) en met een vervolgafspraak heeft ingestemd. Een les bestaat doorgaans uit een gebed (indien gepast), onderwijs in minstens één evangeliebeginsel, en een uitnodiging.

zendelingen onderwijzen

Lessen waaraan een lid deelnam. Het aantal lessen in een week waarin een niet-gedoopte persoon werd onderwezen en waaraan een lid deelnam.

gezin in de kerk

Personen die les krijgen in avondmaalsdienst. Iedere niet-gedoopte persoon die les krijgt en in een bepaalde week de avondmaalsdienst heeft bijgewoond.

gezin in gebed

Personen met een doopdatum. Iedere persoon die heeft toegezegd zich op een bepaalde datum te laten dopen en bevestigen.

doop

Personen die zich hebben laten dopen en bevestigen. Ieder nieuw lid dat zich heeft laten dopen en bevestigen, en voor wie het formulier elektronisch is ingediend in een bepaalde week. (Zie hoofdstuk 12 voor de definitie van de doop van een bekeerling en voor meer informatie over lidmaatschapskaarten aanmaken.)

vrouwen in de kerk

Nieuwe leden in avondmaalsdienst. Elk nieuw lid van wie het formulier Doop en bevestiging in de afgelopen twaalf maanden is ingediend en dat de avondmaalsdienst in een bepaalde week heeft bijgewoond.

Kortom, richt je vooral op deze aspecten en ervaringen voor mensen. Leg de focus op activiteiten:

  • die je helpen nieuwe mensen te vinden;

  • die ertoe bijdragen dat mensen verbonden sluiten en nakomen;

  • waarmee je mensen ondersteunt die zich in het afgelopen jaar hebben laten dopen en bevestigen.

Als je niet inziet hoe een bepaalde activiteit ertoe bijdraagt dat mensen vooruitgang maken op een manier die aan de kernindicatoren af te lezen is, moet je je afvragen of die activiteit wel de moeite waard is.

Blijf personen aanmoedigen met wie je minder tijd doorbrengt, maar die wel belangstelling hebben voor het evangelie. Vraag de leden eventueel om contact met hen te onderhouden. Je kunt ze ook via technologie aanmoedigen en blijven bedienen. Zie ‘Gebruik technologie’ in hoofdstuk 9 voor aanvullende ideeën.

Ouderling Quentin L. Cook

‘Uiteindelijk is het doel van plannen en doelen stellen discipelen kweken. Daarmee bedoelen we toegewijde bekeerlingen die verbonden sluiten en nakomen, beginnend met een doopverbond dat uiteindelijk tot tempelverbonden leidt.’ (Quentin L. Cook, ‘Purpose and Planning’, seminar voor zendingsleiding, 25 juni 2019.)

Stel kernindicatordoelen en maak plannen

Tijdens je wekelijkse planning stel je samen met je collega doelen voor alle kernindicatoren. Uit je kernindicatordoelen moet je verlangen blijken om meer mensen de zegeningen van bekering te laten ervaren.

Stel doelen en maak plannen om dingen te doen waar jij controle over hebt, en die van invloed zijn op de resultaten van de kernindicatoren. Bijvoorbeeld:

  • Stel een kernindicatordoel voor hoeveel nieuwe personen je deze week wilt onderwijzen. Of je dit doel gaat bereiken, hangt van de keuzevrijheid van anderen af. Maar doe alles wat je kunt om het te bereiken. Stel bijvoorbeeld een doel voor het aantal nieuwe mensen die je elke dag gaat aanspreken. Plan vervolgens hoe je dat gaat doen. Er staan ideeën in Aanhangsel 2 van dit hoofdstuk en in hoofdstuk 9.

  • Stel kernindicatordoelen voor hoeveel personen die je onderwijst en nieuwe leden die je bij de avondmaalsdienst hoopt te zien. Of ze komen, hangt van hun keuzevrijheid af. Maar doe alles wat je kunt om resultaat voor deze kernindicator te boeken. Plan in wanneer je ze gaat uitnodigen en hoe je daar vervolg aan gaat geven.

  • Stel een kernindicatordoel voor het aantal lessen deze week waaraan leden deelnemen. Of je dat doel gaat bereiken, hangt af van de leden en de mensen die je onderwijst. Maar doe wat je kunt om resultaat voor deze kernindicator te boeken. Stel je tot doel om samen te werken met de leidinggevenden in de wijk om leden aan de lessen te laten deelnemen. Maak een plan voor hoe je hen erbij gaat betrekken.

Je stelt samen met je collega de kernindicatordoelen voor jullie eigen gebied. Baseer ze op (1) de vooruitgang die de personen die jullie onderwijzen maken, en (2) de nieuwe mensen die jullie moeten vinden. Je moet voortdurend nieuwe mensen vinden om te onderwijzen.

De kernindicatordoelen van het zendingsgebied zijn gebaseerd op de doelen die door de zendelingen zijn gesteld.

De app Predik mijn evangelie is een hulpmiddel om de focus op mensen te blijven leggen wanneer je kernindicatordoelen stelt. Met deze app kun je leren van eerdere doelen en krijg je inzicht in je voortgang met betrekking tot je huidige doelen.

Je kernindicatordoelen en resultaten worden automatisch via de app Predik mijn evangelie naar je zendingsleiders en jonge zendeling-leiders doorgestuurd.

Pas op dat je je niet te veel op één kernindicatordoel richt. Door je continu op alle kernindicatoren te richten, kun je anderen voortdurend uitnodigen tot Christus te komen en verbonden te sluiten.

President Thomas S. Monson

‘Als prestaties worden gemeten, treedt er verbetering op. Als prestaties worden gemeten én gerapporteerd, treedt er versnelde verbetering op.’ (Aangehaald door Thomas S. Monson, ‘Thou Art a Teacher Come from God’, Improvement Era, december 1970, 101.)

Werk ijverig

De Heer wil dat je je zendingstaken ‘met alle ijver’ uitvoert (Leer en Verbonden 107:99). IJver betekent je voortdurend naar beste kunnen inzetten.

Werk ijverig aan je kernindicatordoelen. Vraag mensen toezeggingen te doen die tot bekering leiden. Jouw ijverige inzet beweegt hen er wellicht toe actie te ondernemen zodat ze tot Christus komen (zie 2 Nephi 2:14–16).

Onderwijs zó in het evangelie dat je in de behoeften van mensen voorziet. Wanneer ze de leer door de Geest begrijpen, zijn ze vaak veel meer geneigd om te handelen.

Besef tegelijkertijd dat kernindicatordoelen van de keuzevrijheid van anderen afhankelijk zijn. Respecteer de keuzevrijheid van mensen altijd.

Denk eraan dat kernindicatoren niet het einddoel zijn. Ze weerspiegelen iemands mogelijke geestelijke voorbereiding op de doop, bevestiging en blijvende bekering. Hoeveel vooruitgang mensen uiteindelijk maken, hangt van hun keuzes af. Je kunt ze ondersteuning bieden in hun proces door geloof in Christus te oefenen voor hun welzijn wanneer je doelen stelt, plannen maakt, ijverig werkt en hen op geïnspireerde wijze dient.

Hoe je doelen stelt en plannen maakt om ze te bereiken

Doelen stellen en plannen maken zijn geloofsdaden. Doelen zijn een weerspiegeling van je hart, en hoe jij jezelf en anderen tot de Heiland wilt brengen.

Goed overwogen doelen en plannen zijn hulpmiddelen waarmee je de juiste richting bepaalt. Ze dragen ertoe bij dat je meer belangstellenden kunt vinden. Ze zijn een manier om de mensen die je onderwijst te sterken in hun geloof, en ze tot bekering te leiden.

Zorg ervoor dat doelen stellen en plannen maken een inspirerende ervaring is. Ga oprecht in gebed, oefen geloof, overleg met je collega en luister naar de ingevingen van de Geest. Als je op deze manier plant, ga je merken dat de Heer je gebruikt om anderen tot zegen te zijn.

President M. Russell Ballard

‘Een doel [is] een bestemming of een eindpunt en […] een plan [is] de weg die men neemt om daar te geraken. […] Een doel stellen is in feite met het eindpunt in gedachten beginnen. En plannen is een manier bedenken om dat eindpunt te bereiken.’ (M. Russell Ballard, ‘Terugkeren en ontvangen’, Liahona, mei 2017, 62–63.)

Beginselen voor doelen stellen en bereiken

Aan de hand van het volgende proces kun je doelen stellen en bereiken.

diagram ‘doelen stellen’
  1. Stel doelen en maak plannen onder gebed. Stel doelen die realistisch zijn, maar die ook inspanning en geloof van jouw kant vergen. Stel geen doelen die te hoog gegrepen of te makkelijk zijn. Plan hoe je ze gaat bereiken.

  2. Leg vast en plan in. Schrijf je doelen en plannen op in een gedetailleerd overzicht.

  3. Voer je plannen uit. Werk ijverig om je doelen te bereiken. Oefen geloof in de Heer zodat Hij je kan helpen.

  4. Evalueer en doe follow-ups. Evalueer je voortgang en schrijf regelmatig op wat je hebt gedaan. Bepaal wat je anders moet doen en hoe je je kunt verbeteren. Stel je plannen zo nodig bij.

Als je op deze manier doelen stelt, zal de Heer je inspanningen tot iets groters maken. Dan zul je als werktuig in zijn handen groeien. Je zult veel goeds tot stand brengen en de kinderen van onze hemelse Vader tot zegen zijn.

Stel doelen en maak plannen voor alle aspecten van het werk

Streef onder gebed naar de leiding van de Geest om het doelstellingsproces op alle aspecten van het zendingswerk toe te passen. Enkele aspecten zijn:

  • De mensen die je onderwijst vooruit helpen (zie Aanhangsel 1 in dit hoofdstuk).

  • Nieuwe mensen zoeken om te onderwijzen (zie Aanhangsel 2 in dit hoofdstuk).

  • Samenwerken met de leden, en mensen in de gemeenschap en wijk dienen (zie hoofdstuk 9 en 13).

  • In eenheid met je collega samenwerken (zie punt 6 in ‘Wekelijkse planning’).

  • Je geloof in Jezus Christus versterken.

  • Je kennis en vaardigheden vergroten, waaronder je taalvaardigheid (zie hoofdstuk 7).

Stel gepaste doelen

Stel geen kernindicatordoelen voor andere zendelingen. Je kunt ze wel adviseren en aanmoedigen om de beginselen van doelen stellen zelf toe te passen.

Vergelijk jezelf niet met anderen.

Gebruik behaalde doelen niet als quotum, voor publieke erkenning, of om anderen publiekelijk te corrigeren of in verlegenheid te brengen.

President Spencer W. Kimball

‘Wij geloven in doelen stellen. Doelen geven ons leven richting. […] Alle mensen over het evangelie vertellen, is een van onze belangrijke doelen. […] Ons doel is om het eeuwige leven te bereiken. Dat is het grootste doel.’ (Spencer W. Kimball, bijeenkomst voor regionale vertegenwoordigers, 3 april 1975, 6.)

Wekelijks en dagelijks plannen

Door wekelijks te plannen, krijg je meer inzicht in het grote geheel en leg je de focus op mensen. Het stelt je ook in staat om je op de belangrijkste activiteiten te concentreren. Met dagelijkse planning bereid je je iedere dag op bepaalde activiteiten voor en stel je plannen bij. Je wilt niet alleen bezig, maar ook productief zijn.

Tijdens het plannen moet je jezelf enkele fundamentele vragen stellen over wat de Heer van jou verwacht. Stel je open voor inspiratie, zodat je deze vragen kunt beantwoorden op een manier die van toepassing is in elke situatie en op iedere persoon. Je antwoorden moeten dan vorm krijgen in je plannen.

Wekelijkse planning

Plan wekelijks met je collega op een moment dat door je zendingspresident is bepaald. Volg de onderstaande stappen.

  1. Bid en sta open voor inspiratie. Vraag je hemelse Vader of Hij je wil laten zien met welke plannen je zijn werk kunt volbrengen. Vraag Hem of Hij je inspanningen wil zegenen om mensen vooruit te helpen en dichter tot Christus te brengen.

  2. Stel doelen en maak plannen voor alle kernindicatoren met behulp van de app Predik mijn evangelie. Doorloop het doelstellingsproces dat eerder in dit hoofdstuk is uitgelegd. Begin met:

    • personen die zich in het afgelopen jaar hebben laten dopen en bevestigen;

    • personen met een doopdatum;

    • personen die les krijgen en die de avondmaalsdienst bijwonen;

    • nieuwe personen die les krijgen;

    • terugkerende leden, gezinnen waarin niet allen lid zijn, en toekomstige ouderlingen;

    • personen die eerder zijn onderwezen.

    Zie Aanhangsel 1 in dit hoofdstuk voor ideeën hoe je het doelstellingsproces kunt gebruiken in je werk met de mensen die je onderwijst.

  3. Gebruik het doelstellingsproces om nieuwe mensen te zoeken (zie Aanhangsel 2 in dit hoofdstuk en hoofdstuk 9 voor meer ideeën hoe je dit kunt doen).

  4. Gebruik het doelstellingsproces om een band met de leidinggevenden en leden van de wijk op te bouwen. Stel doelen en maak plannen om de leden te ondersteunen bij hun inspanningen om het evangelie met anderen te delen (in hoofdstuk 9 en 13 vind je ideeën). Bereid je voor op de wekelijkse coördinatievergadering van de wijk (zie hoofdstuk 13).

  5. Neem je plannen en doelen in de app Predik mijn evangelie door. Bevestig je afspraken en vergaderingen.

  6. Houd een collega-overleg. Meestal komt hierin het volgende aan de orde:

    • Bespreek gepaste persoonlijke doelen en vraag je collega om hulp daarbij.

    • Bespreek de sterke punten van jullie relatie. Bespreek waar jullie op het gebied van gehoorzaamheid of de samenwerking tegenaan lopen. Los conflicten op door (1) ieder zijn of haar mening te laten uiten, (2) elkaars punten te proberen te begrijpen en accepteren, en (3) samen een oplossing te vinden voor jullie grootste punten van zorg.

    • Bespreek met je collega wat zijn of haar sterke punten zijn. Vraag ideeën om jezelf te verbeteren.

    • Stel doelen om je relatie te verbeteren.

    Door een collega-overleg te houden, ontwikkel je belangrijke vaardigheden waar je in je privé- en gezinsleven, roepingen, werk en andere relaties iets aan zult hebben.

  7. Eindig met een gebed.

Dagelijkse planning

Neem iedere dag een halfuur de tijd om samen met je collega doelen te stellen en plannen te maken. Volg de onderstaande stappen.

  1. Bid en sta open voor inspiratie.

  2. Kijk naar de voortgang van je wekelijkse kernindicatordoelen.

  3. Bekijk je plannen om de mensen die je onderwijst te helpen. Geef prioriteit aan de mensen die de meeste vooruitgang maken. Pas waar nodig dagelijkse doelen en plannen aan.

  4. Bepaal wat je die dag gaat doen om nieuwe mensen te zoeken om te onderwijzen.

  5. Maak plannen om met plaatselijke leidinggevenden en leden samen te werken.

  6. Eindig met een gebed.

Studie met je collega

Neem Aanhangsel 1 en Aanhangsel 2 aan het eind van dit hoofdstuk door. Daarin staan tips om het doelstellingsproces toe te passen op onderwijzen en mensen zoeken. Overweeg hoe je enkele van die tips kunt gebruiken.

Gebruik de app Predik mijn evangelie

Moroni zei het volgende over de mensen die zich in zijn tijd lieten dopen: ‘Hun naam werd opgeschreven, zodat zij bekend zouden blijven en gevoed worden door het goede woord van God, om hen op het rechte pad te houden’ (Moroni 6:4). Je past dit beginsel onder andere toe door informatie goed vast te leggen.

Leg je werk vast

Informatie vastleggen hoort bij met liefde en zorg over je gebied waken. Zorg ervoor dat alle informatie juist en actueel is. Zo onthoud je beter wat je moet doen om mensen te helpen.

Met de app Predik mijn evangelie kun je belangrijke informatie uitwisselen met plaatselijke leidinggevenden en leden over de voortgang van personen en het werk.

Volg de gegevens- en privacyrichtlijnen op

Volg de richtlijnen voor privacy en het bewaren van gegevens op wanneer je doelen en plannen in de app Predik mijn evangelie en afgedrukte hulpmiddelen vastlegt. Zie Zendingsnormen voor discipelen van Jezus Christus, 7.5 voor meer informatie.

Stel jezelf de volgende vragen voordat je informatie in de app Predik mijn evangelie, een e-mail, op sociale media, in aantekeningen of andere vormen van communicatie vastlegt of uitwisselt:

  • Wat zou deze persoon ervan vinden dat ik deze informatie vastleg?

  • Wat zou ik ervan vinden als iemand zulke informatie over mij met anderen zou uitwisselen?

  • Houd ik mij aan de richtlijnen van de kerk en de plaatselijke wetgeving voor de bescherming van persoonsgegevens wanneer ik deze informatie vastleg of uitwissel?

zendelingen bidden

Verantwoording

Verantwoording is een fundamenteel beginsel in Gods eeuwige plan (zie Alma 5:15–19; Leer en Verbonden 104:13; 137:9). Dit beginsel heeft invloed op je gedachten en gevoelens ten aanzien van de heilige verantwoordelijkheid die je van de Heer hebt gekregen. Verantwoording heeft ook invloed op hoe je je werk aanpakt.

Tijdens zijn aardse bediening gaf de Heiland zijn discipelen opdrachten zodat ze konden groeien, zich ontwikkelen en zijn werk volbrengen. Hij stelde ze ook in de gelegenheid om verslag over het opgedragen werk uit te brengen (zie Lukas 9:10; 3 Nephi 23:6–13). Als zendeling breng je ook verslag uit over het werk dat je van de Heer hebt gekregen.

Pak je doelstelling en planning aan met het idee dat je iedere dag in gebed verantwoording aflegt aan de Heer. Leg verantwoording af aan jezelf en je zendingsleiders.

Verantwoording afleggen hoort een liefdevolle, positieve ervaring te zijn waarbij je inzet wordt erkend en duidelijk wordt waar je nog aan kunt werken.

Schriftstudie

Wat houdt verantwoording in?

Waarom is keuzevrijheid belangrijk met betrekking tot verantwoording?

Hoe dienen een zendeling en een zendingsleider samen te werken?

Wat belooft de Heer aan wie hun taken trouw uitvoeren?


Ideeën voor studie en toepassing

Individuele studie

  • Denk aan de volgende zin in je zendingsoproep: ‘In de mate waarin jij je tijd en energie aan het werk van de Heer besteedt, waarvoor je alle persoonlijke zaken opzij zult moeten zetten, zal de Heer je zegenen met meer kennis en een groter getuigenis van Jezus Christus en zijn herstelde evangelie.’ Stel jezelf de volgende vragen en noteer je inzichten.

    • Besteed ik mijn tijd en aandacht aan het dienen van de Heer?

    • Welke zegeningen heb ik ervaren?

    • In welke opzichten is mijn getuigenis gegroeid?

    • Hoe kan ik me verbeteren?

  • Neem even de tijd om over je laatste dag in het zendingsveld na te denken. Wanneer die dag aanbreekt:

    • Welke relatie zou je dan met je hemelse Vader en Jezus Christus willen hebben?

    • Wie wil je zijn geworden?

    Noteer in je studiedagboek een antwoord op deze vragen. Stel aan de hand van het doelstellingsproces een plan op om naar die doelen toe te werken. Noteer je plannen.

Studie met je collega en uitwisseling van collega’s

  • Beantwoord de volgende vragen over de app Predik mijn evangelie:

    • Is alle informatie actueel en correct?

    • Heeft een nieuwe zendeling in het gebied iets aan je verslag over je inspanningen om nieuwe mensen te vinden?

    • Als je de informatie in de app nu bekijkt, weet je dan waar mensen wonen? Zou je eruit kunnen opmaken wat hun voortgang is?

Districtsraad, zoneconferenties en zendingsleidingsraad

  • Laat de zendelingen vertellen over gelegenheden waarbij ze met hun gestelde doelen en gemaakte plannen mensen vooruit hebben geholpen. Bijvoorbeeld doelen en plannen waarbij ze mensen helpen om:

    • meer geloof in de Heiland te ontwikkelen;

    • zich te bekeren en veranderingen aan te brengen waardoor ze dichter tot God komen;

    • zich te laten dopen en bevestigen;

    • weer naar de kerk te gaan en hun doopverbond te hernieuwen.

  • Lees een van de volgende situaties aan de zendelingen voor. Deel de zendelingen in groepjes op. Laat elk groepje aan de hand van stap 1 en 2 van het doelstellingsproces de personen in deze voorbeelden helpen bij hun voorbereiding op de doop en bevestiging. Laat ieder groepje over hun ideeën vertellen.

    • Iemand die je onderwijst gaat in op de uitnodiging om deze week naar de kerk te komen.

    • Iemand neemt de uitnodiging aan om zich te laten dopen en stelt daar samen met jullie een doel voor.

    • Iemand neemt de uitnodiging aan om in het Boek van Mormon te lezen en zegt toe 1 Nephi 1 te lezen.

  • Laat zendelingen met behulp van de app Predik mijn evangelie doelen stellen die realistisch zijn, maar ook inspanning vergen door:

    • oude kernindicatoren en de voortgang daarvan te bekijken;

    • dagelijks, wekelijks en maandelijks doelen te stellen;

    • personen aan hun kernindicatordoelen toe te voegen.

    Bespreek hoe zendelingen aan de hand van deze stappen effectiever kunnen plannen wanneer ze mensen vooruit proberen te helpen. Laat de zendelingen over het volgende nadenken:

    • Hoe ga je de app Predik mijn evangelie voortaan tijdens het plannen gebruiken?

    • Welke andere manieren heb je ontdekt waarop je de app effectiever kunt gebruiken?

Zendingsleiders en -raadgevers

  • Bekijk regelmatig de app Predik mijn evangelie van de zendelingen. Vraag hoe ze met behulp van de app hun doelen en plannen bijhouden, en mensen vooruit helpen.

  • Woon af en toe een wekelijkse of dagelijkse planning van zendelingen bij.

Aanhangsel 1

Het doelstellingsproces toepassen op je werk met de mensen die je onderwijst

Hieronder staan manieren om de mensen die je onderwijst aan de hand van het doelstellingsproces te helpen.

1. Stel doelen en maak plannen

Denk onder gebed na over de geestelijke behoeften van de mensen die je onderwijst. Stel doelen en maak plannen zodat je ze in die behoeften kunt helpen voorzien. Bekijk in de app Predik mijn evangelie de voortgang van elke persoon. Bepaal aan de hand van de kernindicatoren voor bekering welke volgende stap de persoon moet zetten om dichter tot Christus te komen.

Stel doelen en maak plannen, en stel jezelf vragen als:

  • Uit welke keuzes van deze persoon blijkt dat zijn of haar geloof in Jezus Christus groeit?

  • Welke ervaringen heeft deze persoon met de Geest?

  • Met welke uitdagingen heeft hij of zij te maken?

  • Wat moeten we nog meer over deze persoon te weten komen, zodat we hem of haar kunnen helpen?

  • Wat heeft deze persoon nodig om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen, de Geest te voelen en te herkennen, zich te bekeren en zich te laten dopen?

  • Hoe kunnen we ons op de wekelijkse coördinatievergadering van de wijk voorbereiden, zodat leidinggevenden en leden van de wijk deze persoon kunnen helpen? (Zie hoofdstuk 13.)

  • Welke kernindicatordoelen kunnen we stellen waaruit ons geloof in de Heer blijkt?

2. Leg je plannen vast en plan ze in

Leg je doelen en plannen gedetailleerd vast, en plan ze in met behulp van de app Predik mijn evangelie. Zo kun je het werk goed organiseren en bepalen wat je elke dag moet doen. Houd je aan de plaatselijke wetgeving voor de bescherming van persoonsgegevens.

Leg je plannen vast en plan ze in aan de hand van vragen als:

  • Wat kunnen we vandaag en deze week doen om deze persoon vooruit te helpen?

  • Welke leerstelling (of les) heeft deze persoon nodig om sterker geloof in Christus te ontwikkelen en het evangelie na te leven? Hoe kunnen we deze leerstelling op zo’n manier uitleggen dat hij of zij die begrijpt en door de Heilige Geest wordt opgebouwd?

  • Hoe en wanneer bevestigen we afspraken?

  • Welke toezeggingen moeten we van ze vragen of opvolgen? Hoe en wanneer doen we een follow-up?

  • Hoe en wanneer helpen we deze persoon naar de kerk te gaan, in de Schriften te lezen, te bidden, en de toezeggingen na te komen die leiden tot verbonden sluiten met God?

  • Hoe kunnen we de leden hierbij betrekken?

  • Welke online hulpbronnen kunnen we deze persoon laten zien?

  • Welke alternatieve plannen kunnen we maken voor het geval dat dingen anders lopen?

3. Voer je plannen uit

Voer je plannen uit met een gebed in je hart. De Geest zal je laten weten waar je heen moet gaan, wat je moet doen en wat je moet bijstellen.

Stel jezelf gedurende de dag vragen als:

  • Hoe kunnen we met geloof werken, erop vertrouwen dat de Heer ons zal helpen, en dat Hij onze inspanningen om zijn kinderen te dienen groot zal maken?

  • Hoe kunnen we onze plannen creatief en moedig uitvoeren?

  • Hoe kunnen we onze plannen aanpassen zodat ze bij de behoeften en omstandigheden van mensen aansluiten?

Plannen gaan niet altijd zoals je had gehoopt. Wees flexibel en voer zo nodig je alternatieve plannen uit.

4. Evalueer voortgang en doe follow-ups

Bekijk met je collega hoe het staat met de doelen die jullie hebben gesteld voor lessen aan mensen en hun voortgang. Maak plannen voor de follow-ups die jullie gaan doen. Pas je plannen zo nodig aan wanneer je je doelen probeert te bereiken.

Stel jezelf vragen als:

  • Maken de mensen die we onderwijzen vooruitgang richting verbonden sluiten met God?

  • Voor welke moeilijkheden staan ze? Waar lopen ze tegenaan?

  • Hoe kunnen we hen vandaag via persoonlijk of virtueel contact helpen en aanmoedigen om tot daden over te gaan?

  • Hebben ze ervaringen waarbij ze de Geest voelen?

  • Hebben ze contact met kerkleid(st)ers en leden, en sluiten ze vriendschap? Wie kunnen we bij de volgende les betrekken?

  • Wat kunnen we van tegenslagen leren?

  • In hoeverre hebben we onze doelen bereikt? Zijn er dingen die we moeten aanpassen of anders moeten doen?

  • Wordt het tijd dat we minder contact hebben?

Zie hoofdstuk 11 voor meer beginselen en ideeën voor follow-ups en mensen helpen met hun vooruitgang.

Aanhangsel 2

Het doelstellingsproces toepassen om nieuwe mensen te vinden

Hieronder staat hoe je aan de hand van het doelstellingsproces nieuwe mensen kunt vinden om te onderwijzen. Pas dit proces toe in je wekelijkse en dagelijkse planning.

1. Stel doelen en maak plannen

Overweeg met je collega onder gebed wat onze hemelse Vader wil dat jullie doen om nieuwe mensen te zoeken. Doe dit wekelijks en dagelijks. Vertrouw erop dat Hij bezig is om mensen voor jullie voor te bereiden (zie Leer en Verbonden 100:3–8).

Stel elke dag doelen om nieuwe mensen te vinden. Maak plannen voor wat jij kunt doen om resultaat voor de kernindicatoren te boeken. Enkele voorbeelden:

  • Het aantal nieuwe mensen dat je elke dag over het evangelie vertelt.

  • Hoe vaak je leden, de mensen die je onderwijst en mensen met wie je in contact komt, gaat vragen of ze iemand kennen die belangstelling voor je boodschap heeft.

  • Hoe snel je contact opneemt met verwijzingen of reageert op berichten op sociale media.

Bekijk de app Predik mijn evangelie en stel jezelf vragen als:

  • Wat wil onze hemelse Vader dat we vandaag en deze week doen om nieuwe mensen te vinden?

  • Welke dagelijkse en wekelijkse kernindicatordoelen kunnen we stellen om nieuwe mensen te vinden?

  • Wat kunnen we het best op dit tijdstip en op deze locatie doen?

  • Hoe kunnen we leden van de wijk inspireren en ondersteunen bij hun inspanningen om het evangelie met anderen te delen volgens de beginselen liefhebben, delen en uitnodigen?

  • Met welke nieuwe leden kunnen we contact opnemen om ze aan de avondmaalsdienst te herinneren? Hebben ze vrienden die ze kunnen uitnodigen?

  • Hoe spreken we met de wijkraad of deelnemers aan de wekelijkse coördinatievergadering af om contact op te nemen met gezinnen waarin niet allen lid zijn, terugkerende leden en toekomstige ouderlingen?

  • Met welke personen die we nu onderwijzen, die zijn onderwezen, of die verwezen zijn, kunnen we contact opnemen? Hoe nemen we contact met ze op? (Dat kan met een bezoekje, via technologie, per telefoon of op andere manieren.)

  • Wat zijn nog andere manieren waarop we nieuwe mensen kunnen zoeken?

  • Welke talenten en sterke punten hebben we die we daarvoor kunnen inzetten?

  • Hoe kunnen we beter worden in nieuwe mensen zoeken?

  • Wat kunnen we doen zodat de mensen met wie we in contact komen de invloed van de Heilige Geest voelen?

Zie hoofdstuk 9, 10 en 13 voor voorbeelden van activiteiten om nieuwe mensen te vinden.

Zoek in de app Predik mijn evangelie op welke activiteiten in het verleden hebben gewerkt. Ga bijvoorbeeld na hoe pasgedoopte leden zijn gevonden.

Zoek inspiratie en sta open voor nieuwe inzichten en ideeën. Probeer afwisseling te gebruiken. Zendelingen die constant nieuwe mensen vinden om te onderwijzen, gebruiken iedere week verschillende manieren. Ze blijven er voortdurend aan werken.

2. Leg je plannen vast en plan ze in

Leg samen met je collega je doelen en plannen gedetailleerd vast, en plan ze in met behulp van de app Predik mijn evangelie. Door je plannen vast te leggen en in te plannen, weet je wat je moet doen en wanneer.

Stel jezelf vragen als:

  • Wanneer en hoe komen we in contact met mensen? Wat zijn de beste manieren om dat te doen? Wat zijn de beste plekken om dat te doen? Wat zijn de beste momenten voor de verschillende manieren om nieuwe mensen te zoeken?

  • Hoe kunnen we zinvolle gesprekken voeren met de mensen die we ontmoeten?

  • Hoe en wanneer gaan we online via sociale media en andere technologie op zoek naar nieuwe mensen?

  • Wanneer nemen we contact op met verwijzingen?

  • Welke alternatieve plannen hebben we voor het geval dat andere activiteiten niet doorgaan?

3. Voer je plannen uit

Probeer ijverig je doelen te bereiken om nieuwe mensen te vinden. Heb gedurende de dag een gebed in je hart. Wees bereid om mensen die je tegenkomt te begroeten en aan te spreken. De Geest zal je laten weten waar je heen moet gaan, wat je moet doen en wat je moet bijstellen.

Stel jezelf gedurende de dag vragen als:

  • Hoe kunnen we met geloof werken, erop vertrouwen dat de Heer ons zal helpen, en dat Hij onze inspanningen om zijn kinderen te dienen groot zal maken?

  • Hoe kunnen we onze plannen creatief en moedig uitvoeren?

  • Hoe kunnen we onze plannen aanpassen zodat ze bij de behoeften en omstandigheden van mensen aansluiten?

  • Wat kunnen we doen zodat mensen de invloed van de Heilige Geest voelen?

Plannen gaan niet altijd zoals je had gehoopt. Wees flexibel en voer zo nodig je alternatieve plannen uit.

4. Evalueer voortgang en doe follow-ups

Evalueer gedurende de dag en week onder gebed hoe het staat met je doelen om nieuwe mensen te vinden. Stel jezelf vragen als:

  • In hoeverre hebben we onze doelen bereikt en onze plannen uitgevoerd?

  • Wat moeten we anders doen zodat we ons doel kunnen bereiken om nieuwe mensen te vinden?

  • Hoe kunnen we voorkomen dat we niet steeds dezelfde inefficiënte manieren gebruiken om nieuwe mensen te zoeken?

  • Wat is een ander idee dat we op dit tijdstip kunnen proberen?

  • Welke ideeën kunnen we tijdens de wekelijkse coördinatievergadering bespreken zodat we nieuwe mensen kunnen vinden? (Zie hoofdstuk 13.)

Evalueer met je collega aan de hand van de tabel ‘Manieren om nieuwe mensen te vinden’ uit hoofdstuk 9 jullie wekelijkse en dagelijkse activiteiten om nieuwe mensen te zoeken. Erken wat jullie goed doen en bepaal wat jullie beter kunnen doen.

Sta gedurende de dag op verschillende momenten stil om Gods hand in jullie werk te zien.