Zendingsroepingen
Hoofdstuk 10: Mensen leren om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen


‘Hoofdstuk 10: Mensen leren om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)

‘Hoofdstuk 10’, Predik mijn evangelie

De Bergrede, Harry Anderson

Hoofdstuk 10

Mensen leren om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen

Ter overweging

  • Hoe onderwijs ik met de Geest?

  • Hoe onderwijs ik uit de Schriften?

  • Hoe moet ik getuigen als ik iemand onderwijs?

  • Hoe plan ik en pas ik mijn lessen aan op basis van de behoeften van mensen?

  • Hoe stel ik betere vragen en luister ik beter?

  • Hoe help ik mensen om antwoorden op hun vragen te vinden en leiding en kracht te ontvangen?

Je bent geroepen om het herstelde evangelie van Jezus Christus aan zoveel mogelijk mensen te onderwijzen. Onderwijs is de kern van alles wat je doet. Als je op de hulp van de Heer vertrouwt, heeft Hij beloofd:

‘En wie u ontvangt, daar zal Ik eveneens zijn, want Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen’ (Leer en Verbonden 84:88).

Bid, studeer en oefen om je onderwijsvaardigheid te verbeteren. Pas de beginselen in dit hoofdstuk en de andere hoofdstukken van dit boek toe. Streef er oprecht naar om de gave van onderwijs te ontvangen, zodat je anderen tot zegen kunt zijn en God kunt verheerlijken. De Heer helpt je om krachtig en met gezag te onderwijzen als je Hem ijverig zoekt en zijn woord leert.

Streef ernaar om zoals de Heiland te onderwijzen

Tijdens zijn aardse bediening trok Jezus rond en onderwees, predikte en genas Hij (zie Mattheüs 4:23). Hij onderwees in allerlei situaties – in synagogen, bij mensen thuis en onderweg. Hij onderwees in grote bijeenkomsten en in privégesprekken. Enkele van zijn krachtigste interacties waren erg kort of in ongebruikelijke situaties. Hij onderwees in woord en daad.

De Heiland onderwees iedereen op basis van zijn of haar unieke behoeften. Hij vergaf een verlamde bijvoorbeeld zijn zonden en genas hem (zie Markus 2:1–12). Hij beschermde een vrouw die overspel had gepleegd en vroeg haar om niet meer te zondigen (zie Johannes 8:2–11). Toen Hij sprak met een rijke man die het eeuwige leven verlangde, ‘had [Hij] hem lief’, ook al weigerde de jonge man om Hem te volgen (Markus 10:21; zie vers 17–21).

Je kunt je onderwijsvaardigheid verbeteren door te leren hoe de Heiland onderwees. Hij hield bijvoorbeeld van de Vader en van de mensen die Hij onderwees. Hij bad voortdurend. Hij onderwees uit de Schriften. Hij bereidde zich geestelijk voor. Hij stelde geïnspireerde vragen. Hij nodigde mensen uit om in geloof te handelen. Hij vergeleek evangeliebeginselen met het dagelijks leven.

Zoals de Heiland leren onderwijzen, is een levenslang proces. Het zal je regel op regel gegeven worden, als je Hem volgt (zie 2 Nephi 28:30; Ether 12:41).

‘Tracht eerst mijn woord te verkrijgen’

Om in het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen, moet je eerst de fundamentele leerstellingen en beginselen ervan kennen. Je hebt ook geestelijke kennis en bevestiging van evangeliewaarheden nodig. De Heer heeft gezegd: ‘Tracht niet mijn woord te verkondigen, maar tracht eerst mijn woord te verkrijgen.’

Om het woord van de Heer te ‘verkrijgen’ bestudeer je het en laat je het diep in je hart doordringen. Als je dat doet, heeft Hij beloofd: ‘Dan zal uw tong worden losgemaakt; dan, indien u dat verlangt, zult u mijn Geest en mijn woord hebben, ja, de macht van God om mensen te overtuigen’ (Leer en Verbonden 11:21).

iemand markeert Schriftteksten

De Heer heeft ook gezegd: ‘Verzamel de woorden van het leven steeds als een schat in uw gedachten’ (Leer en Verbonden 84:85). Als je de woorden van de Heer als een schat verzamelt, neem je in kennis toe en wordt je getuigenis versterkt. Je verlangen en vermogen om het evangelie te onderwijzen, nemen ook toe. (Zie Jakob 4:6–7; Alma 32:27–42; 36:26; 37:8–9.)

Verkrijg het woord van de Heer en verzamel het als een schat door de Schriften, de woorden van hedendaagse profeten en de lessen in hoofdstuk 3 te bestuderen.

Onderwijs met de Geest

Het evangelie van Jezus Christus is ‘een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft’ (Romeinen 1:16). Daarom moet de boodschap van het herstelde evangelie met goddelijke macht, de macht van de Heilige Geest, worden verkondigd.

Het is belangrijk om je onderwijsvaardigheid te ontwikkelen. Het is ook belangrijk om de leerstellingen en beginselen te leren waarin je onderwijst. Maar wanneer je in geestelijke waarheid onderwijst, vertrouw je niet enkel op je eigen vaardigheden en kennis.

Geestelijke waarheid wordt met de macht van de Heilige Geest onderwezen. De Heer zei: ‘En de Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien u de Geest niet ontvangt, zult u niet onderwijzen’ (Leer en Verbonden 42:14; zie ook Leer en Verbonden 50:13–14, 17–22).

Wat het betekent om met de Geest te onderwijzen

Als je met de Geest onderwijst, bid je om bij het onderwijzen door de macht van de Heilige Geest te worden gesterkt. Je bidt ook dat mensen de waarheid door de Geest ontvangen. Mensen kunnen van sommige waarheden worden overtuigd, maar om bekeerd te raken, hebben ze ervaringen met de Geest nodig (zie Leer en Verbonden 8:2–3).

Bereid je voor om een werktuig te zijn waardoor de Geest kan onderwijzen. Beschouw de Heilige Geest als je onderwijscollega.

Vertrouw erop dat de Geest je zal ingeven wat je moet zeggen. Hij helpt je de leerstellingen herinneren die je hebt geleerd. Hij helpt je om je lessen op basis van iemands behoeften te plannen en aan te passen.

Als je met de Geest onderwijst, voert Hij je boodschap tot het hart van de mensen. Hij bevestigt je boodschap wanneer je je getuigenis geeft. Zij die ontvangen wat je met de Geest onderwijst, en jijzelf, worden opgebouwd, begrijpen elkaar en verblijden zich tezamen. (Zie 2 Nephi 33:1; Leer en Verbonden 50:13–22.)

President Ezra Taft Benson

‘De Geest is het belangrijkste aspect van het zendingswerk. Als de Geest uw roeping versterkt, kunt u voor de Heer wonderen in het zendingsveld verrichten. Zonder de Geest zult u nooit succes hebben, ongeacht uw talenten en vaardigheden.’ (Ezra Taft Benson, seminar voor nieuwe zendingspresidenten, 25 juni 1986.)

De belofte van je roeping

Je bent geroepen en aangesteld ‘om mijn evangelie te prediken door de Geest, namelijk de Trooster, die uitgezonden is om in de waarheid te onderwijzen’ (Leer en Verbonden 50:14). Soms ben je misschien zenuwachtig of voel je je ongeschikt. Misschien maak je je zorgen dat je niet genoeg weet of dat je niet genoeg ervaring hebt.

Je hemelse Vader, die je door en door kent, heeft je geroepen omdat jij als toegewijde volgeling van Jezus Christus veel te bieden hebt. Hij zal je niet in de steek laten. Vertrouw erop dat de Geest jouw vaardigheden zal versterken en de waarheid zal overbrengen aan wie daarvoor openstaan.

Ouderling Neil L. Andersen

Ouderling Neil L. Andersen heeft gezegd: ‘Toen ik […] aan de moeilijkheden van een zending dacht, voelde ik me ongeschikt en onvoorbereid. Ik herinner me dat ik bad: “Hemelse Vader, hoe kan ik op zending gaan terwijl ik zo weinig weet?” Ik geloofde in de kerk, maar vond mijn geestelijke kennis erg beperkt. Terwijl ik bad, kreeg ik deze ingeving: “Je weet niet alles, maar je weet genoeg!” Die geruststelling gaf me de moed om de volgende stap te doen en op zending te gaan.’ (‘Je weet genoeg’, Liahona, november 2008, 13.)

Nodig de Geest uit als je begint te onderwijzen

De eerste momenten met mensen zijn erg belangrijk. Wees oprecht en respectvol. Toon oprechte interesse en liefde. Doe je best om hun vertrouwen te verdienen. Je kunt iemands vertrouwen winnen als je samen de Geest voelt.

Stel een paar eenvoudige vragen om meer over hun achtergrond te weten te komen en te vernemen wat zij van jouw bezoek verwachten. Luister aandachtig naar hun antwoorden.

Nodig voordat je begint alle aanwezigen uit om met de les mee te doen. Moedig ze aan om alle afleidingen weg te nemen, zodat jullie de Geest van de Heer kunnen voelen.

Leg uit dat je iedere les graag met een gebed wilt beginnen en afsluiten. Bied aan om het openingsgebed uit te spreken. Bid eenvoudig en oprecht dat God de mensen die je onderwijst in elk aspect van hun leven zal zegenen. Bid dat ze mogen voelen dat wat je onderwijst waar is. Bedenk dat het ‘krachtig gebed van een rechtvaardige veel tot stand [brengt]’ (Jakobus 5:16).

Geloof in de bekeringsmacht van de Heilige Geest. Onder inspiratie van de Geest kun je de les beginnen door iets als het volgende te zeggen:

  • God is onze liefdevolle hemelse Vader. Wij zijn allemaal broeders en zusters. Hij wil dat wij gelukkig zijn.

  • We hebben allemaal moeilijkheden en tegenslagen. Wat u ook meemaakt, Jezus Christus en zijn leringen kunnen u helpen. Hij kan u vrede, hoop, genezing en geluk geven. Jezus kan u meer kracht geven om met de moeilijkheden van het leven om te gaan.

  • We maken allemaal fouten, waardoor we schuld, schaamte en spijt kunnen voelen. We raken deze gevoelens alleen kwijt als we ons bekeren en God om vergeving vragen. We kunnen alleen door de verzoening van Jezus Christus volledig van onze zonden worden genezen.

  • Wij gaan u begeleiden zodat u zelf achter de waarheid van onze boodschap kunt komen. We zullen u ook uitnodigen om bepaalde dingen te doen, zoals lezen, bidden en naar de kerk gaan. We helpen u daarbij en leggen uit welke zegeningen u kunt ontvangen. Stel ons gerust vragen.

  • We zijn door een profeet van God geroepen om te vertellen wat we weten. We weten dat onze boodschap waar is.

  • We gaan u leren hoe u verbonden met God sluit, ofwel bijzondere beloften aan Hem doet. Deze verbinden u met God, waardoor u vreugde, kracht en bijzondere beloften van Hem kunt krijgen.

  • U zult leren hoe u veranderingen in uw leven kunt aanbrengen en Jezus Christus en zijn leringen kunt volgen. Een van de fundamentele leringen van Jezus Christus, en ons eerste verbond, is om zijn voorbeeld te volgen door ons met het juiste gezag te laten dopen (zie Johannes 3:5; Leer en Verbonden 22).

zendelingen bidden

Voordat je een les begint, vertel je kort waar je het over gaat hebben. Zorg dat de mensen begrijpen waarom dat voor hen relevant is. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Onze boodschap is dat Jezus Christus in onze tijd zijn kerk op aarde heeft gevestigd en hedendaagse profeten heeft geroepen om ons te leiden.’ Je kunt ook zeggen: ‘Wij komen u vertellen dat God van u houdt en een plan heeft om u gelukkig te maken.’

Iedereen heeft er baat bij om het evangelie van Jezus Christus aan te nemen en na te leven. Onze hemelse Vader heeft de mensen die je hebt gevonden mogelijk al gezegend met een waardevolle geestelijke voorbereiding (zie Alma 16:16–17).

Door tijdens het eerste bezoek de Geest uit te nodigen en waarheid te verkondigen, gaan mensen je als dienstknecht van de Heer herkennen.

Individuele studie of studie met je collega

Oefen aan de hand van de suggesties in deze paragraaf verschillende manieren om een les te beginnen.

Gebruik de Schriften

De standaardwerken van de kerk zijn de basisbronnen van je onderwijs in het herstelde evangelie van Jezus Christus. Er zijn veel verschillende redenen waarom het belangrijk is om de Schriften als basis van je onderwijs te gebruiken. Bijvoorbeeld:

Door de Schriften in je onderwijs te gebruiken, prikkel je anderen om die zelfstandig te gaan bestuderen. Als het duidelijk is dat jij van de Schriften houdt, moedigt dat hen aan om ze ook te bestuderen. Laat zien hoe ze door de Schriften te bestuderen over het evangelie kunnen leren en de liefde van God kunnen voelen. Geef voorbeelden waaruit blijkt dat ze door de Schriften antwoord op hun vragen, leiding en kracht kunnen ontvangen.

Doe je best om de Schriften te bestuderen, zodat je er effectief uit kunt onderwijzen. (Zie hoofdstuk 2.) Als je de Schriften dagelijks bestudeert, zowel persoonlijk als met je collega, kun je er beter uit onderwijzen.

Help mensen om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen door de Schriften te bestuderen, in het bijzonder het Boek van Mormon. De volgende suggesties kunnen nuttig zijn.

groep bestudeert de Schriften

Introduceer de Schrifttekst

Beschrijf kort de achtergrond van de tekst. Hieronder staan een paar voorbeelden om een Schrifttekst te introduceren:

  • ‘In zijn geschiedenis vertelt Joseph Smith ons in zijn eigen woorden wat er gebeurde toen hij naar het bos ging om te bidden. Hij zei: “Ik [zag] een lichtkolom …”’

  • ‘In deze tekst onderwijst de profeet Alma arme mensen hoe ze geloof in het woord van God kunnen oefenen. Hij vergelijkt het woord van God met een zaadje dat in ons hart wordt gezaaid. Wilt u vers … lezen?’

Lees de tekst

Lees de tekst voor of laat degene die je onderwijst voorlezen. Houd er rekening mee dat sommige mensen niet goed kunnen lezen. Als ze de tekst niet goed begrijpen, lees die dan samen en leg uit wat er staat. Geef een definitie van moeilijke woorden of uitdrukkingen. Of geef ze een eenvoudigere tekst om te lezen. Laat ze op specifieke punten in de tekst letten.

Pas de Schriften toe

Nephi zei: ‘Ik paste alle Schriften op onszelf toe, opdat zij ons tot nut en lering zouden strekken’ (1 Nephi 19:23).

Pas de Schriften toe op de mensen die je onderwijst, door ze te laten zien waarom de verhalen en beginselen voor hen persoonlijk relevant zijn. Bijvoorbeeld:

  • ‘Het volk van Alma droeg net als u een zware last op hun schouders, bijna te zwaar om te dragen. Maar toen ze geloof oefenden en baden, versterkte God hen en konden ze hun moeilijkheden doorstaan. Toen verloste Hij ze van hun beproevingen. Net als met deze mensen, weet ik dat God u ook zal helpen bij uw beproevingen als u …’ (Zie Mosiah 24.)

  • ‘Alma’s instructies aan het volk bij de wateren van Mormon zijn ook op ons van toepassing. Johan, bent u bereid om …?’ (Zie Mosiah 18.)

Leer mensen hoe ze de Schriften zelfstandig op hun situatie kunnen toepassen. Als ze persoonlijke toepassingen ontdekken, gaan ze de kracht van Gods woord beter aanwenden en ervaren.

Vraag en help mensen om zelfstandig te lezen

De mensen die je onderwijst moeten de Schriften, in het bijzonder het Boek van Mormon, bestuderen om een getuigenis van de waarheid te ontvangen. Door de Schriften effectief in je onderwijs te gebruiken, kun je mensen helpen die zelfstandig te bestuderen.

Na ieder bezoek raad je ze specifieke hoofdstukken of verzen aan om te lezen. Laat ze zich bij het lezen bepaalde dingen afvragen. Moedig ze aan om de Schriften dagelijks individueel en als gezin te bestuderen. Je kunt de leden ook vragen om tussen de lessen door samen met ze te lezen.

Bespreek de teksten die ze zouden lezen aan het begin van de volgende les. Help ze indien nodig om deze Schriftteksten te begrijpen en toe te passen. Moedig ze aan om hun gedachten en vragen op te schrijven.

Als mensen met jouw hulp de Schriften – in het bijzonder het Boek van Mormon – lezen, begrijpen en toepassen, doen ze geestelijke ervaringen met het woord van God op. Dit vergroot de kans dat ze zelfstandig gaan lezen en de Schriften een belangrijk onderdeel van hun leven maken.

zendelingen onderwijzen gezin

Leg uit waar de Schriften te vinden zijn

De Schriften en de woorden van hedendaagse profeten zijn op meer manieren en in meer talen dan ooit tevoren beschikbaar. Zoek de gedrukte en digitale beschikbaarheid uit voor de mensen die je onderwijst. Wijs mensen op toegang tot de Schriften die aan hun behoeften en voorkeuren voldoet. Overweeg het volgende:

  • Vraag mensen in welke taal ze de Schriften willen lezen of beluisteren.

  • Als iemand moeite heeft met lezen of begrijpen wat hij of zij leest, kan het nuttig zijn om samen hardop te lezen of naar geluidsopnames te luisteren. Deze zijn beschikbaar in de gratis apps en op de websites van de kerk.

  • Als iemand een smartphone, tablet of computer heeft, leg dan uit waar hij of zij de Schriften kan terugvinden, in het bijzonder het Boek van Mormon. De app met het Boek van Mormon en de Evangeliebibliotheek zijn gratis en makkelijk te delen.

  • Als je tekstberichten, chatberichten of e-mails verstuurt, stuur dan ook links naar of afbeeldingen van Schriftteksten. Als je les via videochat geeft, kun je je scherm delen om samen teksten te lezen.

  • Laat zien waar de woorden van hedendaagse profeten terug te vinden zijn.

Individuele studie of studie met je collega

Zorg ervoor dat jij en je collega de nieuwste versie van de Schriften op je telefoon hebben, waaronder de app met het Boek van Mormon en de Evangeliebibliotheek.

Kies een van de volgende Schriftteksten: titelpagina van het Boek van Mormon; 3 Nephi 11; Moroni 10:3–8; Johannes 17:3; Romeinen 8:16–17; 1 Korinthe 15:29; Jakobus 1:5; 1 Petrus 3:19–20; Amos 3:7.

Bepaal hoe je:

  • de tekst introduceert;

  • achtergrondinformatie en context geeft;

  • de tekst leest en uitlegt;

  • moeilijke woorden uitlegt;

  • de mensen die je onderwijst de tekst helpt toe te passen.

Schriftstudie

Waarom is het belangrijk om uit de Schriften te onderwijzen?

Geef je getuigenis

Een getuigenis is een geestelijke bevestiging van de Heilige Geest. Als je je getuigenis geeft, verklaar je eenvoudig en direct je kennis, overtuiging of geloof omtrent een evangeliewaarheid. Je getuigt persoonlijk van de waarheid die je uit de Schriften hebt onderwezen.

Je getuigenis uitspreken is een krachtige manier om de Geest uit te nodigen en anderen zijn invloed te laten voelen. Een van de taken van de Heilige Geest is om van onze hemelse Vader en Jezus Christus te getuigen. Dit doet Hij vaak in samenwerking met jou, wanneer jij je getuigenis geeft.

Een krachtig getuigenis is niet afhankelijk van jouw welsprekendheid of het volume van je stem – maar van de overtuiging en oprechtheid van je hart. Zorg ervoor dat je je getuigenis niet afraffelt of overdrijft. Geef mensen de gelegenheid om te voelen dat de Heilige Geest tot hen getuigt dat je in de waarheid hebt onderwezen.

Je getuigenis kan zo eenvoudig zijn als ‘Jezus Christus is onze Heiland en Verlosser’ of ‘Ik ben er zelf achter gekomen dat het Boek van Mormon waar is.’ Je kunt ook kort vertellen hoe jij dit getuigenis hebt gekregen.

Geef bij het onderwijzen je getuigenis zodra je die ingeving krijgt, niet alleen aan het einde. Als je collega ergens in onderwijst, getuig dan mede van zijn of haar woorden.

Getuig dat degene die je onderwijst zal worden gezegend door het besproken beginsel na te leven. Vertel hoe gehoorzaamheid aan dat beginsel jou tot zegen is geweest. Jouw oprechte getuigenis draagt bij aan een situatie waarin de Heilige Geest van de waarheid kan getuigen.

Individuele studie

De onderstaande Schriftteksten zijn voorbeelden van het geven van een getuigenis. Denk bij het lezen van elke Schrifttekst na over de genoemde vragen. Schrijf je antwoorden in je studiedagboek op.

Schriftstudie

Wat staat er in de onderstaande Schriftteksten over de beginselen en beloften met betrekking tot het geven van een getuigenis?

Plan en pas je onderwijs naar behoefte aan

Iedereen die je onderwijst is uniek. Probeer zijn of haar geestelijke interesses, behoeften en zorgen te begrijpen. Stel vragen en luister aandachtig. Misschien begrijp jij iemands behoeften niet volledig, maar onze hemelse Vader doet dat wel. Hij zal je door de Heilige Geest leiden.

zendelingen onderwijzen echtpaar

Laat de Geest de volgorde van de lessen bepalen

Laat de Geest bepalen in welke volgorde je de lessen geeft. Het staat je vrij om de lessen te geven in de volgorde die het beste past bij de behoeften, vragen en omstandigheden van de mensen die je onderwijst.

Soms kun je beginselen uit verschillende lessen combineren om aan iemands behoeften en interesses tegemoet te komen. Bekijk de volgende drie voorbeelden.

Jana heeft online contact met je opgenomen en vraagt waarom haar vriendinnen in de kerk niet roken of drinken. Je kunt haar aan de hand van de volgende paragrafen uit hoofdstuk 3 vertellen over de zegeningen van de geboden:

Samuel heeft het gevoel dat hij nergens bijhoort. Je kunt hem aan de hand van de volgende paragrafen uit hoofdstuk 3 vertellen over zijn identiteit en zijn plek in het gezin van God:

Tatiana heeft veel godsdiensten bestudeerd en wil weten wat de kerk uniek maakt. Je kunt haar aan de hand van de volgende paragrafen uit hoofdstuk 3 vertellen over de herstelling van het evangelie van Jezus Christus:

Onze hemelse Vader kent zijn kinderen. Streef in je voorbereiding dus naar inspiratie om dergelijke beslissingen te nemen. Bid om de gave van onderscheid als je bepaalt wat je gaat behandelen. Let goed op je gedachten en gevoelens.

gezin leest Schriften

Geef mensen de tijd om toe te passen wat ze leren

Geef de mensen die je onderwijst de tijd om toe te passen wat ze leren (zie 3 Nephi 17:2–3). Zoek gepaste manieren om ze te steunen bij het nakomen van hun toezeggingen. Concentreer je op de dingen waarmee ze een fundament van geloof kunnen bouwen, zoals bidden, lezen en naar de kerk gaan. Dat stelt ze in staat om verdere toezeggingen na te komen.

Let er bij het plannen en onderwijzen op hoeveel nieuwe informatie je geeft. Een van de voornaamste doelen van je onderwijs is om iemand te helpen geloof in Jezus Christus te ontwikkelen, dat tot bekering leidt. Het doel is niet om zoveel mogelijk informatie te geven.

Houd een tempo aan dat voor de betrokkene geschikt is. Stel vragen en luister aandachtig om vast te stellen in hoeverre hij of zij leert en toepast wat je onderwijst.

De waarheid waarin je onderwijst kan mensen er samen met de macht van de Heilige Geest toe brengen om hun keuzevrijheid zó te gebruiken dat ze hun geloof in Christus ontwikkelen. Als ze geloof in de Heer oefenen door wat ze leren toe te passen, komen ze door de Geest te weten dat het evangelie waar is.

Gebruik uiteenlopende onderwijsmogelijkheden

Er zijn veel mogelijkheden om iemand te onderwijzen. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijke bezoeken, videochats, telefoongesprekken, tekstberichten en sociale media.

Respecteer de tijd van mensen

Houd je lessen eenvoudig en kort. Mensen spreken sneller met je af als je hun tijd en verzoeken respecteert. Vraag hoeveel tijd ze voor het bezoek hebben. Begin en eindig elk gesprek op de afgesproken tijd, ongeacht of je fysiek of online afspreekt. Denk eraan dat telefoongesprekken of videochats op sommige plaatsen duur zijn.

Je hebt meerdere afspraken nodig om de beginselen in een les te behandelen. Een afspraak zou niet langer dan 30 minuten mogen duren. Je kunt iemand zelfs in slechts 5 minuten onderwijzen. Pas je onderwijs aan de tijd die mensen beschikbaar hebben aan.

Maak verstandig gebruik van technologie

Je hebt vaak de mogelijkheid om mensen met behulp van technologie te onderwijzen. Sommige mensen geven de voorkeur aan het gemak of de privacy van digitale interacties. Je kunt de mensen die je fysiek bezoekt ook met technologie ondersteunen. Bespreek de beschikbare communicatiemiddelen met ze. Houd vervolgens contact. Houd rekening met ieders voorkeuren.

Technologische middelen zoals videogesprekken kunnen vooral nuttig zijn om mensen te onderwijzen die het druk hebben of ver weg wonen. Soms maakt technologie het makkelijker voor de leden om aan een les deel te nemen.

Help kinderen leren

De Heiland vertelde zijn discipelen tijdens zijn bediening: ‘Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God’ (Markus 10:14). Als je kinderen onderwijst, pas je aanpak en boodschap dan aan hun behoeften aan. Leer ze het evangelie door dingen te bespreken waarmee ze bekend zijn. Zorg ervoor dat ze begrijpen wat je onderwijst.

Schriftstudie

Lees Leer en Verbonden 84:85. Wat betekent het om het deel te krijgen ‘dat eenieder moet worden toegemeten’? Hoe kun je dit in je onderwijs toepassen?

Wat heeft de Heer zijn trouwe zendelingen beloofd over weten wat ze moeten zeggen?

Onderwijs eensgezind met je collega

De Heer heeft gezegd: ‘U zult uitgaan in de macht van mijn Geest, twee aan twee mijn evangelie predikend’ (Leer en Verbonden 42:6). Hij draagt jou en je collega ook op: ‘Wees één’ (Leer en Verbonden 38:27). Je onderwijs is krachtiger en interessanter als jij en je collega eensgezind samenwerken. Wissel elkaar tijdens de les steeds af.

Bespreek en oefen tijdens je studie met je collega hoe jullie eensgezind kunnen onderwijzen. Bereid voor hoe jullie gaan samenwerken als je mensen online onderwijst. Neem de voorzorgsmaatregelen voor veilig technologiegebruik uit hoofdstuk 2 in acht.

zendelingen onderwijzen man

Bid voor je collega en luister aandachtig als hij of zij aan het woord is. Steun je collega door te getuigen van de waarheden waarin hij of zij heeft onderwezen (zie Alma 12:1). Volg de ingevingen van de Geest als je geïnspireerd wordt om iets te zeggen.

Wees oprecht geïnteresseerd in de mensen die je onderwijst. Luister naar ze. Maak oogcontact als jij of zij aan het woord zijn. Let aandachtig op hun reacties en op ingevingen van de Geest.

Nodig leden uit om deel te nemen

Nodig leden uit om je te helpen met je onderwijs en steun aan de mensen met wie je werkt. Dit kunnen ze fysiek of virtueel doen. Overleg tijdens de wekelijkse coördinatievergadering met de leidinggevenden in de wijk wie er kan helpen.

Leden die deelnemen aan het onderwijs en mensen begeleiden, kunnen hun inzichten aandragen en vriendschappen sluiten. Ze gaan ook de vreugde van het zendingswerk ervaren.

Nodig leden uit om je te helpen onderwijzen

Plan vóór de les met de leden hoe jullie kunnen samenwerken. Je kunt in een tekstbericht of kort telefoongesprek afspreken wat jullie gaan behandelen, wie het gebed uitspreekt, wie het gesprek leidt, en nog andere details.

De voornaamste rol van de leden is om oprecht te getuigen, korte persoonlijke ervaringen te vertellen en een band op te bouwen met degene die wordt onderwezen. Laat de leden bijvoorbeeld vertellen hoe zij een bepaald beginsel in de les hebben geleerd en aanvaard, en hoe ze het naleven. Als het bekeerlingen zijn, laat ze dan vertellen waarom zij lid van de kerk zijn geworden.

Als de leden je een verwijzing geven, vraag ze dan om aan de lessen deel te nemen. In die situaties zijn ze mogelijk meer betrokken. Overleg met ze hoe zij betrokken willen zijn.

Bedenk hoe technologie een rol kan spelen om samen met de leden te onderwijzen. Met technologie kunnen de leden deelnemen zonder dezelfde hoeveelheid tijd op te offeren als bij een fysiek bezoek.

Plan tijdens de wekelijkse coördinatievergadering met de leidinggevenden in de wijk om naar zoveel mogelijk lessen een lid mee te nemen. (Zie hoofdstuk 13.) Overweeg om nieuwe leden mee te laten helpen bij het onderwijs.

Individuele studie of studie met je collega

Stel je voor dat je een afspraak hebt om een gezin bij een lid thuis te onderwijzen. Bespreek hoe je de volgende leden zou vragen je daarbij te helpen:

  • een wijkzendeling die pas van zending is teruggekomen;

  • een priester;

  • een nieuw lid;

  • de quorumpresident ouderlingen of ZHV-presidente.

Vraag de leden om steun te bieden

De leden kunnen mensen ook tussen de lessen door waardevolle steun bieden. Ze kunnen tekstberichten sturen, samen de Schriften lezen, mensen thuis of voor activiteiten uitnodigen, of in de kerk naast elkaar zitten. Ze kunnen vragen beantwoorden en laten zien hoe hun leven als lid van de kerk eruitziet. Door hun levenservaring en perspectief krijgen ze soms een band met mensen waar dat zendelingen niet lukt.

Overleg met de leden hoe jullie kunnen samenwerken om mensen buiten de onderwijsafspraken om te ondersteunen.

Onderwijs dat tot begrip leidt

Onderwijs het evangelie van Jezus Christus zó dat mensen het begrijpen. Bestudeer de Schriften en de lessen zodat je er duidelijk uit kunt onderwijzen. Hoe duidelijker je onderwijst, hoe beter de Heilige Geest van waarheid kan getuigen.

Stel vragen om mensen te laten nadenken over wat je hebt onderwezen. Luister daarna of ze het begrijpen en aannemen.

Onderwijs dat tot begrip leidt, houdt in dat je woorden, uitdrukkingen en ideeën uitlegt. Je kunt je onderwijsvaardigheid in het evangelie verbeteren door:

  • woorden te gebruiken die je begrijpt;

  • woorden uit te leggen die andere mensen misschien niet begrijpen;

  • vragen te stellen als ‘Kunt u ons vertellen wat u begrijpt over wat we net hebben uitgelegd?’ of ‘Kunt u samenvatten wat we hebben besproken?’

Als je de leerstellingen in hoofdstuk 3 behandelt, schrijf dan woorden, uitdrukkingen en ideeën op die mensen misschien niet begrijpen. Definieer die aan de hand van de hulpbronnen in de Evangeliebibliotheek, zoals de Gids bij de Schriften, de Bible Dictionary en Gospel Topics.

Houd je lessen eenvoudig en kort. Richt je op het evangelie van Jezus Christus en stimuleer begrip van de fundamentele leerstellingen en beginselen. Help mensen om naar begrip afkomstig van de Heilige Geest te streven. Als ze dit begrip ontvangen, gaan ze de evangelieboodschap geloven.

Schriftstudie

Waarom moeten we de leerstellingen zorgvuldig uitleggen?

Hoe leren we? Waarom is het belangrijk om informatie stapsgewijs te behandelen?

Waarom is het belangrijk om duidelijk te zijn?

Wat staat er in de volgende teksten over Gods communicatie met zijn kinderen?

Stel vragen

De Heiland stelde vragen om mensen dieper te laten nadenken over de waarheden waarin Hij onderwees en om ze stil te laten staan bij hun gevoelens. Zijn vragen wekten bezinning en toewijding op.

Goede vragen zijn ook in jouw onderwijs van belang. Ze stellen je in staat om te begrijpen welke interesses, bezwaren en vragen mensen hebben. Goede vragen nodigen de Geest uit en stellen mensen in staat om te leren.

Stel geïnspireerde vragen

Vraag de Geest je te helpen om goede vragen te stellen. De juiste vraag op het juiste moment kan iemand helpen het evangelie te leren en de Geest te voelen.

Door geïnspireerde vragen te stellen en oprecht te luisteren stel je mensen op hun gemak om openhartig te praten en hun gevoelens te uiten. Hierdoor kunnen ze hun getuigenis zien groeien. Ze zullen zich ook vrijer voelen om vragen te stellen als ze iets niet begrijpen of bezwaren hebben.

In de onderstaande tabel staan enkele beginselen in verband met het stellen van geïnspireerde vragen, met enkele voorbeelden.

Beginselen en voorbeelden van geïnspireerde vragen

Beginselen

Voorbeelden

Stel vragen die mensen in staat stellen om de Geest te voelen.

  • Kunt u iets vertellen over een ervaring waarbij u Gods invloed hebt gevoeld?

  • Hoe hebt u Gods liefde voor u gevoeld?

Stel eenvoudige vragen die goed te begrijpen zijn.

  • Wat hebt u uit deze Schrifttekst over Jezus Christus geleerd?

Stel vragen die mensen laten nadenken over wat je onderwijst.

  • In welke opzichten is dit te vergelijken met wat u al gelooft? Wat zijn de verschillen?

Stel vragen om na te gaan in hoeverre mensen begrijpen wat je onderwijst.

  • Welke vragen hebt u over wat we vandaag hebben besproken?

  • Hoe zou u ons gesprek vandaag samenvatten?

Stel vragen die mensen in staat stellen om hun gevoelens te uiten.

  • Hoe heeft Jezus Christus u geholpen?

  • Wat vindt u belangrijk aan wat we vandaag hebben besproken?

Stel vragen om je liefde en zorg te tonen.

  • Hoe kunnen we u helpen?

Stel vragen die mensen in staat stellen om toe te passen wat ze leren.

  • Wat kunnen we uit deze Schrifttekst leren?

  • Hoe kan deze Schrifttekst u helpen?

  • Wat voelt u dat u moet doen met wat u hebt geleerd?

Studie met je collega

Bestudeer het lesplan van een recente les die je hebt gegeven. Noteer een vraag voor elk belangrijk beginsel in je plan.

Bestudeer de vragen om te zien of ze in overeenstemming zijn met de genoemde beginselen.

Beantwoord dan iedere vraag alsof jij wordt onderwezen.

Bespreek je vragen met je collega. Evalueer en verbeter samen je vragen.

Individuele studie of studie met je collega

Mensen die je onderwijst maken wellicht het volgende mee:

  • Ze hebben een geestelijke ervaring bij het lezen in het Boek van Mormon.

  • Hun collega’s op het werk maken geestelijke zaken vaak belachelijk.

  • Hun familieleden zijn zeer actief in een andere kerk.

  • Hun vrienden geloven dat ‘de mormonen’ geen christenen zijn.

Bedenk een vraag die je kunt stellen om meer over elk van deze situaties te weten te komen. Schrijf deze vragen in je studiedagboek op. Bespreek met je collega hoe je deze vragen kunt verbeteren.

Vermijd ondoeltreffende of onnodige vragen

Probeer geen vragen te stellen die:

  • een vanzelfsprekend antwoord hebben;

  • iemand in verlegenheid kunnen brengen als hij of zij het antwoord niet weet;

  • meer dan één beginsel bevatten;

  • over leerstellingen gaan die je nog niet hebt besproken;

  • geen duidelijk doel hebben;

  • onnodig zijn;

  • te nieuwsgierig, irritant of beledigend kunnen zijn.

Hieronder staan voorbeelden van minder goede vragen:

  • Wie was de eerste profeet? (Misschien weet iemand het antwoord niet.)

  • Hoe kunnen we de Geest bij ons hebben als we ons lichaam rein houden, en laten zien dat we bereid zijn om een profeet van God te volgen? (De vraag bevat meer dan één beginsel.)

  • Is het belangrijk om Gods geboden te kennen? (Dit is een vraag die met ja of nee wordt beantwoord en een vanzelfsprekend antwoord heeft.)

  • Wat kunnen we iedere dag doen om ons dicht bij God te voelen? (Dit is een vage vraag met een specifiek antwoord als doel: bidden.)

  • Wie was de profeet na Noach? (Misschien weet iemand het antwoord niet, en de vraag is niet van belang voor je boodschap.)

  • Begrijpt u wat ik bedoel? (Dit kan neerbuigend klinken.)

Individuele studie of studie met je collega

Denk na over de behoeften van iemand die je onderwijst. Bespreek hoe hij of zij jouw vragen zou beantwoorden. Maak een plan om vragen te stellen aan de hand van de genoemde richtlijnen. Bespreek hoe deze vragen de Geest kunnen uitnodigen en de betrokkene helpen om het evangelie te leren.

Luister

Als je aandachtig naar mensen luistert, ga je ze beter begrijpen. Als zij weten dat je hun gedachten en gevoelens belangrijk vindt, gaan ze eerder naar je boodschap luisteren, persoonlijke ervaringen vertellen en toezeggingen doen.

Als je luistert, kom je te weten hoe je je onderwijs aan hun behoeften en interesses aanpast. Je gaat beter begrijpen aan welke evangeliewaarheden ze het meest hebben.

Luister in het bijzonder naar de ingevingen van de Geest. Als anderen hun gevoelens uiten, kan de Heilige Geest jou gedachten of ideeën ingeven. Door de Geest kun je ook begrijpen wat anderen onder woorden proberen te brengen.

zendelingen praten met gezin

Luister met oprechte zorg

Luisteren vereist inspanning en oprechte zorg. Concentreer je op wat andere mensen zeggen. Bedwing de neiging om al vooruit te plannen wat je gaat zeggen.

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd: ‘Luisteren [is] belangrijker dan praten. Deze mensen zijn geen levenloze voorwerpen, vermomd als doopstatistieken. […] Vraag die vrienden wat voor hen het belangrijkste is, wat zij fijn vinden of wat hun dierbaar is. En luister dan. Als de situatie ernaar is, vraag je wat hun angsten zijn, waar zij naar verlangen of wat ze in hun leven missen. Ik beloof je dat iets van wat ze zeggen altijd betrekking heeft op een evangeliebeginsel waarvan je je getuigenis kunt geven en waarover je meer kunt zeggen. […] Als we met liefde luisteren, hoeven we ons niet af te vragen wat we moeten zeggen. Het zal ons gegeven worden – door de Geest en door onze vrienden.’ (Zie ‘Gij zult mijn getuigen zijn’, Liahona, juli 2001, 16.)

Merk non-verbale signalen op

Mensen communiceren ook met hun lichaamstaal. Let op de manier waarop ze zitten, hun gezichtsuitdrukking, wat ze met hun handen doen, hun stemgebruik en waar ze naartoe kijken. Als je op deze non-verbale signalen let, ga je de gevoelens van de mensen die je onderwijst beter begrijpen.

Wees je ook bewust van je eigen lichaamstaal. Laat zien dat je geïnteresseerd en enthousiast bent door aandachtig te luisteren.

Geef mensen tijd om na te denken en te reageren

De Heiland stelde vaak vragen waarbij mensen tijd nodig hadden voordat ze reageerden. Geef iemand de kans om na te denken en te reageren als je een vraag stelt. Ga stiltes niet uit de weg. Mensen hebben vaak even tijd nodig om over vragen na te denken, ze te beantwoorden en hun gevoelens onder woorden te brengen.

Je kunt even wachten nadat je een vraag hebt gesteld, over een geestelijke ervaring hebt verteld of als iemand het moeilijk vindt om zijn of haar gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Geef ze de tijd om rustig na te denken voordat je verdergaat. Val ze niet in de rede wanneer ze aan het woord zijn.

Reageer empathisch

Als iemand een vraag beantwoordt, toon dan indien nodig eerst empathie. Empathie laat zien dat je oprecht om ze geeft. Oordeel niet te snel, bied niet onmiddellijk een oplossing aan en doe niet alsof je alle antwoorden hebt.

Bevestig dat je mensen begrijpt

Zorg ervoor dat je echt begrijpt wat iemand zegt. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Dus u bedoelt dat . Klopt dat?’ Of: ‘Als ik u goed begrijp, vindt u dat .’ Als je niet zeker weet of je iemand begrijpt, vraag hem of haar dan om uitleg.

Leid lastige interacties in goede banen

Je helpt mensen het meest door ze in het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen. Sommigen mensen willen zelf het meest praten. Soms hebben mensen iemand nodig die met medeleven naar hun moeilijkheden en gevoelens luistert. Anderen willen het gesprek misschien domineren of een discussie aangaan.

Leer om in zulke situaties tactvol en liefdevol te zijn. Je kunt je onderwijs aanpassen aan de hand van wat iemand heeft gezegd. Of je kunt op een beleefde manier vragen of je zijn of haar punt van zorg op een later moment kunt bespreken. De Geest kan je helpen om in moeilijke situaties op de juiste manier te reageren.

Stel mensen op hun gemak om hun gevoelens te uiten

Om zichzelf niet in verlegenheid te brengen, geven sommige mensen het antwoord dat ze denken dat je wilt horen, in plaats van hun ware gevoelens te uiten. Probeer een band met hen op te bouwen waardoor ze zich op hun gemak voelen om over hun ware gevoelens te praten.

Als je mensen begrijpt en een band met ze opbouwt, kun je ze helpen, aan hun interesses en behoeften tegemoetkomen, en ze laten weten dat de Heiland van ze houdt. Bouw als zendeling een gepaste vertrouwensband op door eerlijk tegen hen te zijn en respect te tonen.

Individuele studie of studie met je collega

Evalueer hoe goed je naar anderen luistert. Noteer in je studiedagboek antwoorden op de onderstaande vragen. Je kunt ze ook met je collega bespreken.

A = Nooit, B = Soms, C = Meestal, D = Altijd

  • Als andere mensen met mij praten, denk ik aan soortgelijke ervaringen waarover ik kan vertellen in plaats van aandachtig te luisteren.

  • Als andere mensen hun gevoelens uiten, probeer ik me in hun positie te verplaatsen en te bedenken hoe ik me zou voelen.

  • Als ik mensen onderwijs, bedenk ik wat ik daarna kan zeggen of onderwijzen.

  • Ik raak gefrustreerd als mensen veel praten.

  • Ik vind het moeilijk om te volgen of te begrijpen wat anderen me duidelijk proberen te maken.

  • Mijn gedachten dwalen af als mijn collega aan het woord is.

  • Ik word boos als ik met iemand praat en anderen ons onderbreken of mijn aandacht afleiden.

  • Ik krijg wel ingevingen van de Geest om iets te doen of te zeggen, maar die negeer ik.

Help mensen om antwoord op hun vragen en bezwaren te krijgen

Doe je uiterste best om de vragen van mensen te beantwoorden en hun bezwaren weg te nemen. Het is echter niet jouw verantwoordelijkheid om elke vraag te beantwoorden. Uiteindelijk moeten mensen zelf antwoorden op hun vragen en bezwaren vinden.

Bedenk dat niet alle vragen en bezwaren een volledig antwoord hebben. Sommige antwoorden worden na verloop van tijd duidelijker. Andere zijn nog niet geopenbaard. Richt je op het ontwikkelen van een sterk fundament van de essentiële basiswaarheden van het evangelie. Dit fundament stelt jou en degenen die je onderwijst in staat om met geduld en geloof voorwaarts te streven als je met onbeantwoorde of moeilijke vragen zit.

Hieronder staan enkele beginselen voor het beantwoorden van vragen.

Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de bron

Begrijp de bezwaren

Sommige dingen die je onderwijst zijn misschien moeilijk of onbekend voor mensen. Als mensen vragen of bezwaren hebben, probeer die dan eerst goed te begrijpen. Sommige bezwaren zijn als een ijsberg. Er is slechts een klein deel zichtbaar. Dat kunnen ingewikkelde bezwaren zijn. Bid om de gave van onderscheid en volg de Geest als je erop reageert. Onze hemelse Vader kent het hart en de achtergrond van alle mensen (de hele ijsberg). Hij zal je laten weten wat voor ieder mens het beste is.

Vaak hebben mensen meer sociale dan leerstellige bezwaren. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld bang voor tegenstand van familieleden als ze lid van de kerk worden. Of ze zijn bang dat ze door hun vrienden of op hun werk worden afgewezen.

Stel vragen en luister om erachter te komen waar hun bezwaren vandaan komen. Heeft iemand geen geestelijke bevestiging ontvangen dat de herstelling waar is? Wil hij of zij niet beloven om een bepaald evangeliebeginsel na te leven? Als je weet waar hun bezwaar vandaan komt, weet je of je je op hun getuigenis of op toezeggingen moet richten.

Beantwoord vragen met behulp van de Schriften, vooral het Boek van Mormon

Laat mensen zien hoe de waarheid in de Schriften hun een antwoord op hun vragen en bezwaren kan bieden. (Zie ‘Het Boek van Mormon beantwoordt de grote levensvragen’ in hoofdstuk 5.) Als mensen naar inspiratie streven door de Schriften te bestuderen en toe te passen, kunnen ze de Heer beter horen en volgen. Hun geloof in Hem neemt dan toe. Een toename in geloof leidt tot een getuigenis, bekering en de verordening van de doop.

President Henry B. Eyring

‘Soms zoek ik leerstellingen op in de Schriften. Soms zoek ik in de Schriften instructies op. Ik ga dan uit van een vraag, en die vraag is meestal ‘Wat wil God dat ik doe?’ of ‘Hoe wil Hij dat ik erover denk?’ Ik kom altijd op nieuwe denkbeelden, gedachten die ik nooit eerder heb gehad. En ik krijg inspiratie, instructie en antwoorden op mijn vragen.’ (Henry B. Eyring, in ‘Een bespreking van Schriftstudie’, Liahona, juli 2005, 8.)

Het kan nuttig zijn om uit te leggen dat ons begrip van het evangelie van Jezus Christus voor een groot deel is gestoeld op de openbaringen aan de profeet Joseph Smith en zijn opvolgers. Vragen over de waarheid van het evangelie kunnen worden beantwoord door een getuigenis te ontvangen dat Joseph Smith een profeet van God was. Het Boek van Mormon lezen en erover bidden is een essentiële manier om dit getuigenis te ontvangen.

Laat mensen zich richten op het versterken van hun geloof in Jezus Christus. Het Boek van Mormon lezen en erover bidden is een belangrijke manier om hun geloof te versterken.

Nodig mensen uit om in geloof te handelen

Als mensen hun getuigenis van het herstelde evangelie ontwikkelen en versterken, kunnen ze hun vragen en bezwaren vanuit een fundament van geloof benaderen. Als ze in geloof handelen naar de waarheid waarin ze geloven, kunnen ze ook een getuigenis van andere evangeliewaarheden verkrijgen.

We kunnen in geloof handelen door:

  • vaak met een oprechte bedoeling om inspiratie en leiding te bidden;

  • de Schriften, in het bijzonder het Boek van Mormon, te bestuderen;

  • naar de kerk te gaan.

Studie met je collega

Kies een van de uitnodigingen die je in een les kunt geven. Bedenk dan bezwaren die iemand ervan kunnen weerhouden om die uitnodiging aan te nemen of de toezegging na te komen. Bespreek en oefen hoe je mensen kunt helpen om hun bezwaren weg te nemen.

Individuele studie of studie met je collega

Noteer in je studiedagboek hoe je naar Joseph Smith en het Boek van Mormon zou verwijzen om op de onderstaande bezwaren te reageren:

  • ‘Ik geloof niet dat God nog tot de mensen spreekt.’

  • ‘Ik geloof dat ik God op mijn eigen manier kan aanbidden. Daar heb ik geen georganiseerde godsdienst voor nodig.’

  • ‘Waarom mag ik bij het eten geen wijn meer drinken als ik lid van jullie kerk word?’

  • ‘Waarom heb ik godsdienst nodig?’

Geef iets om te bestuderen en over te bidden

Geef mensen aan het einde van elke les iets om te bestuderen, te overdenken en over te bidden ter voorbereiding op de volgende afspraak. Door tussen de lessen in te lezen, te bidden en na te denken, nodigen ze de invloed van de Heilige Geest uit.

Je kunt mensen vragen om specifieke hoofdstukken in het Boek van Mormon te lezen. Je kunt ze ook aanmoedigen om via hulpbronnen van de kerk, zoals de Evangeliebibliotheek, antwoorden op vragen te krijgen, iets over een onderwerp te leren of een video te bekijken. Dit kan dan de volgende keer het eerste onderwerp van gesprek zijn.

iemand bestudeert de Schriften

Geef mensen niet te veel ‘huiswerk’, vooral als je vaak korte afspraken met ze hebt.

Individuele studie of studie met je collega

Denk na over alle mensen die je deze week bezoekt. Welke hoofdstukken in het Boek van Mormon zijn voor hen het nuttigst? Welke andere hulpbronnen kunnen zij gebruiken? Schrijf op wat je ieder van hen wilt aandragen. Schrijf ook op hoe je hier tijdens je volgende bezoek op terugkomt.

Hulp aan mensen met een verslaving

Je kunt mensen met een verslaving helpen door hun problemen liefdevol te bespreken, hen te steunen en ze op hulpbronnen te wijzen. Je kunt ze aanmoedigen om naar een van de verslavingsherstelgroepen van de kerk te gaan. Deze groepen komen fysiek of online samen. (Zie AddictionRecovery.ChurchofJesusChrist.org.) Moedig ze aan om gebruik te maken van de hulpbronnen in het gedeelte ‘Verslaving’ van Hulp bij het dagelijks leven in de Evangeliebibliotheek.

Plaatselijke leidinggevenden en leden in de kerk kunnen ook steun bieden. Sommige mensen met een verslaving hebben misschien professionele medische of therapeutische behandeling nodig.

Hier zijn een paar manieren waarop je mensen met een verslaving kunt steunen:

  • Versterk ze in hun inspanningen om tot Christus te komen. Help ze in te zien dat hun hemelse Vader en Jezus Christus hun pogingen om te herstellen en genezen, erkennen en waarderen. Leer ze dat de Heiland en zijn verzoening hen kunnen sterken. Hij ziet de oprechte bedoelingen van hun hart om goed te doen.

  • Bid voor ze in je persoonlijke gebed. Bid ook samen met ze. Moedig ze indien gepast aan om plaatselijke priesterschapsleiders om een priesterschapszegen te vragen.

  • Blijf ze in het evangelie van Jezus Christus onderwijzen. Druk ze op het hart dat hun hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest hen liefhebben en willen dat ze erin slagen.

  • Moedig ze aan om regelmatig naar de kerk te gaan en vriendschap met de leden te sluiten.

  • Wees positief en geef ze je steun – ook als ze hervallen.

Jezus reikt vrouw de hand

Het is moeilijk om een verslaving te overwinnen, en mensen hervallen soms. Leidinggevenden en leden in de kerk moeten hier niet van schrikken. Ze moeten juist liefde tonen en niet oordelen.

Een nieuw lid dat niet meer naar de kerk komt, kan in een oude verslaving zijn hervallen en zich onwaardig en ontmoedigd voelen. Een onmiddellijk bezoek om hem of haar aan te moedigen en steunen, kan de betrokkene helpen. De leden moeten in woord en daad laten zien dat de liefde van Christus in de kerk voelbaar is (zie 3 Nephi 18:32).

Individuele studie of studie met je collega

Denk aan iemand die je onderwijst of aan een nieuw of terugkerend lid met een verslaving. Bestudeer ‘Geloof in Jezus Christus’ en ‘Bekering’ in de les ‘Het evangelie van Jezus Christus’ in hoofdstuk 3.

  • Wat kun je deze persoon uit die les en dat hoofdstuk leren om hem of haar te helpen?

  • Maak een lesplan om hem of haar te helpen.

Mensen met een niet-christelijke achtergrond onderwijzen

Sommige mensen die je onderwijst hebben geen christelijke achtergrond of geloven niet in onze hemelse Vader en Jezus Christus. Vaak hebben ze echter wel bepaalde overtuigingen, gebruiken en plaatsen die ze als heilig beschouwen. Het is enorm belangrijk om respect voor hun godsdienstige overtuigingen en tradities te tonen.

Maak ze duidelijk wie God is

Je vraagt je misschien af hoe je je onderwijs aanpast aan mensen met een niet-christelijke achtergrond. De beginselen op basis waarvan iemand geloof ontwikkelt, zijn in elke cultuur hetzelfde. Help mensen een juist begrip van God en de goddelijke zending van Jezus Christus te verkrijgen. De beste manier om deze waarheden te leren is door persoonlijke geestelijke ervaringen. Hieronder staan enkele manieren waarop je ze kunt helpen deze ervaringen te krijgen:

  • Leer ze dat God onze hemelse Vader is en dat Hij van ons houdt. Wij zijn zijn kinderen. Spoor ze aan om dat getuigenis zelf te verkrijgen.

  • Leer ze over het heilsplan.

  • Leer ze dat God de Vader en Jezus Christus aan de profeet Joseph Smith zijn verschenen.

  • Getuig oprecht van het evangelie. Vertel hoe jij de liefde van je hemelse Vader voelt en waarom je ervoor kiest om Jezus Christus te volgen.

  • Vraag ze om eenvoudig en vanuit hun hart te bidden – samen met jou en zelfstandig.

  • Vraag ze om het Boek van Mormon dagelijks te lezen – samen met jou en zelfstandig.

  • Nodig ze uit om naar de kerk te gaan.

  • Stel ze voor aan leden van de kerk die kunnen uitleggen hoe zij in hun hemelse Vader en Jezus Christus zijn gaan geloven.

  • Vraag ze om de geboden na te leven.

De meeste mensen willen een betere band met God hebben en een doel en zingeving in het leven vinden. Help ze inzien dat ze kinderen van een liefdevolle hemelse Vader zijn en dat Hij een plan voor ze heeft. Je kunt bijvoorbeeld het volgende zeggen:

God is onze hemelse Vader en Hij houdt van ons. Wij zijn zijn kinderen. Voordat we werden geboren, woonden we bij Hem. Omdat we allemaal zijn kinderen zijn, zijn we broeders en zusters van elkaar. Hij wil graag dat we bij Hem terugkeren. Uit liefde voor ons heeft Hij door middel van zijn Zoon, Jezus Christus, in een manier voorzien om bij Hem terug te keren.

Pas je onderwijs waar nodig aan

Veel bekeerlingen met een niet-christelijke achtergrond zeggen dat ze niet goed begrepen wat de zendelingen onderwezen. Maar ze voelden de Geest en wilden doen wat de zendelingen van hen vroegen. Doe je uiterste best om mensen begrip van de leerstellingen van het evangelie bij te brengen. Wees geduldig en bied steun. Sommige mensen hebben tijd nodig om hun gevoelens te onderkennen en uiten. Misschien moet je het tempo en de diepgang van je lessen aanpassen om ze te helpen.

De onderstaande suggesties kunnen nuttig zijn bij je voorbereiding om mensen zonder christelijke achtergrond te onderwijzen:

  • Wees op de hoogte van de geestelijke behoefte of interesse die iemand ertoe aanzet om met je af te spreken.

  • Maak van iedere les een eenvoudig lesoverzicht.

  • Laat ze vertellen wat zij ervan begrijpen en wat zij hebben ervaren.

  • Geef een definitie van belangrijke woorden en beginselen. Mensen kennen veel woorden die je tijdens je lessen gebruikt misschien niet.

  • Herhaal een eerdere les om de leerstellingen duidelijker uiteen te zetten. Dat kan op elk moment in het onderwijsproces nodig zijn.

  • Stel vast om welke toezeggingen je kunt vragen om mensen te helpen de zegeningen van het evangelie te ervaren.

Hieronder staan enkele hulpbronnen in de Evangeliebibliotheek waarmee je mensen met een niet-christelijke achtergrond kunt helpen:

Individuele studie of studie met je collega

Zoek zo mogelijk een bekeerling met een niet-christelijke achtergrond op. Vraag naar zijn of haar bekeringsverhaal. Je kunt de bekeerling bijvoorbeeld vragen:

  • waarom hij of zij in onze hemelse Vader en Jezus Christus is gaan geloven;

  • hoe het was om voor het eerst te bidden;

  • hoe het was toen hij of zij voor het eerst een antwoord op gebed ontving;

  • welke rol de Schriften in zijn of haar bekering hebben gespeeld;

  • hoe het was om naar de kerk te gaan.

Schrijf in je studiedagboek op wat je leert.

Je kunt hem of haar vragen om je te helpen iemand zonder christelijke achtergrond te onderwijzen.


Ideeën voor studie en toepassing

Individuele studie

  • Stel je voor dat je je in de volgende situaties bevindt. Hoe kun je deze mensen aan de hand van de beginselen en vaardigheden in dit hoofdstuk vooruitgang helpen maken? Plan hoe je ze in elke situatie zou toepassen.

    • Iemand die zich op de doop voorbereidt, wil niet meer met je afspreken.

    • Je komt voor de zevende keer bij iemand op bezoek die in de afgelopen twee jaar door verschillende zendelingen is onderwezen. Er zijn weinig tekenen van vooruitgang.

  • Kies een van de zendelingenlessen uit. Kies voor ieder hoofdbeginsel een of twee Schriftteksten. Oefen met het onderwijzen aan de hand van die teksten, zoals beschreven in ‘Gebruik de Schriften’ in dit hoofdstuk.

Studie met je collega en uitwisseling van collega’s

  • Lees het verhaal over Ammon en koning Lamoni in Alma 18–19 en het verhaal over Aäron in Alma 22:4–18. Stel tijdens het lezen vast en beschrijf hoe Ammon en Aäron:

    • naar de Geest luisterden en met liefde onderwezen;

    • met hun onderwijs begonnen;

    • hun onderwijs aan individuele behoeften aanpasten;

    • hun getuigenis gaven;

    • de Schriften gebruikten;

    • vragen stelden, luisterden en mensen hielpen met hun bezwaren;

    • mensen aanmoedigden om toezeggingen te doen.

    Bespreek hoe hun dienstbetoon en hun onderwijs van invloed waren op koning Lamoni, zijn vader en Abish.

Districtsraad, zoneconferenties en zendingsleidingsraad

  • Nodig leden of mensen die je onderwijst voor jullie bijeenkomst uit. Leg aan de groep uit dat je de zendelingen wilt leren hun belangrijke boodschap beter te verkondigen. Kies een les en een vaardigheid uit. Laat de zendelingen 20 minuten lang één of meerdere personen de les onderwijzen die je hebt uitgekozen, met nadruk op de betreffende vaardigheid. Laat ze na 20 minuten iemand anders onderwijzen. Na hun lessen breng je de groep weer bijeen. Laat de onderwezen personen de zendelingen vertellen waarin ze het meest effectief waren en wat ze nog kunnen verbeteren.

  • Laat videovoorbeelden zien van zendelingen die mensen onderwijzen of benaderen. Kies een vaardigheid en bespreek hoe goed de zendelingen de beginselen van die vaardigheid hebben toegepast.

  • Kies een vaardigheid en zoek er leerstellingen of Schriftteksten bij ter ondersteuning. Bespreek het leerstellig fundament van de vaardigheid met de zendelingen.

Zendingsleiders en -raadgevers

  • Ga af en toe met de zendelingen mee als ze iemand onderwijzen. Plan hoe u aan de les kunt deelnemen.

  • Moedig de plaatselijke leidinggevenden aan om met de zendelingen samen te werken als zij mensen bezoeken.

  • Geef een voorbeeld van een van de onderwijsvaardigheden in dit hoofdstuk en help de zendelingen die te oefenen, zoals goede vragen stellen en luisteren.

  • Demonstreer hoe u effectief gebruikmaakt van de Schriften als u de zendelingen in zoneconferenties, de zendingsleidingsraad en persoonlijke gesprekken onderwijst. Doe dit ook als u samen met ze onderwijst.

  • Help de zendelingen om de Schriften te begrijpen en ervan te houden. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft zendingsleiders de volgende raad gegeven:

    ‘Laat de liefde voor het woord van God in uw zendingscultuur absoluut centraal staan. […] Laat bekendheid met de openbaringen en regelmatig gebruik van de standaardwerken een van de belangrijkste eigenschappen van uw zendelingen voor de rest van hun leven zijn.

    ‘Als u uw zendelingen onderwijst – en dat doet u voortdurend – onderwijs ze dan uit de Schriften. Laat ze zien waar u uw kracht en inspiratie vandaan haalt. Leer ze om van die verzameling openbaringen te houden en daarop te vertrouwen.

    ‘[Mijn] zendingspresident onderwees altijd uit het Boek van Mormon en [andere] Schriftuur als we bij hem waren; zo leek het in ieder geval. Onze persoonlijke gesprekken waren doorspekt met Schriftteksten. De agenda voor […] onze bijeenkomsten was geënt op de standaardwerken. […]

    ‘We beseften het toen niet, maar onze president bewapende ons links en rechts, en spoorde ons met alle kracht van zijn ziel en alle bekwaamheid die hij bezat aan om de ijzeren roede vast te houden, zodat wij nimmer verloren zouden gaan [zie 1 Nephi 15:23–25].’ (‘The Power of the Scriptures’, seminar voor nieuwe zendingsleiders, 25 juni 2022.)