Gevoelens voor hetzelfde geslacht
Hoe kan ik de leden in mijn wijk of ring laten voelen dat ze geliefd, gewaardeerd en nodig zijn?


‘Hoe kan ik de leden in mijn wijk of ring laten voelen dat ze geliefd, gewaardeerd en nodig zijn?’ Gevoelens voor hetzelfde geslacht: Kerkleiders (2020)

‘Hoe kan ik de leden in mijn wijk of ring laten voelen dat ze geliefd, gewaardeerd en nodig zijn?’ Gevoelens voor hetzelfde geslacht: Kerkleiders

Hoe kan ik de leden in mijn wijk of ring laten voelen dat ze geliefd, gewaardeerd en nodig zijn?

Mensen moeten het gevoel hebben dat we ze nodig hebben

Als kerklid hebben we allemaal de verantwoordelijkheid om voor al onze broeders en zusters een omgeving vol liefde en steun te scheppen. Zo’n vangnet maakt het veel makkelijker om het evangelie na te leven en de Geest te voelen terwijl u in verschillende aspecten van het sterfelijk leven uw weg zoekt.

‘Ik heb volgens mij nog nooit iemand ontmoet die niet ergens bij wilde horen dat hem het gevoel gaf dat hij de moeite waard was.

‘Als mensen zich afvragen of er wel een plek voor hen is, kan daar van alles aan ten grondslag liggen. En dan gaan ze zich afvragen: Pas ik hier wel bij? Hoor ik hier wel thuis? Hebben ze me echt nodig? En dan zeg ik met nadruk: “Ja!”

‘Ik moet aan die prachtige metafoor van Paulus denken, dat de kerk het lichaam van Christus is. En hij zegt dat we tot één lichaam zijn gedoopt. En hij zegt dat het één lichaam is. Veel leden maar één lichaam.

‘Ik begrijp de gevoelens van mensen die zich overbodig voelen. En er zijn soms leden die zeggen dat we die en die niet nodig hebben. Het gaat goed met ons zoals wij zijn. Geen van beide beweringen is waar. Dat is niet de christelijke manier. Zo ziet Christus het niet. Hij ziet dat we allemaal oneindige waarde hebben. En wat onze toestand ook mag zijn, het lichaam van Christus is er om ieder lid te steunen. Als iemand zich geïsoleerd voelt – en ik ontken niet dat dit gevoel reëel is, en dat het heel normaal is om je zo te voelen – moet hij of zij, als een van ons dat gevoel krijgt, pas op de plaats maken en denken: Jezus Christus is voor mij gestorven. Jezus Christus achtte mij zijn bloed waardig. Hij houdt van mij. Ik kan mijn hoop op Hem vestigen. En Hij kan het verschil in mijn leven maken. Zijn genade kan een ander mens van me maken. En misschien is de persoon die naast mij zit, niet van mij gediend, misschien wil hij of zij liever ergens anders zitten, of misschien ook niet. Maar dat verandert niets aan wat Christus voor mij voelt en niets aan de mogelijkheden die ik in Christus heb.

‘Het doet mij veel verdriet als er een heel kwetsbaar persoon binnenstapt, die zegt: “Ik wil het proberen. Ik wil hier zijn”, en die dan met de nek wordt aangekeken of geen blik waardig wordt gekeurd. En dat is tragisch. Het is echt tragisch. Daar moeten we ons in verbeteren.

‘De diversiteit die er nu in de kerk is, is misschien nog maar het begin. Eerlijk gezegd denk ik dat we steeds meer diversiteit zullen zien. In de vroegchristelijke kerk was er een enorme diversiteit. En het is niet alleen diversiteit omwille van de diversiteit, maar dat mensen verschillende gaven en perspectieven meebrengen, en de verscheidenheid aan ervaringen, achtergronden en uitdagingen van mensen, zullen ons laten zien wat er echt essentieel is in het evangelie van Christus. En dat veel van het andere dat in de loop der tijd is verworven en dat meer cultureel dan leerstellig is, kan worden weggedaan. Dan kunnen we echt discipelen worden.’ ( Todd Christofferson, ‘Is There a Place for Me?’, ChurchofJesusChrist.org.)