Concentreer u op Jezus Christus: help de cursisten tot Jezus Christus te komen

Help cursisten Gods liefde, kracht en barmhartigheid in hun leven te herkennen.

Vaardigheid

Stel vragen die erop zijn gericht de kracht, barmhartigheid en invloed van de Heer met de onderwezen waarheden te verbinden.

Uitleg

We ontvangen kracht wanneer we onze inspanningen om het evangelie na te leven met onze Heiland Jezus Christus verbinden. Neem tijdens uw voorbereiding de tijd om te bedenken wat u over Jezus Christus te weten komt door de evangeliebeginselen in het tekstblok. Bedenk vervolgens vragen die de cursisten tot nadenken aanzetten over iets wat ze door de onderwezen waarheden te weten komen over zijn liefde, kracht en barmhartigheid. De cursisten gaan door deze vragen niet alleen de leer begrijpen, maar ze gaan ook inzien hoe ze door die leer na te leven zijn liefde, kracht en barmhartigheid ondervinden, en hoe ze meer zoals Hij kunnen worden. Dergelijke vragen laten cursisten nadenken over Jezus Christus en hoe Hij hen kan helpen die leer na te leven.

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze

Vraag niet:

• Waarom is het belangrijk om de wet van tiende na te leven?

• Waarom moeten we ons dagelijks bekeren?

Stel in plaats daarvan de volgende vragen:

• Wat zijn jullie door de wet van tiende over onze hemelse Vader en Jezus Christus te weten gekomen?

• Wat zijn jullie door dagelijkse bekering over de barmhartigheid van de Heiland te weten gekomen?

Klik hier voor een voorbeeldvideo.

Oefenen

Pas de volgende vragen zo aan dat de cursisten de liefde, kracht en barmhartigheid van de Heer met de onderwezen waarheden leren verbinden.

Vraag niet:

• Waarom is het belangrijk om dagelijks de Schriften te bestuderen?

• Welke kracht ontvangen we wanneer we naar de tempel gaan?

Stel in plaats daarvan de volgende vragen:

Bespreken of overdenken

• Op welke manier hebt u gemerkt dat leerstellige beginselen meer betekenen wanneer u ze met de liefde, kracht en barmhartigheid van de Heer verbindt?

• Hoe kan dit bij onze cursisten tot meer begrip van en vertrouwen in de leringen en de verzoening van Jezus Christus leiden?

Toepassen

Neem uw lesplan door. Neem tien minuten de tijd om uw vragen aan te passen, zodat de cursisten de liefde, kracht en barmhartigheid van de Heer leren verbinden met de onderwezen waarheden.

Meer weten?

• Chad H Webb, ‘Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 12 juni 2018), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

• Chad H Webb, ‘Empathie’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 26 januari 2021), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

Vaardigheid

Geef uitnodigingen die de cursisten de kans bieden om Jezus’ liefde, kracht en barmhartigheid in hun leven te herkennen.

Jezus Christus geneest man

Uitleg

U kunt de cursisten helpen tot Jezus Christus te komen door ze uit te nodigen om zijn liefde, macht en barmhartigheid in hun eigen leven te herkennen. Als u een Schrifttekst hebt gevonden waarin zijn liefde, macht of barmhartigheid wordt beschreven:

• spreekt u uw vertrouwen uit dat de cursisten de liefde, macht of barmhartigheid van Christus in hun leven hebben ervaren;

• geeft u de cursisten de tijd om in hun geheugen te zoeken naar momenten waarop ze de liefde, macht of barmhartigheid van de Heiland hebben gevoeld (die kunnen recent of langer geleden zijn);

• vraagt u of iemand bereid is om over zo’n moment te vertellen.

Als de cursisten de rol van Christus in hun dagelijkse leven beter kunnen herkennen, zullen ze zich dichter bij Hem voelen en zal hun band met Hem hechter worden.

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze

Dit is daar een voorbeeld van:

• Leer en Verbonden 61:1 omschrijft Jezus Christus als ‘Hem die alle macht bezit’. Om de cursisten te helpen zijn macht in hun dagelijkse leven te herkennen, kunt u zeggen: ‘Ik geloof dat ieder van jullie ervaringen heeft gehad waarbij je de macht van de Heiland in je leven hebt gevoeld. Neem alsjeblieft een minuut of drie de tijd om op te schrijven wanneer je zijn macht hebt gevoeld.’ Als de meeste cursisten de schrijfoefening hebben gedaan, kunt u vragen: ‘Als het niet te persoonlijk is, zou iemand dan iets over haar of zijn ervaring willen vertellen?’

Oefenen

Probeer een of meer van de volgende ideeën:

• In Lukas 5 staat een aantal voorbeelden van de genezingskracht van de Heiland. Lees Lukas 5:12–17. Oefen met het opstellen van een of twee uitnodigingen, waarmee de cursisten kunnen nadenken over de keren dat zij ook de genezingskracht van Christus hebben ervaren.

• Ga naar uw volgende les. Zoek een plek in de tekstblokken waar u een of twee uitnodigingen kunt opschrijven om de cursisten te laten nadenken over een situatie of periode waarin ze de liefde, macht of barmhartigheid van de Heer persoonlijk hebben ervaren.

Bespreken of overdenken

• Welke uitnodigingen geeft u momenteel om de cursisten de liefde, macht en barmhartigheid van Christus in hun eigen leven te laten herkennen?

• Hoe kunt u eraan denken om dit soort uitnodigingen in de volgende les aan de cursisten te geven?

• Hoe inspireert het u, vanwege de ervaringen die u met de liefde, barmhartigheid en macht van Christus hebt gehad, om u erop toe te leggen dat uw cursisten Hem ook in hun leven zullen zien?

Toepassen

Kies een komend tekstblok dat de barmhartigheid, liefde of macht van Christus laat zien. Stel zorgvuldig een uitnodiging in uw lesplan op waardoor de cursisten de Heiland in hun persoonlijke ervaringen zullen zien.

Meer weten?

• ‘Help cursisten om tot Jezus Christus te komen’, Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland (2022), 8–9

• Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 107–110

• Russell M. Nelson, ‘Het eeuwigdurend verbond’, Liahona, oktober 2022, 4–11