Concentreer u op Jezus Christus: onderwijs over Jezus Christus, wat u ook onderwijst

Let op symbolen die van Jezus Christus getuigen.

Vaardigheid

Stel vragen waarmee de cursisten door de symbolen in de Schriften meer over Jezus Christus te weten komen.

Uitleg

In Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland staat: ‘“Alle dingen worden geschapen en gemaakt om van Mij te getuigen” (Mozes 6:63; zie ook 2 Nephi 11:4). Met die waarheid in gedachten kunnen we [cursisten helpen] leren een veelvoud aan symbolen in de Schriften te zien die van de Heiland getuigen. […] U kunt zelfs overeenkomsten vinden tussen het leven van de Heiland en dat van profeten en andere getrouwe mannen en vrouwen in de Schriften. Zoeken naar symbolen openbaart waarheden over de Heiland op plekken waar u ze anders over het hoofd zou kunnen zien’ (p. 7). We kunnen cursisten leren Jezus Christus te zien. Dat doen we door vragen te stellen zodat het hun duidelijk wordt hoe mensen, plaatsen, gebeurtenissen of voorwerpen in de Schriften over Hem onderwijzen, van Hem getuigen, met Hem verband houden, of ons aan Hem herinneren. U kunt deze vragen stellen vóór of nadat u de cursisten een tekst hebt laten lezen. Voorbeelden van dergelijke vragen zijn:

• Welke eigenschappen van Jezus Christus zie je in ?

• Hoe houden de voorwerpen in deze verzen verband met Jezus Christus?

• Hoe getuigt dit verhaal van Jezus Christus?

• Welke symbolen van Jezus Christus zie je in dit verhaal?

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze

Wanneer de leerkracht Johannes 10 klassikaal behandelt, stelt hij of zij de volgende vragen:

• Welke eigenschappen van Jezus Christus zie je in ‘de deur’ in vers 2?

• Wat heeft de ‘deurwachter’ in vers 3 met Jezus Christus te maken?

• Welke andere symbolen van Jezus Christus zie je in Johannes 10?

Oefenen 1

1. Welke vragen kunt u bij Handelingen 3:1–7 stellen waardoor de cursisten Jezus Christus in dit verhaal kunnen zien?

2. Als u de komende twee weken naar volgende tekstblokken in het leerplan kijkt, welke vragen kunt u dan stellen waardoor uw cursisten Jezus Christus beter kunnen zien?

Bespreken of overdenken

• Welke waarde ziet u in anderen uitnodigen om Jezus Christus in alle dingen te leren zien?

• Wat voor invloed heeft de Heiland in de Schriften zien op uw leven gehad?

Toepassen

• Kijk in elke les welke symbolen van de Heiland in de te behandelen Schriftteksten voorkomen, en stel vragen om de cursisten die te laten ontdekken.

Meer weten?

• Alma 30:44; Mozes 6:63

• Chad H Webb, ‘Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 12 juni 2018), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.

Vaardigheid

Geef de cursisten een zintuiglijke ervaring met voorwerpen uit de Schriften die Jezus Christus symboliseren.

Uitleg

Profeten en apostelen gebruiken vaak symbolen in hun onderricht over Jezus Christus en zijn verzoening. De Heiland onderwees vaak door middel van symbolen en zei: ‘Alle dingen worden geschapen en gemaakt om van Mij te getuigen’ (Mozes 6:63). Leerkrachten kunnen de cursisten meer inzicht geven in de zending en verzoening van de Heiland door middel van symbolen uit de Schriften door ze een zintuiglijke ervaring met voorwerpen te geven. Bij een zintuiglijke ervaring worden cursisten uitgenodigd om een symbolisch voorwerp voor, tijdens of na het lezen van Schriftteksten aan te raken, te ruiken, horen, zien of proeven. Dit geeft de cursisten meer inzicht in het symbool en wat we daardoor over de Heiland te weten komen. Leerkrachten kunnen cursisten een zintuiglijke ervaring geven door:

1. het voorwerp uit de Schriftteksten te laten zien waarmee u de cursisten een ervaring wil laten hebben;

2. uit te leggen wat de cursisten met het voorwerp gaan doen;

3. een vraag te stellen waardoor de cursisten het verband tussen het symbool en de Heiland kunnen leggen.

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze

• Zuster Jansen geeft een les over Helaman 5:12. Ze neemt een middelgrote steen mee om rond te laten gaan. De cursisten raken de steen aan en ze zegt: ‘Bedenk terwijl je de steen vasthoudt waarom Helaman volgens jou een rots gebruikte om de Heiland en het fundament waarop wij moeten bouwen met elkaar te vergelijken.’

• Broeder de Graaf geeft iedere cursist een bekertje water. Hij vraagt de cursisten Johannes 4:10–14 te bestuderen en over het water na te denken. Hij vraagt de cursisten: ‘Wat weten jullie over water? Waarom zou de Heiland “levend water” gebruiken om zijn rol in het plan van onze hemelse Vader uit te leggen?’

Klik hier voor een voorbeeldvideo.

Oefenen

Noteer voor de volgende Schriftteksten en voorwerpen hoe u het voorwerp gaat laten zien, wat u de cursisten ermee gaat laten doen en een vraag waardoor de cursisten het verband tussen het voorwerp en de Heiland kunnen leggen:

• Jesaja 11:1: twijgje, stronk en loot

• Leer en Verbonden 25:12: gezang van de rechtvaardigen

• Johannes 6:30–35: brood

• Iets uit een komende les

Bespreken of overdenken

• Wat leert u van deze oefening?

• Welk verschil maakt het voor de cursisten om een zintuiglijke ervaring met een symbolisch object te hebben en niet alleen maar over het symbool te praten?

Toepassen

• Bekijk bij uw lesvoorbereiding op welke manieren u de cursisten een zintuiglijke ervaring kunt geven met een voorwerp uit de Schrifttekst dat Jezus Christus symboliseert.

Meer weten?

‘Understanding Symbolism in the Scriptures’, Scripture Study Skills (2024), Evangeliebibliotheek