Afdeling 106
Openbaring gegeven bij monde van de profeet Joseph Smith op 25 november 1834 te Kirtland (Ohio). Deze openbaring is gericht aan Warren A. Cowdery, een oudere broer van Oliver Cowdery.
1–3: Warren A. Cowdery wordt geroepen als plaatselijke presiderende functionaris; 4–5: de wederkomst zal de kinderen van het licht niet als een dief overvallen; 6–8: grote zegeningen volgen op trouwe dienst in de kerk.
1 Het is mijn wil dat mijn dienstknecht Warren A. Cowdery aangewezen wordt als en geordend wordt tot presiderende hogepriester van mijn kerkgemeente in het land Freedom en omstreken;
2 en mijn eeuwigdurend evangelie predikt en zijn stem verheft en het volk waarschuwt, niet alleen in zijn eigen streek, maar ook in de aangrenzende county’s;
3 en al zijn tijd wijdt aan deze hoge en heilige roeping, die Ik hem nu geef, ijverig strevend naar het koninkrijk van de hemel en zijn gerechtigheid, en alle noodzakelijke dingen zullen daaraan worden toegevoegd; want de arbeider is zijn loon waard.
4 En voorts, voorwaar, Ik zeg u: De komst van de Heer is nabij, en zij overvalt de wereld als een dief in de nacht —
5 daarom, omgord uw lendenen, opdat u kinderen van het licht zult zijn, en opdat die dag u niet zal overvallen als een dief.
6 En voorts, voorwaar, Ik zeg u: Er was vreugde in de hemel toen mijn dienstknecht Warren zich voor mijn scepter boog en zich afscheidde van de bedriegerijen van de mensen;
7 daarom, gezegend is mijn dienstknecht Warren, want Ik zal barmhartig zijn jegens hem; en niettegenstaande de ijdelheid van zijn hart, zal Ik hem verheffen, voor zover hij zich verootmoedigt voor mijn aangezicht.
8 En Ik zal hem genade en zekerheid schenken, waarmee hij kan standhouden; en indien hij een trouwe getuige en een licht voor de kerk blijft, heb Ik een kroon voor hem bereid in de woningen van mijn Vader. Ja, amen.