Studiewijzers
BJS, Mattheüs 3


BJS, Mattheüs 3:4–6. Vergelijk Mattheüs 2:4–6

De profeten voorspelden dat Bethlehem de plaats van de geboorte van de Messias zou zijn.

4 En toen hij alle overpriesters en schriftgeleerden van het volk bijeenvergaderd had, vroeg hij hun: Waar is volgens de geschriften van de profeten de plaats waar Christus geboren zou worden? Want hij vreesde ten zeerste, hoewel hij de profeten niet geloofde.

5 En ze zeiden tot hem: Er is door de profeten geschreven dat Hij in Bethlehem in Judea geboren zou worden, want aldus hebben zij gesproken:

6 Het woord van de Heer kwam tot ons als volgt: En u, Bethlehem, die in het land Judea ligt, in u zal een vorst geboren worden die niet de minste van de vorsten in Judea is; want uit u zal de Messias voortkomen, die mijn volk Israël zal redden.

BJS, Mattheüs 3:24–26. Vergelijk Mattheüs 2:23

Jezus groeit op en wacht op de Heer voordat Hij met zijn bediening begint.

24 En het geschiedde dat Jezus opgroeide met zijn broers en in kracht toenam en de Heer diende in afwachting van de tijd van zijn bediening.

25 En Hij diende onder zijn vader en Hij sprak niet zoals andere mensen, noch kon Hij onderricht worden; want het was voor Hem niet nodig dat iemand Hem onderrichtte.

26 En na vele jaren kwam het uur van zijn bediening naderbij.

BJS, Mattheüs 3:34–36. Vergelijk Mattheüs 3:8–9

Wie de boodschap van Johannes de Doper verwierpen, verwierpen Christus. God kan van hen die niet van Israël zijn, verbondsmensen maken.

34 Waarom ontvangt u niet de prediking van hem die God gezonden heeft? Als u die niet in uw hart ontvangt, ontvangt u mij niet; en als u mij niet ontvangt, ontvangt u Hem niet van wie Ik gezonden ben om te getuigen; en voor uw zonden hebt u geen bedekking.

35 Daarom, bekeer u, en breng vruchten voort die aan de bekering beantwoorden;

36 en denk niet dat u bij uzelf kunt zeggen: Wij zijn de kinderen van Abraham, en wij alleen kunnen voor onze vader Abraham nageslacht verwekken. Want ik zeg u dat God in staat is uit deze stenen kinderen voor Abraham op te laten staan.

BJS, Mattheüs 3:38–40. Vergelijk Mattheüs 3:11–12

Johannes de Doper getuigt dat Jezus de macht heeft om te dopen met de Heilige Geest en met vuur.

38 Voorwaar, ik doop u met water, na uw bekering; maar wanneer Hij van wie ik getuig, komt, die machtiger is dan ik, wiens schoenen ik niet waardig ben te dragen (of wiens plaats ik niet kan innemen), zoals ik zei: Voorwaar, ik doop u voordat Hij komt, opdat wanneer Hij komt, Hij u kan dopen met de Heilige Geest en met vuur.

39 En Hij is het van wie Ik zal getuigen, wiens wan in zijn hand zal zijn. En Hij zal zijn vloer grondig reinigen en zijn tarwe in de graanschuur verzamelen. Maar in de volheid van zijn eigen tijd zal Hij het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.

40 Aldus kwam Johannes prediken en dopen in de Jordaan; en hij getuigde dat Hij die na hem zou komen, de macht had om te dopen met de Heilige Geest en met vuur.

BJS, Mattheüs 3:43–46. Vergelijk Mattheüs 3:15–17

Johannes doopt Jezus door onderdompeling, ziet de Heilige Geest als een duif neerdalen en hoort de stem van de Vader.

43 En Jezus antwoordde en zei tot hem: Laat Mij door u gedoopt worden, want aldus past het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen stond hij het Hem toe.

44 En Johannes daalde af het water in en doopte Hem.

45 En toen Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond op uit het water; en Johannes zag, en zie, de hemelen werden geopend voor hem en hij zag de Geest van God neerdalen als een duif en op Jezus neerstrijken.

46 En zie, hij hoorde een stem uit de hemel, die zei: Dit is mijn geliefde Zoon in wie Ik mijn welbehagen heb. Hoor Hem.