2018
De verkering uitmaken was verschrikkelijk maar bleek uiteindelijk een grote zegen te zijn
Oktober 2018


De verkering uitmaken was verschrikkelijk maar bleek uiteindelijk een grote zegen te zijn

Soms begrijpen we waarom ons iets ingefluisterd wordt, soms ook niet. In beide gevallen moeten we er in geloof naar handelen.

young woman looking out at the ocean

Op een heldere zomeravond maakte ik het met mijn eerste vriendje uit.

Eerder die dag hadden Carter (naam veranderd) en ik ruzie gehad. Niet zo vreemd in een knipperlichtrelatie die al drie jaar duurde. We maakten overal ruzie over, van wat we gingen eten tot onze toekomstplannen. Aanvankelijk wuifde ik onze verschillen weg door mezelf voor te houden: tegenpolen trekken elkaar aan. Maar onze incidentele speelse plagerijen verzandden na verloop van tijd in een uitputtingsslag van de ene ruzie na de andere.

Die zomeravond waren we met een telescoop de woestijn in gereden om naar de planeten te kijken. Maar omdat de maan zo helder was, konden we ze niet goed zien. Gefrustreerd gingen we kibbelen – alweer.

Uiteindelijk liep ik weg om tot mezelf te komen. Zo ben ik toch niet, dacht ik. Mijn broers en zussen beschouwen mij als de vredestichter, en ik sprak altijd rustig en vriendelijk met mijn andere vrienden. Waarom schreeuwde ik dan nu tegen de jongen waar ik zogenaamd van hield?

Ik keek omhoog naar de donkere lucht en bad hoe ik mijn relatie met Carter kon verbeteren. Plotseling ging mijn boosheid over in een diepgaande rust. Ik kreeg het gevoel dat het voor ons beiden het beste was om onze relatie te beëindigen.

Genezen kostte tijd. Soms kwam ik in de verleiding om de influistering om het met Carter uit te maken te negeren, omdat onze relatie zo vertrouwd was geworden en ik dat miste. Soms was ik boos op God en vond ik dat Hij een deur dicht had gesmeten zonder een andere open te doen. Desondanks hield ik me vast aan de raad van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘In tijden van angst of twijfel of moeilijkheden … houd dan vast aan wat je al weet en wees sterk totdat er meer kennis komt’ (‘Ik geloof, Heere’, Liahona, mei 2013, 93–94).

Maandenlang kreeg ik helemaal niet ‘meer kennis’. Ik begon me zelfs af te vragen of die ooit zou komen. Na een vurig gebed over het uitmaken van onze relatie drukte de Geest me op het hart dat de influisteringen van onze hemelse Vader voor het welzijn van zijn kinderen zijn. Het waarom van wat Hij doet is minder relevant dan mijn geloof in Hem.

De wetenschap dat mijn hemelse Vader een plan voor me heeft, gaf me hoop voor de toekomst en het vertrouwen om weer te gaan daten. Op een ochtend las ik Leer en Verbonden 88:40, waar de Heer ons leert dat ‘licht zich aan licht [hecht]’. Plotseling besefte ik dat dit beginsel ook voor daten kan gelden. Ik wist dat ik gelukkiger zou zijn met iemand die dezelfde waarden, hetzelfde licht, koesterde als ik.

Uiteindelijk leerde ik Austin kennen. We hadden direct een klik, van gek zijn op taco’s tot onze zending in de VS. Zijn zachtmoedige geest voelde vertrouwd, alsof die goed bij die van mij aansloot. Uiteindelijk ben ik met hem getrouwd. Wat we niet hebben, is een explosieve relatie zoals je die in populaire romantische films ziet. Wat we hebben is lief en stabiel – iets wat volgens mij voor eeuwig kan duren.

Velen van ons hunkeren naar uitleg als we moeilijke ingevingen krijgen. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat we door geloof in de Heer gehoorzaam kunnen blijven zonder het waarom te weten. Als we in een alwetende God vertrouwen, kunnen we rust voelen bij onze keuzes om aan ingevingen gehoor te geven totdat we ‘meer kennis’ krijgen, zoals Hij de getrouwen heeft beloofd.