De eerste stap naar bekering
De auteur woont in Ouest (Haïti).
Het was alsof er een donkere deken over mij heen was gevallen. Toen besefte ik dat ik met de bisschop moest praten.
Ik weet nog goed dat ik een doopdatum met de zendelingen stelde. Ze vroegen me of ik er klaar voor was om dit verbond met onze hemelse Vader te sluiten. Zonder na te denken en met een hart vol vreugde zei ik: ‘Ja!’ Ik wide het bijzondere geschenk aanvaarden dat mijn liefdevolle hemelse Vader mij gegeven had. En ik wist dat ik zonder de Heiland in mijn leven minder gelukkig zou zijn. Maar ik wist niet zeker wat de toekomst voor mij in petto had.
Eindelijk brak de grote dag aan. Het was onvergetelijk en ik was heel gelukkig.
Donkere dagen
Na mijn doop en bevestiging leken de dagen opeens donker. Ik had problemen in mijn familie en had moeite om al Gods wetten na te leven. Ik wist niet wat ik moest doen en ik wilde er de brui aan geven. Het leek of niemand me begreep.
Ik had altijd met genoegen in het Boek van Mormon gelezen, maar in die tijd legde ik het aan de kant. Op een dag waarop ik alleen was, voelde ik dat de Geest mij zacht aanmoedigde om het Boek van Mormon te lezen. Ik bad van tevoren, want ik wilde een antwoord vinden dat verlichting voor mijn lijden kon geven. Ik sloeg het boek direct open bij Alma hoofdstuk 5. In vers 27 staat: ‘Hebt u zo gewandeld dat u zich schuldeloos voor God hebt gehouden? Zou u, indien u werd geroepen om nu te sterven, bij uzelf kunnen zeggen dat u ootmoedig genoeg bent geweest? Dat uw kleren zijn gezuiverd en witgemaakt door het bloed van Christus, die komen zal om zijn volk van hun zonden te verlossen?’
Eindelijk, deze woorden ontroerden me. Ik wist dat ik me moest bekeren, dus ik maakte een afspraak met de bisschop. Ik zag er als een berg tegen op, maar ik dwong mezelf om met hem te gaan praten.
Gods belofte begrijpen
Toen ik bij de kamer van de bisschop arriveerde, voelde ik me zo schuldig dat ik gewoon rechtsomkeert wilde maken. Maar ik bad om de moed dat ik alles zou durven zeggen wat van belang was. De bisschop heette me welkom in zijn kamer en sprak toen een gebed om Gods hulp uit. Hij sprak met me alsof ik zijn zoon was en zijn liefde bleek duidelijk uit zijn woorden. Hij gaf me raad en vroeg me bepaalde dingen te doen om vergeving van God te ontvangen. Daarna zou ik weer een gesprek met hem hebben.
Ik was blij met deze kans. Ik volgde zijn advies en begreep na verloop van tijd de belofte van vergeving die God Alma deed: ‘Als hij zijn zonden voor u en voor Mij belijdt en zich met een oprecht hart bekeert, zult u hem vergeven, en Ik zal hem ook vergeven’ (Mosiah 26:29). Nadat ik me oprecht bekeerd had, wist ik dat God me vergeven had. Ik kon eindelijk de liefde van onze hemelse Vader in mijn hart voelen en de duisternis trok weg. Ik was gelukkig en trots op mezelf.
De bisschop is er om te helpen
De bisschop is Gods vertegenwoordiger voor de wijk. Bedenk dat hij er is om jou het ware geluk dat God voor je heeft te helpen vinden. Vertrouw hem. Als je problemen hebt of je moet bekeren, zoek hem dan op. Hij zal je helpen.
Ik weet dat het soms niet makkelijk is om dat te doen. Maar zoals president Lorenzo Snow (1814–1901) ooit over het eeuwige plan van onze hemelse Vader zei: ‘Ik durf te beweren dat we niet alles rozengeur en maneschijn vonden, toen ons in de [voorsterfelijke] geestenwereld […] alles wat we nu doorstaan, werd voorgelegd. […] Toch begrepen we daar zonder twijfel dat we deze ervaring hier nodig hadden om onze verhoging en heerlijkheid te verwerven. […]’ Hij ging verder: ‘We waren gewillig om de wil van God te doen, en hier zijn we dan’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Lorenzo Snow [2012], 112).
Als wij ons naar Gods wil willen voegen, hoort bekering daarbij. Wees dus niet bang voor de bisschop, maar zie hem als je vriend. Hij is door God uitgekozen, en met zijn hulp kun je je bekeren en kan je ziel genezen als je tot Jezus Christus komt. De Heer wil ons graag helpen, maar wij moeten de eerste stap naar bekering zetten. Dan kunnen we ervaren hoe de belofte in Jesaja 1:18 wordt vervuld: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw.’ En daarbij kan de bisschop helpen.
Ik getuig dat God leeft en dat Jezus Christus onze Heiland is. Zij houden allebei veel van ons!