Beslissingen nemen: keuzevrijheid versus openbaring
De auteur woont in Utah (VS).
Als het om grote beslissingen gaat, in hoeverre moet God ons dan zeggen wat we moeten doen?
Elke dag nemen we veel beslissingen. Sommige zijn vrij alledaags, zoals: ‘Wat ga ik aandoen?’ ‘Wat ga ik bij de lunch eten?’ ‘Moet ik de auto inruilen, of houdt mijn oude het nog wel even vol?’ Maar om de zoveel tijd staan we voor een gewichtig besluit: ‘Zal ik mijn studie weer oppakken?’ ‘Moet ik deze baan aannemen?’ ‘Moet ik naar een andere stad verhuizen?’ ‘Moet ik een huis kopen?’ ‘Zal ik met deze persoon uitgaan?’ ‘Zal ik met deze persoon trouwen?’ enzovoort.
Als we voor zwaarwegende beslissingen staan, doen we meestal wat langer over onze keus, en dat is terecht. We volgen dan het advies aan Oliver Cowdery in Leer en Verbonden 9:8–9, waar de Heer zegt:
‘Maar zie, Ik zeg u dat u het in uw gedachten moet uitvorsen; daarna moet u Mij vragen of het juist is, en indien het juist is, zal Ik uw boezem in u doen branden; bijgevolg zult u voelen dat het juist is.
‘Maar indien het niet juist is, zult u zulke gevoelens niet hebben, maar zult u een verdoving van gedachten hebben die u hetgeen verkeerd is zal doen vergeten.’
Hoewel dat zeker goede raad is, kijken we bij belangrijke beslissingen soms te veel naar het stuk waar God ons zegt wat goed is, en niet genoeg naar het stuk waar Hij ons zegt dat we het zelf moeten uitvorsen. Soms vallen we in afwachting van Gods bevestiging helemaal stil en laten zo ongelooflijke kansen voorbijschieten. Misschien weten we wel dat we onze keuzevrijheid moeten gebruiken, maar zijn we doodsbang dat we een beslissing nemen die ons wegvoert van ons vastgestelde ‘plan’ en gaan we denken dat alles wat geen branden in onze boezem of stem uit de hemel is, betekent dat onze beslissing fout is. Voor velen van ons leidt deze onderhuidse spanning tussen keuzevrijheid en persoonlijke openbaring tot een belangrijke vraag: welke rol speelt God in onze besluitvorming?
Gods rol in onze besluitvorming
Misschien kunnen we deze vraag het beste beantwoorden aan de hand van het verhaal van de broer van Jared. Dit verhaal bevat een interessant groeipatroon dat illustreert hoe God van ons verwacht dat wij zelf beslissingen nemen. Als de talen bij de toren van Babel verward zijn, vraagt Jared zijn broer om de Heer te vragen of zij het land moeten verlaten en zo ja, waar ze heen moeten (zie Ether 1:36–43). De broer van Jared vraagt het en de Heer leidt hen naar de kust. Onderweg spreekt de Heer hen vanuit een wolk toe en leidt Hij elke stap van hun reis. Uiteindelijk bereiken ze de kust, waar ze vier jaar blijven.
Aan het eind van die vier jaar draagt God de broer van Jared op om boten te bouwen en zich klaar te maken om de oceaan over te steken. Als de broer van Jared beseft dat er geen lucht in de boten komt, volgt hij het inmiddels bekende patroon en vraagt God wat hij moet doen. Zoals verwacht antwoordt de Heer met gedetailleerde instructies om aan de boven- en onderkant van de boten gaten te maken. Let op het patroon van openbaring tot nu toe: God geeft hun een plan, ze vragen hoe ze het plan moeten uitvoeren, en God antwoordt met gedetailleerde en afdoende antwoorden.
Maar als hij gaten in de boot heeft gemaakt, beseft de broer van Jared dat de boten geen licht hebben. Weer vraagt hij aan God wat hij moet doen. Maar in plaats van te antwoorden, vraagt God dit keer: ‘Wat wilt u dat Ik doe, zodat u licht in uw vaartuigen zult hebben?’ (Ether 2:23). Dus waar Hij eerst gedetailleerde instructies gaf, wacht de Heer nu tot de broer van Jared zelf een besluit neemt.
Een dergelijk antwoord van de Heer is misschien het moeilijkst te verteren als we proberen een beslissing te nemen. Ons wordt geleerd om te bidden en op een antwoord te wachten, dus als we geen reactie krijgen, is het niet vreemd dat we ons zorgen gaan maken. Vaak vragen we ons af of het uitblijven van een duidelijk antwoord een ‘verdoving van gedachten’ is, die laat weten dat onze keus fout is. Andere keren vragen we ons af of het betekent dat we niet goed genoeg leven om het antwoord te horen, of dat we niet met een ‘eerlijke bedoeling’ vragen (zie Moroni 10:4). Maar er is nog een derde mogelijkheid waar we niet altijd aan denken. Soms, zoals bij de broer van Jared, wacht God tot wij zelf een besluit nemen.
Een besluit nemen
Laatst kwam ik in een situatie waardoor ik mijn beeld van keuzevrijheid en persoonlijke openbaring moest herzien. Ik was bijna klaar met de hogeschool, kon in verschillende steden aan de slag maar kon niet besluiten welke baan ik moest kiezen. Net als de broer van Jared had ik veel momenten gehad waarin ik over een belangrijke beslissing had gebeden en God met een behoorlijk duidelijke reactie had geantwoord. Afgaand op die eerdere ervaringen begon ik te bidden en God te vragen om mij te helpen besluiten welke baan ik moest kiezen. Ik deed ook mijn deel door zoveel mogelijk over elke baan te weten te komen en met veel mensen te overleggen. Maar hoe ik ook bad of vastte, de hemel bleef stil en ik kreeg geen antwoord.
De deadline voor een besluit naderde en ik raakte in paniek. Dit moest toch de soort beslissing zijn die de Heer belangrijk vond. Waarom antwoordde Hij dan niet? Misschien vond Hij het dan niet belangrijk welke baan ik koos, maar toch zeker wel naar welke stad ik verhuisde omdat dit ongetwijfeld een grote impact op mijn leven zou hebben. De Heer had mijn beslissingen in het verleden altijd belangrijk gevonden, dus waarom deze dan niet?
Maar hoe hard ik ook mijn best deed, het antwoord bleef uit. Ik vroeg me af of ik zo van God verwijderd was geraakt dat ik zijn antwoord niet meer kon horen. Ik vroeg me ook af of ik niets hoorde omdat ik onbewust het antwoord niet wilde horen. Uiteindelijk, de dag voor de deadline, wist ik dat ik moest kiezen, dus ging ik op mijn eigen inzicht af en nam een besluit. Die avond bad ik gewoon of Hij me wilde zeggen of mijn antwoord fout was. Nog steeds kwam er geen antwoord, dus hakte ik de knoop door en nam de baan aan.
Een paar maanden later vroeg ik me nog steeds af of ik de juiste beslissing had genomen, dus vroeg ik om geruststelling in een priesterschapszegen. In de zegen werd mij gezegd dat ik geen antwoord op mijn gebed kreeg omdat de Heer alle opties prima vond. Deze zegen bevestigde een advies dat mijn zendingspresident mij eerder had gegeven. Hij zei dat het vaak niet echt uitmaakt wat we kiezen. God wil dat we leren om op eigen benen te staan en zelf ons leven te leiden. Mijn zendingspresident herinnerde me er ook aan dat God, als onze hemelse Vader, ons niet straft of beloftes intrekt als we oprecht proberen erachter te komen wat we moeten doen.
De broer van Jared had waarschijnlijk nog genoeg andere oplossingen voor de verlichting van de boot kunnen aandragen die de Heer allemaal goed had gevonden. Het doel van de ervaring was niet alleen het geloof van de broer van Jared versterken, maar ook hem leren zelf te beslissen.
Keuzevrijheid gebruiken
Vanuit een eeuwig perspectief is het gebruik van keuzevrijheid een onmisbaar aspect van persoonlijke groei. Als we die keuzevrijheid niet gebruiken, leren we ook niet de soort beslissingen nemen waardoor we ons volledige potentieel ontplooien. Net als al het andere in het evangelie komt vooruitgang ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift’ (2 Nephi 28:30). God wil ons als zijn volk voorbereiden maar niet alles voorkauwen. Hij verwacht dat wij onze keuzevrijheid gebruiken om ons leven zo goed mogelijk te leiden.
Zodra we de wisselwerking tussen keuzevrijheid en openbaring ontdekken, gaan we ware geestelijke groei ervaren. Dat gebeurde met de broer van Jared. Toen hij erover had nagedacht, smolt hij 16 stenen uit een rots en vroeg hij God ze aan te raken om ze licht te laten geven (zie Ether 3:1–5). Dit keer, toen God antwoordde, veranderde alles. Nu hoorde de broer van Jared Gods stem niet uit een wolk, maar zag hij de Heer. En niet alleen verscheen Hij persoonlijk aan hem, maar Hij toonde de broer van Jared ongelooflijke visioenen van de wereld en van alles wat nog zou gebeuren (zie Ether 3:6–26). Misschien was de broer van Jared geestelijk niet klaar geweest om dat visioen te ontvangen, als hij niet eerst de groei had doorgemaakt die uit zijn eigen beslissingsproces voortvloeide.
Bij onze keuzes moeten we zeker de raad van Alma opvolgen om bij alles de Heer te raadplegen (zie Alma 37:37). Als de Heer wil dat we een specifieke beslissing nemen, zal Hij ons dat laten weten en voorkomen dat we de verkeerde kant opgaan. Maar we moeten ook bereid zijn om te gaan staan en in geloof een stap vooruit te zetten, of we nu een antwoord krijgen of niet. Zolang we ons aan onze verbonden houden en het evangelie van Jezus Christus trouw blijven, mogen we vertrouwen op onze oprechte keuzes en gerust zijn dat de Heer blij is dat we ons best doen.