Wat is genade?
Genade is goddelijke hulp en kracht die we door de verzoening van Jezus Christus ontvangen. Door genade worden we van zonde en de dood verlost. Daarnaast is genade een activerende kracht die ons van dag tot dag versterkt en ons helpt tot het einde toe te volharden. Inspanning van onze kant is vereist om de volheid van de genade van de Heer te ontvangen.
Uw geestelijke voorbereiding
Welke Schriftteksten en andere bronnen hebben u meer begrip van genade gegeven? Wat denkt u met de jongevrouwen te bespreken om ze meer begrip van genade op te laten doen?
Efeze 2:8–9; 2 Nephi 25:23 (we worden door genade gered)
Filippenzen 4:13; Jakob 4:6–7 (de genade van Jezus Christus schenkt ons kracht)
Moroni 10:32–33 (genade kan ons volmaakt in Christus maken)
Gids bij de Schriften, ‘Genade’
J. Devn Cornish, ‘Ben ik goed genoeg? Ga ik het halen?’, Liahona, november 2016, 32–34
Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 107–110
David A. Bednar, ‘Hun lasten met gemak dragen’, Liahona, mei 2014
‘Genade’, Trouw aan het geloof (2004), 59–61
Vertellen over eigen ervaringen
Vraag de jongevrouwen aan het begin van elke les om te vertellen over en te getuigen van hun ervaringen met wat ze geleerd hebben uit de les van vorige week. Dat zal hun bekering bevorderen en ertoe bijdragen dat ze inzien hoe het evangelie van toepassing is op hun dagelijkse leven.
De leer inleiden
Kies uit deze ideeën of bedenk er zelf een om de les van deze week in te leiden:
-
Maak een eenvoudige schets op het bord van iemand op de bodem van een put en van iemand die van bovenaf een ladder in de put laat zakken. Vraag de jongevrouwen wat er nodig is om de persoon in de put te redden. Wat is de rol van de persoon boven bij de put? Wat is de rol van de persoon in de put? Wat leren de jongevrouwen uit deze schets over de manier waarop de genade van de Heiland ons redt?
-
Vraag de jongevrouwen wat ze over genade weten. Wat denken ze dat genade betekent? Herkennen zij de genade in hun eigen leven? Geloven zij dat ze door genade worden gered? Welke vragen hebben ze over genade?
Samen leren
Elk van de onderstaande leeractiviteiten kan de jongevrouwen meer inzicht geven in de genadeleer. Kies onder leiding van de Geest een of meer geschikte activiteiten voor uw klas uit:
-
Laat de jongevrouwen delen van J. Devn Cornish’ toespraak ‘Ben ik goed genoeg? Ga ik het halen?’ lezen. Laat ze zoeken naar antwoorden op de volgende vragen: ‘Wat is genade? Hoe kan ik genade ontvangen? Hoe kan ik de genade van de Heiland meer waardig zijn? Zal ik wel naar de hemel terugkeren?’ Nadat de jongevrouwen over deze vragen hebben nagedacht, laat u ze denken aan een vriend(in) die met zijn of haar geloof en vertrouwen in het evangelie worstelt. Hoe kan deze toespraak hun vriend(in) ten goede komen?
-
Teken desgewenst een ontsloten poort en geopende vensters op het bord en laat de jongevrouwen in het begin van president Dieter F. Uchtdorfs toespraak ‘De gave van genade’ zoeken naar de vergelijking die hij tussen genade en deze voorwerpen trekt. Verdeel de resterende paragrafen van de toespraak onder de jongevrouwen en vraag ze in één zin samen te vatten wat zij uit hun paragraaf over genade te weten komen. Hoe gaan ze een beroep op de genade van de Heiland doen?
-
Vraag een van de jongevrouwen een paar dagen vóór de les op basis van Mattheüs 11:28–30 en ouderling David A. Bednars toespraak ‘Hun lasten met gemak dragen’ na te gaan wat het betekent om het juk van de Heiland op ons te nemen. Vraag haar voorbereid naar de les te komen om een bespreking te leiden over hoe een juk onze relatie met Jezus Christus kan voorstellen. Moedig haar aan citaten uit ouderling Bednars toespraak te gebruiken die de jongevrouwen meer inzicht in de genade van de Heiland geven.
-
Schrijf een korte samenvatting van de teksten in dit schema en hang een samenvatting aan elke muur van het lokaal. Laat elke jongevrouw een van de teksten lezen en vervolgens de juiste samenvatting opzoeken en daar bij gaan staan. Vraag de jongevrouwen wat ze uit hun Schrifttekst over genade aan de weet komen. Welke bewijzen van genade zien ze in hun leven? Welke voorbeelden uit de Schriften kennen ze zoal? (Denk aan Nephi, Ammon en Alma de jonge.)
-
Laat elke jongevrouw een overzicht maken van wat zij over genade te weten komt in de Gids bij de Schriften en in Trouw aan het geloof. Vraag de jongevrouwen iets te vertellen over wat ze hebben opgeschreven en waarom ze daar waarde aan hechten. Laat ze naar platen zoeken (in het Evangelieplatenboek of een tijdschrift van de kerk) van mensen die genade of hulp van God ontvingen. Laat ze hun bevindingen vervolgens in koppels of kleine groepjes uitwisselen. Welke ervaringen hebben ze zelf gehad op dat gebied?
-
Neem een rank van een plant of struik naar de klas mee en vraag de jongevrouwen na te gaan hoe de Heiland ranken gebruikte in Johannes 15:1–10 om de genadeleer toe te lichten. Welke inzichten in genade krijgen ze door deze verzen? Laat een van de jongevrouwen de meegebrachte rank gebruiken en de rest van de klas beknopt vertellen wat ze over genade heeft geleerd.
Vraag de jongevrouwen wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen ze de genadeleer? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het goed zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?
Naleven wat we leren
Help de jongevrouwen op te schrijven hoe ze kunnen toepassen wat ze vandaag hebben geleerd. Laat ze kiezen wat ze de komende week zullen doen.