Heb ik de hand van God in mijn leven gezien?
CES-haardvuuravond voor jongvolwassenen • 3 maart 2013 • University of Texas, Arlington
Op de reizen die ik met mijn man onderneem, doet het me verdriet om te ontdekken dat veel jonge mensen zich eenzaam voelen en eraan twijfelen dat de Heer hen persoonlijk kent of liefheeft. Ik heb gebeden om te weten welke beginselen ik vanavond zou kunnen bespreken om jullie te laten weten dat de Heer je werkelijk kent en liefheeft. Ik bid dat de Geest me zal helpen om deze boodschap over te brengen.
Ik haal de tekst van een seminarieliedje aan als kader voor mijn boodschap:
Wij moeten oren hebben om het woord van de Heer te horen,
En ogen om zijn plan te zien,
Voeten om in zijn voetspoor te treden,
En een hart om te begrijpen.
(Steven K. Jones, ‘Hearts that Understand’ Hold to the Rod Songbook [1988], p. 20.)
Oren om het woord van de Heer te horen
Ten eerste moeten we oren hebben om het woord van de Heer te horen. We kunnen de stem van de Heer horen als we de Schriften bestuderen (zie LV 18:34–36). Toen ik jullie leeftijd had, was Spencer W. Kimball president van de kerk. Een uitspraak van hem is mij mijn hele leven tot leidraad geweest. Hij zei: ‘Ik heb gemerkt dat als mijn relatie met de Godheid oppervlakkig wordt en het erop lijkt dat God niet meer naar me luistert of tot mij spreekt, ik heel ver weg ben. Als ik me in de Schriften verdiep, wordt de afstand kleiner en ben ik geestelijker ingesteld.’ (Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], p. 75.)
Ik getuig dat als wij oren hebben om het woord van de Heer te horen, wij zijn liefde zullen voelen wanneer Hij door de Schriften tot ons spreekt.
Ogen om zijn plan te zien
Ten tweede moeten we ogen hebben om zijn plan te zien. Ik dacht op een dag aan een teruggekeerde zendelinge die ik kende, toen ik onverwachts een e-mailtje van haar kreeg. Ze vertelde dat ze in het zendingsveld had gevoeld dat de Heer door haar wonderen tot stand bracht, maar dat ze zich sinds haar terugkeer soms afvroeg of Hij Zich haar wel bewust was.
In mijn antwoord haalde ik een belangrijke raad aan die ouderling Eyring aan studenten van de BYU-Idaho had gegeven. Hij zei: ‘Ik zegen je dat als je dagelijks in gebed vraagt waar de hand van God die dag in je leven heeft ingegrepen, je gezegend wordt dat je dat kunt zien. Het zal je duidelijk worden gemaakt. Je zult zien dat Hij je leidt en opbeurt, en dat Hij je kent.’ (‘A Steady, Upward Course’ [devotional aan de Brigham Young University–Idaho, 18 september 2001], web.byui.edu/devotionalsandspeeches.)
Vervolgens legde ik uit dat ik dagelijks om die zegen bad, en dat ik had gezien hoe de hand van God zich door haar berichtje naar mij uitstrekte. Ik verzekerde haar dat onze hemelse Vader dat ook voor haar zou doen.
Ik getuig dat wij, als we bidden dat we ogen mogen hebben om zijn plan te zien, ons bewust zullen zijn van Gods betrokkenheid bij ons leven en zullen weten dat Hij ons kent.
Voeten om in zijn voetspoor te treden
Ten derde moeten we voeten hebben om in zijn voetspoor te treden. Veel jongvolwassenen raken gedesillusioneerd en ontmoedigd omdat gebeurtenissen die ze verwachtten nog niet zijn gebeurd. Sommige menen onterecht dat God, als Hij ze het geluk of de zegeningen niet heeft gegeven waarop ze hoopten of die ze meenden te verdienen, niet om ze geeft. Om hun mishagen met God te tonen, raken sommigen hun geloof kwijt, komen ze hun verbonden niet na, stellen ze hun vertrouwen in wereldse pleziertjes en keren ze zich van God af. In plaats van hun voeten te gebruiken om het pad van rechtschapenheid te bewandelen, wijken ze af van het evangeliepad, dwalen af en verdwalen. We kennen allemaal wel iemand die ‘van het pad is afgedwaald’. We kunnen Gods liefde voelen als we de positieve reactie zien van velen die we dienen en redden.
Het pad van de Heer is duidelijk bewegwijzerd met de leringen van profeten, zieners en openbaarders. Volgende maand is het algemene conferentie. Ik getuig dat als we in gebed gaan en proberen een vraag of punt van zorg te bedenken om mee te nemen naar de conferentie, de Heer ons antwoord zal geven door de boodschappen van zijn gezalfde dienstknechten. We zullen zijn liefde en zorg voelen, meer moed vatten en steviger in onze schoenen staan om zijn pad te volgen, nu en voor altijd.
Een hart om te begrijpen
Ten vierde hebben we een hart nodig om de gave van de verzoening van Jezus Christus te begrijpen. Ouderling Bednar heeft ons geleerd: ‘Het is één ding om te weten dat Jezus Christus naar de aarde is gekomen om voor ons te sterven, wat fundamenteel en elementair is aan de leer van Christus. Maar we dienen het ook te waarderen dat de Heer verlangt om door zijn verzoening en de macht van de Heilige Geest in ons te leven — ons niet alleen te leiden, maar ook bij te dragen tot onze zelfverwezenlijking.’ (‘De verzoening en de reis door het sterfelijk leven’, Liahona, april 2012, p. 42.)
Voor mij is de verzoening van Jezus Christus iets dat troost geeft en een krachtig bewijs is van Gods liefde voor ons. Het geeft ons de kracht om moeilijke dingen te doen — dingen waarvan we denken dat we ze niet kunnen. Het helpt ons om vol te houden als we Gods wil en timing voor ons leven niet begrijpen. Ik getuig dat God leeft en dat we zijn liefde zullen voelen en zullen weten dat Hij ons kent, als we ons hart toewijden aan een beter begrip van de zegeningen die voortvloeien uit de verzoening van zijn Zoon, Jezus Christus.
Wij moeten oren hebben om het woord van de Heer te horen,
En ogen om zijn plan te zien,
Voeten om in zijn voetspoor te treden,
En een hart om te begrijpen.
(Jones, ‘Hearts that Understand’, p. 20.)
In de naam van Jezus Christus. Amen.
© 2013 Intellectual Reserve, Inc. Alle rechten voorbehouden. Origineel vrijgegeven: 8/12. Ter vertaling vrijgegeven: 8/12. Titel van het origineel: Have I Seen the Hand of God in My Life? Dutch. PD50045417 120