Kerstdevotionals
Wees niet bevreesd


Wees niet bevreesd

Geliefde broeders en zusters, we zijn vanavond bijeen omdat we allemaal van Kerstmis en de kersttijd houden. Is er iets mooiers dan prachtige kerstmuziek en kerstliederen, met familie en vrienden bijeenkomen, glimlachende gezichten en blije, opgetogen kinderen? De kersttijd heeft het in zich om ons als familie, vrienden en buren bijeen te brengen. We zien ernaar uit om elkaar cadeautjes te geven en samen van een feestmaal te genieten.

In A Christmas Carol, geschreven door de Engelse auteur Charles Dickens, verwoordt de neef van Scrooge de betovering van deze gewijde tijd van het jaar met de overpeinzing: ‘Ik heb de kersttijd, als die aanbrak, altijd […] als een goede tijd beschouwd: een vriendelijke, vergevensgezinde, liefdevolle, prettige tijd; de enige tijd op de lange jaarkalender die ik ken waarin man en vrouw in gezamenlijke overeenstemming bereid zijn hun […] hart vrijelijk open te stellen en aan [andere] mensen te denken. […] En daarom, […] hoewel het mij nooit enig goud of zilver in mijn zak heeft opgeleverd, geloof ik dat het me goed heeft gedaan, en mij goed zál doen; en zeg ik: God zegene het!’ (A Christmas Carol [1858], 5–6.)

Als ouder, en nu als grootouder, word ik herinnerd aan de magie van Kerstmis door te zien hoe mijn kinderen, en nu hún kinderen, de geboorte van de Heiland vieren en bij familiebijeenkomsten van elkaars gezelschap genieten. Ik ben ervan overtuigd dat u, net als ik, de vreugde en onschuld hebt gezien waarmee kinderen naar deze bijzondere feestdag uitkijken en ervan genieten. Als we die vreugde zien, herinnert dat ieder van ons aan gelukkige kerstfeesten uit het verleden. Het was Dickens die opmerkte: ‘Het is soms goed om een kind te zijn, en er is geen betere tijd om kind te zijn dan Kerstmis, toen de machtige Grondlegger [van het feest] zelf een Kind was.’ (A Christmas Carol, 67.)

Ik ben opgegroeid in de buurt van Los Angeles, waar onze woning omringd was door sinaasappelboomgaarden. Mijn ouders nodigden elke kersttijd op een avond altijd familie, vrienden en buren uit om kerstliederen te komen zingen en lekkernijen te komen proeven. Het was een heerlijke traditie voor ons allemaal, en het zingen leek wel uren door te gaan. Wij kinderen zongen zolang we vonden dat dit moest, waarna we wegslopen om in de sinaasappelboomgaard te spelen.

Mijn vrouw, Kathy, en ik hebben onze kinderen ook in het zuiden van Californië opgevoed, relatief dicht bij de kust. Daar wordt het kerstfeest gekenmerkt door palmbomen die heen en weer wiegen in de wind. Elk jaar keken onze kinderen ernaar uit om in de haven naar de kerstbootoptocht te kijken. Honderden prachtige jachten, met knipperende lichtjes in allerlei kleuren, voeren dan rond in de haven terwijl we vol bewondering toekeken.

Nu we in Salt Lake City wonen, hebben Kathy en ik er een traditie van gemaakt om met onze kinderen en kleinkinderen naar de plaatselijke opvoering van A Christmas Carol te gaan. Elk jaar kijken we toe als Ebenezer Scrooge zijn wonderbaarlijke metamorfose van een harteloze kluizenaar tot een opgewekte buurman vol kerstvreugde ondergaat, en we voelen de aandrang om de Scrooge in ons los te laten. We voelen de ingeving om zelf wat beter het voorbeeld van de Heiland in naastenliefde te volgen.

De herscheppende geest van de kersttijd is geworteld in de verlossende macht van Jezus Christus om ons leven te beteren. Het alom geliefde verhaal van de geboorte van Gods Zoon, meer dan tweeduizend jaar geleden in Bethlehem, is opgetekend in het boek van Lukas:

‘En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden. […]

‘En ze gingen allen op weg om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad.

‘Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet; […]

‘om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.

‘En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou,

‘en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.

‘En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en ’s nachts de wacht hielden over hun kudde.

‘En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd.

‘En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,

‘namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere.

‘En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe.

‘En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei:

‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen’ (Lukas 2:1, 3–14).

De engel merkte dat de herders bang waren, want hij zei ‘Wees niet bevreesd’. De verbazingwekkende heerlijkheid Gods die de onverwachte hemelse boodschapper uitstraalde had hen inderdaad bang gemaakt. Maar het nieuws dat de engel kwam brengen, was niets om bang voor te zijn. Hij was gekomen om een wonder aan te kondigen, om het allergrootste goede nieuws te brengen, namelijk dat de verlossing van de mensheid letterlijk was begonnen. Geen enkele andere boodschapper heeft daarvoor of daarna ooit een blijdere boodschap gebracht. De Eniggeborene van de Vader was aan zijn sterfelijke reis begonnen, want de boodschap was dat ‘heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere’. Dat was inderdaad een hele blijde boodschap.

Wij maken allemaal momenten mee waarop de grote vreugde die de engel belooft ongrijpbaar en veraf lijkt. Wij zijn allen onderworpen aan de zwakheden en de ontberingen van het leven — ziekte, mislukking, problemen, teleurstelling en uiteindelijk de dood. Hoewel veel mensen zo gezegend zijn dat ze in fysieke veiligheid leven, geldt dat tegenwoordig niet voor iedereen. Velen vinden het erg moeilijk om aan de eisen van het leven te voldoen en de fysieke en emotionele tol die het met zich meebrengt.

En toch is ondanks de ontberingen van het leven de boodschap van de Heer aan ieder van ons in deze tijd hetzelfde als aan de herders die tweeduizend jaar geleden de wacht hielden: ‘Wees niet bevreesd.’ Misschien is de aansporing van de engel om niet bevreesd te zijn voor ons in deze tijd meer van allesovertreffend belang dan voor de herders die op die eerste kerstavond vreesden. Kan hij ook bedoeld hebben dat wij moeten begrijpen dat angst dankzij de Heiland nooit zal overwinnen? Wilde hij onderstrepen dat ultieme angst nooit gerechtvaardigd is? Wilde hij ons eraan herinneren dat geen aards probleem blijvend hoeft te zijn, dat ieder van ons te verlossen is?

Het fijnste kerstgeschenk zal altijd het geschenk van de Heiland zelf blijven: zijn volmaakte vrede. Hij heeft gezegd: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden’ (Johannes 14:27). Zelfs in een wereld waarin vrede ver weg lijkt, kan het geschenk van vrede dat de Heiland ons geeft in ons hart leven, ongeacht de omstandigheden. Als wij de uitnodiging van de Heiland om Hem te volgen aannemen, wordt blijvende vrees voor altijd uitgebannen. Onze toekomst is veilig gesteld. Dit is de boodschap van ‘grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal’. De profeet Jesaja heeft gezegd: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt’ (Jesaja 41:10).

Omdat tweeduizend jaar geleden in Bethlehem de Heiland is geboren, is er hoop — en zo veel meer. Er is verlossing, bevrijding, overwinning en triomf. ‘Het kwaad verdwijnt, het recht verschijnt.’ (‘I Heard the Bells on Christmas Day’, Hymns, nr. 214.) Dan is het geen wonder dat er plotseling een engelenkoor verscheen als een hemels uitroepteken achter de aankondiging door de engel van de geboorte van de Heiland, dat zong: ‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.’ Geen enkele boodschap kon meer geruststellen. Geen enkele boodschap bracht de mens ooit meer welbehagen.

Moge deze tijd van het jaar er een van vrede en vreugde voor ons allen zijn, want voor ons is die dag in de stad Davids een Heiland geboren, namelijk Christus de Here. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Afdrukken