Kerstdevotionals
O, laten wij Hem aanbidden voor het plan!


O, laten wij Hem aanbidden voor het plan!

Net zoals velen onder u zijn mijn lieve man, Craig, en ik dol op kerstliedjes. Ergens bovenaan ons lijstje met favorieten staat ongetwijfeld ‘Komt allen tezamen’. De vreugdevolle en triomfantelijke tekst van die lofzang wenkt ons om onze Heiland, Jezus Christus, de Vredevorst, te aanschouwen en te aanbidden.1 Ik ben er zeker van dat we, toen we als voorsterfelijke geesten het heilsplan te weten kwamen, niet alleen aanschouwden en aanbaden, maar ook juichten van vreugde toen Hij vrijwillig en nederig aanbood om de Heiland van de wereld te zijn.2 Met vijf van de diepzinnigste woorden die ooit uitgesproken zijn, zei Hij: ‘Hier ben Ik, zend Mij.’3

Net als de apostel Petrus heeft president Monson ons vaak aangespoord: ‘Wees altijd bereid tot verantwoording […] van de hoop die in u is.’4 Ik ga u een paar persoonlijke kerstherinneringen vertellen en hoop dat u zult zien waarom ik hoop heb in de Heiland, in God, onze eeuwige Vader, die ‘de wereld [zo lief heeft] gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’5, en in het volmaakte en heerlijke plan van geluk van de Vader.

Kerstherinnering 1

Toen ik veertien was, woonde ons gezin in Nieuw-Zeeland. Mijn vader was een jonge dertiger die er als zendingspresident geroepen was.

Toen de kersttijd aanbrak, probeerden mijn vijf broers en zussen en ik nog steeds aan onze nieuwe woonplaats gewend te raken. Als onvolwassen tiener was het moeilijk voor me om niet thuis bij mijn vrienden en familieleden te zijn. Ik slofte treurig rond en miste de vertrouwde kersttaferelen en -festiviteiten: de muziek, de lichtjes, de kerstboom, de sneeuw en vooral mijn familie. Ik miste mijn dierbare neven en nichten, tantes en ooms en wist dat ze spoedig in opa Kjars huis in Salt Lake City (Utah, VS) zouden samenkomen voor het jaarlijkse kerstfeest van de familie Kjar.

Het was kerstavond 1966. Ik nam in het zendingshuis met tegenzin deel aan een gezinsavond met ons gezin en de zendelingen, en was ervan overtuigd dat die niet zou kunnen tippen aan het feest van de familie Kjar dat ik zo miste. Ik weet niet meer precies wanneer de telefoon ging, maar dat telefoontje veranderde mijn tienerhart in een oogwenk en vulde het met medeleven voor mijn lieve papa en met berouw omdat ik zo egocentrisch geweest was.

Het was oom Joe. Hij liet ons weten dat onze geliefde, onzelfzuchtige, hardwerkende, getrouwe opa Kjar net een ernstige beroerte gehad had en bewusteloos in het ziekenhuis lag. Herinneringen aan die fanatiek fotograferende, muzikale, leuke patriarch die ons zo dierbaar was, flitsten door mijn gedachten. Mijn vader had het duidelijk moeilijk toen hij de hoorn neerlegde, maar hij vermande zich, rechtte zijn schouders en getuigde vurig van het plan van de Vader en van de cruciale rol van de Heiland in het plan. Zijn getuigenis raakte mijn droevige hart.

Helaas werd opa niet beter. De daaropvolgende dag overleed hij. In Nieuw-Zeeland was het Kerstmis, maar in Salt Lake City was het kerstavond, opa’s lievelingsdag. Dat was de eerste keer dat ik iemand die me zo dierbaar was, verloor. Hoewel ik om hem treurde, putte ik troost uit mijn kennis van het heerlijke plan van geluk. Ik voelde de verzekering dat ik opa zou terugzien als ik leefde zoals hij geleefd had. Ik denk dat ik in die levensfase nog niet volledig besefte welke cruciale rol de Heiland en zijn zoenoffer gespeeld hadden om het mij mogelijk te maken om ooit weer bij mijn dierbaren te zijn. Maar ik wist genoeg om me in het plan te verheugen. Ik wist genoeg om Hem te aanbidden, van wie we de geboorte vierden.

Sinds dat kerstfeest, vele jaren geleden, ben ik meer over onze Heiland, Jezus Christus, te weten gekomen. President Harold B. Lee heeft gezegd: ‘De Zoon van God […] kwam op aarde als de eniggeboren Zoon van God om een zending te vervullen, om als Lam geslacht te worden en het heil van de mens te bewerkstelligen. Door zijn leven te geven heeft Hij de deur […] geopend en de weg aangegeven die wij moeten volgen om het eeuwige leven te ontvangen. […] Dat was Jezus in al zijn grootsheid.’6

Kerstherinnering 2

Een andere kerstherinnering vond in 1984 plaats. Die gebeurtenis deed mijn dankbaarheid voor de Heiland en het heerlijke heilsplan weer aanzienlijk toenemen. Ik was 32 jaar, gehuwd met mijn lieve, getrouwe man en moeder van vier dierbare kleine kinderen tussen drie en tien jaar oud. Zes weken vóór Kerstmis kregen we wereldschokkend nieuws: de artsen stelden vast dat ik kanker had. Craig en ik keken elkaar vol ongeloof aan. We probeerden beiden onze tranen te bedwingen en vroegen ons af wat de toekomst in petto had. Maar daarop volgde de zoete ‘vrede […] die alle begrip te boven gaat’7 en die voortvloeide uit ons geloof in Jezus Christus en in het plan van de Vader.

Hoewel Craig toen bisschop van onze wijk was, besloten we om het nieuws alleen aan onze familieleden bekend te maken, zodat onze kleine kinderen een zo normaal mogelijk leven konden leiden. Tijdens die zes weken vóór Kerstmis reed ik voor mijn behandelingen bijna dagelijks door sneeuw en ijs naar het ziekenhuis, terwijl onze onzelfzuchtige moeders en zussen om de beurt met het huishouden hielpen. Het was een tijd van beproeving, maar als ik nu terugkijk, schieten woorden tekort om mijn dankbaarheid voor het zoenoffer van onze Heiland, Jezus Christus, en ‘het barmhartige plan van de grote Schepper’8 te beschrijven.

Omdat ik toen misschien wel beter dan ooit besefte dat het leven kwetsbaar is, kreeg het plan van geluk van onze hemelse Vader een persoonlijkere betekenis dan ooit tevoren. Kerstmis was dat jaar anders. Hoewel ik dol ben op alles wat met Kerstmis te maken heeft, telden alleen nog mijn eeuwig huwelijk, mijn familie en mijn geloof in en getuigenis van mijn hemelse Vader, Jezus Christus en het plan.

Toen ik op een dag thuis aan het rusten was en over de toekomst van onze vier kindjes mijmerde, bladerde ik door het tijdschrift Friend waarin mijn oog op een muziekstuk viel. Ik ging aan de piano zitten en huilde terwijl ik zong en de boodschap van het lied mijn tere hart raakte. Ik wist dat ik als muziekleidster van het jeugdwerk de honderd jeugdwerkkinderen in onze wijk dit lied moest leren. Maar ik wist ook dat vooral de vier dierbare kinderen in ons gezin dit lied moesten kennen.

Hoe kon de Vader laten zien wat trouw en liefde is?

Hij zond zijn Zoon, een kindje klein, als licht in duisternis.

Hoe kon de Vader laten zien welk pad wij moeten gaan?

Hij zond zijn Zoon naar d’aarde toe om ons hier voor te gaan.

Hoe kon de Vader laten zien wat offerande is?

Hij zond zijn Zoon, die stierf voor ons en bracht herrijzenis.

Wat vraagt de Vader ons te doen? Wat staat er in de Schrift?

Leef als zijn Zoon en houd zijn woord steeds in je hart gegrift.

Wat vroeg Hij ons? Leef als zijn Zoon. 9

Dat geïnspireerde lied gaf me een glimp van hoe ik mijn hemelse Vader mijn dankbaarheid voor zijn Zoon en zijn plan kon tonen. Ik zou misschien het voorrecht niet hebben om mijn kinderen te zien opgroeien, maar ik voelde dat ze ware volgelingen van Jezus Christus konden worden als ze de eenvoudige, maar diepzinnige leer in dit lied kenden, begrepen en naleefden.

Dat jaar heerste er een bijzondere geest in ons huis die ons met vrede en liefde voor elkaar zegende. Dat zal ik nooit vergeten. Het leek alsof onze kinderen die kerst een buitengewoon begrip van heilige zaken kregen. Ze hebben het kerstverhaal nooit met zoveel eerbied, ontzag en liefde uitgebeeld. Doordat we in onze beproevingen groeiden, leken we geestelijke ingevingen duidelijker te voelen terwijl we nadachten over en dankbaar waren voor het geschenk van onze Heiland, Jezus Christus, en voor het heerlijke heilsplan van onze hemelse Vader.

Ik heb me vaak afgevraagd hoe mensen kunnen leven zonder de hoop die voortvloeit uit de kennis van het heilsplan en de centrale rol van de verzoening van de Heiland in dat plan. Ik voeg dankbaar mijn getuigenis toe aan dat van onze geliefde profeet, president Thomas S. Monson, die krachtig getuigd heeft: ‘Van Hem die eenieder van ons van een eindeloze dood heeft gered, getuig ik dat Hij de waarheid verkondigt. Maar Hij is meer dan een leraar. Hij is het Voorbeeld van het volmaakte leven, maar Hij is meer dan een voorbeeld. Hij is de grote Geneesheer, maar Hij is meer dan een geneesheer. Hij die de verloren mensheid verlost heeft, is de letterlijke Heiland van de wereld, de Zoon van God, de Vredevorst, de Heilige Israëls, ja, de herrezen Heer, die verklaarde: “Ik ben de eerste en de laatste; Ik ben het die leeft, Ik ben het die werd gedood; Ik ben uw voorspraak bij de Vader” [LV 110:4].’10

Als we over zijn onbegrijpelijke lijden voor ons nadenken, zijn vijf van de droevigste woorden die de Heiland ooit heeft uitgesproken ongetwijfeld: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’11 In moeilijke tijden kunnen we ervoor kiezen om van Hem weg te gaan en alleen onze beproevingen te doorworstelen, of we kunnen ervoor kiezen om ons tot Hem en het plan van de Vader te wenden. Dan ontdekken we dat we geen ‘benauwingen […] lijden die niet […] worden verzwolgen door de vreugde in Christus.’12 Ik bid dat we allemaal de uitnodiging van dat heilige kerstlied zullen aanvaarden: ‘O, laten wij [Hem en onze hemelse Vader] aanbidden’ voor het heerlijke, volmaakte plan! In de naam van Jezus Christus. Amen.