Kerstdevotionals
Het licht en het leven der wereld


Het licht en het leven der wereld

(3 Nephi 11:11)

Het meest bekende en geliefde verslag van de geboorte van de Heiland staat in het tweede hoofdstuk van Lukas in het Nieuwe Testament. Ik word telkens met dankbaarheid vervuld als ik lees over de tocht van Jozef en Maria naar Bethlehem, de eenvoudige kribbe, de nederige geboorte van de Heer Jezus Christus, en de engelen die ‘grote blijdschap […] voor heel het volk’ verkondigden (Lukas 2:10).

Dankzij de herstelling van het evangelie in de laatste dagen hebben we in het Boek van Mormon een belangrijk aanvullend verslag van de geboorte van de Heiland. Mijn toespraak gaat over die aanvullende beschrijving van de eerste kerst. Terwijl we deze gebeurtenis overdenken, broeders en zusters, wil ik u vragen om u in te beelden dat u er zelf bij bent en niet slechts naar mijn woorden te luisteren.

Ik bid dat de Heilige Geest u zal helpen om deze Schriftteksten op uzelf en uw gezin toe te passen (zie 1 Nephi 19:23) en uw hart met de ware geest van Kerstmis te vervullen.

Samuël de Lamaniet

Ons verhaal begint enkele jaren vóór de geboorte van de Heiland in het land Zarahemla. Samuël de Lamaniet begaf zich onder het volk om bekering te prediken en over Christus te profeteren. Beeld u nu in dat u tien jaar bent en in de menigte naar een profeet van God luistert die de toekomst voorspelt.

Samuël zei: ‘Zie, ik geef u een teken; want er komen nog vijf jaar, en zie, dan komt de Zoon Gods om allen te verlossen die in zijn naam zullen geloven.

‘En zie, dit zal ik u tot teken geven ten tijde van zijn komst; want zie, er zullen grote lichten aan de hemel zijn, zodat er in de nacht voor zijn komst geen duisternis zal zijn, zodat het de mensen zal toeschijnen dat het dag is.

‘Daarom zullen een dag en een nacht en een dag zijn alsof ze één dag zijn en er geen nacht is; en dat zal u tot teken zijn. […]

‘En zie, er zal een nieuwe ster verrijzen […] en ook dat zal u tot teken zijn’ (Helaman 14:2–5).

De geboorte van de Heiland

De jaren verstreken en ‘de profetieën der profeten [begonnen] steeds meer in vervulling te gaan; want er kwamen grotere tekenen en er werden grotere wonderen onder het volk verricht’ (3 Nephi 1:4).

Beeld u nu in dat er vijf jaar verstreken zijn en dat u ongeveer vijftien jaar bent. U herinnert zich de profetieën van Samuël nog heel goed en denkt na over de huidige omstandigheden.

‘Maar er waren er die begonnen te zeggen dat de tijd was verstreken voor de vervulling van de woorden die Samuël de Lamaniet had gesproken.

‘En zij begonnen leedvermaak te hebben over hun broeders, zeggende: Zie, de tijd is verstreken en de woorden van Samuël zijn niet vervuld; uw vreugde en uw geloof daarin zijn dus tevergeefs geweest.

‘En het geschiedde dat zij het gehele land in grote beroering brachten; en de mensen die geloofden begonnen zeer bedroefd te worden, voor het geval die dingen die gezegd waren niet zouden gebeuren.

‘Maar zie, zij zagen standvastig uit naar die dag en die nacht en die dag, die als één dag zouden zijn, alsof er geen nacht was, zodat zij zouden weten dat hun geloof niet tevergeefs was geweest.

‘Nu geschiedde het dat er door de ongelovigen een dag was bepaald waarop allen die in die overleveringen geloofden ter dood zouden worden gebracht, tenzij het teken verscheen dat door de profeet Samuël was gegeven’ (3 Nephi 1:5–9).

Broeders en zusters, kunt u zich voorstellen dat u op het teken van zijn komst aan het wachten bent en dat er u tegelijkertijd een doodsvonnis boven het hoofd hangt? Zouden we standvastig blijven in het geloof, of wankelen en terugdeinzen?

Toen verscheen het teken van de geboorte van Christus zoals Samuël voorspeld had. In een tijd van godsdienstige vervolging ziet u op vijftienjarige leeftijd met verbazing dat de zon op een avond ondergaat terwijl er geen duisternis is.

‘En het volk begon zich te verbazen omdat er geen duisternis was toen de nacht kwam. […]

‘En zij begonnen te beseffen dat de Zoon van God weldra moest verschijnen; ja, […] alle mensen […] waren zo buitengewoon verbaasd dat zij ter aarde vielen. […]

‘En het geschiedde dat er die gehele nacht geen duisternis was, maar dat het zo licht was alsof het midden op de dag was. En het geschiedde dat de zon des ochtends weer opkwam, […] en zij wisten dat het de dag was waarop de Heer zou worden geboren, wegens het teken dat was gegeven.

‘En het was geschied, ja, alles, in ieder opzicht, volgens de woorden der profeten.

‘En het geschiedde ook dat er een nieuwe ster verscheen, volgens het woord’ (3 Nephi 1:15, 17, 19–21).

De dag dat de Heiland werd geboren, was een dag van bevrijding voor de gelovigen in de Nieuwe Wereld. Het licht van het teken van de geboorte van Christus redde letterlijk hun leven.

De dood en opstanding van de Heiland

Broeders en zusters, beeld u nu in dat er dertig jaar verstreken zijn en dat u bijna vijftig bent. U kunt zich de leringen van Samuël en uw ervaringen als tiener toen het teken van de geboorte van de Heer verscheen nog zeer goed herinneren.

Een van de tekenen van de dood van Christus dat Samuël voorspeld had, was drie dagen van intense duisternis (zie Helaman 14:27; 3 Nephi 8:3).

‘En het geschiedde dat er dikke duisternis was op het gehele oppervlak van het land, zodat de inwoners ervan die niet waren omgekomen, de damp van duisternis konden voelen;

‘en er kon geen licht zijn wegens de duisternis, noch kaarsen, noch fakkels; evenmin kon er vuur worden ontstoken […], zodat er in het geheel geen licht kon zijn;

‘en er werd in het geheel geen licht gezien, vuur noch flikkering, zon noch maan, noch sterren, want zo dicht waren de nevels van duisternis die op het oppervlak van het land lagen.

‘En het geschiedde dat het drie dagen duurde dat er geen licht werd gezien’ (3 Nephi 8:20–23).

Hoe zou het geweest zijn om die drie dagen van onbeschrijfelijke duisternis te beleven en dan kort daarop met een menigte van 2500 man bij de tempel in het land Overvloed verzameld te zijn? Kunt u zich voorstellen hoe prachtig het moment was waarop de Heiland uit de hemel neerdaalde en zei: ‘Zie, Ik ben Jezus Christus. […] Ik ben het licht en het leven der wereld’? (3 Nephi 11:10–11; cursivering toegevoegd.)

De Heiland beschreef Zichzelf als ‘het licht’ aan die bijzondere groep mensen bij de tempel. Samuël had een teken van licht voorspeld. Het teken van licht werd bij de geboorte van de Heiland gegeven. Voor de mensen in de menigte had het ware licht, Jezus Christus, de verschrikkelijke duisternis en angst verjaagd.

Het verslag van de eerste kerst in het Boek van Mormon helpt ons om te leren en beter te begrijpen dat Jezus Christus ‘het licht [is] dat in de duisternis schijnt’ (zie LV 10:57–61). Jezus Christus is in elke levensfase, in alle omstandigheden en in elke beproeving die we meemaken het licht dat angst verjaagt, verzekering en leiding geeft en vrede en vreugde voortbrengt.

Veel gedenkwaardige en blijvende kersttradities hebben met licht te maken: lichtjes in de kerstboom, lichtjes in en rond ons huis en kaarsen op tafel. Ik bid dat de prachtige kerstlichtjes ons zullen herinneren aan Hem die de bron van alle licht is.

Maar in uw donk’re straten

het eeuwig licht verscheen,

de hoop en vrees van alle vlees

zijn thans in u bijeen.

(‘O Betlehem, gij kleine stad’, Lofzangen, nr. 208.)

Ik getuig dat Jezus in Bethlehem geboren is, zijn sterfelijke zending en bediening met glans vervuld heeft en dat Hij, onze herrezen Heer, leeft. Daarvan getuig ik in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.

Afdrukken