Gaven van vrede
Ik ben dankbaar dat ik met u aan deze kerstviering kan deelnemen. We willen de Heer, Jezus Christus, hulde brengen. We hopen dat wij en onze dierbaren ons zullen openstellen voor de ware geest van Kerstmis. Die geest wordt gekenmerkt door vrede — geen politieke vrede, want de Heiland is in een periode van angst en beroering geboren. Zijn ouders moesten zelfs naar Egypte vluchten. Geen economische vrede, want Hij werd in een stal geboren en in een eenvoudige kribbe gelegd. En zelfs niet de vrede die we krijgen als alle cadeautjes ingepakt zijn, de kerstboom versierd en de feesttafel gedekt is. De vrede van Kerstmis is ‘de vrede van God, die alle begrip te boven gaat’.1 De apostel Paulus beloofde dat die vrede onze ‘harten en […] gedachten [zou] bewaken in Christus Jezus’.2 En Paulus had gelijk. We krijgen die vrede alleen door en dankzij Jezus Christus.
Sommigen onder ons wonen in een prachtige, vredige omgeving en voelen zich toch onrustig. Anderen behouden hun gemoedsrust en volmaakte sereniteit bij de dood van een dierbare, andere droevige gebeurtenissen of aanhoudende beproevingen.
De Heiland heeft tegen iedereen gezegd: ‘In de wereld zult u verdrukking hebben.’3 En toch deed Hij zijn volgelingen tijdens zijn sterfelijke bediening deze prachtige belofte: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.’4 Het is geruststellend te weten dat die belofte van persoonlijke vrede ook in deze tijd voor al zijn verbondsvolgelingen geldt.
Die belofte werd zelfs op de nacht van zijn geboorte gedaan. Toen hemelse boodschappers de geboorte van de Heiland aankondigden, zeiden ze: ‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde.’5
In deze zalige kersttijd streven we — meer dan ooit — naar de vrede van Hem die alle gaven geeft. Ik wil u vanavond over enkele manieren vertellen, waarop we in deze kersttijd, het komende jaar en de rest van ons leven meer vrede kunnen hebben.
Ten eerste kunnen we vrede voelen als we onze Heiland, Jezus Christus, aanbidden zoals de engelen die op de nacht van zijn geboorte zongen. ‘O, laten wij [Hem] aanbidden.’6
Kerstmis is de viering van een geboorte. Wij weten allemaal hoe het voelt om een pasgeboren kindje te zien. Vervuld van ootmoed zien we het wonder van de piepkleine handjes en teentjes en de veelbelovende toekomst. We voelen tederheid. We voelen dankbaarheid. We voelen vrede. En wanneer we ons herinneren wiens geboorte we vieren komt er een gevoel van liefde over ons dat ons ertoe aanzet om mild te zijn en te geven. Want met Kerstmis vieren we een heel bijzondere geboorte. De geboorte van Jezus was eeuwenlang door Gods profeten voorzien. Die geboorte liet de belofte in vervulling gaan die onze hemelse Vader ons in de geestenwereld had gedaan. Het was de geboorte van de beloofde Messias.
Elke kersttijd herinner ik me woorden die diep in mijn hart zinken. Ik hoor in mijn gedachten de jubelende stemmen van een geweldig koor: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’7
De eerste keer dat ik die woorden hoorde, zat ik op het balkon van de Tabernakel in Salt Lake City (Utah, VS). Een koor zong de muziek van Händel. Ik weet nog dat ik toen iets voelde. Ik was nog jong. Nu ik ouder ben, weet ik wat dat gevoel was. Het was de Heilige Geest, wiens gezelschap mij als gave was aangeboden toen ik acht jaar was. De Geest bevestigde in mijn hart dat de woorden die ik die avond hoorde waar waren.
Het kindje dat lang geleden in Bethlehem is geboren, was en is de Zoon van God, de Eniggeborene van de Vader. De mensen die voor Hem neerknielden, waren gekomen om de Heiland te aanbidden. Hij was het Lam van God, gekomen om door zijn zoenoffer de banden van de dood te breken. Hij kwam met de macht om onze smarten en zorgen te dragen, opdat Hij zou weten hoe Hij ons te hulp kon komen. En Hij was geboren om voor al onze zonden verzoening te doen, zoals alleen Hij dat kon:
‘Ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein
nieuwgeboren zouden zijn.
Hoort der eng’len lied, zo schoon:
Ere zij Gods Een’ge Zoon!’8
Ik voelde die avond op het balkon van de Tabernakel geloof en hoop. Ik voelde geloof, omdat ons een Kind geboren was dat mij de hoop gaf dat de dood niet het einde was. Ik zou opstaan, en de prikkel van de dood zou voor alle kinderen van onze hemelse Vader weggenomen worden.
Maar ik voelde meer, zoveel meer. Ik voelde ook de hoop dat ik Hem kon volgen en dienen, en zo tot een nieuw geestelijk leven wedergeboren kon worden. Dankzij de gave van zijn geboorte kunnen mijn hart, uw hart en alle harten veranderen en kunnen we weer als een kindje worden: zuiver en rein, en klaar om bij die God terug te keren die ons de Heiland heeft gegeven en de weg naar zijn hemelse woonst gebaand heeft. Ik voelde dankbaarheid en vrede, gevoelens die we dankzij de gave van de Vader en de Zoon allemaal kunnen hebben.
Ten tweede kunnen we onze familieleden en dierbaren vrede verkondigen, net als de herders die het Kerstkind zagen en de blijde boodschap van zijn geboorte overal bekendmaakten.9 Dat kunnen we het beste doen door de boodschap van de Schriften tot hun verstand en hart te voeren.
Toen onze kinderen klein waren, voerden we een kersttoneel aan de hand van de Schriften op. Dat deden we op kerstavond. Velen van u doen iets vergelijkbaars.
Aanvankelijk hadden we slechts een beperkt aantal toneelspelers nodig die personen uit de Schriften uitbeelden. Ik was Jozef, mijn vrouw Maria, en een pop was het kindje Jezus. In de loop der jaren dijde de bezetting uit. We voegden een kleine acteur toe die het kindje Jezus speelde. Er volgden herders in badjas met een staf, die bij de kribbe hulde kwamen brengen. Daarna kwamen er wijzen, die geschenken meebrachten om de pasgeboren Koning te eren.
Na een paar jaar vingen we het kersttoneel aan met een kind dat Samuël de Lamaniet speelde, die op profetische toon van de nakende geboorte van de beloofde Messias getuigde. Later voegden we er een ongelovige menigte aan toe, die Samuël met stenen van aluminiumfolie bekogelde. En elk jaar, naarmate de boze menigte in aantal toenam, moesten we hen er nadrukkelijk op wijzen dat Samuël niet geraakt kon worden, omdat hij door God beschermd werd — en omdat we vrede wilden stichten en vieren!
De kleinsten wilden ook meedoen, dus voegden we lammeren en schapen toe om achter de herders aan naar de kribbe te kruipen.
Maar de tijd staat niet stil. De toneelspelers groeiden op, en nu zijn we terug bij het begin. Ik heb die Jozefs, Maria’s, herders, schapen, lammeren en wijzen hun dierbaren over de Heiland zien vertellen, en over de vrede die zijn geboorte teweegbrengt.
Ze staken van de rollen die ze in onze toneelopvoeringen speelden gelukkig iets op over de Heiland en over de reden waarom wij Hem liefhebben. Ik ben dankbaar dat onze kinderen en kleinkinderen ons hulde aan het kindje Jezus zagen brengen. Hij is geboren om het oneindige offer te zijn, de onschatbare gave van onze hemelse Vader aan al zijn kinderen.
Ten derde kunnen we als volgelingen van de herrezen Heer gaven van liefde en vrede schenken, net als de wijzen.
Bisschop Sellers in Rexburg (Idaho, VS) deed dat in de jaren dat hij bisschop was. Zijn kerkgebouw lag dicht bij de hoofdweg die door het stadje liep. In die dagen zwierven veel behoeftige werklozen van stad naar stad in de hoop ergens geld te kunnen verdienen. Ze vroegen de mormoonse bisschoppen vaak om hulp. Vaak stuurden de bisschoppen ze door naar het huis van bisschop Sellers.
Daar was een goede reden voor. De familie Sellers ontving behoeftigen met open armen. De warme maaltijd was niet alleen voor het gezin bestemd. Soms zaten er een, twee of zelfs meer vreemden mee aan tafel. Na de lekkere maaltijd die zuster Sellers had bereid, gaf de bisschop de gasten een jas uit de voorraad oude legerjassen die hij op de kop had getikt.
Gekleed in een warme jas en met een door zuster Sellers bereide maaltijd onder de arm, vervolgden ze voldaan hun weg in het bitterkoude winterweer. Ze bleven de dingen koesteren die ze gezien, gehoord en gevoeld hadden. Omdat de koudste tijden in Rexburg rond de kerst waren en omdat het gezin Sellers de traditie had om het jaar rond aan liefdadigheid te doen, onthielden de kinderen dat ze deden wat de Heiland gedaan zou hebben — en dat ze het voor Hem deden.
U en uw gezin zullen uw eigen kersttradities hebben die aansluiten bij uw omstandigheden, maar ze zullen een paar zaken gemeen hebben. Ze zullen de aandacht op de Heiland vestigen. En ze zullen bestaan uit liefdadigheid die de goedkeuring van de Heiland krijgt. Hij heeft gezegd:
‘Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald.
‘Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.’10
En dan zal Hij zeggen: ‘Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’11
Engelen, herders en wijzen zochten en vonden vrede door hun geloof in Jezus Christus. En dat kunt u ook. De geboorte van de Heiland is de gave waardoor de Vader ons ‘vrede in deze wereld en het eeuwige leven in de toekomende wereld’12kan geven. Toen we in de geestenwereld die belofte hoorden, juichten we van vreugde. En die vrede en vreugde voelen we weer wanneer we horen zingen dat God zijn belofte nagekomen is:
Heil en vreê wordt gebracht. […]
die tot God ons terugbrengen zal,
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij d’eer.13
Ik bid dat wij vrede mogen voelen en dat die bij ons zal blijven als we onze hemelse Vader gedenken, liefhebben en aanbidden door onze verbonden met Hem na te komen. Mogen wij de dienstbaarheid en vriendelijkheid van Jezus Christus tijdens zijn sterfelijke bediening altijd indachtig zijn — en ons voornemen zijn voorbeeld na te volgen.
Ik getuig dat Jezus de Christus is, de geliefde Zoon van de Vader. Ik getuig dat president Thomas S. Monson de levende profeet van God is. Zijn wens, en die van het Eerste Presidium, is dat u in deze kersttijd en daarna de vreugde, liefde en vrede zult voelen die de Heiland aan zijn trouwe en nederige volgelingen belooft. In de naam van Jezus Christus. Amen.