Het bereik en de impact van het seminarie en instituut
Conferentie voor medewerkers van de kerkelijke onderwijsinstellingen, juni 2024
Ik vertel u vandaag graag hoe wij als seminarie en instituut ons bereik en onze impact proberen te vergroten, en wat er met de jongeren en jongvolwassenen over de hele wereld gebeurt. Sommigen van u hebben deze presentatie of delen ervan misschien al ergens anders gezien of gehoord. Maar ik denk dat het waardevol is om het hele plaatje te zien en na te denken over de volgende stap.
Als u niet voor S&I werkt, hoop ik dat deze informatie ook voor u interessant en nuttig is.
Als medewerkers in het kerkelijk onderwijs vragen we ons voortdurend af hoe we onze cursisten kunnen helpen geloof in de Heiland te ontwikkelen en het evangelie na te leven. Daarom baarde het ons vijf of zes jaar geleden grote zorgen toen we zagen dat het aantal aanmeldingen voor het instituut al enkele jaren afnam. We wisten ook dat het geloof van veel jongvolwassenen ernstig op de proef wordt gesteld. We wilden hen helpen, omdat we weten dat het instituut hun de steun kan bieden die ze nodig hebben. We wilden weten hoe we ze beter konden aanmoedigen om eraan deel te nemen, maar ook hoe we een grotere impact op hun leven konden hebben. We vonden het belangrijk om echt naar hen te luisteren, om te begrijpen waar ze mee worstelen en hoe het instituut ze daarbij kan helpen. Daarom hebben we in het seminarie en instituut een nieuw team opgericht dat we oorspronkelijk het comité Instituutsvernieuwing noemden.
Dat comité werkte eerst samen met de afdeling Coördinatieonderzoek om studies over de jongvolwassenen in de kerk te duiden. Daarna werkte het samen met BYU AdLab om na te gaan hoe we het instituut konden veranderen om in de behoeften van jongvolwassenen te voorzien.
Dat waren nuttige ervaringen, maar we wilden nog meer doen om het bereik en de impact van het instituut te vergroten. Daarom sloten we een overeenkomst met Bonneville Communications om uitgebreider onderzoek te doen.
Zij organiseerden focusgroepen en hielden enquêtes onder 5000 jongvolwassenen, onder wie velen die op dat moment niet naar het instituut of de kerk gingen. Dit onderzoek vond plaats op vijf continenten en leverde zeer waardevolle informatie op.
Jongvolwassen vertelden ons vooral dat ze vier dingen wilden en nodig hadden:
Ze wilden dat het instituut relevanter was voor hun behoeften en vragen.
Ze wilden het gevoel hebben dat ze erbij horen – dat ze bij een groep mensen horen die hen het evangelie helpt naleven, dat ze deel uitmaken van een belangrijk doel.
Ze vroegen ons ook om de toegang tot het instituut te vergemakkelijken, zodat ze ondanks hun drukke schema’s en alles wat hun tijd en aandacht vraagt, kunnen deelnemen.
Het meestvoorkomende antwoord was dat ze de liefde van hun hemelse Vader en zich dichter tot de Heiland wilden voelen. Dat antwoord noemden we ‘bekering tot Jezus Christus’. Ouderling Gilbert heeft ons laten zien dat dit antwoord van de andere verschilt.
Het doel van het instituut is diepgaande bekering tot Jezus Christus en zijn herstelde evangelie. De andere doelen zijn een middel om dat doel te bereiken. Ze moeten verband houden met het doel van die bekering; anders zullen ze nooit het blijvende effect hebben dat de jonge alleenstaanden nodig hebben. We kunnen iets relevant maken zonder dat het tot bekering leidt, zoals erbij horen in een club of sportvereniging. Maar daar zijn we niet naar op zoek. We moeten ze laten inzien hoe het evangelie hun zielsvragen beantwoordt en ze met alledaagse uitdagingen helpt. En we moeten een verbondsband ontwikkelen. Alles wat we doen moet tot bekering tot Jezus Christus leiden.
We vroegen de jongvolwassenen daarom: ‘Hoe zou het instituut eruitzien als het relevanter zou zijn, als jullie erbij zouden horen, en als het toegankelijker was en wel op zo’n manier dat je tot een diepgaande bekering komt?’
Dat resulteerde in enkele initiatieven die de afgelopen vier jaar in enkele programma’s zijn doorgevoerd. Hier zijn enkele voorbeelden.
Om het instituut relevanter te maken, hebben we workshops opgezet. Workshops zijn seminars van twee tot vijf weken die specifiek zijn gericht op de behoeften die de jongvolwassenen aangeven. Ze kunnen dus naast de cursussen op semesterbasis een workshop bijwonen om in korte tijd te behandelen wat zij belangrijk vinden. Deze workshops zijn ook gebaseerd op de Schriften en leringen van hedendaagse profeten en andere kerkleiders.
We hebben ook nieuwe cursussen toegevoegd. We hebben bijvoorbeeld een cursus opgezet aan de hand van het boek The Divine Gift of Forgiveness van ouderling Andersen. Die cursus is enorm goed bevallen.
We zijn ook dankbaar dat ouderling Uchtdorf Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland aan al onze leerkrachten heeft geïntroduceerd. Dat is het fundament van onze instructies, waaronder onze lessen relevanter maken.
Om de cursisten het gevoel te geven dat ze erbij horen, hebben we nadruk gelegd op het idee van president Nelson dat we, wanneer we ook maar iets doen om iemand tot Jezus Christus te helpen komen en verbonden te helpen sluiten en nakomen, Israël vergaderen. Wij danken u voor uw vele inspanningen om iedere potentiële cursist uit te nodigen en te motiveren.
Vorig jaar hebben onze leerkrachten in Zuid-Amerika alleen al persoonlijk meer dan 25.000 jongeren en jongvolwassenen uitgenodigd om de les bij te wonen. We hebben onze cursisten ook gevraagd om hun vrienden uit te nodigen. Daardoor kwamen meer dan 30.000 vrienden uit andere geloofsrichtingen op bezoek. Dat heeft tot 9.000 dopelingen geleid. Ondanks al onze veranderingen denk ik dat het aantal aanmeldingen voor het seminarie en instituut vooral is toegenomen omdat velen van u zich de visie van president Nelson eigen hebben gemaakt om een generatie jongeren en jongvolwassenen te vergaderen. Dank u dat die vergadering u nauw aan het hart ligt en dat u zoveel jonge mensen tot Jezus Christus brengt. Als we ons meer op de profetische visie afstemmen, zullen we dit werk met meer kracht kunnen doen.
We hebben ook andere dingen gedaan, zoals klaslokalen renoveren en nadruk leggen op de behoeften van de cursisten in plaats van enkel het materiaal te behandelen. We hebben de cursisten zelfs meer inspraak gegeven in de delen van het leerplan waarin ze meer of minder tijd willen steken.
De voornaamste verandering om het instituut toegankelijker te maken is het online instituut. Het jaarlijkse aantal aanmeldingen voor online instituut is toegenomen van 9.000 twee jaar geleden tot 25.000 nu. Dat komt voornamelijk door onze samenwerking met BYU–Pathway Worldwide en dat zal een grote reden zijn voor onze toekomstige groei.
We bieden nu ook meer flexibiliteit voor lestijden en -locaties om het de cursisten makkelijker te maken om het instituut bij te wonen.
We houden activiteiten in instituutsgebouwen en hebben die gebouwen van meer hulpmiddelen voorzien. Dat heeft geleid tot veel meer energie en enthousiasme en meer jonge mensen die aan het instituut deelnemen. We werken ook met kerkunits samen om het instituut in nieuwe ontmoetingsplaatsen aan te bieden.
Om de cursisten aan te moedigen, heeft president Nelson een video-uitnodiging gemaakt. We hebben ook opmerkingen van cursisten over hun instituutservaring opgenomen. Die video heet ‘I Love Institute’. Beide video’s zijn in dit segment opgenomen.
[video]
Kofi: Het instituut heeft mij geholpen om mijn Heiland echt te leren kennen, en Hem niet alleen te kennen, maar over Hem te leren en te ontdekken waar ik aan moet werken om meer op Hem te gaan lijken.
Lily: Ik hou van het instituut, omdat ik van Jezus Christus hou en ik in het instituut over Hem kan praten. Er schuilt kracht in praten over Jezus Christus. En ik voel die kracht.
President Russell M. Nelson: Geliefde broeders en zusters, ik heb jullie lief. Ik denk vaak aan jullie en bid voor jullie. Jullie leven in een unieke tijd. Jullie hebben de leeftijd waarop je cruciale beslissingen neemt – beslissingen die van invloed zijn op de rest van je sterfelijke en eeuwige leven. Die beslissingen kunnen soms overweldigend of zelfs beangstigend lijken, maar ze zijn ook opwindend omdat we in een belangrijke tijd leven.
Mag ik je uitnodigen iets te doen dat je als weinig anders kan baten? Volg het instituut. Ik heb mijn kinderen, kleinkinderen en veel achterkleinkinderen het instituut zien volgen. Het instituut heeft hun leven veranderd. Het instituut heeft hen geholpen en zal jou helpen om je bekering tot Jezus Christus te verdiepen. Als je het instituut volgt, zul je de grote liefde van onze hemelse Vader voor je voelen.
Het instituut biedt je inspirerende leerkrachten, trouwe vrienden en een gevoel van verbondenheid. Het laat je inzien waarom het evangelie naleven tot oneindig geluk leidt. Het instituut volgen, helpt je het evangelie na te leven en nu meer vreugde te voelen.
Als je wilt weten wie je werkelijk bent, volg dan het instituut. Als je het doel van het leven wilt weten, volg dan het instituut. Als je op het verbondspad wilt blijven, volg dan het instituut. Als je wilt leren God in je leven te laten zegevieren, volg dan het instituut. Als je een vredestichter wilt zijn, volg dan het instituut.
Ik beloof je deze zegeningen en spreek mijn liefde voor je uit, in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.
[einde video]
Deze video’s staan op de kerkwebsite. Ze zijn op sociale media, in lessen, voor priesterschapsleiders en door velen van u in devotionals voor jonge alleenstaanden gebruikt. Dank u dat u dit materiaal gebruikt om de uitnodigingen en beloften van de profeet te verspreiden.
Ik kijk graag naar de video’s van de cursisten. Ze hadden geen script en velen van hen zeiden dat de lessen ze helpen om de Heiland te leren kennen en volgen. Daarom dank ik u voor wat u doet; ik luister graag naar hun getuigenis. En we zijn president Nelson natuurlijk heel dankbaar voor zijn boodschap die veel jongvolwassenen diep geraakt heeft.
Toen ik met ouderling Stevenson San Diego bezocht, kwam een jonge vrouw na de devotional naar me toe. Ze zei dat ze dacht dat ze klaar was met het instituut toen ze afstudeerde. Maar toen ze de beloften van de profeet hoorde, meldde ze zich onmiddellijk aan voor een nieuwe cursus. Dat is haar enorm tot zegen geweest.
Het resultaat van al deze en andere inspanningen is dat het instituut groeit.
Na vijf jaar terugval zijn er in de afgelopen twee jaar 57.000 cursisten bijgekomen. Dat is een groei van 20 procent – en we weten ook dat er veel cursisten meedoen die zich niet formeel aanmelden. Dit is het grootste aantal in acht jaar en we zijn enorm verheugd om in opeenvolgende jaren groei te zien.
Een toename in groei is maar één kant van de medaille. Waar ik ook naartoe ga, hoor ik van mensen dat hun leven is veranderd. Als jonge mensen aan serieuze Schriftstudie beginnen, zien ze daar de zegeningen van en ontvangen ze inspiratie en hoop. En dat gebeurt elke dag in onze lessen.
Naast deze jaarlijkse aanmeldingen weten we dat ongeveer 95 procent van de actieve jonge alleenstaanden op een gegeven moment het instituut bijwoont, de meesten tussen 18- en 24-jarige leeftijd. Maar daar nemen we geen genoegen mee; we doen alles wat we kunnen om alle actieve en minderactieve jongvolwassenen te bereiken. We hopen daarom dat het percentage hoger dan 100 procent van de actieve jongvolwassenen zal zijn, aangezien het instituut alle actieve jonge alleenstaanden in de kerk en veel minderactieve bereikt, om ze te helpen weer actief te worden.
We liggen op schema om er dit jaar weer 20.000 instituutscursisten bij te tellen. Dat betekent dat we er de afgelopen drie jaar 77.000 nieuwe instituutscursisten bij hebben gekregen, met meer dan 100.000 in het seminarie en instituut samen. Mag ik dat nog een keer zeggen? Meer dan 100.000 cursisten erbij in drie jaar – dankzij uw harde werk!
Dat zijn 100.000 extra mensen die de kans hebben om te zien dat het evangelie relevant is, om erbij te horen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te verdiepen. Dank u!
Wat is dan de volgende stap voor het instituut?
We moeten ons altijd richten op en in overeenstemming handelen met het doel van het seminarie en instituut. We vernieuwen niet enkel om te vernieuwen. We vernieuwen om ons bereik en onze impact te vergroten.
Om dat mogelijk te maken, bieden we aanvullende steun en een proces voor toekomstige vernieuwing. Dat proces begint met luisteren naar jongvolwassenen om ze het gevoel te geven dat we van ze houden en ze horen. Probeer hun behoeften te begrijpen. Nodig ze uit om deel uit te maken van het proces.
Overleg dan samen en kijk naar de oplossingen die mogelijk zijn binnen het beleid en de beschikbare middelen.
Vraag daarna goedkeuring om die oplossingen in te voeren en meet de resultaten, evalueer hoe doeltreffend ze zijn en luister opnieuw naar uw doelgroep.
Werk in dit proces dat zich voortdurend herhaalt nauw samen met uw regio- of gebiedsbestuurder. Zij voorzien u van zinvolle steun en leiding.
Ouderling Neil L. Andersen heeft onlangs gezegd:
‘Wij zijn allemaal vernieuwers. We moeten enkel die geest in onze gedachten houden en beseffen dat deze kerk een kerk van vernieuwing is. Wij zijn de Kerk van Jezus Christus, dus die beginselen zijn zo oud als de eeuwigheid. Maar we zijn vernieuwend omdat we ons altijd aanpassen, altijd groeien, altijd iets een beetje beter doen. Maar ik verwacht tegelijkertijd dat we goede volgelingen zijn. […] Iedereen is een vernieuwer.’
Ik vind de geest van ouderling Andersens boodschap geweldig. Sommige dingen zullen nooit veranderen, zoals de eeuwige beginselen van het evangelie. Maar we passen de programma’s van de kerk aan de behoeften van haar leden aan.
De kern van wat we doen is altijd onder inspiratie van de Heilige Geest het evangelie van Jezus Christus onderwijzen zoals dat in het woord van God staat.
We proberen dat leerlinggericht te doen. Daarom moedigen we u aan om naar de cursisten te luisteren en op ze te reageren.
En vergeet alstublieft niet dat alles wat we doen om het instituut te vernieuwen in overeenstemming met het doel moet zijn en jongvolwassenen moet helpen om hun bekering tot Jezus Christus te verdiepen.
Hoe zit het dan met het seminarie? Zoals ik al zei is het seminarie ook gegroeid. De groei is niet zo drastisch als in het instituut, maar het seminarie is in de afgelopen twee jaar met 5 procent gegroeid. Dat is een belangrijke vooruitgang. Het aantal potentiële seminariecursisten is sinds 2018 met 50.000 afgenomen, maar toch blijven we groeien. Dit jaar schreef 54,4 procent van de potentiële seminariecursisten zich in. Dat is het hoogste percentage ooit gemeten. Vijf jaar geleden was dat 49 procent. Dit jaar liggen we op schema om tot 56 procent te groeien en 3000 extra cursisten in te schrijven.
Dat vinden wij geweldig. We hadden vroeger een afdelingsdirecteur in het kantoorgebouw van de kerk die bij elk succes van zijn team uitriep: ‘Iedereen krijgt een ijsje!’ En nu wil ik dat zeggen tegen iedereen die mij kan horen. Al dit geweldige werk dat u hebt gedaan om de inschrijvingen en uw impact te vergroten – iedereen mag een ijsje halen. U mag dit vieren! Het is geweldig dat dit gebeurt. Dank u, dank u. In de geest van blij maar niet tevreden zijn, blijven we onszelf afvragen: ‘Wat kunnen we nog meer doen om de jonge mensen in het seminarie tot zegen te zijn?’
Enkele jaren geleden zei ik dat we het seminarie het best kunnen vernieuwen door kerkleerbeheersing te blijven toepassen. Hoe meer we kerkleerbeheersing toepassen op de manier zoals dat bedoeld is, hoe meer het de jongeren van de kerk tot zegen zal zijn. Kerkleerbeheersing leidt tot diepere bekeringservaringen, relevantie, en het gevoel dat onze seminariecursisten erbij horen.
Sindsdien hebben we nog een belangrijk initiatief in het seminarie opgenomen. Vanaf 2025 introduceren we wereldwijd naar aanleiding van de behoeften die onze jongeren en leiders hebben aangegeven ook lessen levensvoorbereiding.
Deze geïnspireerde lessen gaan over onderwerpen als zendings- en tempelvoorbereiding, opleiding, lichamelijke en emotionele gezondheid, leringen van hedendaagse profeten en meer. Deze lessen zijn een aanvulling op ons onderwijs van de Schriften en kerkleerbeheersing.
Onze commissaris, ouderling Clark G. Gilbert, heeft tegen de jongeren gezegd: ‘Deze lessen levensvoorbereiding zijn bedoeld om jou te helpen je band met God te versterken en zijn hulp te ontvangen!’
Hij heeft ook gezegd: ‘President Nelson heeft jongeren de volgende belofte voor deelname aan het seminarie gedaan: “Ik [beloof] je dat je antwoord op je moeilijkste vragen zult krijgen. Je zult vrienden vinden die je kunt vertrouwen. Je zult een ware discipel van de Heer Jezus Christus worden.”’
Als u zich dus afvraagt hoe u het seminarie kunt vernieuwen, richt u dan eerst op het krachtig onderwijzen uit de Schriften, het volledig toepassen van kerkleerbeheersing, en het doeltreffend toepassen van de lessen levensvoorbereiding. Ik geloof dat we op die manier het best tegemoetkomen aan de behoeften van de huidige generatie jongeren in de kerk.
Dank u voor alles wat u doet om de jongeren en jongvolwassenen te steunen. Uw werk vergroot het bereik en de impact van het seminarie en instituut enorm.
Ik ben enorm enthousiast over de 100.000 extra cursisten die de afgelopen jaren naar onze lessen zijn gekomen – en dat zij door relevante dingen te leren, erbij te horen en eenvoudige toegang tot het seminarie en instituut tot Jezus Christus bekeerd kunnen worden.
Laten we dit geweldige momentum de komende jaren voortzetten om meer en meer van de kinderen van onze hemelse Vader tot zegen te zijn.
Ik getuig dat de Heer zijn werk bespoedigt. Wat een voorrecht om daaraan mee te kunnen werken. En ik getuig dat Jezus de Christus is, de Heiland van de wereld; dat onze hemelse Vader een volmaakt plan voor zijn kinderen heeft; en dat Jezus Christus het middelpunt van dat volmaakte plan is om de kinderen van onze hemelse Vader te redden en verhogen. Dit is zijn koninkrijk op aarde, en het is een voorrecht om daar op wat voor manier dan ook deel van uit te maken. Het is een voorrecht om heel ons leven van Jezus Christus te getuigen. Ik ben zeer dankbaar om daar deel van uit te maken. Ik getuig van Jezus Christus en zijn ware kerk op aarde, van levende profeten, van het Boek van Mormon, en van alle zegeningen die ons door het herstelde evangelie van Jezus Christus op aarde ter beschikking staan. In de naam van Jezus Christus. Amen.