Panelgesprek
Jaarlijkse instructie-uitzending S&I 2022 met president Ballard
Vrijdag 21 januari 2022
Welkom op onze seminarie- en instituutsbijeenkomst. U ziet dat we afstand van elkaar houden, dus doen we onze maskers af. Fijn dat we iedereen vandaag treffen, we waarderen ieders inbreng. We komen vandaag via technologie met deelnemers uit elk gebied binnen S&I wereldwijd bijeen. Welkom iedereen en dank voor uw deelname vandaag. Adam, kun je iets meer over deze bespreking vertellen?
Zeker. Ten eerste zijn we erg dankbaar om bij u allen te zijn. Elke seminarie- en instituutsleerkracht, coördinator, administratief assistent, zendeling en bestuurder over de hele wereld is ons dierbaar. U doet veel goeds en bent een zegen voor velen. Bedankt. Ieders hart klopt vurig voor het doel van S&I. U wilt iedere jongere en jongvolwassene inzicht en vertrouwen in hun hemelse Vader en Jezus Christus bijbrengen, dat ze Hen beter leren kennen en liefhebben, en toegewijder gaan volgen. U houdt van dat doel omdat u van uw cursisten houdt, en bovenal van uw Heiland. S&I helpt cursisten al jaren om Jezus Christus beter te leren kennen. Maar in onze huidige wereld is het dringend nodig om nog meer jongeren en jongvolwassenen tot Jezus Christus te vergaderen. Dat vraagt om leerervaringen met bekering, relevantie en verbondenheid als kenmerken. Die leerervaringen doen zich voor als we de behoeften van onze cursisten scherp voor ogen houden, en in elke leerervaring Jezus Christus, zijn herstelde evangelie en zijn zoenoffer centraal stellen. En als we ons onderwijs in de leer van Christus baseren op de heilige Schriften en de woorden van hedendaagse profeten. Daardoor nodigen we de Heilige Geest uit om de rol te vervullen die alleen Hij kan vervullen, om deze jonge mensen te helpen zich tot de Heer te bekeren, op zijn verbondspad te blijven, waarheid van dwaling te onderscheiden, veilig in hun Heiland Jezus Christus te worden vergaderd en bij hun Vader in de hemel terug te keren.
De hulpmiddelen die we vandaag introduceren, definiëren wat het betekent om cursisten bekering, relevantie en verbondenheid te laten ervaren. Om op basis van beginselen te beschrijven met welke vaardigheden en werkwijzen een leerkracht cursisten kan helpen. We hebben ook instructiemateriaal met voorbeelden en oefeningen. We willen onze invloed op de cursisten ook beter meten, zodat we zien wat we goed doen en daarop verder kunnen bouwen, en ook mogelijkheden ontdekken om nog beter in de behoeften van cursisten te voorzien. We hopen dat u deze hulpmiddelen straks goed begrijpt, er enthousiast en vol hoop mee aan de slag gaat en opnieuw toepast met het oog op ons unieke doel, namelijk dat iedere cursist Jezus Christus beter leert kennen. Daarom zijn we hier bijeen. Bedankt, zuster Scott.
Dank u. Fijn dat u vandaag bij ons bent. Laten we met de eerste vraag beginnen. Zuster Jessica Brandon uit Noord-Amerika-West heeft een vraag voor ons. Ga uw gang, zuster Brandon.
Dank u. Ik las deze instructiedocumenten en vroeg me af of er een specifieke volgorde is om ons op deze vaardigheden en aandachtsgebieden te richten. Zit er wel een volgorde in?
Dank u voor die vraag. Het korte antwoord is nee denk ik. Maar als je dan toch een volgorde wilt aanbrengen, begin dan altijd met geloof in de Heiland Jezus Christus. Hij zal je helpen, welk beginsel of welke werkwijze je uiteindelijk ook kiest. En maak die keuze op basis van de hulpmiddelen die we aanreiken, waardoor je erachter komt wat voor beleving je cursisten hebben.
Perfect. Bedankt.
Ik wil er nog iets aan toevoegen. Dank u, zuster Brandon. Maak het allemaal niet te ingewikkeld. Het gaat slechts om hulpmiddelen en vaardigheden. Ik moet denken aan een bekend vers in Alma 48. In vers 17 merkt Mormon iets op. Hij zegt: ‘Voorwaar, voorwaar, zeg ik u: Als alle mensen waren geweest, en waren, en altijd zouden zijn zoals Moroni, zie, dan zouden zelfs de machten van de hel voor eeuwig hebben gewankeld; ja, de duivel zou nooit macht hebben over het hart van de mensenkinderen.’
Waarom zou Mormon die opmerking plaatsen? Een beginsel dat we kunnen noemen, is dat hij moeite deed om zwakke steden te versterken. Hij richtte zich dus op de zwakke plekken en maakte er sterke punten van. Dus door je zelfevaluatie, door de waarnemingen van supervisors of mensen die je om hulp vraagt, collega’s. En ook enquêtes onder je cursisten. Stel enkele zwakke plekken vast en begin daar gewoon.
Ik wil nog iets toevoegen aan wat zuster Newbold zei. De verandering kan best eng zijn. En het is ook eng om feedbackenquêtes aan een stel jongeren en jongvolwassenen uit te reiken en je af te vragen wat je terug gaat krijgen. Wat me door de jaren heen echt heeft geholpen, is het besef dat al deze jongeren en jongvolwassenen dierbare kinderen van onze hemelse Vader zijn. We kunnen ons beter daar op concentreren, in plaats van de angst en de natuurlijke mens hoe ze tegen ons aankijken, en op het feit dat onze hemelse Vader ze allemaal liefheeft en dat het bij onze roeping of baan hoort, om ze te helpen hun Heiland zelf te leren kennen. Dat helpt zeker en ik waardeer ook de focus op onze individuele band met onze cursisten, zodat we ze kunnen helpen om dat doel te bereiken.
Dank je, Jessica. We hebben in al het materiaal echt geprobeerd om focus, eenvoud en uniformiteit aan te brengen, en voort te bouwen op alles wat we eerder hebben geleerd. U vindt in het materiaal elementen van de basisbeginselen van evangelieonderwijs en -studie terug. U ziet elementen van diepgaand leren. U ziet de invloed van wie ons leiden wat betreft onze focus op de Heiland, luisteren, observeren, onderscheiden en een vuur in het hart van onze cursisten ontsteken. We hebben echt naar eenvoud en focus gestreefd. Hoewel het materiaal in verschillende documenten is opgesplitst, hopen we dat u alles als één ding beschouwt. Dat ene ding is onze taak om die ene cursist te helpen de Heiland beter te leren kennen. Dat kunnen we niet zonder de hulp van de Heilige Geest.
De Heilige Geest nodigen we vooral uit door onze cursisten lief te hebben, Jezus Christus centraal te stellen en op de kracht van het woord van God te vertrouwen. We weten dat onze hemelse Vader ons in zijn dienst graag bijstaat om ze te helpen. En we weten dat we onze hemelse Vader onder gebed en door een zelfbeoordeling kunnen zoeken, onze cursisten kunnen vragen wat ze nodig hebben en een supervisor of collega om meer feedback kunnen vragen. En dat doen we om openbaring te krijgen, zodat we een jongere kunnen helpen om Jezus Christus te leren kennen.
Zuster Sara Bradley, vandaag bij ons uit het gebied Salt Lake Utah, wilt u ons over uw ervaring vertellen?
Ja, graag. Toen ik deze hulpmiddelen zelf ging gebruiken, was ik echt onder de indruk van de doordachte eenvoud ervan. Het ging eigenlijk best eenvoudig, ik begon gewoon met de beoordelingstools. Ik gebruikte de zelfbeoordeling en de cursistenbeoordeling, en mijn supervisors hielpen. We keken hoe ik er voor stond. Toen besloot ik op basis daarvan met mijn supervisor waar ik me op wilde concentreren. Zo ging ik aan de slag. Ik dook in het nieuwe handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen en deed onderwijsvaardigheden op. Dat sloot prima aan bij mijn doelen. Ik las en bestudeerde die dingen, en probeerde ze vervolgens in mijn klas op verschillende manieren in de praktijk uit. Ik hoopte dat mijn cursisten die bekering, relevantie en verbondenheid zo meer zouden ervaren. Daarna deed ik de beoordeling weer om mijn vooruitgang en verandering te peilen. Je begint dus eigenlijk weer met die beoordelingstool om de volgende stap te bepalen. Vervolgens duik je in het materiaal om je te blijven verbeteren.
Wat zeg je tegen iemand die aarzelt om deze hulpmiddelen te gebruiken, vooral als het moeilijk is om onze zwakheden onder ogen te zien en daaraan te werken? Is het bovendien een professionele of bestuurlijke taak om deze enquêtes geregeld te houden?
Mag ik daar iets over zeggen? Ik zeg het voorzichtig, maar in mijn beleving zijn we soms erg bang om fouten te maken als iemand in onze klas komt kijken. Dus soms is het de natuurlijke mens in ons die bang wordt, dat iemand kritiek heeft. Want ik geef mijn hart en ziel aan deze jonge mannen en jonge vrouwen van wie ik zoveel houd. Dus is het moeilijk als iemand binnenkomt en zegt: ‘Lori, je moet je hart verbeteren.’
Dat bedoelen we vaak ook niet met meten. We zeggen eigenlijk, laten we blijven werken aan een cultuur van geloof in de Heiland Jezus Christus, dat we kunnen veranderen en groeien. Dat zou ik tegen iemand zeggen. Deze hulpmiddelen gaan over groei. Groei vindt plaats door bekering. Bekering gaat over verandering. En dat kan alleen dankzij de Heiland. Ik kijk ernaar uit dat iedere leerkracht tegen iemand kan zeggen: ‘Kun je me komen observeren? Deze cursisten verdienen het beste dat ik te bieden heb, en ik weet dat ik sommigen niet bereik. Kun je me komen helpen?’
Ik wil dit ook even aanhalen, want onze geweldige ringleerkrachten geven de meerderheid van deze geweldige jongeren les. Weet dat deze beoordelingstools een hulpmiddel zijn. Van onze voltijdleerkrachten wordt het verwacht. We gaan er beter mee leren omgaan en aan die cultuuromslag werken. Voor onze door de ring geroepen leerkrachten is het een hulpmiddel om naar behoefte in te zetten. Wat u naar uw idee ook maar verder kan helpen.
Gary, dat is een goede vraag. We waarderen alles wat je voor je taak doet. Bedankt. En je stelt de vraag die iedereen wil stellen. Wat meten betreft, staan er in de Schriften veel geïnspireerde vragen. Drie daarvan zijn me echt tot zegen geweest. Je ziet er het aspect van meten en evalueren in. De rijke jongeman: ‘Wat ontbreekt mij nog?’ 1 Die evaluerende vraag bracht openbaring van de Heiland teweeg. Nu had hij de keuze om die te volgen of niet. Paulus, of Saulus, op de weg naar Damascus: ‘Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’ 2 Ook dat is een evaluerende vraag. En ten derde zocht Joseph Smith vóór Moroni’s eerste bezoek vergeving van zijn zonden. Maar hij vroeg ook hoe hij er bij de Heer voor stond. 3 Met zulke introspectieve, evaluerende vragen gaat het niet om anderen die mij beoordelen, maar sta ik open voor de aanwijzingen van mijn hemelse Vader en de Heiland. Die openheid bevordert openbaring, waardoor we veel beter worden dan we op eigen houtje hadden gekund.
Het idee van de genoemde cultuuromslag naar verbetering en vertrouwen op de Heiland spreekt me aan, en ik geef toe dat we ons als leerkracht soms overstelpt voelen. Mijn huidige taak is onder meer andere leerkrachten helpen zich te verbeteren. Ik waardeer nu meer de macht van de Heiland om ons te helpen andere leerkrachten en mensen om ons heen, onze collega’s, te helpen. Dat komt uiteindelijk onze cursisten ten goede. Onze leerkrachten die op Jezus Christus vertrouwen, kunnen meer van zijn genade getuigen.
En zoals over Heiland tegen de rijke jongeman zei: ‘Hier zijn wat dingen die je behoort te doen, en die doe je al. Geweldig.’ Vervolgens noemde Hij nog één ding waar hij aan kon werken. Soms kunnen we als bestuurders dus zeggen: ‘Goed gedaan, de Heer is vast blij met al het goede dat u doet. Kunnen we ons geloof in Jezus Christus bundelen om dat ene ding ook nog te doen?’ Dat helpt soms nu we die nieuwe cultuur van verbetering ontwikkelen. We voelen ons dan minder snel onbekwaam, dat we niet genoeg doen of nooit goed genoeg zullen zijn. We kunnen de genade van Jezus Christus veel doeltreffender met die inspanningen combineren. Dat zal dan in de klassen doorwerken. We gaan krachtiger tot onze cursisten getuigen van de macht van Jezus Christus om ons te sterken en dingen te doen die voor ons alleen te moeilijk zijn.
Zuster Sorenson, wilt u daar meer over zeggen?
Zeker. We hebben de doelen, de 3 leerresultaten relevantie, verbondenheid en bekering, 5 manieren om mij als leerkracht te helpen die resultaten te bereiken, en 25 werkwijzen om mijn rol als leerkracht te vervullen. Ook moet ik Christus centraal stellen, de Schriften gebruiken en op mijn cursisten gericht zijn. Daarnaast gebruik ik drie verschillende evaluaties voor professionele groei. Het lijkt allemaal een beetje overweldigend. Waar moet onze focus liggen?
Ons doel is zorgen dat jongeren en jongvolwassenen de leringen en de verzoening van Jezus Christus begrijpen en erop vertrouwen, in aanmerking komen voor de zegeningen van de tempel en zich voorbereiden op het eeuwige leven. Daar streven we naar. Onze rol is helpen bij dat doel. Ik merk vooral dat onze ringleerkrachten al die hulpmiddelen zien en zeggen: ‘Dit lijkt best veel allemaal.’ Dus een leerkracht kan zeggen: dat is het doel, hoe bereik ik dat? Goede vraag. De beste manier is je cursisten helpen bekering, relevantie en verbondenheid te ervaren. Oké, bedankt, maar hoe creëer ik die ervaringen? Goede vraag. Houd van de mensen die je lesgeeft, onderwijs met de Geest, richt je op Jezus Christus, behandel de leer en zet aan tot actief leren. Oké, maar hoe doe ik dat? Goede vraag. Want nu hebben we deze werkwijzen en vaardigheden die je kunnen helpen. Maar alles hangt samen met het doel.
Dus als leerkrachten de Schriften openen en aan hun cursisten denken, raken ze hopelijk niet door al die dingen overweldigend, maar denken ze: hoe kan ik deze dierbare cursisten helpen om de leringen en de verzoening van Jezus Christus te begrijpen en erop te vertrouwen, in aanmerking te komen voor de zegeningen van de tempel en zich op het eeuwige leven voor te bereiden? In feite hebben we het over het verbondspad en onze betrokkenheid bij de vergadering van Israël, waartoe president Nelson ons oproept. Mocht alles je teveel lijken of worden, houd dan gewoon het doel voor ogen.
Jamie, ik heb nog een Schrifttekst van mijn favoriete leerkracht in het Boek van Mormon, broeder Nephi. In 1 Nephi 6:4 staat: ‘Want mijn gehele oogmerk is [mijn cursisten] ertoe te bewegen tot de God van Abraham, en de God van Izak, en de God van Jakob te komen en te worden gered.’ Nephi deed alles om zijn broeders en zusters te helpen gered te worden, om Jezus Christus zó te vertrouwen dat ze uiteindelijk het eeuwige leven zouden ontvangen.
Bedankt, Jamie, voor het stellen van de juiste vraag. Je bent eigenlijk de 7 basisprincipes, de 16 vaardigheden aan het eind en alle ervaringen met kerkleerbeheersing vergeten die ze gaandeweg behoren te hebben. Dus als we die vraag weer stellen, betrek dan alles wat er van je gevraagd wordt bij. Er wordt veel van je gevraagd, maar het draait eigenlijk maar om één ding. Ik houd van de Heiland zoals Hij met Maria en Martha spreekt. In die zin lijk je op Maria, Jamie, wanneer Jezus zegt: ‘Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen.’ 4 Jamie, we zijn dankbaar dat je het goede deel hebt uitgekozen hebt. Dat geldt ook voor alle leerkrachten over de hele wereld. U zit aan de voeten van de Heiland en maakt Hem het zegenrijke middelpunt van alles wat u doet.
Jamie, mag ik je een vervolgvraag stellen? Broeder Whimpey en broeder Willard vertelden net over onze focus op wat het meest nodig is, namelijk het doel van seminaries en instituten. Maar Jamie, hoe weet je als leerkracht of het doel in het leven van je cursisten wordt bereikt?
Oké. Ik weet niet of dit antwoord helpt, maar het werd me duidelijker toen mensen aan het uitleggen waren. Door de relevantie, verbondenheid en bekering die ik in hun leven zie, toch? Die drie dingen hebben echt betrekking op het doel. Ik zie dat ook gebeuren in de gesprekken die ze hebben. Ik zie het buiten het seminarie om, ik zie het als ze in het seminarie notities maken en hun ervaringen opschrijven. Die drie dingen hebben dus echt betrekking op het doel.
Dank je. Zou het nuttig zijn, Jamie, om je cursisten ook rechtstreeks te vragen of hun beleving in het seminarie of instituut tot bekering, relevantie en verbondenheid leidt?
O, zeker. En de beoordelingen en evaluaties die we ze geven, en misschien zelfs informeel hoe het gaat en werkt? Dat zou een goede graadmeter zijn in hoeverre het doel werkt.
Broeder Smith: Dank u. Stel je nu voor dat je je cursisten deze vraag hebt gesteld. Ze noemen iets wat het seminarie bijvoorbeeld op het gebied van verbondenheid kan verbeteren. Ze zeggen: ‘Zuster Sorenson is fantastisch, we genieten van haar lessen, ze is zo geweldig.’ Maar je ziet in een klein detail in hun antwoorden een kans om meer verbondenheid te creëren. Wat zou u als leerkracht dan kunnen helpen om meer verbondenheid in uw klassen te creëren?
Het zou voor mij helpen om erover te praten. Om tegen mijn supervisor te zeggen: ‘Ik krijg deze feedback, kunnen we er samen naar kijken?’ En er ook met andere collega’s over te praten. ‘Wat kan dit zijn? Hoe kan ik dit beter doen?’ Dat zou me wel helpen.
Mooi. De reden dat ik je deze vragen stelde, is precies het idee achter niet alleen achter de beoordeling, maar ook achter het bijgewerkte handboek voor Evangelieonderwijs en -studie en het instructiemateriaal. Zodat een leerkracht kan zeggen: ‘Ik wil dat het doel in het leven van mijn cursisten wordt bereikt. Ze zeggen dat ze dit nodig hebben, hoe kan ik dat verbeteren?’ Als je dan andere leerkrachten en je supervisor raadpleegt, en met je cursisten praat, ontdek je vast iets wat je kunt verbeteren. Het handboek geeft een beschrijving, het instructiemateriaal een model. Je hebt nu een vaardigheid die je kunt oefenen en toepassen, met hoop op verbetering. Zo kun je, zoals broeder Willard en broeder Whimpey net zeiden, bijdragen aan het doel in het leven van die cursist, namelijk om tot de Heiland te komen.
Het komt voor mij eigenlijk neer op het doel, en dat doel begint bij Jezus Christus. Het komt voor mij eigenlijk neer op het doel, en dat doel begint bij Jezus Christus. Jezus Christus is de weg die ons en onze cursisten naar de tempel voert, en uiteindelijk terug naar onze Vader in de hemel. Elk stukje van dit nieuwe programma dat ik lees, wijst me op Christus. Bij elke vaardigheid staat Christus centraal. Daar put ik persoonlijk veel kracht uit. Ik coördineer andere leerkrachten en help ze diezelfde dingen te ontwikkelen. Daarbij zal dit hulpmiddel ons programma en onze cursisten positief veranderen, waar ik dankbaar voor ben. Dus heel erg bedankt.
Ik weet dat Shadrack uit het gebied Afrika-West een cursist heeft geholpen om die ervaring in de klas te hebben. Hij heeft me erover verteld. Shadrack, zou je er ons allemaal over willen vertellen?
Ja, hoor, broeder Bert, bedankt. Een cursist in mijn klas was erg verlegen en wilde meestal niet in de les voorlezen, vragen stellen of reageren. Dat ging een tijdje zo door tot ik enkele beginselen in De naam, omstandigheden en leerbehoeften van iedere cursist kennen toepaste. Met nadruk op de vaardigheid Observeer en vraag naar de interesses van cursisten onder Onderwijsvaardigheden ontwikkelen. Ik merkte dat een cursist meestal naar het instituut kwam om voor schooltoetsen en -examens te studeren. Ik toonde belangstelling in wat ze aan het studeren was en praatte soms met haar over haar huiswerk. Toen hoorde ik dat ze een goede vriendin in mijn klas had. Ik deelde haar dan ook meestal in dezelfde groep als haar vriendin in bij groepsactiviteiten, die ik vaak vanwege haar gebruikte. Geleidelijk aan begon ze in de les voor te lezen, op vragen te reageren en ervaringen te delen. Ze zei op een gegeven moment dat ze eerst erg verlegen was in de les, maar nu meer zelfvertrouwen heeft. Ze presenteert nu groepsopdrachten namens haar groep in de les en is altijd als een van de eersten aanwezig. Haar leerervaring is verbeterd.
Dat brengt ons mooi bij de vraag van broeder Douglas Franco. Hij komt uit onze regio Zuid-Amerika-Noordwest en we nodigen broeder Franco uit om zijn vraag nu te stellen.
Bedankt. Hallo allemaal. Mijn vraag heeft te maken met de rol van de leerkracht en de leerervaring. Hoe weten we zeker dat wat we in de les doen de cursist bekering, relevantie en verbondenheid laat ervaren? Een les waarin Christus centraal staat, kan bijvoorbeeld tot bekering leiden, maar dat doet onderwijzen met de Geest ook. Hoe kunnen we onze leerkrachten helpen als ze deze vragen hebben of iets van die beginselen willen verbeteren?
Broeder Franco, waar onderwijst u, waar bent u?
Bedankt. Ik geef les aan het instituut in Cochabamba, Bolivia.
Fijn dat u bij ons bent, broeder Franco. U hebt vast al wel gemerkt dat die bekeringservaringen in uw klas plaatsvinden. Heeft de Heilige Geest u weleens bevestigd dat die bekeringservaringen op dat moment in uw klas plaatsvonden?
Jawel. Soms geven de cursisten het zelf aan, tijdens of na de les. Soms schrijven ze me, bijvoorbeeld via WhatsApp: ‘Broeder Franco, bedankt voor uw les, ik voelde me geïnspireerd om dit te doen.’ Anderen zie ik in de klas iets opschrijven, zelfs als ik ze niet vraag om iets in hun studiedagboek te schrijven. En uit hun houding blijkt dat ze iets voelen. Dat zou ik kunnen noemen.
Mooi. Ik moet denken aan de drie woorden van ouderling Bednar jaren geleden, namelijk onderscheiden, observeren en luisteren terwijl we lesgeven. 5 Dat is de kern van wat u net zei. U had opgemerkt of geobserveerd wat er tijdens of na de les was gebeurd. En door die observaties laat de Heilige Geest u inzien dat er iets waardevols gebeurde vandaag. Broeder Franco, wat zou u kunnen doen om daarop voort te borduren? Hoe zou u dat vaker in uw klas kunnen laten gebeuren?
Ik heb erover nagedacht, er zijn zoveel dingen. Ik denk aan de beoordelingstools. Het helpt vast als iemand, een collega, mijn supervisor, me observeert, zodat ik voel en weet waar ik aan moet werken. Maar de beoordelingstool voor de cursisten helpt ook, we gebruiken die. Het is geweldig om te zien wat ze voelen, wat ze zeggen in de klas, wat ze vinden van de leerkracht, de les en de rol die we vervullen. Het is prachtig. We zien de resultaten en zeggen: ‘O, nee, hier moet ik aan werken.’ Of: ‘Dit gaat echt goed.’ Dat kan allemaal helpen, maar misschien geldt mijn best doen en door de Geest geleid worden wel het meest, zoals iedereen al zei. Letten op wat ze nodig hebben. En of wat ik doe in die behoeften voorziet.
Heel erg bedankt, broeder Franco. Toen u net getuigde, dat verlangen aangaf om beter te worden, voelde ik de Heilige Geest tot mij getuigen hoeveel onze hemelse Vader van u houdt, en van leerkrachten zoals u over de hele wereld. Als we ons uiterste best doen om God en zijn kinderen lief te hebben, zal Hij ons zegenen. Hij zal ons laten zien hoe we het in die les doen, en ons laten weten of die ervaringen van bekering, relevantie en verbondenheid plaatsvinden, om al deze jongeren en jongvolwassenen te helpen nader tot Jezus Christus te komen. Broeder Franco, en u allen, dank voor alle jongeren die u tot zegen bent. Fijn dat u uw ervaring wilde delen.
Bedankt.
Broeder Willard en broeder Franco, dank u, dat was een fijne interactie. Ik herhaal onze dankbaarheid en liefde voor u en al onze leerkrachten. Ik dacht ook aan wat belangrijke aspecten van bekering, relevantie en verbondenheid. Veel mensen hebben daarover om instructies gevraagd. En te bedenken dat bekering tot de Heiland Jezus Christus en onze Vader in de hemel, relevantie en verbondenheid de gewenste resultaten van ons onderwijs zijn. Maar zien ze niet hoe het op hun leven van toepassing is, dan is het moeilijker voor ze om die nodige ervaring te hebben. De Heilige Geest zorgt daarvoor.
Zuster Jamie Scott heeft iets moois meegemaakt. Zuster Scott, wilt u daar iets over zeggen?
Graag. Ik ben gaan letten op christelijke leerkrachten, en beperk me niet tot een specifieke stijl of werkwijze. Ik vind geloof in Jezus Christus versterken en meer zoals Hij worden belangrijk. Toen ik op een dag lesgaf, kreeg ik de ingeving om mijn cursisten te vragen: ‘Wat voor les zou je helpen om dichter bij de Heiland te komen?’ Mijn vier klassen noemden allemaal muziek. Dus besloten we om een dag aan muziek over de Heiland te besteden. De cursisten mochten een lofzang of lied delen, alles waardoor ze dichter tot Jezus Christus kwamen. Sommigen bespeelden een instrument. Sommigen lieten me een lied afspelen. Sommigen zongen. Ze kwamen met uiteenlopende lofzangen en liederen. En voor- of nadat ze de muziek deelden, spraken ze over en getuigden ze van onze Heer en Heiland. Iedereen voelde die dag echt de Geest. Anderen vertelden over ervaringen die ze op dat moment hadden. Sommigen werden door de Geest aan waarheid van vroeger herinnerd. De Geest getuigde opnieuw van die waarheid tot hen.
Er was ook een jongeman die het seminarie met tegenzin volgde. Hij stak zijn hand op en zei: ‘Ik heb de Geest al meer dan vier jaar niet gevoeld. Toen Ben die lofzang op zijn altviool speelde, “Ik weet dat mijn Verlosser leeft”, voelde ik de Geest en dat was fijn.’ Ik ben echt dankbaar dat de Heer precies weet wat zijn uitverkorenen nodig hebben. Ik ben dankbaar dat ik luisterde en vroeg wat ze wilden, zodat deze jongeman de liefde van de Heiland kon voelen en weten wie hij is.
Bedankt voor uw woorden. Broeder James, u steekt uw hand op.
Oké. Ik wil nog iets toevoegen aan wat er al is gezegd. Ik heb er zelf fijne ervaringen mee. Ik heb geprobeerd de beoordelingstools en het observatiemateriaal toe te passen. Alle cursisten hebben het gekregen en ik ben het in mijn klas gaan toepassen, wat me veel openbaring heeft opgeleverd. Ik heb ook hier vandaag weer gehoord dat het meten bedoeld is om meer openbaring over onze verbeterpunten te ontvangen.
Ik wil graag voorlezen wat een van mijn cursisten in de deze enquête zei over relevantie in de les. Ik zat na de enquête te dubben wat ik met al het verzamelde materiaal aan moest, toen ik dit antwoord op een van de vragen las. De cursist zei: ‘De lessen zijn heel relevant voor mij, omdat de leerkracht me helpt om de evangeliebeginselen die ik leer aan mijn eigen leven te koppelen.’ Een andere cursist gaf aan wat ik kan doen om verbetering bij de betrokkene te stimuleren. Hij zei: ‘Ik wil graag dat mijn leerkracht me bij de klasbesprekingen betrekt en me ook vragen stelt.’
Die dingen zou ik anders niet hebben ontdekt. De materialen met observaties van mijn cursisten, mijn supervisor en mijn zelfevaluatie openden mij de ogen voor de gebieden waarin ik me moet verbeteren. Deze 25 vaardigheden en werkwijzen zijn geweldig en heel makkelijk toe te passen, zelfs tijdens de les. Bedankt.
Ik wil nog zeggen hoe krachtig de focus op het doel in combinatie met de vaardigheden kan zijn. We hadden het in een les waarin Christus echt centraal stond eens over bekering. Dat we ons niet alleen van bepaald gedrag bekeren, maar dat we Christus mogen vragen om onze zwakheid sterk te maken. Ik had ook over wat vaardigheden uit het instructiemateriaal nagedacht. Ik observeerde terwijl de cursisten in gesprek waren. Ik hield mijn oog gericht op een jonge vrouw, vanwege die vaardigheid, en probeerde mensen in de ogen te kijken en vervolgvragen te stellen. Ik zag dat ze even in haar ogen wreef en voelde dat ik haar een vervolgvraag moest stellen. Ik zei: ‘Nikki, wil je vertellen wat de Geest je heeft geleerd?’ Ze opende haar hart en zei huilend dat ze antwoord na vijf jaar aanhoudend gebed had gekregen. Ze had wel geprobeerd zich te bekeren, maar nooit gevraagd of de Heer haar hart wilde veranderen.
Ik concentreerde me de hele les op het doel, met Christus als middelpunt, en dat was goed. Maar omdat ik me ook op een vaardigheid concentreerde, was ik blij dat ik gewoon een vervolgvraag wist te stellen en mensen in de ogen kon kijken. Een hele goede ervaring werd zo hopelijk een levensveranderende ervaring. Dat betekent voor mij dat het doel het vertrekpunt bepaalt, maar de vaardigheden ons vervolgens helpen om dat doel uit te diepen.
Dank u, broeder Wilkins. Het menselijke oogcontact met iemand nodigt uit tot interactie en een gezamenlijke ervaring. Een prachtig voorbeeld. Broeder Mark Espidita.
Ik ben het materiaal dat we gekregen hebben ongeveer twee maanden geleden in Canvas gaan gebruiken voor mijn nieuwe modeltrainingen voor coördinators. Ik vergeleek hoe leerkrachten ten opzichte van eerdere instructies op basis van het oude handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen reageerden op wat ik plaatste. Er was nooit veel interactie op ons discussieforum. Nu ik de onderwerpen in het nieuwe handboek ben gaan gebruiken, merk ik dat leerkrachten meer betrokken zijn en echt ervaringen uitwisselen.
Ik wil graag een reactie aanhalen van een van mijn leerkrachten op een instructie van een paar weken geleden over bij naam bidden voor de mensen die je onderwijst. Er volgenden meerdere geweldige reacties. Een van de leerkrachten zei letterlijk: ‘We werden er als leerkracht goed op gewezen dat we de cursisten soms al te graag aan de hand van onze voorbereidingen willen onderwijzen en de Geest in de les willen laten voelen. Maar het allerbelangrijkste is hoe we de boodschap van de les aan hun behoeften kunnen aanpassen. De cursisten hebben een boodschap nodig die relevant voor hen is. Daarom kan persoonlijk voor ze bidden echt een verschil maken in de lesvoorbereiding. Er ontstaat dan een soort pad waarlangs de Geest ons ingeeft wat we moeten zeggen en onderwijzen.’ Ik had echt niet door dat dit zoveel voor hen zou betekenen. Het nieuwe materiaal is dus erg nuttig voor onze leerkrachten. Dat wilde ik zeggen.
Broeder Kevin Brown, ga uw gang.
Ik voelde en waardeer ten zeerste het openbaringsproces in deze hele instructie en alle hulpmiddelen die we hebben gekregen. Ik heb een vraag opgeschreven. Als ik iets ontdek, hopelijk vooral door de Heilige Geest, en via die bron, hoe snel en bewust handel ik dan, verander ik dan of pas ik het dan toe? Het is al gezegd dat de Heilige Geest zorgt voor relevantie bij onze cursisten. Maar ik besef opeens dat de Heilige Geest ook voor relevantie bij de leerkracht zorgt. Dus ik moet snel handelen naar of toepassen wat de Geest me leert. Ik voel ook sterk dat er dan wonderen in de klas gaan gebeuren. De leerkrachten zullen daar getuige van zijn.
Bedankt voor die boodschap. Ik zie nog één hand. Broeder Castro, u wilt iets vertellen?
Inderdaad, zuster Scott, dank u. Ik moet denken aan iets wat ouderling David A. Bednar eens zei: ‘Het is goed om te weten dat Jezus Christus naar de aarde is gekomen om voor ons te sterven, wat fundamenteel en elementair is aan de leer van Christus. Maar we dienen het ook te waarderen dat de Heer verlangt om door zijn verzoening en door de macht van de Heilige Geest in ons te leven – ons niet alleen te leiden, maar ook bij te dragen tot onze zelfverwezenlijking. 6 Ik heb vandaag gevoeld dat de Heer ons echt wil helpen in dit grote werk. En wij kunnen onze jongeren en geroepen leerkrachten helpen dat ook te voelen.
Bedankt, broeder Castro. Iedereen bedankt die heeft deelgenomen. We hebben geweldige persoonlijke getuigenissen gehoord over de toepassing van wat we besproken hebben. Ik wil mijn oprechte getuigenis daaraan toevoegen. Ik weet dat dit het werk van de Heer is. Ik weet dat Hij geïnteresseerd is in onze persoonlijke ontwikkeling en in ons vermogen om de band met onze jongeren en jongvolwassenen aan te halen. Ik weet dat Hij ieder van u zal helpen om al deze verschillende hulpmiddelen op uw eigen wijze toe te passen. Dat Christus en de Heilige Geest u zullen aangeven waar u aan kunt werken. Dat waar u aan moet werken precies datgene is wat een ander moet horen, zoals in alle verhalen naar voren kwam. En dat zij mede door u tot Christus kunnen komen. Daar getuig ik van in de naam van Jezus Christus. Amen.