Jaarlijkse uitzendingen
Het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend


21:4

Het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend

Jaarlijkse instructie-uitzending S&I 2022 met president Ballard

Vrijdag 21 januari 2022

Inleiding

Ik wil u graag eerst bedanken voor alles wat u doet om jongeren en jongvolwassenen van de kerk op te bouwen. U geeft les aan de toekomst van de kerk, en ik word geïnspireerd door de manier waarop u uw cursisten dient en voor hen zorgt. Broeders en zusters, het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend.

Ik wil graag bespreken hoe wij effectiever over geloof, getuigenis, en de wonderlijke aard van het evangelie van Jezus Christus kunnen lesgeven.

Ter inleiding van mijn thema beschrijf ik een kunstwerk dat ik al lang bewonder, maar soms voor lief neem. Jaren geleden kreeg ik advies van een kennis die in het Museum of Fine Arts in Boston werkte. Ze zei dat je de kunstwerken die je thuis ophangt geregeld moet roteren om te voorkomen dat je er ‘blind’ voor wordt. Mijn vrouw en ik bewonderen al lang het schilderij De roeping van Mattheüs van Caravaggio. Omdat dit schilderij al jarenlang op dezelfde plek in ons huis hing, stond ik zelden stil bij de schoonheid ervan. Dit najaar heb ik het naar mijn kantoor van de kerk verhuisd. Omdat ik het op een nieuwe plek zie, kan ik opnieuw bij het wonderlijke kunststuk en de spirituele betekenis ervan stilstaan. In Lukas lezen we over Mattheüs: ‘En hierna ging Hij weg, en Hij zag een tollenaar, van wie de naam Levi was, in het tolhuis zitten en Hij zei tegen hem: Volg Mij! En hij stond op, liet alles achter en volgde Hem.’ 1 Het is interessant dat Caravaggio het moment afbeeldt waarop Christus hem roept, maar voordat Mattheüs naar de Heiland opkijkt. U ziet de uitgestrekte hand van Christus en het licht dat door de kamer heen aan het eind van de tafel bij Mattheüs neerdaalt, die nog met zijn geld bezig is. Caravaggio legt Mattheüs vast op het moment dat hij besluit alles achter te laten en Jezus Christus te volgen. Als ik naar dat schilderij kijk, verwonder ik me over de boodschap ervan.

Broeders en zusters, het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend! De geboorte, het leven, de zending, verzoening en opstanding van de Heiland vormen het opmerkelijkste verhaal dat ooit is verteld. Toch kunnen we in deze zware tijden 2 aan deze wonderlijke boodschap voorbijgaan, ook als we anderen helpen die het moeilijk hebben. President Nelson heeft gezegd: ‘Mijn geliefde broeders en zusters, dit zijn echt de laatste dagen. Als u en ik de komende gevaren en spanningen moeten doorstaan, dan is het van groot belang dat ieder van ons een vast geestelijk fundament heeft, gebouwd op de rotssteen van onze Verlosser, Jezus Christus.’ 3

Vragen over het geloof van de cursisten beantwoorden

Tegenwoordig worden veel cursisten met geloofsvragen geconfronteerd, waardoor zij het herstelde evangelie, het Boek van Mormon en zelfs het bestaan van God in twijfel trekken. Er doen online veel vijandige berichten over het evangelie de ronde. Die bronnen zijn niet de oorzaak van alle problemen, maar ze kunnen bestaande vragen versterken en nieuwe oproepen. Ik wil graag over drie personen vertellen die u wellicht aan uw cursisten doen denken:

Stephanie: Stephanie is in de kerk opgegroeid, maar door de problemen van haar ouders voelde ze zich in de kerk en onder haar vriendinnen altijd buitengesloten. Dat leidde tot bitterheid, die zij vervolgens aan de kerk weet. Stephanie zocht actief naar bronnen die tegen de kerk waren, concentreerde zich op kritiek jegens Joseph Smith, maar negeerde elk bewijs van zijn profetische rol. Stephanie valt nu, voornamelijk via sociale media, de volgens haar misplaatste en ouderwetse overtuigingen van haar vriendinnen aan. Haar woede is alleen maar vergroot, en zij is nu geneigd om elke zaak of groepering te steunen die vijandig jegens de kerk staat.

David: Davids vragen zijn ook op de kerkgeschiedenis gericht, maar zijn situatie is heel anders. Hij was eerst zeer gelovig, maar na zijn zending stelde hij vragen over onderwerpen waar hij vóór zijn zending niet van op de hoogte was. Die vragen leidden hem naar bronnen die vijandig tegenover de kerk stonden, en hij raakte verward over zijn getuigenis en zijn geloof. Ondanks eerdere ervaringen, waardoor hij een getuigenis van het evangelie had gekregen, bestudeerde Dave de woorden van de levende profeten en het Boek van Mormon niet meer. Andere stemmen namen Davids geestelijke vragen over. Hij stond niet vijandig tegenover de kerk, maar hij was verward en zelfs verlamd, wat tot verminderde deelname aan instituut en kerkgang leidde.

Connie: Connie had noch de vijandigheid van Stephanie, noch de verlamming van Dave. Maar ze kampte met problemen die verband hielden met de scheiding van haar ouders en de verbale en emotionele mishandeling thuis. Daardoor bleef ze getekend achter, op zoek naar verlichting. In plaats van genezing in het evangelie te zoeken, wendde ze zich tot wereldse connecties voor de empathie en het begrip die ze zo hard nodig had. Zij sloot zich aan bij anderen met geestelijke problemen, lhbtq-kwesties, en mensen die met teleurstelling en twijfel kampten. Connie vond troost in die connecties, maar had ook nieuwe vragen. Zij en haar vriendinnen gaven vaak de kerk de schuld van hun problemen, in de hoop dat hun pijn zou verdwijnen als ze Gods wetten negeerden. 4 Ze stopte niet alleen met de kerk en het instituut, ze begon zich anders te gedragen, in de hoop dat haar pijn zou verdoven en ze de moeilijke weg van veranderen en vergeven kon vermijden.

Deze cursisten hebben een geloofscrisis. Maar de aard van hun crisis is anders. De een is bitter en opstandig, de ander is verward en wordt door externe stemmen beïnvloed. De derde lijdt pijn en probeert zich te verbergen voor wat zij een moeilijke weg in de kerk vindt. Zij weerspiegelen ook een categorie van generatie Z in hun wantrouwen jegens officiële instellingen, verminderde kerkgang en vooral een gevoel van moreel relativisme waarin er geen formele normen voor goed of fout zijn. In een recente studie van de Barna Group stond: ‘Moreel relativisme is niet alleen in het wereldbeeld van generatie Z geslopen; het is nu een meerderheidsopvatting.’ 5

Als leerkrachten godsdienstonderwijs moeten we manieren vinden om cursisten als Stephanie, David en Connie te bereiken. Hun vragen en zorgen zijn echt en mogen niet genegeerd worden. Wij moeten hun zorgen met gevoel en naastenliefde benaderen en ze in een veilige en verzorgende omgeving vragen laten stellen. Wij moeten ook leren om hun zorgen te begrijpen en erop te reageren. In het hoofdstuk ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ van het Basisdocument kerkleerbeheersing van Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs [S&I] staat: ‘Soms vinden we nieuwe informatie of hebben we vragen over de leer, praktijken of geschiedenis van de kerk die moeilijk te begrijpen lijken. Vragen stellen en naar antwoord zoeken, is een essentieel aspect van onze inspanning om waarheid te leren.’ 6 Met dit basisdocument van S&I kunnen we de vragen van onze cursisten beantwoorden en ze leren (1) in geloof te handelen, (2) ideeën vanuit een eeuwig perspectief te onderzoeken, en (3) uit betrouwbare bronnen te putten. BYU Studies heeft onlangs ‘A Teacher’s Plea’ gepubliceerd, waarin de auteur godsdienstleerkrachten aanzet om de nuance en het belang van onze bronnen te bespreken, simplificatie in onze verhalen te vermijden, en de bezorgdheid van velen te bevestigen. 7 Het recente onderzoek van Eric en Sarah d’Evegnée naar ‘herbekering’ spoort ons aan om mensen hun religieuze vragen zo te laten benaderen dat ze niet van hun band met God worden afgeleid. 8 En uiteraard heeft ook de kerk een reeks evangelieverhandelingen opgesteld die we als hulpmiddel kunnen gebruiken om historische en leerstellige vragen van veel cursisten beter te begrijpen en op te lossen. Erken, bespreek, maar jaag geen secundaire vragen na.

Erken, bespreek, maar jaag geen secundaire vragen na

Al onze godsdienstleerkrachten moeten begrijpen dat er veel goeds te vinden is in de hulpbronnen die zijn ontwikkeld om de cursisten te helpen geloofscrises te overwinnen en evangelievragen te beantwoorden. Ik vraag me zelfs af of we wel doeltreffende evangelieleerkrachten kunnen zijn als we ons niet bewust zijn van de geloofsproblemen waar veel cursisten mee kampen. Wij zullen steeds meer van die bronnen moeten gebruiken om de cursisten met hun vragen te helpen.

Maar als we de cursisten met het oplossen van hun problemen helpen, mogen we ons niet zo op hun specifieke vragen richten dat we de kans missen om ze te leren hoe wonderlijk het evangelie van Jezus Christus eigenlijk is. Broeder Chad H Webb heeft gezegd: ‘Het lijkt wel of je mensen uit de mist van duisternis probeert te helpen door je op de duisternis te richten.’ We mogen de duisternis niet negeren, noch er onze volledige aandacht op vestigen. Ouderling Lawrence E. Corbridge noemde dat het verdringen van primaire vragen door secundaire vragen. Tijdens een devotional aan de BYU zei ouderling Corbridge:

‘De secundaire vragen zijn […] eindeloos. Denk aan vragen over onze kerkgeschiedenis, het meervoudig huwelijk, mensen van Afrikaanse afkomst en het priesterschap, vrouwen en het priesterschap, de vertaling van het Boek van Mormon, de Parel van grote waarde, DNA en het Boek van Mormon, het homohuwelijk, verschillende beschrijvingen van het eerste visioen enzovoort.

‘Beantwoord de primaire vragen, en je kunt omgaan met dingen die je begrijpt en die je niet begrijpt, met dingen waar je het mee eens bent en waar je het niet mee eens bent, zonder overboord te springen.’ 9

Luister naar uw cursisten, schep een veilige omgeving waarin ze vragen kunnen stellen, en gebruik betrouwbare bronnen. Maar mis daarbij niet de wonderlijke kracht van het evangelie van Jezus Christus. Net als het meesterwerk van Caravaggio mag u de wonderlijke schoonheid van wat zich vlak voor u bevindt niet missen. Een ander voorbeeld is een visuele aandoening die maculadegeneratie wordt genoemd, waarbij in feite alle zicht wordt geblokkeerd, behalve het perifere zicht. Mensen met deze ziekte ‘vullen’ wat zij niet voor zich zien met interpretaties van wat zij in hun periferie zien. Laat de perifere visie van uw leerlingen hun zicht op het wonder van het evangelie niet vertekenen. Dat hoort de focus van hun zicht te zijn. President Oaks heeft gezegd: ‘Tenzij we onze grootste stellingen en aannames in die waarheden verankeren, weten we niet zeker [of] onze conclusies juist zijn.’ 10 Zelfs onze inspiratie om het ‘instituut te vernieuwen’ zal falen als we het hoofddoel uit het oog verliezen. Wij hebben u gevraagd om de relevantie, toegang en saamhorigheid in uw onderwijs te verbeteren. Maar die inspanningen kunnen ‘secundaire kwesties’ worden als ze niet het grondbeginsel van bekering tot Jezus Christus omvatten. Een geestelijk fundament, gebaseerd op de Heiland, is de enige manier waarop cursisten de gevaren en de druk van deze laatste dagen kunnen overwinnen. 11

Het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend

Ik heb nu meerdere malen gezegd dat het evangelie van Jezus Christus verbazingwekkend is. Ik hoorde voor het eerst ouderling Jeffrey R. Holland over dit onderwerp spreken, toen hij een groep leerkrachten duidelijk maakte dat ze de heilige taak hebben om het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen. De wonderlijke aard van het evangelie werd door de Heiland duidelijk gemaakt toen Hij in de synagoge ongelovigen onderwees: ‘En toen het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te onderwijzen; en velen die luisterden, stonden er versteld van en zeiden: Waar heeft Deze die dingen vandaan?’ 12 Aan het eind van de Bergrede lezen we dat ‘toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van Zijn onderricht.’ 13 Lamoni in het Boek van Mormon was ‘buitengewoon verbaasd’ over de getrouwheid van Ammon.’ 14 In veel voorbeelden wordt het woord verbaasd gebruikt voor mensen die met hun geloof worstelen, maar uiteindelijk de kracht en het wonder van het evangelie begrijpen. Dat zien we ook in het boek Helaman. De mensen waren ‘buitengewoon verbaasd, zodat zij ter aarde vielen; want zij hadden geen geloof gehecht aan de woorden die Nephi had gesproken.’ 15 Het lijkt erop dat die verbazing optreedt als ongeloof geconfronteerd wordt met de wonderbaarlijke aard en leer van het evangelie van Jezus Christus. Dat geldt voor allen die met twijfel worstelen, en zal ook gelden voor Stephanie, David en Connie die ik eerder noemde. Zij zullen de verbittering, verwarring en pijn alleen overwinnen als ze tot de wonderlijke aard van Christus worden gebracht.

Broeders en zusters, luister, heb lief en voel mee met hen die geloofsvragen hebben. Doe dat op een liefdevolle manier. Schep een veilige omgeving voor alle cursisten. Verwijs ze naar betrouwbare bronnen en help ze met hun problemen. Maar laten we de wonderlijke antwoorden op de primaire vragen van het evangelie niet uit het oog verliezen.

Mogen we de ‘schilderijen roteren’ zodat onze cursisten even stilstaan en nadenken over de wonderlijke aard van de Heiland die zo dicht bij hen is. Natuurlijk zijn er uitdagingen, dat hoort bij onze sterfelijke reis. Maar laten we onze jongeren duidelijk maken dat Jezus Christus het leven van Gods kinderen op ontelbare manieren verandert.

Ik verwonder me bijvoorbeeld over de manier waarop mijn stadsjongeren uit Boston het evangelie van Jezus Christus hebben aangegrepen, dat ze op zending zijn gegaan, hebben gestudeerd, een tempelhuwelijk hebben gesloten en nu ouders en leiders in de kerk zijn. Het is onvoorstelbaar wat er in hun leven is gebeurd als we bedenken waar ze zijn begonnen. Ik verwonder me als ik denk aan een jonge vader in San Antonio die mijn vrouw en ik onlangs hebben ontmoet. Hij was bang dat hij nooit aan de verwachtingen van het evangelie kon voldoen. Maar uiteindelijk zag hij in dat niemand volmaakt is en dat wij alleen in en door Jezus Christus kunnen groeien. Dit is broeder Luis Vargas met zijn vrouw, Andrea, en hun dochter, Sofia, toen hij besloot zich te laten dopen, na vijf jaar les van de zendelingen te hebben gehad. Ik was verwonderd toen ik mijn vriend John Raass ontmoette, die ondanks het voorbeeld van zijn vrouw 30 jaar wachtte om zich te laten dopen. Broeder Raass was door een familiecrisis nederig geworden. Hij vroeg om een zegen en beloofde de lessen van de zendelingen te volgen. Dat leidde tot zijn doop, samen met een van zijn zoons en een van zijn dochters, waardoor zij het verbondspad betraden. Ik verwonder me wanneer de Heer niet alleen tot mij spreekt en mijn getuigenis bevestigt, maar ook mijn gebeden verhoort voor hen met wie ik als algemeen autoriteit samenwerk en voor mijn kinderen.

Broeders en zusters, het evangelie van Jezus Christus is verbazingwekkend! De Heiland verandert het leven van Gods kinderen op duurzame en krachtige wijze. Hij wil dat wij veranderen, beter worden, anderen dienen en meer bereiken dan wij zelf zouden kunnen. Laten we zo lesgeven dat onze cursisten inzien hoe wonderlijk het evangelie van Jezus Christus is! Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Lukas 5:27–28

  2. Zie 2 Timotheüs 3:1. Zie ook de woorden van president Russell M. Nelson: ‘In deze zware tijden waar de apostel Paulus van geprofeteerd heeft, doet Satan niet eens meer moeite om zijn aanvallen op Gods plan te verbergen. Het kwaad wordt aangemoedigd en woekert in overvloed. Daarom kunnen we alleen geestelijk overleven als we ons vast voornemen om God in ons leven te laten zegevieren, naar zijn stem te luisteren, en onze energie voor de vergadering van Israël in te zetten.’ (Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 95.)

  3. Russell M. Nelson, ‘De tempel en uw geestelijke fundament’, Liahona, november 2021, 93.

  4. In 2 Nephi 2:13 wordt het verband tussen Gods wet en ons geluk uitgelegd. Er wordt ook op de noodzaak van de grote Middelaar, Jezus Christus, gewezen zodat wij de gevolgen van de wet kunnen overwinnen, zoals later in het hoofdstuk wordt besproken. Vers 13 schetst het standpunt van de wereld en de hoop van veel worstelende generatie Z-jongeren die geloven dat hun ellende en leed zullen verdwijnen als de wetten van God worden weggenomen. Maar Lehi leert Jakob de waarheid die wij ook onze cursisten moeten bijbrengen: zonder wet is er geen geluk. Dat beginsel staat lijnrecht tegenover het standpunt van het morele relativisme en de overtuiging dat als er geen goed en kwaad is, zonden ook geen gevolgen hebben. Als we onze cursisten die het moeilijk hebben echt liefhebben, moeten we empathie, liefde en medeleven tonen, Maar we moeten hen ook onderwijzen in de gevolgen van zonde en het wonder van de verzoening van Jezus Christus. Zie ook Russell M. Nelson, ‘The Love and Laws of God’ (devotional aan de Brigham Young University, 17 september 2019), speeches.byu.edu. Tijdens zijn toespraak onderwees president Nelson de cursisten in hetzelfde beginsel. Gods wetten zijn niet bestemd om ons geluk te ontzeggen, maar om ons tot geluk te leiden. Als we die wetten ontkennen of suggereren dat ze relatief zijn, leidt dat alleen maar tot meer verdriet en niet tot blijvend geluk.

  5. Barna Group, Gen Z Volume 2: Caring for Young Souls and Cultivating Resilience (2021), 52.

  6. Geestelijke kennis verkrijgen’, Basisdocument kerkleerbeheersing (2018), 3.

  7. Zie Tyler Johnson, ‘A Teacher’s Plea’, BYU Studies, jaargang 2 (2021), 81–118.

  8. Zie Sarah Jane Weaver, ‘Episode 57: BYU–Idaho Professors Eric and Sarah d’Evegnée on Faith, Testimony, and Reconversion’, Church News, 16 november 2021, thechurchnews.com.

  9. Lawrence E. Corbridge, ‘Stand Forever’ (toespraak in een devotional aan de Brigham Young University, 22 januari 2019), 3, speeches.byu.edu.

  10. Dallin H. Oaks, ‘Zoals iemand in zijn hart bedacht heeft’ (Een avond met een algemeen autoriteit, 8 februari 2013), ChurchofJesusChrist.org.

  11. Zie Russell M. Nelson, ‘De tempel en uw geestelijke fundament’, Liahona, november 2021, 93–96.

  12. Markus 6:2, cursivering toegevoegd.

  13. Mattheüs 7:28; cursivering toegevoegd.

  14. Alma 18:2; cursivering toegevoegd.

  15. Helaman 9:4; cursivering toegevoegd.