Hoe mijn slechte dag beter werd

Tucker S. (8), Texas (VS)

Ik had een slechte dag. Ik moest naar mijn honkbalwedstrijd, maar mijn tand zat los en deed pijn. Ik had een deel van mijn honkbalspullen vergeten. En ik was moe. Ik had die dag helemaal geen zin om te honkballen. Maar ik ging toch naar de wedstrijd, want ik moest een van mijn teamgenoten zijn pet teruggeven.

Ik bleef aan de kant zitten in plaats van met mijn team mee te doen. Mijn coach zag dat ik verdrietig op het bankje zat. Hij moedigde me aan om mee te doen, omdat het team me nodig had. Hij liet me zien dat hij om me gaf, net zoals Jezus mensen die verdrietig waren en steun nodig hadden opmerkte.

Toen kwam een van mijn teamgenoten naar me toe. Hij glimlachte naar me en vroeg me hoelang ik er al was. Hij was blij me te zien en vroeg me om mee te doen. Deze teamgenoot leek ook op Jezus omdat hij om mij gaf. Hij liet me zien wat een goede vriend doet als iemand een slechte dag heeft. Ik was heel blij dat mijn coach en teamgenoot de tijd namen om me op te vrolijken, zodat ik uiteindelijk aan de honkbalwedstrijd mee wilde doen!

Ik heb een boekenlegger waarop staat: ‘Eén lieve daad kan niet de wereld veranderen, maar kan wel de wereld van één persoon veranderen.’ Mijn coach en teamgenoot veranderden die zaterdagmiddag mijn wereld door lief te zijn. Ik weet dat het belangrijk is om meer op Jezus te lijken door ieder die we ontmoeten lief en vriendelijk te behandelen. Onze hemelse Vader geeft om ons allemaal en houdt van ons. Ieder van ons is belangrijk voor Hem, daarom stuurt Hij lieve mensen om ons zijn liefde te geven.