2010–2019
De morele kracht van vrouwen
Oktober 2013


2:3

De morele kracht van vrouwen

U weet intuïtief hoe u goed moet doen en goed moet zijn, en naarmate u de Heilige Geest volgt, zal uw morele gezag en invloed toenemen.

Sinds mensenheugenis heeft de samenleving vertrouwd op de morele kracht van de vrouw. Hoewel zeker niet de enige positieve invloed in de samenleving, is het morele fundament dat door vrouwen is gelegd het algemeen welzijn op unieke wijze ten goede gekomen. En omdat die zo algemeen verspreid is, wordt deze bijdrage van vrouwen misschien ook vaak ondergewaardeerd. Ik wil mijn dankbaarheid voor de invloed van goede vrouwen tot uiting brengen, ingaan op enkele filosofieën en trends die de kracht en positie van vrouwen bedreigen en een beroep doen op vrouwen om hun aangeboren innerlijke morele kracht te ontwikkelen.

Vrouwen komen met een zekere deugd naar deze wereld, een goddelijke gave, die hen deskundig maakt in het bijbrengen van kwaliteiten als geloof, moed, empathie en nuancering in relaties en culturen. Toen Paulus het ‘ongeveinsde geloof’ prees dat hij in Timoteüs aantrof, merkte hij op dat dit geloof ‘eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en uw moeder Eunike.’1

Jaren geleden, toen ik in Mexico woonde, zag ik met eigen ogen wat Paulus bedoelde. Ik herinner mij in het bijzonder een jonge moeder, een van de vele vrouwen van de kerk in Mexico die het geloof in God zo natuurlijk toevloeien dat ze zich er nauwelijks bewust van zijn. Deze lieftallige vrouw straalde moreel gezag uit, ontsproten aan innerlijke goedheid, dat iedereen in haar omgeving ten goede kwam. Samen met haar echtgenoot gaf zij, schijnbaar moeiteloos, een aantal pleziertjes en bezittingen op voor hogere prioriteiten. Wat ze allemaal deed om haar kinderen ter wille te zijn, was haast bovenmenselijk. Er werden veel eisen aan haar gesteld en haar dagtaak was vaak standaard en eentonig. Maar er ging desondanks een imposante waardigheid van haar uit, het besef dat zij zich met Gods werk bezig hield. In navolging van de Heiland hadden haar daden en offers een edelmoedig mens van haar gemaakt. Ze was de belichaming van liefde.

Ik ben enorm gezegend door de morele invloed van vrouwen, in het bijzonder mijn moeder en mijn vrouw. Een van de andere vrouwen die ik dankbaar ben is Anna Daines. Anna en haar man, Henry, en hun vier kinderen behoorden tot de pioniers van de kerk in New Jersey in the Verenigde Staten. In het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw, toen Henry aan de Rutgers University studeerde, bezochten hij en Anna heel wat scholen en openbare instanties in Metuchen, waar ze woonden, om diepgewortelde vooroordelen over mormonen te weerleggen en om van hun woonplaats een plek te maken waar ouders hun kinderen willen grootbrengen.

Anna, bijvoorbeeld, meldde zich aan als vrijwilligster bij de YMCA in Metuchen, waar ze al gauw onmisbaar was. Binnen een jaar werd ze benoemd tot voorzitster van de moedersbeweging. Later ‘werd haar gevraagd om zich kandidaat te stellen voor een van de drie door een vrouw te vervullen posities in het bestuur van de YMCA. Ze won zonder slag of stoot, en ging dus deel uitmaken van het bestuur dat slechts een paar jaar daarvoor had geweigerd om de heiligen in hun gebouw te laten vergaderen!’2

Ons gezin verhuisde in mijn tienerjaren naar de wijk New Brunswick. Zuster Daines toonde belangstelling voor mij en liet vaak doorschemeren dat ze vertrouwen in mijn capaciteiten en mogelijkheden had, wat mij inspireerde om hoog te reiken — hoger dan ik zonder haar invloed had gedaan. Ik ben zelfs een keer, dankzij een attente en tijdige waarschuwing van haar kant, behoed voor een situatie die vast en zeker op verdriet was uitgedraaid. Hoewel ze niet meer leeft, wordt Anna Daines’ invloed nog steeds gevoeld en weerspiegeld in het leven van haar nakomelingen en vele anderen, onder wie ik.

Mijn grootmoeder Adena Warnick Swenson leerde mij om plichtsgetrouw mijn priesterschapstaken uit te oefenen. Ze moedigde mij aan om de avondmaalsgebeden over het brood en het water uit het hoofd te leren, omdat ik ze dan met meer begrip en meer gevoel kon vertolken. Er ontwaakte in mij een diepe eerbied voor heilige zaken toen ik zag hoe zij mijn grootvader, een ringpatriarch, in zijn roeping steunde. Oma Swenson heeft nooit auto leren rijden, maar ze wist wel hoe ze jongens goede priesterschapsdragers kon helpen worden.

De morele invloed van een vrouw laat zich nergens krachtiger gelden of doet nergens meer goed dan in het gezin. Er is geen betere plek voor het grootbrengen van de opkomende generatie dan het traditionele gezin, met een vader en een moeder die eensgezind samenwerken om hun kinderen in alle opzichten goed op te voeden. Als die ideale gezinssamenstelling er niet is, kan men toch proberen om daar zoveel mogelijk voordelen van over te nemen, voor zover de omstandigheden dat toelaten.

Een moeder zal in elk geval veel meer invloed dan wie dan ook in welke relatievorm dan ook kunnen uitoefenen. Door haar voorbeeld en onderricht leren haar zoons respect voor vrouwen te tonen en discipline en hoge morele normen in hun leven te ontwikkelen. Haar dochters leren hun eigen deugd te cultiveren en steeds weer pal te staan voor het goede, hoe impopulair dat ook mag zijn. De liefde en hoge verwachtingen van een moeder brengen haar kinderen ertoe om zonder excuus verantwoordelijk te handelen, hun opleiding en ontwikkeling ernstig op te vatten, en geregeld de mensen om hen heen te helpen. Ouderling Neal A. Maxwell heeft ooit gezegd: ‘Wat zal in de echte geschiedenis van het mensdom, als die eenmaal ontvouwd wordt, de boventoon voeren: bulderende kanonnen of rustgevende slaapliedjes?’ De grote wapenstilstanden door bevelhebbers gesloten of de vrede die vrouwen in het gezin en in de buurt stichten? Zullen dan de bezigheden in de keuken en kinderkamer meer invloed hebben gehad dan de onderhandelingen aan de conferentietafels?’3

De rol van de vrouw bij het scheppen van leven is hoogst heilig. We weten dat ons fysieke lichaam van goddelijke oorsprong is4 en dat we zowel een fysieke geboorte als een geestelijke wedergeboorte moeten ervaren om de hoogste oorden van Gods celestiale koninkrijk te bereiken.5 Vandaar dat vrouwen een noodzakelijke rol spelen (soms met gevaar voor eigen leven) in Gods werk en heerlijkheid ‘om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’.6 Vrouwen zijn de hoedsters van de bron van het leven. Als grootmoeder, moeder en rolmodel hebben zij elke generatie het belang van seksuele reinheid — van kuisheid vóór het huwelijk en trouw binnen het huwelijk — bijgebracht. Op die manier lieten zij een beschavende invloed in de samenleving gelden; zij brachten het beste in de mens naar boven; zij hielden een milieu in stand, waarin zelfbewuste en gezonde kinderen konden worden opgevoed.

Zusters, ik wil u geen overdreven lof toezwaaien zoals dat soms in toespraken op moederdag gebeurt, en waar u zich niet prettig onder voelt. U hoeft niet volmaakt te zijn7; ik beweer ook niet dat u dat bent (met wellicht één uitzondering, die hier niet ver van mij vandaan zit). Wat ik wil zeggen is dit: dat uw morele gezag — of u nu alleenstaand of getrouwd bent, of u nu kinderen hebt gebaard of niet, of u nu oud of jong bent of er ergens tussenin — van wezenlijk belang is, maar dat we dat gezag en u als persoon misschien niet meer waarderen. Het staat vast dat er trends en krachten aan het werk zijn die uw invloed willen verzwakken en zelfs uitbannen, met grote nadelige gevolgen voor het individu, het gezin en de maatschappij in het algemeen. Ik wil voor drie ervan waarschuwen.

Een gevaarlijke filosofie die de morele invloed van vrouwen ondermijnt is de devaluatie van het huwelijk, van het moederschap en het traditionele gezinsleven als carrière op zich. Sommige feministische denkers zien helemaal niets in het traditionele gezinsleven, omdat het vrouwen klein zou houden en ze de niet aflatende eisen van het opvoeden van kinderen een vorm van uitbuiting vinden.8 Zij drijven de spot met wat zij het ‘vrouwonvriendelijke loopbaantraject’ noemen. Dat is niet eerlijk of juist. Wij bagatelliseren geenszins de waarde van wat vrouwen of mannen in welke goede zaak of carrière dan ook tot stand brengen — daar plukken wij allen de vruchten van — wel stellen wij dat er geen hogere zaak is dan het huwelijkse moederschap en vaderschap. Geen carrière hoe ambitieus ook, geen geldelijke compensatie, geen erkenning of eerbewijs kan tippen aan de uiteindelijke beloningen die het gezin brengt. Wat een vrouw verder ook mag bereiken, haar morele invloed komt nergens zo goed tot zijn recht als in het gezin.

Het morele gezag van de vrouw wordt op verschillende fronten bedreigd door de geldende ideeën ten opzichte van de menselijke seksualiteit. Abortus om persoonlijke of gemaksredenen raakt aan de kern van de heiligste vermogens van de vrouw en vernietigt haar morele gezag. Datzelfde geldt voor seksuele onzedelijkheid, maar ook voor onthullende kleding, die niet alleen de vrouw onteert, maar bovendien de leugen in stand houdt dat de vrouw haar waarde ontleent aan haar seksualiteit.

Er bestaat al heel lang een dubbele moraal die van vrouwen verwacht dat zij zich zedig gedragen, maar die de onzedelijkheid van mannen door de vingers ziet. Een dergelijke dubbele moraal is onrechtvaardig en ze is terecht gekritiseerd en afgewezen. Je zou verwachten dat die afwijzing ertoe zou leiden dat mannen zich naar één enkele, hogere moraal zouden voegen, maar juist het tegenovergestelde is het geval — van vrouwen en meisjes wordt nu verwacht dat ze seksueel net zo vrij zijn als mannen onder de dubbele moraal. Waar eens de hogere moraal van vrouwen trouw en verantwoordelijkheidsbesef van mannen eiste, zien we nu seksuele relaties zonder verantwoordelijkheid, gezinnen zonder vader en toenemende armoede. Deze vrije moraal berooft vrouwen gewoonweg van hun morele invloed en verloedert de hele samenleving.9 Het is een hol akkoord waarmee mannen worden ‘geëmancipeerd’ en waaronder vrouwen en kinderen het meeste lijden.

Een derde punt van zorg wordt veroorzaakt door hen die in de naam van gelijkheid alle verschillen tussen man en vrouw willen opheffen. Vaak ziet men dan het liefst dat vrouwen mannelijke eigenschappen overnemen — dat ze agressiever en onbuigzamer worden, en de confrontatie opzoeken. Het is nu normaal in films en videospelletjes dat we vrouwen in heel gewelddadige rollen zien, waarin ze veel dood en verderf zaaien. Het is al erg genoeg dat mannen dergelijke rollen spelen, laat staan dat het vrouwen zijn die geweld plegen of ondergaan.

Voormalig algemeen jongevrouwenpresidente Margaret D. Nadauld heeft gezegd: ‘De wereld heeft genoeg onbuigzame vrouwen; wij hebben behoefte aan gevoelige vrouwen. Er zijn genoeg lompe vrouwen; wij hebben behoefte aan vriendelijke vrouwen. Er zijn genoeg ruwe vrouwen; wij hebben behoefte aan verfijnde vrouwen. We hebben genoeg beroemde en rijke vrouwen: we hebben behoefte aan gelovige vrouwen. Er is genoeg hebzucht; we hebben behoefte aan meer goedheid. Er is genoeg ijdelheid; we hebben behoefte aan meer deugdzaamheid. Er zijn genoeg populaire mensen: we hebben behoefte aan meer reine mensen.’10 Door vrouwelijke en mannelijke verschillen te laten vervagen, verliezen we de onmiskenbare, elkaar aanvullende gaven van vrouwen en mannen die samen één geheel vormen.

Ik doe een beroep op vrouwen en meisjes om de morele kracht die u in u hebt te beschermen en te ontwikkelen. Bescherm die aangeboren deugd en de unieke gaven waarmee u naar deze wereld gekomen bent. U weet intuïtief hoe u goed moet doen en goed moet zijn, en naarmate u de Heilige Geest volgt, zal uw morele gezag en invloed toenemen. Tot de jongevrouwen zeg ik: raak die morele kracht niet kwijt nog voordat je die in volle mate hebt ontwikkeld. Zorg er vooral voor dat je taalgebruik netjes is, niet ruw; dat je kleding fatsoen weerspiegelt, geen pronkzucht; en dat je gedrag rein is, niet wulps. Je kunt iemand geen deugd bijbrengen als je zelf niet deugdzaam bent.

Zusters, van alle relaties die u hebt, is het uw relatie tot God, uw hemelse Vader, de bron van uw morele kracht, die u voorrang dient te geven. Denk eraan dat Jezus zijn macht ontleende aan zijn vastberaden toewijding aan de wil van de Vader. Hij week nooit af van wat de Vader behaagde.11 Streef ernaar om die soort discipel van de Vader en de Zoon te zijn. Dan zal uw invloed nooit verflauwen.

En wees niet bang om die invloed zonder angst of verontschuldiging te gebruiken. ‘Wees altijd bereid tot verantwoording aan [iedere man, vrouw en jongere] die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is.’12 ‘Verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting.’13 ‘[Breng] uw kinderen in licht en waarheid groot.’14 ‘[Leer ze] bidden en [leer ze] oprecht wandelen voor het aangezicht des Heren.’15

Laat niemand deze raadgevingen aan vrouwen opzettelijk anders uitleggen. Nu ik de morele kracht in vrouwen prijs en aanmoedig, wil dat niet zeggen dat mannen en jongens zijn vrijgesteld van hun plicht om waarheid en gerechtigheid te verdedigen, dat hun taak om te dienen, te offeren en te verzorgen om de een of andere reden minder is dan die van vrouwen of aan vrouwen kan worden overgelaten. Broeders, laten we de vrouwen steunen, laten we in hun lasten delen, en ons eigen morele gezag ontwikkelen.

Lieve zusters, we steunen op de morele kracht die u de wereld, het huwelijk, het gezin en de kerk biedt. We steunen op de zegeningen die u uit de hemel afroept met uw gebeden en geloof. We bidden voor uw veiligheid, welzijn en geluk, en dat uw invloed zal voortduren. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. 2 Timoteüs 1:5.

  2. Orson Scott Card, ‘Neighborliness: Daines Style’, Ensign, april 1977, p. 19.

  3. Neal A. Maxwell, ‘The Women of God’, Ensign, mei 1978, pp. 10–11.

  4. Zie Mozes 2:27.

  5. Zie Mozes 6:57–60.

  6. Mozes 1:39.

  7. ‘Een eeuw geleden ontdekte de Britse psychiater John Bowlby, die bekend is geworden door zijn theorieën over hechting tussen opvoeders en kinderen, dat de band die tussen moeder en kind ontstaat door intensieve, warme interactie het essentiële fundament is van de sociaal-emotionele ontwikkeling. […] En feministisch filosofe Sara Ruddick onderkende dat de ‘zorgzame liefde’ van een moeder de kern is van een goede opvoeding. Door het “geduldige liefdesoog” ontwikkelen moeders een speciale kennis over hun kinderen — die kennis geeft hun een uniek inzicht in hoe met ieder kind moet worden omgegaan’ (Jenet Jacob Erickson, ‘Love, Not Perfection, Root of Good Mothering’, Deseret News, 12 mei 2013, p. G3).

  8. Het is waar dat vele vrouwen vele generaties lang zijn uitgebuit of zijn opgezadeld met een oneerlijke last in het gezin en op de werkvloer, maar onzelfzuchtigheid en opoffering hoeven en dienen niet op misbruik en uitbuiting uit te draaien. Ouderling Bruce C. Hafen heeft gezegd: ‘Als “onzelfzuchtigheid” betekent dat een vrouw haar eigen identiteit en persoonlijke groei moet opgeven, dan wordt onzelfzuchtigheid verkeerd begrepen. […] Maar het tegenwoordige feministische model, waarin de vrouw in zeer grote mate onafhankelijk van haar gezin functioneert, slaat te ver door. Een verstandiger kijk op de zaak is dat man en vrouw onderling afhankelijk zijn van elkaar. […] De critici die moeders van afhankelijk naar onafhankelijk hebben verschoven, hebben het gematigde midden van onderlinge afhankelijkheid overgeslagen. Zij die moeders van onzelfzuchtigheid naar zelfzucht hebben verschoven, hebben het gematigde midden overgeslagen, waarin een vrouw er zelf voor kiest om te dienen en zo tot persoonlijke groei komt. Deze excessen zorgden ervoor dat de discussie over de waarde van het moederschap er, ironisch genoeg, toe heeft geleid dat het grote publiek moeders, maar ook vrouwen in het algemeen, niet meer serieus neemt’ (‘Motherhood and the Moral Influence of Women’ [toespraak gehouden in het Wereldcongres over het gezin II, Genève, Plenaire vergadering IV, 16 november 1999], http://worldcongress.org/wcf2_spkrs/wcf2_hafen.htm).

  9. Een moeder merkte in een hoofdartikel in de Wall Street Journal op: ‘Sommige mormonen, evangelisten en orthodoxe Joden uitgezonderd, weten velen van ons niet hoe we onze zoons en dochters moeten duidelijk maken hoe ze hun lichaam niet meteen te grabbel gooien. […] En toch wordt in mijn vriendinnenkring de roep gehoord om ons ertegen te verweren. Ik weet dat niet een van hen niet enigszins spijt heeft van hun eigen seksverleden. En niet één vrouw die ik ernaar heb gevraagd, heeft gezegd dat ze wilde dat ze nog wat meer had “geëxperimenteerd”’ (Jennifer Moses, ‘Why Do We Let Them Dress Like That?’, Wall Street Journal, 19 maart 2011, p. C3).

  10. Margaret D. Nadauld, ‘De vreugde van het vrouw-zijn’, Liahona, januari 2001, p. 18.

  11. Zie Johannes 8:29.

  12. 1 Petrus 3:15, HSV.

  13. 2 Timoteüs 4:2.

  14. Leer en Verbonden 93:40.

  15. Zie Leer en Verbonden 68:28.