Zoek in de beste boeken
Als we de beste boeken bestuderen, beschermen we ons tegen de gretige kaken van hen die aan onze geestelijke wortels willen knagen.
Op een ochtend zag ik een hongerige, goed gecamoufleerde rups in een mooie rozenstruik zitten. Er ontbraken enkele blaadjes aan de stengels. Het werd me meteen duidelijk dat de rups zich met haar gretige kaken een weg door de malse blaadjes geknaagd had. Ik moest denken aan mensen die op deze rups lijken. We vinden ze overal, maar ze zijn soms zo goed vermomd dat we ze in ons leven toelaten. En voor we het beseffen, hebben ze onze geestelijke wortels en die van onze familieleden en vrienden weggeknaagd.
Er is in deze tijd veel verkeerde informatie over ons geloof in omloop. Als we onze geestelijke wortels niet beschermen en voeden, geven we hun die ons geloof in Christus en in zijn herstelde kerk willen vernietigen, vrij spel om eraan te knagen. In de tijd van het Boek van Mormon was Zeëzrom erop uit om het geloof van anderen te vernietigen.
Zijn woorden en daden waren ‘een valstrik […] van de tegenstander, die hij [legde] om [het] volk te vangen, [het] aan hem te onderwerpen, [en het] met zijn ketenen te omsluiten’ (Alma 12:6). Diezelfde valstrikken bestaan ook in deze tijd. En tenzij we geestelijk waakzaam zijn en ons fundament op onze Verlosser bouwen (zie Helaman 5:12), kan Satan ons met zijn ketenen binden en ons op de verboden paden leiden waarover in het Boek van Mormon wordt gesproken (zie 1 Nephi 8:28).
De apostel Paulus gaf in zijn tijd een waarschuwing die ook nu geldt: ‘Want dit weet ik: […] uit uw eigen midden [zullen] mannen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan’ (Handelingen 20:29–30).
Zijn waarschuwing en die van onze apostelen en profeten sporen ons aan om onszelf naar ons beste vermogen geestelijk tegen tegenstand en misleiding te wapenen. Als ik wijken en ringen van de kerk bezoek, word ik opgebouwd door wat ik zie, hoor en voel, omdat de heiligen de leringen van de Heiland en zijn dienstknechten trouw toepassen.
De verbeterde sabbatheiliging is slechts één voorbeeld van het feit dat de leden zich geestelijk wapenen door aan profetische raad gehoor te geven. Ze sterken zich ook door hun voorouders door middel van tempelverordeningen bijeen te brengen. Dat blijkt uit de toename in tempelwerk en familiegeschiedenis. Onze geestelijke wortels worden sterker als oprecht persoonlijk en gezinsgebed verdedigingsbastions van onze geloofsbeleving worden, als we ons dagelijks bekeren, het gezelschap van de Heilige Geest nastreven, van onze Heiland en zijn eigenschappen leren, en ernaar streven om zoals Hij te worden (zie 3 Nephi 27:27).
Onze Heiland, Jezus Christus, is het Licht van de wereld. Hij nodigt ons uit om Hem te volgen. We moeten altijd op Hem vertrouwen; vooral als de storm van twijfel en onzekerheid ons tijdens een donkere nacht overrompelt. Als de uitgestrekte vingers ‘aan de overkant van de rivier met water [waar] een groot en ruim gebouw [staat]’ (1 Nephi 8:26) naar u wijzen en u bespotten, vernederen en lokken, keer u dan meteen af, zodat u niet door sluwe middelen overreed wordt om van de waarheid en haar zegeningen af te dwalen.
Maar dat is niet voldoende in deze tijd waarin we met verdorven woorden, teksten en beelden te maken hebben. Ouderling Robert D. Hales heeft gezegd: ‘Als je je niet volledig aan het evangelie toewijdt – met je hele “hart, macht, verstand en kracht” – kun je niet genoeg geestelijk licht ontsteken om de duisternis te verdringen.’ (‘Uit de duisternis in zijn prachtige licht’, Liahona, juli 2002, 78.) Als we het verlangen hebben om Christus, het Licht van de wereld (zie Johannes 8:12), te volgen, dan moeten we zijn leringen toepassen. We worden geestelijk gesterkt, bewapend en beschermd als we naar het woord van God handelen.
Hoe groter het licht in ons leven, hoe minder duisternis. Maar zelfs bij een overvloed aan licht krijgen we met mensen en opmerkingen te maken die onze opvattingen verkeerd voorstellen en ons geloof beproeven. De apostel Jakobus heeft geschreven: ‘De beproeving van [ons] geloof [brengt] volharding teweeg’ (Jakobus 1:3). En ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Een geduldig discipel […] is niet verrast of uit zijn doen als de kerk in een verkeerd daglicht wordt gesteld.’ (‘Patience’ [devotional aan de Brigham Young University, 27 november 1979], speeches.byu.edu.)
Soms hebben we vragen over de geschiedenis en leer van de kerk. We moeten voorzichtig overwegen waar we antwoorden zoeken. Het heeft geen zin om de mening van slecht ingelichte of ontgoochelde mensen te bestuderen. De apostel Jakobus heeft ons de beste raad gegeven: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God’ (Jakobus 1:5).
Voor we God benaderen, moeten we de kwestie zorgvuldig bestuderen, want er is ons opgedragen ‘uit de beste boeken’ woorden van wijsheid te putten; ‘zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof’ (LV 88:118). Er bestaat een overvloed aan zulke boeken van goddelijk geïnspireerde kerkleiders en erkende, betrouwbare geleerden in de kerkgeschiedenis en kerkleer. Niets gaat echter de grootsheid van het geopenbaarde woord van God in de gecanoniseerde Schriftuur te boven. Uit die pagina’s vol geestelijke inzichten leren we waarheid door de Heilige Geest en ontvangen zo meer licht.
President Thomas S. Monson heeft ons opgeroepen ‘om het Boek van Mormon dagelijks onder gebed te bestuderen en te overdenken’. (‘De kracht van het Boek van Mormon’, Liahona, mei 2017, 87.)
Toen ik een aantal jaar geleden president van het zendingsgebied Suva (Fiji) was, hadden enkele zendelingen een ervaring die de kracht tot bekering van het Boek van Mormon bevestigde. Op een warme, klamme dag kwamen twee zendelingen aan bij een huis in Labasa.
Ze klopten aan. Een verweerde man deed open en luisterde naar de zendelingen die van het Boek van Mormon getuigden. Ze gaven hem een exemplaar en vroegen hem erin te lezen en te bidden zodat hij ook een getuigenis zou krijgen. Hij antwoordde kort: ‘Morgen ga ik vissen. Ik zal er op zee in lezen. Als ik terug ben, kunt u me bezoeken.’
De zendelingen werden overgeplaatst en enkele weken later bezochten twee nieuwe zendelingen de visser. Hij had het boek ondertussen uitgelezen, wist dat het waar was en wilde graag meer weten.
De man was bekeerd door de Heilige Geest die op elke pagina van het Boek van Mormon getuigde van de waarheid van de waardevolle woorden die lang geleden opgetekend en voor onze tijd bewaard waren. Ook wij kunnen die zegening ontvangen.
Ons thuis is de ideale plek waar we de Schriften en de woorden van de profeten als gezin kunnen bestuderen, over onze inzichten kunnen vertellen en het materiaal op LDS.org kunnen bekijken. Op die site staat veel over evangeliethema’s zoals de verschillende versies van het eerste visioen. Als we de beste boeken bestuderen, beschermen we ons tegen de gretige kaken van hen die aan onze geestelijke wortels willen knagen.
Zelfs als we bidden, studeren en overdenken, kunnen we nog steeds met onbeantwoorde vragen zitten. Maar we mogen niet toestaan dat dat ons flakkerende vlammetje van geloof dooft. Zulke vragen sporen ons aan om ons geloof op te bouwen. Ze mogen onze tijdelijke twijfels niet voeden. Niet op alle vragen een antwoord hebben is de essentie van godsdienst, want dat is een van de doeleinden van geloof. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft daarover gezegd: ‘Als die tijd komt en problemen zich voordoen waarvan de oplossing niet onmiddellijk in zicht is, houd dan vast aan wat je al weet en wees sterk totdat er meer kennis komt.’ (‘Ik geloof, Heere’, Liahona, mei 2013, 94.)
We zien zoveel gelukkige mensen om ons heen die sterk zijn omdat ze hun geestelijke wortels voortdurend voeden. Hun geloof en gehoorzaamheid versterken hun hoop in hun Heiland, en daaruit vloeit veel vreugde voort. Ze beweren niet dat ze alles weten, maar ze hebben de prijs betaald om voldoende kennis te krijgen en gemoedsrust te hebben. Ondertussen zoeken ze geduldig verder. Hun geloof in Christus wordt steeds onwrikbaarder. Ze zijn sterke medeburgers van de heiligen.
Laten we de gretige kaken van gecamoufleerde rupsen nu en voor altijd uit ons leven weren, zodat we ‘onwrikbaar [zijn] in het geloof aangaande Christus, zelfs tot het einde’ (Alma 27:27). In de naam van Jezus Christus. Amen.